EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0559R(01)

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

COM/2017/0559 final/2 - 2017/0242 (COD)

Brussel,4.1.2018

COM(2017) 559 final/2

2017/242(COD)

CORRIGENDUM
This document corrects document COM(2017) 559 final of 29.09.2017.
Concerns all language versions.
Addition of three words in Article 4(1) on page 12 and deletion of one word and correction of another word in Article 4(3) on page 12.
The text shall read as follows:

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

{SWD(2017) 321}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Georgië heeft nog steeds te kampen met een zwak extern klimaat, dat door een daling van de uitvoer en van de geldovermakingen van emigranten heeft bijgedragen tot een relatief bescheiden bbp-groei van 2,7 % in 2016 (tegen 2,9 % in 2015 en 4,6 % in 2014). Voorspeld wordt dat de bbp-groei geleidelijk zal aantrekken tot 3,5 % in 2017 onder impuls van de consumptie en de investeringen. Ook de regionale en mondiale groei zal in 2017 naar verwachting versnellen, maar onderhevig blijven aan de volgende neerwaartse risico's: geopolitieke instabiliteit, protectionisme en volatiliteit op de financiële markten.

Het begrotingstekort van Georgië is nog steeds aanzienlijk (4,1 % van het bbp in zowel 2016 als 2017 (volgens de verwachtingen van het Internationaal Monetair Fonds, IMF)). De schuldquote van de overheid is opgelopen van 35,6 % in 2014 tot 44,6 % in 2016. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan het feit dat ongeveer 80 % van de overheidsschuld in vreemde valuta luidt en dat de nationale munt (de Georgische lari, GEL) tijdens die periode sterk in waarde is gedaald. Bovendien blijft ook de betalingsbalanspositie van Georgië kwetsbaar als gevolg van een zeer groot tekort op de lopende rekening (12,4 % van het bbp in 2016) en een hoge buitenlandse schuld (111,8 % van het bbp in 2016). De deviezenreserves van Georgië zijn in absolute termen min of meer stabiel gebleven sinds 2011 en beliepen eind 2016 in totaal 2,8 miljard USD, maar volgens de samengestelde IMF-maatstaf zijn de behoeften aan reserves gestegen. De reserves bevinden zich momenteel derhalve onder het niveau dat het IMF toereikend acht. Georgië blijft zich ook aanpassen aan de vereisten van de diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area, DCFTA) met de EU, die niet alleen kansen biedt maar ook aanpassingskosten met zich meebrengt.

Tegen deze achtergrond hebben Georgië en het IMF op 12 april 2017 overeenstemming bereikt over een driejarige regeling (2017-2020) in het kader van de uitgebreide Fondsfaciliteit (Extended Fund Facility, EFF). De EFF vertegenwoordigt 100 % van het IMF-quotum van Georgië (210,4 miljoen SDR of circa 285 miljoen USD). Met het EFF-programma wordt beoogd een programma van economische hervormingen te ondersteunen om Georgië te helpen bij het verminderen van zijn economische kwetsbaarheden, en tevens een hogere en inclusievere economische groei te bevorderen.

Op 16 juni 2017 heeft de regering van Georgië ook om macrofinanciële bijstand (MFB) van de EU verzocht. In het licht van dit verzoek en gelet op de economische situatie in het land dient de Commissie op grond van artikel 212, lid 2, VWEU bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel tot toekenning van MFB aan Georgië in. Het voorstel betreft een bedrag van ten hoogste 45 miljoen EUR, waarvan 35 miljoen EUR in de vorm van leningen en 10 miljoen EUR in de vorm van giften.

De voorgestelde nieuwe MFB-operatie is de derde na het militaire conflict van Georgië met Rusland in augustus 2008. In oktober 2008 heeft de EU tijdens de internationale donorconferentie te Brussel twee MFB-operaties van elk 46 miljoen EUR toegezegd. De eerste van die operaties (46 miljoen EUR, volledig in de vorm van giften) is in 2009-2010 uitgevoerd en de tweede (wederom 46 miljoen EUR, de helft in de vorm van giften en de helft in de vorm van leningen) in 2015-2017. De laatste tranche van het MFB-pakket voor de periode 2015-2017 is in mei 2017 uitgekeerd.

De voorgestelde nieuwe MFB zal Georgië helpen bij het dekken van een deel van de externe financieringsbehoeften voor de periode 2017-2020, die op ongeveer 752 miljoen USD (671 miljoen EUR) worden geraamd 1 . De operatie zal de economie op korte termijn minder kwetsbaar maken wat de betalingsbalans en de begroting betreft. Ze zal worden vormgegeven en uitgevoerd in coördinatie met de aanpassings- en hervormingsprogramma's die Georgië met het IMF en de Wereldbank is overeengekomen, alsook met de hervormingen die in het kader van de EU-maatregelen ter ondersteuning van de begroting en de DCFTA zijn afgesproken.

Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, is de Commissie – mede op basis van de door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) verrichte beoordeling van de politieke situatie – van mening dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde MFB-operatie is voldaan.

Algemene context

De macro-economische vooruitzichten voor Georgië blijven kwetsbaar. De huidige inspanningen op het gebied van begrotingsconsolidatie kunnen resulteren in een verzwakking van de binnenlandse vraag en een langzamere economische groei in Georgië. Daarnaast wordt de Georgische economie met bredere risico's geconfronteerd. Deze risico's zijn terug te voeren op onzekere regionale en mondiale economische vooruitzichten, externe onevenwichtigheden (met name een groot en alsmaar verder oplopend tekort op de lopende rekening en een aanzienlijke buitenlandse schuld) en ontoereikende internationale reserves.

De vertraging van de economie in de regio en de sterke appreciatie van de valuta's van de voornaamste handelspartners sinds eind 2014 hebben gewogen op Georgiës uitvoer en geldovermakingen van emigranten. Dit heeft er mede toe geleid dat de economische groei is vertraagd van 4,6 % in 2014 tot 2,9 % in 2015 en tot 2,7 % in 2016. In 2016 was de bbp-groei in Georgië vooral investeringsgedreven, terwijl de particuliere consumptie zwak bleef onder invloed van een daling van het beschikbaar inkomen, die op haar beurt het gevolg was van de waardestijging in binnenlandse munt van de terugbetalingsverplichtingen van huishoudens op in VS-dollar luidende leningen tegen een achtergrond van een scherpe depreciatie van de lari. Voorspeld wordt dat de bbp-groei onder impuls van de consumptie en de investeringen geleidelijk zal aantrekken tot 3,5 % in 2017 en tot 5,0 % in 2020 (het jaar waarin de onlangs met het IMF overeengekomen regeling afloopt).

