Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0326

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE REKENKAMER OVER HET BEHEER VAN HET GARANTIEFONDS VAN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN IN 2016

    COM/2017/0326 final

    Brussel, 16.6.2017

    COM(2017) 326 final

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE REKENKAMER

    OVER HET BEHEER VAN HET GARANTIEFONDS VAN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN IN 2016

    {SWD(2017) 235 final}


    Inhoudsopgave

    1.    Inleiding    

    2.    Operationele context    

    3.    Financiële rekeningen    

    3.1.    Financiële overzichten van het EFSI-garantiefonds op 31 december 2016    

    3.2.    EFSI-verrichtingen in het kader van de EU-garantie    

    3.3.    Financiële stromen en belangrijke budgettaire transacties in 2016    

    4.    Beheer van het EFSI-garantiefonds in 2016    

    4.1.    Financieel beheer    

    4.2.    Marktontwikkelingen in 2016    

    4.3.    Grote externe kasstromen    

    4.4.    Samenstelling en belangrijkste risicokenmerken van de portefeuille    

    4.5.    Prestaties    

    5.    Beoordeling van de toereikendheid van het streefbedrag en de omvang van het EFSI-garantiefonds    

    1.Inleiding

    De rechtsgrondslag van dit verslag is Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nrs. 1291/2013 en 1316/2013 – het Europees Fonds voor strategische investeringen 1 (hierna "EFSI-verordening"). Op 22 juli 2015 hebben de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (hierna "EIB") de overeenkomst betreffende het beheer van het EFSI en betreffende de verlening van de EU-garantie (hierna "EFSI-overeenkomst") gesloten. Een wijziging van deze concessieovereenkomst werd op 21 juli 2016 ondertekend.

    Overeenkomstig artikel 16, lid 6, van de EFSI-verordening moet de Commissie uiterlijk op 31 mei van elk jaar 2 het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer een verslag voorleggen over het beheer van het EFSI-garantiefonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, met inbegrip van een beoordeling van de toereikendheid van het streefbedrag en de omvang van het EFSI-garantiefonds en van de noodzaak tot aanvulling ervan. Dit jaarverslag moet een overzicht bevatten van de financiële positie van het EFSI-garantiefonds aan het einde van het voorgaande kalenderjaar, de financiële stromen tijdens het voorgaande kalenderjaar, alsmede de belangrijke transacties en alle relevante informatie over de financiële rekeningen. Het verslag dient tevens informatie te bevatten over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het EFSI-garantiefonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar.

    In 2016 verrichtte de Commissie een interne evaluatie van het EFSI, in samenhang met het op 14 september 2016 door de Commissie goedgekeurde wetgevingsvoorstel 3 (hierna „EFSI 2.0-voorstel”) over de uitbreiding van het EFSI en de aanpassing van het streefpercentage op basis van de bevindingen van de interne evaluatie.

    2.Operationele context

    De EU-garantie heeft betrekking op de financierings- en investeringsverrichtingen van de EIB (ten belope van 16 miljard EUR) in het kader van het loket "infrastructuur en innovatie", en van het EIF in het kader van het loket "kmo's". Een deel van de totale EFSI-verrichtingen wordt door de EU-garantie gedekt en een deel ervan (ten minste 5 miljard EUR) wordt door de EIB-groep op eigen risico uitgevoerd.

    Overeenkomstig artikel 12 van de EFSI-verordening moet het EFSI-garantiefonds een liquiditeitsbuffer vormen waaruit de EIB wordt betaald ingeval een beroep op de EU-garantie wordt gedaan. Conform de EFSI-overeenkomst tussen de EU en de EIB wordt een opvraging van de EU-garantie door het EFSI-garantiefonds gedekt indien het bedrag ervan hoger ligt dan de middelen waarover de EIB op de EFSI-rekening beschikt. De door de EIB beheerde EFSI-rekening is bedoeld voor het innen van de aan de EU toekomende inkomsten uit de door de EU gegarandeerde verrichtingen van het EFSI en van de teruggevorderde bedragen, alsook, voor zover er van een beschikbaar saldo sprake is, voor het doen van betalingen ingeval de EU-garantie wordt aangesproken.

    Het EFSI-garantiefonds wordt geleidelijk opgebouwd naarmate het door de EU-garantie gedragen risico toeneemt.

    Overeenkomstig artikel 12, lid 4, worden de middelen van het EFSI-garantiefonds rechtstreeks beheerd door de Commissie en belegd met inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer en van adequate prudentiële regels.

