EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017XC0316(03)

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 in zaak AT.39816 — Upstreamgasleveringen in Midden- en Oost-Europa

C/2017/1748

PB C 81 van 16.3.2017, p. 9–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 81/9


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 in zaak AT.39816 — Upstreamgasleveringen in Midden- en Oost-Europa

(2017/C 81/09)

1.   Inleiding

(1)

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (1) kan de Commissie in gevallen waarin zij voornemens is een besluit tot beëindiging van een inbreuk vast te stellen en de betrokken partijen toezeggingen doen om tegemoet te komen aan de bezwaren die de Commissie hun in haar voorlopige beoordeling te kennen heeft gegeven, beslissen om die toezeggingen bij besluit een verbindend karakter te verlenen. Dat besluit kan voor een bepaalde periode worden vastgesteld en bevat de conclusie dat er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan. Volgens artikel 27, lid 4, van dezelfde verordening maakt de Commissie een beknopte samenvatting van de zaak en de hoofdlijnen van de toezeggingen bekend. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen meedelen binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.

2.   Samenvatting van de zaak

(2)

Op 22 april 2015 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vastgesteld betreffende een beweerde overtreding van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) door OAO Gazprom en OOO Gazprom Export (Gazprom) op de markten voor upstream groothandelsleveringen van aardgas in Bulgarije, Estland, Tsjechië, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen en Slowakije (MOE). Dit document is een voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

(3)

De Commissie is tot de voorlopige beoordeling gekomen dat Gazprom dominant is op alle acht MOE-markten voor de upstream groothandelsleveringen van gas. Volgens het voorlopige standpunt van de Commissie heeft Gazprom mogelijk misbruik gemaakt van zijn machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU.

(4)

Gazprom kan met name een algemene oneerlijke strategie hebben toegepast door in zijn leveringsovereenkomsten in de landen in MOE territoriale beperkingen op te leggen. Deze beperkingen omvatten uitvoerverboden, bestemmingsclausules en gelijkwaardige maatregelen die de grensoverschrijdende gasstroom kunnen hebben tegengehouden.

(5)

Deze territoriale beperkingen kunnen Gazprom in staat hebben gesteld in vijf landen een oneerlijk prijsbeleid te voeren, met name in Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Polen, door groothandelaars prijzen aan te rekenen die aanzienlijk hoger waren dan concurrerende gasprijzen in West-Europa.

(6)

Gazprom kan zijn machtspositie ook hebben misbruikt op de markt voor de upstream groothandelsleveringen van aardgas in Bulgarije door de gaslevering afhankelijk te maken van investeringen in het pijpleidingproject „South Stream”.

(7)

De Commissie concludeert in haar voorlopige beoordeling dat de praktijk van Gazprom kan leiden tot handelsbelemmeringen voor de vrije stroom van gas op de interne markt, een vermindering van de liquiditeit en de efficiëntie van de gasmarkten en hogere aardgasprijzen.

3.   Hoofdlijnen van de voorgestelde toezeggingen

(8)

Gazprom betwist de voorlopige beoordeling van de Commissie. Niettemin heeft de onderneming toezeggingen voorgesteld in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 om aan de mededingingsbezwaren van de Commissie tegemoet te komen. De voornaamste elementen van de toezeggingen worden hierna voorgesteld:

(9)

Gazprom zal zich ertoe verbinden in zijn relevante overeenkomsten een aantal wijzigingen aan te brengen om de belemmeringen voor de vrije gasstroom tegen concurrerende prijzen in MOE op te heffen.

a)

Gazprom zal in zijn gasleveringsovereenkomsten in MOE geen bepalingen toepassen of invoeren die de mogelijke wederuitvoer of doorverkoop van gas door de klant direct of indirect kunnen verbieden, beperken of economisch minder aantrekkelijk maken. Gazprom zal zich er eveneens toe verbinden in zijn toekomstige gasovereenkomsten in MOE geen dergelijke maatregelen op te nemen.

b)

Indien de wederpartijen van de Bulgaarse en Griekse overeenkomsten daarmee instemmen, zal Gazprom ervoor zorgen dat daarin alle redelijkerwijs vereiste wijzigingen worden aangebracht die voor het sluiten van interconnectieovereenkomsten tussen Bulgarije en andere lidstaten van de EU noodzakelijk zijn.

c)

Gazprom zal zijn klanten in MOE de mogelijkheid bieden de contractuele gasvolumes voor bepaalde leveringspunten in MOE op aanvraag geheel of gedeeltelijk te laten leveren op andere leveringspunten die worden gebruikt voor leveringen aan Bulgarije en de Baltische staten. Gazprom zal zich ertoe verbinden deze mogelijkheid aan te bieden zolang de klant niet zelf in staat is het gas te transporteren van het contractuele leverpunt naar Bulgarije of de Baltische staten.

d)

Gazprom zal aanbieden hetzij een prijsherzieningsclausule op te nemen in de overeenkomsten met zijn klanten die nog geen dergelijke clausule bevatten, hetzij bestaande prijsherzieningsclausules te herzien. Gazprom zal zich ertoe verbinden zijn klanten de prijzen te laten herzien op basis van de contractuele prijs waarbij geen rekening is gehouden met onder meer de ontwikkeling van de prijzen aan de grens in Duitsland, Frankrijk en Italië of de ontwikkeling van de gasprijzen bij de hubs voor vloeibaar gas in continentaal Europa. De partijen zullen bij de herziening van de contractuele prijs tevens de mogelijkheid hebben om te verwijzen naar bij concurrenten gebruikelijke benchmarks. Gazprom zal zich er tevens toe verbinden de frequentie en de snelheid van prijsherzieningen op te voeren. Gazprom zal zich ertoe verbinden dezelfde prijsherzieningsbepalingen ook in de toekomstige overeenkomsten met zijn klanten op te nemen.

e)

Gazprom zal geen schadevergoeding vorderen op grond van het feit dat het South Stream-project van de Bulgaarse wederpartij is stopgezet. De stopzetting werd door Gazprom bevestigd.