De wisselkoers (periodegemiddelde van de USD/GEL-koers) liet een beweging zien van 1,77 in 2014 tot 2,27 in 2016, wat neerkomt op een depreciatie van de Georgische lari met circa 22 %. De gevolgen van deze volatiliteit werden versterkt door de nog steeds hoge dollarisatie van de economie van Georgië, waar in 2016 70 % van de deposito's en 65 % van de leningen in VS-dollars luidden.

Hoewel de werkloosheid in Georgië (11,8 % eind 2016) sinds 2009 een neerwaartse tendens vertoont, blijft deze niettemin een belangrijke uitdaging vormen. Ondanks het feit dat er in nieuwe groeisectoren (zoals met name toerisme en andere dienstenbranches) werkgelegenheidskansen zijn gecreëerd, is er nog steeds sprake van een hoge werkloosheid wegens problemen die verband houden met discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden en grote regionale verschillen. Ook bestaat er geen werkloosheidsuitkeringsstelsel in Georgië.

Wat de externe sector betreft, is het tekort op de lopende rekening van Georgië in 2016 verder verslechterd tot 12,4 % van het bbp (van 12,0 % van het bbp in 2015 en 10,6 % van het bbp in 2014). Zoals reeds is opgemerkt, blijft dit tekort een belangrijke bron van kwetsbaarheid. Het tekort op de lopende rekening is in de periode 2014-2016 verder toegenomen, ondanks de vertraging van de economische groei. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan het feit dat de zwakke uitvoer ver achterbleef bij de geringe binnenlandse invoervraag, hetgeen resulteerde in een groter tekort in het goederenverkeer. Volgens de programmaprojecties van het IMF zal het tekort op de lopende rekening er naar verwachting verder op achteruit gaan tot 12,9 % in 2017, waarna het een bescheiden daling tot 11 % in 2020 te zien zou geven. Het zeer grote tekort op de lopende rekening is vooral toe te schrijven aan het tekort in het goederenverkeer, dat maar ten dele wordt gecompenseerd door het overschot in het dienstenverkeer en de overdrachten uit het buitenland, waaronder de geldovermakingen van emigranten.

Het tekort op de lopende rekening is vooral gefinancierd via de instroom van buitenlandse directe investeringen, maar aangenomen wordt dat deze investeringen iets zullen teruglopen van 11 % van het bbp in 2016 tot 10,3 % van het bbp in 2017 en zich vervolgens tot 2020 op eenzelfde niveau zullen handhaven. Daarnaast hebben ook schuldencreërende financiële instromen het tekort op de lopende rekening helpen financieren. Als gevolg daarvan is de buitenlandse schuld van Georgië, die in de periode 2008-2014 rond 80 % van het bbp schommelde, de jaren nadien sterk opgelopen tot 111,8 % van het bbp eind 2016. Voorspeld wordt dat de buitenlandse schuld verder zal toenemen tot 120,2 % in 2020. Daar het grootste deel van de buitenlandse schuld in VS-dollar luidt, heeft de depreciatie van de lari een belangrijke rol gespeeld in deze toename.

De centrale bank van Georgië heeft zich doorgaans onthouden van grote interventies op de valutamarkt en heeft de lari in waarde laten verminderen. Daardoor zijn de bruto internationale reserves algemeen genomen stabiel gebleven. Eind februari bedroegen zij in totaal 2,7 miljard USD (ongeveer 3 maanden van de invoer van het volgende jaar). In het onlangs overeengekomen IMF-programma wordt gemikt op een stijging van de reserves met 54 % van 2,8 miljard USD eind 2016 tot 4,2 miljard USD in 2020 (waarmee ongeveer 4 maanden invoer zouden worden gedekt).

De inflatie (periodegemiddelde van de consumentenprijsindex, CPI) is vertraagd van 4,0 % in 2015 tot 2,1 % in 2016. Verwacht wordt dat de CPI in 2017 zal stijgen tot 5,7 % als gevolg van de accijnsverhoging die in januari 2017 in werking is getreden, maar in 2018 wederom zou dalen tot 3,0 % en in 2019 en 2020 op eenzelfde niveau zou blijven.

Na een in 2009 ingezette lange periode van budgettaire consolidatie is het begrotingstekort van de overheid in 2015 beginnen op te lopen (tot 3,8 % van het bbp). Deze stijging was ten dele toe te schrijven aan een verhoging van de sociale uitgaven om de grote armoede en ongelijkheid in het land te bestrijden, maar weerspiegelde ook het negatieve effect van de vertraging van de economie op de belastingontvangsten. In 2016 is de begrotingssituatie er verder op achteruitgegaan: het overheidstekort wordt door het IMF op 4,1 % van het bbp geraamd als gevolg van lager dan verwachte inkomsten en hogere uitgaven in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van oktober (vooral op het gebied van defensie, openbaar vervoer, infrastructuur en gezondheidszorg). Het begrotingstekort (waarvan vóór de goedkeuring van het nieuwe IMF-programma werd aangenomen dat het verder zou oplopen tot circa 6 % van het bbp dit jaar) zal thans naar verwachting in 2017 op hetzelfde peil blijven (4,1 %) en daarna geleidelijk teruglopen tot 3,1 % in 2020. Ook de overheidsschuld is toegenomen, nl. van 35,6 % van het bbp in 2014 tot naar schatting 44,6 % in 2016. Verwacht wordt dat deze verder zal stijgen tot zij piekt op circa 47 % in 2019, waarna zij geleidelijk zou afnemen.

De begrotingsstrategie van de Georgische autoriteiten staat in het teken van een voortzetting van de consolidatie. De Georgische autoriteiten zijn meer in het bijzonder voornemens de lopende uitgaven af te bouwen (door middel van een vermindering van de loonsom en van de administratieve uitgaven, efficiëntiewinsten in de zorguitgaven en nieuwe uitgavenbeperkingen voor lokale overheden) en tegelijkertijd de kapitaaluitgaven te verhogen (vooral voor infrastructuur) en een tweede pijler van het pensioenstelsel (met kapitaaldekking) in te voeren. Aan de inkomstenzijde hebben de Georgische autoriteiten de belastingen opgetrokken (met name de accijnzen op tabaksproducten, voertuigen en brandstoffen) ter compensatie van de inkomstenverliezen die het gevolg waren van de hervorming van de vennootschapsbelasting die in januari 2017 in werking is getreden. Zij staan bovendien klaar om aanvullende maatregelen te nemen indien zulks noodzakelijk mocht blijken.