    De EIB en het EIF zijn verantwoordelijk voor het beoordelen en monitoren van het aan de individuele verrichtingen verbonden risico en hebben conform artikel 16, lid 3, van de EFSI-verordening in maart 2017 daarover aan de Commissie en de Europese Rekenkamer gerapporteerd. Op basis van die rapportage en van coherente en prudente aannames over toekomstige activiteiten zal de Commissie de toereikendheid van het streefbedrag en de omvang van het EFSI-garantiefonds beoordelen.

    Krachtens artikel 16, lid 2, van de EFSI-verordening moet het voor het Europees Parlement en de Raad bestemde jaarverslag van de EIB specifieke informatie bevatten over de totale risico's die aan de financierings- en investeringsverrichtingen in het kader van het EFSI verbonden zijn, alsook over het beroep dat op de garantie wordt gedaan.

    3.Financiële rekeningen

    Financiële informatie over het EFSI wordt hieronder voorgesteld, onderverdeeld in drie rubrieken: (1) de financiële situatie van het EFSI-garantiefonds per 31 december 2016, (2) de in het kader van de EU-garantie door de EIB-groep uitgevoerde EFSI-verrichtingen op 31 december 2016, en (3) de financiële stromen en belangrijke budgettaire transacties in 2016.

    3.1. Financiële overzichten van het EFSI-garantiefonds 4 op 31 december 2016

    De nettoactiva van het garantiefonds bedroegen 1 020 miljoen EUR op 31 december 2016. De activa bestonden uit de beleggingsportefeuille, die als voor verkoop beschikbaar is aangemerkt (948 miljoen EUR), kortlopende bankdeposito’s (45 miljoen EUR) en geldmiddelen en kasequivalenten (26 miljoen EUR).

    Volgens de staat van de financiële resultaten 2016 beëindigde het EFSI-garantiefonds het jaar met een economisch resultaat van 0,9 miljoen EUR. 1,2 miljoen EUR was afkomstig van rentebaten en gerealiseerde winsten uit de verkoop van vastrentende effecten. Dit werd gecompenseerd door exploitatiekosten ten belope van 0,3 miljoen EUR, waaronder de termijnverkoop van onderliggende FX-opties van USD die gebruikt werden om het valutarisico van het in USD luidende gedeelte van de portefeuille af te dekken.

    3.2. EFSI-verrichtingen in het kader van de EU-garantie

    Het door de EU gelopen garantierisico in verband met lopende EFSI-transacties in het kader waarvoor uitbetalingen door de EIB-groep zijn verricht, bedroeg 4 392 miljoen EUR op 31 december 2016, terwijl de wettelijk bepaalde garantieverbintenis van de EU 16 miljard EUR kan belopen (artikel 11 van de EFSI-verordening). Het bedrag van 4 392 miljoen EUR is als een voorwaardelijke verplichting vermeld in de toelichting bij de jaarrekening van de EU voor 2016.

    In 2016 werd bij door de EIB beheerde EFSI-transacties in het kader van het loket infrastructuur en innovatie 16,1 miljoen EUR voor de Unie gegenereerd. Van dit bedrag werd een vordering van 11 miljoen EUR geboekt in de jaarrekening 2016 van de Unie en gecrediteerd op de EFSI-rekening in januari 2017. Deze bedragen werden vervolgens teruggevorderd als bestemmingsontvangst voor het EFSI-garantiefonds.

    Voor de door het EIF beheerde EFSI-verrichtingen in het kader van het kmo-loket betaalde de EU in 2016 administratieve vergoedingen voor het EIF ten belope van 0,945 miljoen EUR. Het bedrag is betaalbaar aan het EIF op 30 juni 2017. Voorts werd in 2016 aan het EIF een startvergoeding van 5 miljoen EUR voor het kmo-loket betaald uit een specifiek begrotingsonderdeel.

    3.3.Financiële stromen en belangrijke budgettaire transacties in 2016 

    In 2016 werd een begrotingskrediet van 2 100 miljoen EUR vastgelegd met betrekking tot de voorziening van het EFSI-garantiefonds in overeenstemming met Besluit C(2016) 311 5 van de Commissie voor de financiering van het fonds.

    In het EFSI-garantiefonds werd in de loop van het jaar daadwerkelijk een totaalbedrag van ongeveer 1 018 miljoen EUR gestort. Het overgrote deel hiervan kwam uit de kredieten van de algemene begroting van de EU, terwijl een bedrag van 6,3 miljoen EUR van de EFSI-rekening (als bestemmingsontvangst) werd teruggevorderd.

    4.Beheer van het EFSI-garantiefonds in 2016

    4.1.Financieel beheer

    De liquide middelen van het fonds worden belegd in overeenstemming met de beheersbeginselen die vervat zijn in Besluit C(2016) 165 van de Commissie van 21 januari 2016 tot goedkeuring van de richtsnoeren voor het beheer van de activa van het garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen.