(10)

Deze toezeggingen zouden aan de mededingingsbezwaren van de Commissie moeten tegemoetkomen doordat ze de vrije gasstroom tegen concurrerende prijzen in MOE waarborgen. Gazprom zal de gasmarkten in MOE niet langer kunnen verdelen en isoleren door een beroep te doen op expliciete territoriale beperkingen of andere contractuele maatregelen met gelijke werking als territoriale beperkingen. De Commissie merkt op dat de situatie in MOE is verbeterd wat betreft de verbindingsinfrastructuur voor gas en de mogelijkheden van klanten in MOE om grensoverschrijdend gas te verhandelen, hetzij via terugkerende gasstromen of gas-swaps. Diezelfde mogelijkheden zijn echter nog steeds in onvoldoende mate beschikbaar in de Baltische staten en Bulgarije.

(11)

De toezeggingen compenseren de onbeschikbaarheid van gasstromen tussen enerzijds de rest van MOE en anderzijds Bulgarije of de Baltische staten. Gazprom zal de klanten in MOE de mogelijkheid bieden om met swaps vergelijkbare operaties uit te voeren om hen zo in staat te stellen voor meer liquiditeit te zorgen op de gasmarkt richting de Baltische staten en Bulgarije. Hiervoor zal Gazprom een vergoeding kunnen aanrekenen, net zoals dat mogelijk is bij een normale swap op markten waar transport van gas beschikbaar is. De mogelijkheid van dergelijke met swaps vergelijkbare operaties is met name van belang wanneer de gasprijzen in de Baltische staten of in Bulgarije aanzienlijk van de rest van MOE zouden afwijken.

(12)

Deze toezeggingen zouden aan de mededingingsbezwaren van de Commissie inzake de prijzen voor de vijf lidstaten moeten tegemoetkomen, doordat ze de klanten de prijzen uit hoofde van hun overeenkomst laten herzien wanneer de contractuele prijs onder andere afwijkt van de prijzen aan algemeen aanvaarde aardgashubs in continentaal Europa. De toezeggingen voorzien tevens in expliciete inhoudelijke richtsnoeren inzake benchmarks bij concurrenten in West-Europa die bij de prijsherziening moeten worden gebruikt. Dit waarborgt dat de klanten in de vijf lidstaten in MOE een uitdrukkelijk contractueel recht verkrijgen om bij de herziening van hun contractuele prijs te verwijzen naar prijzen van concurrenten en gashubs. De uitdrukkelijke verwijzing naar benchmarks van West-Europese concurrenten benadrukt ook het belang ervan voor arbiters, wanneer na de prijsonderhandelingen arbitrage volgt. Het bovenstaande waarborgt dat de gasprijzen in MOE in de toekomst niet aanzienlijk zullen afwijken van benchmarks bij concurrenten.

(13)

Wat betreft Bulgarije, nemen de toezeggingen tevens de dreiging weg van schadeclaims tegen de Bulgaarse wederpartij wegens de stopzetting van het South Stream-project, ongeacht de vraag of deze claims al dan niet geldig zouden zijn. Het vermeende misbruik dat Gazprom zou hebben gemaakt van gaslevering op voorwaarde van investeringen in de gasinfrastructuur in Bulgarije verliest daarmee zijn werking.

(14)

De toezeggingen worden volledig in het Engels gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres:

http://ec.europa.eu/competition/index_en.html

4.   Uitnodiging opmerkingen te maken

(15)

De Commissie is voornemens om, na een markttest, een besluit krachtens artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 vast te stellen, waarmee de hierboven samengevatte toezeggingen die op de website van het directoraat-generaal Concurrentie werden gepubliceerd, verbindend worden verklaard.

(16)

Overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 nodigt de Commissie belanghebbende derden uit hun opmerkingen over de voorgestelde toezeggingen te maken. Deze opmerkingen dienen de Commissie te bereiken binnen zeven weken vanaf de datum van deze bekendmaking. Belanghebbende derden wordt ook verzocht een niet-vertrouwelijke versie van hun opmerkingen in te dienen waarin gegevens die zij als bedrijfsgevoelige en anderszins vertrouwelijke informatie beschouwen, dienen te zijn geschrapt en vervangen door een niet-vertrouwelijke samenvatting dan wel door de vermelding „bedrijfsgeheim” of „vertrouwelijk”.

(17)

U wordt verzocht uw antwoorden en opmerkingen te onderbouwen en de relevante feiten te vermelden. Mochten bepaalde aspecten van de voorgestelde toezeggingen volgens u problemen opleveren, dan verzoekt de Commissie u ook een mogelijke oplossing voor te stellen.

(18)

Deze opmerkingen kunnen naar de Commissie worden gezonden per e-mail (COMP-GREFFE-ANTITRUST@ec.europa.eu), per fax (+32 22950128) of per post, onder de vermelding van het referentienummer AT.39816 — Upstream Gas Supplies in Central and Eastern Europe, naar het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Antitrust Griffie

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Vanaf 1 december 2009 zijn de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag respectievelijk de artikelen 101 en 102 van het VWEU geworden. De bepalingen in beide verdragen zijn inhoudelijk identiek. In het kader van dit besluit moeten verwijzingen naar de artikelen 101 en 102 van het VWEU waar nodig worden begrepen als verwijzingen naar, respectievelijk, de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag.


Top