De begrotingsconsolidatie wordt aangevuld met een structurelehervormingsagenda. Daarin staan het zorgen voor een gunstiger ondernemingsklimaat, beter onderwijs en efficiëntere overheidsdiensten, alsook het doen van investeringen in infrastructuur centraal. Andere maatregelen zijn onder meer budgettaire hervormingen (zoals met name een beter beheer van de risico's die aan publiek-private partnerschappen en staatsbedrijven verbonden zijn), een versterking van de financiële sector (bijvoorbeeld door de invoering van een depositogarantiestelsel en de verbetering van het toezicht-, regelgevings- en afwikkelingskader van banken) en de voortgaande aanpassing aan de DCFTA-vereisten.

De IMF-prognoses van maart 2017 wijzen op aanzienlijke externe financieringsbehoeften voor de periode 2017-2020, met een totaal extern financieringstekort van naar schatting 752 miljoen USD (256 miljoen USD in 2017, 222 miljoen USD in 2018, 183 miljoen USD in 2019 en 91 miljoen USD in 2020). Dit financieringstekort kan grotendeels aan drie factoren worden toegeschreven: een vrij groot tekort op de lopende rekening, het feit dat de deviezenreserves moeten worden verhoogd en de verwachte grote schuldaflossingen.

De voorgestelde MFB-operatie van 45 miljoen EUR (circa 50 miljoen USD), in combinatie met het bedrag van 23 miljoen EUR (ongeveer 26 miljoen USD) dat in mei 2017 in het kader van het vorige MFB-pakket is uitgekeerd, zou 10 % van het totale geraamde financieringstekort dekken en 33 % van het totale resterende financieringstekort (na aftrek van de nettofinanciering van het IMF en de verwachte uitbetaling van beleidsleningen van de Wereldbank).

Andere belangrijke bijdragen ter dekking van het resterende financieringstekort omvatten onder meer begrotingssteunpakketten van het Franse Bureau voor ontwikkelingshulp (ter grootte van 62 miljoen USD in 2017) en van de Aziatische Ontwikkelingsbank (naar verwachting 100 miljoen USD in de periode 2018-2019).

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Besluit nr. 778/2013/EU waarbij eerdere macrofinanciële bijstand ten bedrage van 46 miljoen EUR aan Georgië werd verstrekt (de helft in de vorm van leningen en de helft in de vorm van giften), is op 12 augustus 2013 door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld 2 . De bijstand is volledig verleend in de periode 2015-2017, waarbij de laatste uitkering in mei 2017 is verricht.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

De EU en Georgië hebben in de loop der jaren nauwe politieke en economische betrekkingen uitgebouwd, hetgeen tot de sluiting van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA, heeft geleid. Deze overeenkomst is in 2014 ondertekend en in juli 2016 in werking getreden. De associatieovereenkomst verving de vroegere partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en zal de politieke associatie en de economische integratie tussen Georgië en de EU mogelijk maken. In het integraal steunkader van de EU (Single Support Framework, SSF) worden de prioritaire sectoren voor samenwerking met Georgië vastgesteld, gefinancierd door het Europees nabuurschapsinstrument (ENI). Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het SFF voor de periode 2017-2020.

Georgië heeft al sterke economische banden met de EU. In 2016 was de EU de voornaamste handelspartner van Georgië met een handelsaandeel van 32,6 %, op grote afstand gevolgd door de andere belangrijkste handelspartners (Turkije en Rusland met een handelsaandeel van respectievelijk 17,2 % en 8,1 %). De EU is ook de belangrijkste investeringspartner en donor van Georgië.

Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor MFB in aanmerking. De MFB van de EU zal fungeren als aanvulling op de subsidies die in het kader van het ENI en andere EU-programma's worden verleend, en met name op de voorwaarden die zijn gesteld in het kader van de begrotingssteunpakketten die door de EU worden uitgevoerd. Door de Georgische autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zal de MFB van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële interventies van de EU, ook via andere financiële instrumenten, ten goede komen.

Georgië heeft zijn democratie en de rechtsstaat geconsolideerd en heeft er tevens voor gezorgd dat de mensenrechten beter worden geëerbiedigd. De laatste parlementsverkiezingen in oktober 2016, waaraan meerdere partijen hebben deelgenomen, waren goed georganiseerd. Wat het gerechtelijk apparaat betreft, hebben de in Georgië doorgevoerde hervormingen de onafhankelijkheid, het professionalisme en de verantwoordingsplicht van het gerecht bevorderd.

In het licht van het bovenstaande mag worden aangenomen dat aan de politieke randvoorwaarden voor het verlenen van MFB aan Georgië, ook wat het aspect van de nauwe politieke en economische banden met de EU betreft, is voldaan. Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, heeft als bijlage een door de EDEO verrichte gedetailleerde toetsing aan de politieke criteria voor de toekenning van MFB.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Het voorliggende MFB-pakket zou maximaal 45 miljoen EUR bedragen. De Commissie stelt voor om het bedrag van de bijstand te verstrekken in de vorm van leningen op middellange termijn van maximaal 35 miljoen EUR en giften van maximaal 10 miljoen EUR. Vanwege de voorgestelde omvang van de operatie overweegt de Commissie om de bijstand in twee tranches beschikbaar te stellen 3 . Ter indicatie: de eerste tranche zou bestaan uit een leningcomponent van 15 miljoen EUR en een giftcomponent van 5 miljoen EUR, terwijl de tweede tranche een leningcomponent van 20 miljoen EUR en een giftcomponent van 5 miljoen EUR zou omvatten.

De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

De uitbetalingen in het kader van de voorgestelde MFB-operatie worden afhankelijk gesteld van positieve evaluaties in het kader van het IMF-programma en van een effectief beroep van Georgië op IMF-middelen. Bovendien dienen de Commissie – namens de EU – en de Georgische autoriteiten overeenstemming te bereiken over specifieke structurele hervormingsmaatregelen, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Deze hervormingsmaatregelen zouden de hervormingsagenda van de autoriteiten ondersteunen en een aanvulling vormen op zowel de programma's die met het IMF, de Wereldbank en andere donoren zijn overeengekomen, als op de beleidsprogramma's die met de budgettaire steunmaatregelen van de EU gepaard gaan. Ze zouden stroken met de belangrijke prioriteiten voor economische hervorming die tussen de EU en Georgië zijn overeengekomen in het kader van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA en de associatieagenda.

De beslissing om ongeveer 22 % van de voorgestelde bijstand in de vorm van giften uit te keren (10 miljoen EUR van een totaalbedrag van 45 miljoen EUR) en de rest in de vorm van leningen, wordt gerechtvaardigd door het niveau van economische en sociale ontwikkeling van Georgië (gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking van het land, waarbij Georgië door de Wereldbank als een lagermiddeninkomensland wordt geclassificeerd, en naar het armoedepercentage), alsook door de vrij zware schuldenlast van het land. Georgië komt weliswaar niet meer in aanmerking voor financiering onder zachte voorwaarden van het IMF en de Wereldbank, maar dat is pas sinds kort het geval. Deze statusverbetering pleit niettemin voor het verlenen van prioriteit aan de leningcomponent.