    Volgens deze richtsnoeren moeten de beheerde activa voorzien in voldoende liquiditeit met betrekking tot de potentiële garantieverzoeken maar moeten zij gericht blijven op een niveau van rendement en risico dat verenigbaar is met het behoud van een hoge graad van zekerheid en stabiliteit.

    Er werden strategieën voor investerings- en risicobeheer aangenomen waarin rekening gehouden is met de beleggingsdoelstellingen en de marktvooruitzichten. In de aanpak van de investeringen werd gestreefd naar meer diversificatie in verschillende vastrentende activaklassen.

    4.2.Marktontwikkelingen in 2016

    In 2016 werd de Europese vastrentende markt gekenmerkt door hoge marktvolatiliteit. Het rendement van de overheidsobligaties bleef dalen tot september als gevolg van de lage nominale groei en het accommoderende monetaire beleid. De reacties van de markt op het referendum over het Europees lidmaatschap in het VK op 23 juni 2016 en de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november 2016 waren ook belangrijke mijlpalen in dit jaar.

    Tijdens de opbouwfase van de portefeuille van het EFSI-garantiefonds, van april tot december 2016, was er een uitgesproken ombuiging in de rendementscurve van de Europese benchmarks rond het punt van de zevenjarige looptijd. Met name de korte- en middellangetermijnrente daalde met 15 tot 35 basispunten (1 basispunt = 0,01 %), waardoor het niveau van de obligatieprijzen steeg (de prijzen zijn omgekeerd evenredig met de rentevoeten). Anderzijds stegen de langetermijnrentevoeten met 10 basispunten, waardoor de helling van de rendementscurve veranderde en zich de scherpste stijgingen voordeden in meer dan een jaar. Belangrijk is dat de rentevoeten op bepaalde sleutelniveaus in de looptijden tijdens deze periode aanzienlijk schommelden 6 .

    Met name was de marktvolatiliteit hoog in de eerste helft van het jaar, toen het marktsentiment werd bepaald door de economische verzwakking in China, een aantal zwakke punten in het Amerikaanse herstel en de dalende grondstoffenprijzen, wat aanleiding gaf tot bezorgdheid over recessie en wijzigingen in het uitgebreide programma voor de aankoop van activa (EAPP) van de ECB. De rendementen van de zogenoemde core- en semi-corebenchmarks (DE, FR, NL, enz.) waren negatief voor alle looptijden tot 7 jaar (naargelang van het rechtsgebied). Aan het einde van het tweede kwartaal leidde het referendum in het VK tot een plotselinge maar kortstondige stijging van de volatiliteit, gevolgd door een sterke daling in de rendementen. Het rendement van de tienjarige Duitse overheidsobligaties gleed voor de eerste maal weg onder nul.

    In het derde kwartaal waren de obligatiemarkten rustiger en het hoogtepunt in deze periode was de wijziging van de monetaire beleidskoers van de Bank van Japan in september (waarbij plafonds werden voorgesteld voor Japanse overheidsobligaties), hetgeen de verwachtingen van marktdeelnemers versnelde dat begrotingsmaatregelen de mondiale economieën zouden ondersteunen.

    In het laatste kwartaal van 2016 veranderde de obligatiemarkt ten gevolge van hogere politieke risico’s. Er was een piek in de volatiliteit en een algemene stijging van de benchmarkrentevoeten op de middellange en lange termijn. Met name gaf de Duitse tienjarige benchmarkobligatie opnieuw een positief rendement. De kortetermijnrentevoeten bleven daarentegen steken in sterk negatieve cijfers. Naast de onzekerheid onder marktdeelnemers over de monetaire beleidskoers van de grootste centrale banken gold als voornaamste motor het beleid dat door de nieuw verkozen president van de VS gevolgd zou worden.

    De resultaten van de Amerikaanse presidentsverkiezingen lokten in tal van activaklassen een belangrijke prijsherziening uit omdat bijzondere aandacht uitging naar de economische beleidsplannen voor fiscale stimuli, belastinghervorming en deregulering. Vanaf deze verkiezingen tot het einde van het jaar leverden hogere groei- en inflatieverwachtingen hogere marktprijzen op, waarbij weinig rekening werd gehouden met potentiële risico's verbonden aan een aantal thema’s in de presidentscampagne die betrekking hadden op zijn standpunten inzake handel en buitenlands beleid. Het gevolg daarvan was een grote verschuiving naar aandelen, weg van obligaties in ontwikkelde markten.

    4.3.Grote externe 7 kasstromen 

    Een bedrag van 500 miljoen EUR aan betalingskredieten werd aanvankelijk ter beschikking van het Fonds gesteld voor 2016. Dit bedrag werd geleidelijk aan het EFSI-garantiefonds uitbetaald tussen april en juli 2016.