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 212, lid 2, VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Georgië te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan voor dat doel nodig is.

Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van het EFF-programma heeft berekend, komt het bedrag van de voorgestelde nieuwe MFB, in combinatie met de laatste uitbetaling in mei 2017 in het kader van het vorige MFB-pakket, neer op 10 % van het totale geraamde financieringstekort voor de periode 2017-2020 en 33 % van het totale resterende financieringstekort (d.w.z. exclusief de nettobijdragen van het IMF en de verwachte uitbetaling van beleidsleningen van de Wereldbank). Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastendeling voor MFB-operaties, rekening houdend met de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Georgië is toegezegd.

Keuze van het instrument

Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van deze macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van MFB in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie en een passend kader voor structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan MFB de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Georgië in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbende partijen

De MFB wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Georgië. Bij het opstellen van dit MFB-voorstel hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die reeds omvangrijke financieringsprogramma's in het land hebben lopen en nieuwe programma's aan het voorbereiden zijn. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Georgische autoriteiten.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement hebben de diensten van de Europese Commissie een operationele beoordeling uitgevoerd van de financiële en administratieve procedures in Georgië om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van MFB, voldoende garanties bieden. De voorlopige bevindingen van een controlebezoek dat een adviesbureau met het oog op de opstelling van deze operationele beoordeling heeft uitgevoerd, zijn in september 2017 ontvangen. Daaruit is gebleken dat de huidige administratieve en financiële procedures in Georgië geschikt zijn voor het beheer van een nieuw MFB-pakket, al is er nog steeds sprake van een aantal tekortkomingen. Het ontwerp van het eindverslag over deze operationele beoordeling zal naar verwachting in november 2017 worden ontvangen. De ontwikkelingen op dit gebied zullen ook van dichtbij gevolgd blijven worden door middel van de regelmatig door de EU-delegatie in Tbilisi opgestelde voortgangsverslagen over hervormingen inzake het beheer van de overheidsfinanciën.

Effectbeoordeling

De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit MFB-voorstel is dan ook vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling moet worden verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final).

Meer in het algemeen bouwen de MFB-voorstellen van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. De nieuwe MFB en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen ertoe bijdragen de financieringsbehoeften van Georgië op korte termijn te verlichten, de beleidsmaatregelen te ondersteunen die erop gericht zijn de houdbaarheid op middellange termijn van de betalingsbalans en van de begroting te versterken en de duurzame groei te verhogen, en vormen aldus een aanvulling op het met het IMF overeengekomen programma. Die beleidsvoorwaarden moeten enkele van de tekortkomingen aanpakken die de Georgische economie en het stelsel voor economische governance de afgelopen jaren hebben vertoond. Mogelijke gebieden van conditionaliteit zouden in principe het volgende kunnen omvatten: hervormingen ter versterking van het sociale vangnet, ter verbetering van het beheer van de overheidsfinanciën, ter bevordering van het investeringsklimaat en ter ondersteuning van de uitvoering van de DCFTA.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De geplande bijstand zal worden verstrekt in de vorm van leningen en giften. De leningcomponent zal worden gefinancierd met behulp van een lening die de Commissie namens de EU zal opnemen. De gevolgen voor de begroting van de leningcomponent van de bijstand zullen overeenstemmen met de voorziening van het Garantiefonds van de EU ten belope van 9 % van de uitgekeerde bedragen uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). In de veronderstelling dat beide uitbetalingen van leningen (van 15 miljoen EUR in het kader van de eerste tranche en van 20 miljoen EUR in het kader van de tweede tranche) in 2018 zullen gebeuren, zal de voorziening overeenkomstig de regels inzake het garantiefondsmechanisme plaatsvinden in het kader van de begroting 2020 voor een bedrag van 3,15 miljoen EUR.

De giftcomponent van de bijstand (10 miljoen EUR in totaal, nl. twee tranches van elk 5 miljoen EUR) zal worden gefinancierd uit vastleggingskredieten van de begroting 2018, onder begrotingsonderdeel 01 03 02 ("Macrofinanciële bijstand"), waarbij de betalingen ook in 2018 zullen plaatsvinden 4 . 

Op basis van de huidige prognoses van het gebruik van de begrotingsonderdelen 01 03 02 en 01 03 06 is de Commissie van oordeel dat de gevolgen voor de begroting van de voorgestelde MFB-operatie voor Georgië kunnen worden opgevangen.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde MFB zou beschikbaar worden gesteld gedurende tweeënhalf jaar vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming.

2017/242 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie 5 ,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 6 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De betrekkingen tussen de Europese Unie (hierna "de Unie" genoemd) en Georgië blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap. Georgië is in 2009 tot het Oostelijk Partnerschap van de EU toegetreden. Deze toetreding werd gevolgd door de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië. Die overeenkomst, waarin de geleidelijke invoering van een diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area, DCFTA) is opgenomen, werd in juni 2014 ondertekend en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)Georgië blijft kampen met een zwak extern klimaat dat, door een daling van de uitvoer en van de geldovermakingen van emigranten, tot een relatief zwakke bbp-groei in 2016 heeft bijgedragen. Hoewel de regionale en mondiale groei in 2017 naar verwachting zal aantrekken, zal hij aan neerwaartse risico's onderhevig blijven.

(3)Het begrotingstekort van Georgië is nog steeds aanzienlijk en de overheidsschuldquote loopt alsmaar verder op. Ook de betalingsbalanspositie van Georgië blijft kwetsbaar als gevolg van een zeer groot tekort op de lopende rekening en een hoge buitenlandse schuld. De deviezenreserves van Georgië zijn in absolute termen stabiel gebleven, maar dat neemt niet weg dat zij – in het licht van de stijgende behoeften aan reserves – zijn gedaald tot onder het niveau dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toereikend acht. Georgië is zich nog steeds aan het aanpassen van de vereisten van de DCFTA met de Unie.

(4)Tegen deze achtergrond hebben de Georgische autoriteiten en het IMF in april 2017 overeenstemming bereikt over een driejarige regeling (2017-2020) in het kader van de uitgebreide Fondsfaciliteit (Extended Fund Facility, EFF) ten bedrage van 285,3 miljoen USD. Die regeling werd op 12 april 2017 door het College van Bewindvoerders van het IMF goedgekeurd. Met de EFF-regeling wordt beoogd een programma van economische hervormingen te ondersteunen om Georgië te helpen bij het verminderen van zijn economische kwetsbaarheden, en tevens een hogere en inclusievere economische groei te bevorderen.

(5)In het licht van de resterende externe financieringsbehoeften van Georgië hebben de Georgische autoriteiten de Unie in juni 2017 om aanvullende macrofinanciële bijstand (MFB) verzocht.

(6)Sinds het militaire conflict met Rusland in augustus 2008 hebben er twee MFB-operaties ten gunste van Georgië plaatsgevonden, die de Unie in oktober 2008 tijdens de internationale donorconferentie te Brussel heeft toegezegd. De eerste van die operaties (46 miljoen EUR, volledig in de vorm van giften) is in 2009-2010 uitgevoerd en de tweede (wederom 46 miljoen EUR, de helft in de vorm van giften en de helft in de vorm van leningen) in 2015-2017. Voorts heeft de Unie in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) voor de periode 2014-2020 een bedrag van 610 à 746 miljoen EUR uitgetrokken voor Georgië, onder meer voor het verlenen van begrotingssteun en technische bijstand. Daarnaast profiteert Georgië van de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid, die in de periode 2008-2017 ongeveer 86 miljoen EUR aan projecten in Georgië heeft bijgedragen.

(7)Omdat Georgië onder het ENB valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

(8)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalanspositie op korte termijn.

(9)Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Georgië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de Unie aan Georgië toe te kennen macrofinanciële bijstand, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Georgië om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie en de structurelehervormingsagenda van Georgië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële overeenkomst met het IMF beschikbaar worden gesteld.

(10)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het herstellen van een houdbare externe financiële situatie voor Georgië en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

(11)De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Georgië, en bij de bepaling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, en met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet complementair zijn aan de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bijstandsbedrag wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van bilaterale en multilaterale donoren, met het gegeven dat de lasten billijk tussen de Unie en andere donoren moeten worden verdeeld, met de reeds bestaande inzet van andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Georgië, en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

(12)Gezien de resterende externe financieringsbehoeften van Georgië, zijn economisch en sociaal ontwikkelingspeil, gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en naar het armoedepercentage, alsook zijn schuldenlast, moet een deel van de bijstand in de vorm van giften worden verstrekt.

(13)De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de voornaamste beginselen, doelstellingen en maatregelen in het kader van de verschillende onderdelen van het extern optreden en met het relevante beleid van de Unie op andere terreinen.

(14)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet haar externe beleid ten aanzien van Georgië ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciëlebijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.

(15)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Georgië ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(16)Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn dat Georgië doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Georgië bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan en dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

(17)Om ervoor te zorgen dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie efficiënt worden beschermd, moet Georgië passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits uitvoert.

(18)De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad (als begrotingsautoriteit) onverlet.

(19)De in de vorm van giften verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand en de bedragen van de voorziening voor in de vorm van leningen verstrekte macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

(20)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

(21)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 7 .

(22)De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Omwille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Georgische autoriteiten onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Georgië, moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en op het verlagen, schorsen of annuleren van de bijstand de raadplegingsprocedure worden toegepast,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.    De Unie stelt Georgië macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een maximumbedrag van 45 miljoen EUR (hierna "de macrofinanciële bijstand van de Unie" genoemd) teneinde de economische stabilisatie van Georgië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 35 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 10 miljoen EUR in de vorm van giften. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Georgië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.

2.    Met het oog op de financiering van de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie is de Commissie bevoegd om namens de Unie op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en deze aan Georgië door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

3.    De uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Georgië, en met de hoofdbeginselen en doelstellingen van de economische hervormingen zoals die in de in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) gesloten associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië, met inbegrip van de diepe en brede vrijhandelsruimte, zijn uiteengezet.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, met inbegrip van de uitkeringen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

4.    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.

5.    Indien de financieringsbehoeften van Georgië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij deze.

Artikel 2

1.    Een noodzakelijke voorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie is dat Georgië doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert.

2.    De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie erop toe dat aan die noodzakelijke voorwaarde is voldaan.

3.    De leden 1 en 2 van dit artikel worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad 8 .

Artikel 3

1.    De Commissie bereikt, volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure, met de Georgische autoriteiten overeenstemming over duidelijk bepaalde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie is onderworpen en die moeten worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming (hierna "het memorandum van overeenstemming" genoemd), dat een tijdschema bevat voor het voldoen aan die voorwaarden. De in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Georgië met de steun van het IMF worden uitgevoerd.

2.    De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Georgië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie ziet regelmatig toe op de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.

3.    De financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en de Georgische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst en giftovereenkomst.

4.    De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, genoemde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Georgië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 4

1.    Behoudens de in lid 3 vermelde voorwaarden wordt de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie beschikbaar gesteld in twee tranches, die elk bestaan uit een lening- en een giftcomponent. De omvang van elke tranche wordt in het in artikel 3 bedoelde memorandum van overeenstemming vastgelegd.

2.    Voor de in de vorm van een lening verstrekte bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien nodig, voorzieningen getroffen overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad 9 .

3.    De Commissie besluit tot uitkering van de tranches mits aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan:

(a)de in artikel 2 vastgestelde noodzakelijke voorwaarde;

(b)een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige maatregelen voor aanpassing en structurele hervorming, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF; en

(c)de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden.

De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de eerste tranche uitbetaald.

4.    Indien de in lid 3 genoemde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of geannuleerd. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die schorsing of annulering.

5.    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt aan de centrale bank van Georgië uitbetaald. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de Uniemiddelen aan het Georgische ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

1.    De op de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum, en mogen de Unie niet blootstellen aan enige looptijdtransformatie, enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.

2.    Indien de omstandigheden dit mogelijk maken en indien Georgië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de aan de opgenomen leningen verbonden voorwaarden een overeenkomstige clausule voorkomt.

3.    De Commissie kan, indien de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien Georgië daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de desbetreffende financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 en in lid 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen en evenmin tot een verhoging van de op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande hoofdsom.

4.    Alle kosten die de Unie ter zake van de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van Georgië.

5.    De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

1.    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad 10 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie 11 .

2.    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.

3.    De met de Georgische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst en giftovereenkomst bevatten bepalingen die het volgende verzekeren:

(d)Georgië gaat regelmatig na of de uit de Uniebegroting verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;

(e)de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 12 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 13 en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 14 ;

(f)de Commissie – met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding – en haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse;

(g)de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode dat de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is gesteld, audits uit te voeren, met inbegrip van documentaudits en audits ter plaatse, zoals onder meer operationele beoordelingen;

(h)de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening en/of volledige terugbetaling van de gift indien is vastgesteld dat Georgië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onwettige activiteit heeft gepleegd die de financiële belangen van de Unie schaadt.

4.    Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie, door middel van een operationele beoordeling, de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Georgië.

Artikel 7

1.    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

1.    De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:

(i)wordt de geboekte vooruitgang bij het uitvoeren van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

(j)worden de economische situatie en vooruitzichten van Georgië beoordeeld, alsook de vorderingen die bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen zijn gemaakt;

(k)wordt het verband aangegeven tussen de in het memorandum van overeenstemming neergelegde economische beleidsvoorwaarden, de huidige economische en budgettaire prestaties van Georgië en de besluiten van de Commissie tot uitkering van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

2.    Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5Bijdrage van derden aan de financiering

3,3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 15  

Beleidsterrein:    Titel 01 – Economische en financiële zaken

Activiteit:        03 – Internationale economische en financiële kwesties

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

X Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

1.4.Doelstellingen

1.4.1De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie 

"Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen: het bevorderen van welvaart buiten de EU"

De voor DG ECFIN relevante activiteiten hebben betrekking op:

(l)het ondersteunen van macrofinanciële stabiliteit en het stimuleren van groeibevorderende hervormingen buiten de EU, inclusief via regelmatige economische dialogen met sleutelpartners en door het verlenen van macrofinanciële bijstand (MFB); en

(m)het ondersteunen van het uitbreidingsproces, van de tenuitvoerlegging van het EU-nabuurschapsbeleid en van de verwezenlijking van EU-prioriteiten in andere derde landen door het uitvoeren van economische analyses en door het verstrekken van beleidsbeoordelingen en -advies.

1.4.2Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling: "Het bevorderen van welvaart buiten de EU"

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en):

(n)het ondersteunen van macrofinanciële stabiliteit en het stimuleren van groeibevorderende hervormingen buiten de EU, inclusief via regelmatige economische dialogen met sleutelpartners en door het verlenen van macrofinanciële bijstand; en

(o)het ondersteunen van het uitbreidingsproces, van de tenuitvoerlegging van het EU-nabuurschapsbeleid en van de verwezenlijking van EU-prioriteiten in andere derde landen door het uitvoeren van economische analyses en door het verstrekken van beleidsbeoordelingen en -advies.

1.4.3Verwacht(e) resulta(a)t(en) en effect(en)

De voorgenomen bijstand bestaat uit een EU-lening van maximaal 35 miljoen EUR en een gift van maximaal 10 miljoen EUR aan Georgië en moet bijdragen tot een beter houdbare betalingsbalanssituatie. De in twee tranches uit te keren bijstand zou het land moeten helpen om uit zijn moeilijke economische en betalingsbalanssituatie te raken. Ook zal de bijstand structurele hervormingen bevorderen die zijn gericht op verhoging van de duurzame economische groei, vermindering van macro-economische kwetsbaarheden en verbetering van het beheer van de overheidsfinanciën.

1.4.4Resultaat- en effectindicatoren

De autoriteiten zullen op regelmatige basis aan de diensten van de Commissie verslag moeten uitbrengen over een aantal indicatoren en een uitgebreid verslag moeten verstrekken inzake de naleving van de overeengekomen beleidsvoorwaarden, voordat alle tranches van de bijstand worden uitgekeerd.

De diensten van de Commissie zullen ook na de in Georgië ter voorbereiding van deze operatie uitgevoerde operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures het beheer van de overheidsfinanciën blijven bewaken. De EU-delegatie in Tbilisi zal tevens periodiek verslag uitbrengen over zaken die relevant zijn voor het monitoren van de bijstand. De diensten van de Commissie onderhouden nauwe contacten met het IMF en de Wereldbank om te profiteren van hun inzichten naar aanleiding van hun lopende activiteiten in Georgië.

Het voorstel voor een wetgevingsbesluit voorziet in een jaarlijks bij de Raad en het Europees Parlement in te dienen verslag waarin een evaluatie van de tenuitvoerlegging van deze maatregel is opgenomen. Binnen twee jaar na het verstrijken van de beschikbaarheidsperiode zal een onafhankelijke evaluatie achteraf van de bijstand worden uitgevoerd.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien 

De uitkering van de bijstand zal afhankelijk worden gesteld van bevredigende vooruitgang bij de uitvoering van het economische programma tussen Georgië en het IMF, dat op 12 april 2017 door het College van Bewindvoerders van het IMF is goedgekeurd. Daarnaast dient de Commissie met de Georgische autoriteiten een aantal specifieke, in een memorandum van overeenstemming vast te leggen beleidsvoorwaarden overeen te komen waaraan moet worden voldaan voordat de tweede tranche door de Commissie wordt uitgekeerd.

1.5.2Toegevoegde waarde van deelname van de EU

De voorgestelde MFB zal Georgië helpen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van een zwak extern klimaat dat, door een daling van de uitvoer en van de geldovermakingen van emigranten, tot een relatief zwakke bbp-groei in 2016 heeft bijgedragen, om de kwetsbaarheid van de betalingsbalanspositie te verminderen en om zich aan de vereisten van de diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area, DCFTA) aan te passen. De voorgestelde MFB zal aldus bijdragen tot de bevordering van de macro-economische stabiliteit en de structurele hervormingen in het land. Doordat de MFB fungeert als aanvulling op de middelen die door de internationale financiële instellingen, andere EU-instrumenten en andere donoren beschikbaar zijn gesteld, zal hij bijdragen tot de algehele doeltreffendheid van het financiële steunpakket dat door de internationale donorgemeenschap wordt verstrekt.

Het voorgestelde programma zal ook het streven van de regering naar hervormingen en naar nauwere betrekkingen met de EU bevorderen. Dit resultaat zal onder meer worden verwezenlijkt door de uitbetaling van de bijstand van passende voorwaarden afhankelijk te stellen. In een ruimere context zal het programma voor de andere landen in de regio een signaal zijn dat de EU steun blijft verlenen aan landen die ondanks moeilijke economische omstandigheden duidelijk hebben gekozen voor politieke hervormingen.

1.5.3Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Sinds 2004 zijn meer dan vijftien evaluaties achteraf van MFB-operaties uitgevoerd. Volgens die evaluaties leveren dergelijke operaties een positieve, zij het soms bescheiden en indirecte bijdrage tot een betere houdbaarheid van de externe positie, een grotere macro-economische stabiliteit en de totstandbrenging van structurele hervormingen in het begunstigde land. In de meeste gevallen hebben MFB-pakketten een positief effect gehad op de betalingsbalans van het begunstigde land en geholpen zijn budgettaire moeilijkheden te verlichten. Ook hebben zij tot een enigszins hogere economische groei geleid.

1.5.4Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

De EU is de grootste donor van Georgië. De voor Georgië in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) voor de periode 2007-2013 vastgelegde bijstand bedroeg in totaal 452 miljoen EUR. Voor de periode 2014-2020 kan de bijstand van de EU in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) aan Georgië variëren tussen een minimumtoewijzing van 610 miljoen EUR en een maximumtoewijzing van 746 miljoen EUR. Deze middelen worden aangevuld met financiering uit hoofde van andere EU-instrumenten, zoals de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid. Naast bilaterale samenwerkingsprogramma's profiteert Georgië ook van verschillende regionale programma's, vooral op het gebied van vervoer, energie en milieu. Georgië neemt ook deel aan initiatieven die openstaan voor alle landen van het Europese nabuurschapsbeleid, zoals Erasmus+, TAIEX en SIGMA. Behalve voor het ENI komt Georgië ook in aanmerking voor financiering in het kader van de thematische instrumenten en programma's van de EU: het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP) en de programma's inzake maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten, menselijke ontwikkeling en migratie en asiel. Sinds 2010 heeft de Europese Investeringsbank tevens 1 267 miljoen EUR aan leningen verstrekt.

De grootste toegevoegde waarde van MFB in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat hij de totstandkoming faciliteert van een stabiel macro-economisch kader (onder meer door een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie te bevorderen) en van een passend kader voor structurele hervormingen. MFB is geen periodieke financiële steun voor de economische en sociale ontwikkeling op lange termijn van de begunstigde landen. Hij moet worden beëindigd zodra het land weer door een houdbare externe financiële situatie wordt gekenmerkt. Daarna moeten reguliere EU-instrumenten voor samenwerking en bijstand de plaats van de MFB innemen.

Voorts is MFB opgevat als complementair aan interventies van de internationale financiële instellingen, en in het bijzonder aan de aanpassings- en hervormingsprogramma's die door de uitgebreide Fondsfaciliteit van het IMF en door de leningen ter ondersteuning van het ontwikkelingsbeleid van de Wereldbank worden ondersteund.

1.6.Duur en financiële gevolgen

X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

X Voorstel/initiatief is van kracht gedurende tweeënhalf jaar vanaf de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming, zoals bepaald in artikel 1, lid 4, van het besluit

X Financiële gevolgen naar verwachting vanaf 2017 tot en met 2020

1.7.Beheersvorm(en) 16  

X Direct beheer door de Commissie

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

De bijstand in kwestie is van macro-economische aard en sluit qua opzet aan bij het door het IMF ondersteunde economische programma. De controle van de actie door de diensten van de Commissie zal plaatsvinden op basis van de vooruitgang bij de uitvoering van het IMF-programma en de specifieke hervormingsmaatregelen die met de Georgische autoriteiten in een memorandum van overeenstemming moeten worden overeengekomen (zie ook punt 1.4.4).

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1Mogelijke risico's 

Aan deze MFB-operatie zijn fiduciaire, beleidsmatige en politieke risico's verbonden.

Er bestaat een risico dat de macrofinanciële bijstand op frauduleuze wijze zou kunnen worden aangewend. Aangezien MFB niet aan specifieke uitgaven door Georgië is verbonden, hangt dit risico samen met factoren zoals de algemene kwaliteit van de beheerssystemen in de centrale bank en het ministerie van Financiën en de geschiktheid van interne en externe controlemogelijkheden.

Een tweede risico hangt samen met de kans dat Georgië niet in staat blijkt zijn uit de voorgestelde MFB-leningen voortvloeiende financiële verplichtingen jegens de EU na te komen (wanbetalings- of kredietrisico). Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een aanzienlijke verdere verslechtering van de budgettaire en betalingsbalanspositie van het land.

Een ander belangrijk risico dat aan de operatie verbonden is, vloeit voort uit de regionale geopolitieke situatie. Dat risico is met name het gevolg van de nog steeds moeizame relatie van Georgië met Rusland en met de van het land afgescheiden regio's Abchazië en Zuid-Ossetië. Van een verslechtering van deze regionale geopolitieke situatie kan een negatief effect uitgaan op de macro-economische stabiliteit van Georgië, met alle negatieve gevolgen van dien voor de verwezenlijking van het IMF-programma en voor de uitkering en/of terugbetaling van de voorgenomen MFB.

Tot slot wordt de Georgische economie nog met andere risico's van algemenere aard geconfronteerd. Deze zijn toe te schrijven aan de onzekere regionale en mondiale economische vooruitzichten. De regionale en mondiale groei zal in 2017 naar verwachting weliswaar aantrekken, maar bescheiden blijven onder invloed van de volgende neerwaartse risico's: protectionisme, volatiele financiële markten en een mogelijke verdere appreciatie van de VS-dollar. Indien deze risico's zich daadwerkelijk voordoen, kunnen zij in een lagere economische groei in Georgië resulteren. In combinatie met de groot blijvende ongelijkheid en een vrij beperkt sociaal vangnet kan deze ontwikkeling wegen op de begroting en de binnenlandse steun voor structurele hervormingen aantasten.

2.2.2Controlemiddel(en)

De macrofinanciële bijstand zal worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en van de Europese Rekenkamer.

2.2.3Kosten en baten van controles en waarschijnlijk niveau van niet-naleving

De basiskosten voor de Commissie die met de verificatie- en controlemethoden verband houden, worden in tabel 3.2.1 beschreven. Daarnaast zijn er kosten voor de Europese Rekenkamer en voor eventuele interventies van OLAF. De in 2017 door de diensten van de Commissie – met bijstand van externe consultants – af te ronden operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures in Georgië helpt niet alleen de risico's van misbruik van de middelen in te schatten, maar biedt als bijkomend voordeel nuttige informatie over de noodzakelijke hervormingen op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën, die vervolgens kan worden verwerkt in de beleidsvoorwaarden van de operatie. Wat het waarschijnlijke niveau van niet-naleving betreft, wordt het risico van niet-naleving (in de vorm van niet-terugbetaling van de lening of misbruik van de middelen) op grond van de ervaringen die met het MFB-instrument sinds het bestaan ervan zijn opgedaan, laag ingeschat.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Om de risico's van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zullen meerdere maatregelen worden getroffen.

Om te beginnen zal in de leningsovereenkomst en in de giftovereenkomst een aantal bepalingen met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, controles en de terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie worden opgenomen. Daarnaast zal de bijstand worden uitbetaald op een speciaal daarvoor bedoelde rekening van de centrale bank van Georgië.

Daarenboven leggen de diensten van de Commissie momenteel, met bijstand van externe consultants, de laatste hand aan een ontwerp van operationele beoordeling van de betrouwbaarheid van de voor dit soort bijstand relevante financiële en administratieve procedures in Georgië. Uit de (in september 2017 ontvangen) voorlopige bevindingen van de consultants blijkt dat de huidige administratieve en financiële procedures in Georgië geschikt zijn voor het beheer van nieuwe MFB, al is er nog steeds sprake van een aantal tekortkomingen.

Ten slotte zal de bijstand worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van OLAF, en van de Europese Rekenkamer.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

·Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

01 03 02: Macrofinanciële bijstand

01 03 06 – Voorziening van het Garantiefonds

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
krediet

Bijdrage

Nummer
[Omschrijving.................…...….]

GK/NGK
( 17 )

van EVA-landen 18

van kandidaat-lidstaten 19

van derde landen

in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement

4

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

4

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds

NGK

NEE

NEE

NEE

NEE

De voorziening van het Garantiefonds dient plaats te vinden overeenkomstig de Garantiefondsverordening 20 , uit de kredieten onder begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). De desbetreffende stortingen moeten overeenstemmen met 9 % van de totale uitstaande verplichtingen. Aan het begin van het jaar "n" wordt het te storten bedrag berekend: dit is het verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de nettoactiva van het Fonds aan het einde van het jaar "n–1". Dit voorzieningsbedrag wordt in het jaar "n" in het ontwerp van begroting van het jaar "n+1" opgenomen en aan het begin van het jaar "n+1" in één keer overgemaakt uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). Voor de berekening van de storting in het Fonds wordt dus 9 % (dit is maximaal 3,15 miljoen EUR) van het daadwerkelijk uitgekeerde bedrag als streefbedrag aan het einde van het jaar "n-1" in aanmerking genomen.

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: niet van toepassing.

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

Rubriek van het meerjarige financiële kader


4

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

DG: ECFIN

Jaar 2017 21

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Jaar
2021

TOTAAL

•Beleidskredieten

Begrotingsonderdeel 01 03 02 Macrofinanciële bijstand

Vastleggingen

(1)

10

10

Betalingen

(2)

10

10

Begrotingsonderdeel 01 03 06 Voorziening van het Garantiefonds

Vastleggingen

(1a)

3,15

3,15

Betalingen

(2a)

3,15

3,15

Operationele beoordeling en evaluatie achteraf

Begrotingsonderdeel 01 03 02 Macrofinanciële bijstand

Vastleggingen

(3)

0,07

0,15

0,22

Betalingen

(3a)

0,07

0,15

0,22

TOTAAL kredieten
voor DG ECFIN

Vastleggingen

(4) =1+1a +3

0,07

10

3,3

13,37

Betalingen

(5) =2+2a

+3

0,07

10

3,15

0,15

13,37

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 4

van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4

0,07

10

3,3

13,37

Betalingen

=5

0,07

10

3,15

0,15

13,37



Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader


5

"Administratieve uitgaven"

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Jaar
2021

TOTAAL

DG: ECFIN

•Personele middelen

0,041

0,058

0,006

0,010

0,010

0,125

•Andere administratieve uitgaven

0,010

0,020

0,030

TOTAAL DG ECFIN

Kredieten

0,051

0,078

0,006

0,010

0,010

0,155

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

0,051

0,078

0,006

0,010

0,010

0,155

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Jaar
2021

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5

van het meerjarige financiële kader 

Vastleggingen

0,121

10,078

0,006

3,310

0,010

13,525

Betalingen

0,121

10,078

0,006

3,16

0,16

13,525

3.2.2Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

3.2.3Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

X Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018 24

Jaar
2019

Jaar
2020

Jaar 2021

TOTAAL

RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader

Personele middelen

0,041

0,058

0,006

0,010

0,010

0,125

Andere administratieve uitgaven

0,010

0,020

0,030

Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader

0,051

0,078

0,006

0,010

0,010

0,155

Buiten RUBRIEK 5 25 van het meerjarige financiële kader

Personele middelen

Andere
administratieve uitgaven

Subtotaal
buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

TOTAAL

0,051

0,078

0,006

0,010

0,010

0,155

In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar 2019

Jaar 2020

Jaar 2021

 Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

01 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

0,30

0,42

0,04

0,07

0,07

XX 01 01 02 (delegaties)

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

 Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 26

XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")

XX 01 02 02 (AC, INT, JED, AL en END in de delegaties)

XX 01 04 jj 27

- zetel

- delegaties

XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

0,30

0,42

0,04

0,07

0,07

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

De kosten van het benodigde personeel worden geraamd op basis van 30% van de jaarlijkse uitgaven voor een ambtenaar van graad AD5-AD12.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Eenheidshoofd: Toezicht houden op de operatie en deze beheren, onderhandelen over het memorandum van overeenstemming, controlebezoeken leiden en de voortgang wat betreft de naleving van de voorwaarden evalueren.

Bureau: Het memorandum van overeenstemming opstellen, contacten onderhouden met autoriteiten en internationale financiële instellingen, alsook met externe deskundigen voor operationele beoordelingen en evaluaties achteraf, controlebezoeken uitvoeren en rapporten van de diensten van de Commissie opstellen, Commissieprocedures met betrekking tot het beheer van de bijstand uitwerken.

Extern personeel

n.v.t.

3.2.4Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

3.2.5Bijdrage van derden aan de financiering

X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

(1)    Bij alle omrekeningen in dit document is een EUR/USD-wisselkoers van 1,12 gehanteerd.
(2)    Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).
(3)    Afhankelijk van de snelheid van het wetgevingsproces en, vervolgens, van de uitvoering van de MFB-operatie, kan de uitkering van de voorgestelde bijstand geheel in 2018 plaatsvinden, dan wel over 2018 en 2019 worden gespreid.
(4)    Zoals reeds is aangegeven, kan de uitkering van de voorgestelde bijstand, afhankelijk van de snelheid van het wetgevingsproces en, vervolgens, van de uitvoering van de MFB-operatie, geheel in 2018 plaatsvinden, dan wel over 2018 en 2019 worden gespreid.
(5)    PB C […] van […], blz. […].
(6)    Standpunt van het Europees Parlement van … en Besluit van de Raad van … .
(7)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(8)    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
(9)    Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).
(10)    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
(11)    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
(12)    Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(13)    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(14)    Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(15)    ABM: activity-based management (activiteitsgestuurd management) – ABB: activity-based budgeting (activiteitsgestuurde begroting).
(16)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op de Europa-website: http://ec.europa.eu/budget/explained/management/managt_who/who_en.cfm
(17)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(18)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(19)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(20)    Verordening (EG, EURATOM) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds, PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10.
(21)    Jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(22)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(23)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)...".
(24)    Jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(25)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(26)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
(27)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
Top