    In de loop van december 2016 werd aan het Fonds een extra bedrag van 518 miljoen EUR betaald, waarvan het overgrote deel betalingskredieten waren die als onderdeel van de algemene overschrijvingsprocedure uit andere begrotingslijnen werden overgeheveld.

    Er waren in 2016 geen opvragingen van garanties of andere uitstromen uit het fonds.

    Momenteel is in de EU-begroting bepaald dat in de loop van 2017 circa 2,3 miljard EUR in het EFSI-garantiefonds zal worden gestort, waardoor de totale activa op een verwacht niveau van 3,3 miljard EUR komen.

    4.4.Samenstelling en belangrijkste risicokenmerken van de portefeuille

    Eind december 2016 bestond de portefeuille hoofdzakelijk uit effecten die uitgegeven waren door staten (42 % van de marktwaarde van het EFSI-garantiefonds) alsook door lagere overheden, supranationale instellingen en agentschappen (“SSA”) (23 %). Het resterende gedeelte was hoofdzakelijk toegewezen aan gedekte obligaties en ongedekte obligaties van bedrijven en financiële instellingen. Ongeveer 15 % van de portefeuille (deel uitmakend van het percentage van 42 % dat toegewezen is aan overheidseffecten) was belegd in liquide investeringen in USD met een hoge rating (AAA). De blootstelling aan het valutarisico van deze beleggingen is afgedekt.

    De duration van de portefeuille 8 bedroeg 3,5 jaar aan het einde van 2016. De gemiddelde kredietrating is A.

    Het merendeel van de portefeuille wordt belegd in liquide effecten en een passend gedeelte daarvan (23 % van de totale portefeuillewaarde) heeft een looptijd van minder dan 12 maanden.

    Het profiel van de portefeuille is wat duration, kredietrisico en liquiditeit betreft, gekalibreerd in overeenstemming met de verwachte kasstromen die voortvloeien uit de EFSI-verrichtingen onder EU-garantie (bv. verwachte opvragingen, inkomsten).

    4.5.Prestaties

    Aangezien de eerste instroom in het EFSI-garantiefonds op 11 april 2016 is binnengekomen, heeft de year-to-dateprestatie (YTD) betrekking op de periode april-december 2016 en wordt deze berekend op een tijdgewogen basis, zodat er geen invloed uitgaat van de omvang van de portefeuille, die in de loop van het jaar aanzienlijk is gegroeid.

    Het fonds boekte een absolute YTD-prestatie van 0,23 % in 2016. Dit lichtjes positieve rendement werd verwezenlijkt in een context van volatiele markten en diep negatieve rentevoeten, vooral voor wat door de markt wordt gezien als “credit risk free” en liquide blootstellingen. 9

    5.Beoordeling van de toereikendheid van het streefbedrag en de omvang van het EFSI-garantiefonds

    Eind 2016 waren de ondertekende overeenkomsten in het kader van het EFSI goed voor een totaalbedrag van 21,3 miljard EUR, verdeeld over 28 lidstaten. Van dit totaalbedrag kwam 14,2 miljard EUR 10 ondertekend door de EIB (121 verrichtingen) en 7,1 miljard EUR door het EIF (225 verrichtingen). Dit betekent in zijn geheel een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2015: aan het einde van dit jaar bedroeg de totale waarde van de ondertekende overeenkomsten 1,2 miljard EUR.

    Eind 2016 bedroeg de totale uitstaande blootstelling met uitbetalingen die door de EU-garantie gedekt is, nagenoeg 4,4 miljard EUR, tegenover 0,2 miljard EUR in 2015. De blootstelling van de EU-begroting aan mogelijke toekomstige betalingen uit hoofde van de EU-garantie wat ondertekende verrichtingen betreft (uitbetaald en niet-uitbetaald), bedroeg 11,2 miljard EUR.

    In het kader van het loket infrastructuur en innovatie bedroeg de uitstaande blootstelling met uitbetalingen onder EU-garantie 4,02 miljard EUR, waarvan 3,98 miljard EUR voor schuldtransacties en 0,04 miljard EUR voor transacties van het type eigen vermogen 11 .

    Eventuele verliezen die uit deze verrichtingen zouden voortvloeien, zullen door de EU-garantie worden gedekt in overeenstemming met de in de EFSI-overeenkomst vastgestelde voorwaarden. De EU-garantie in het kader van het loket infrastructuur en innovatie wordt met name verleend in de vorm van een dekking van een eersteverliestranche in het geval van EIB-schuldtransacties en in de vorm van een volledige garantie voor (quasi-) eigenvermogenstransacties in gevallen waarin de EIB op voet van gelijkheid met andere investeerders voor eigen risico een zelfde bedrag investeert.

    Eind 2016 bedroeg de door de EU-garantie gedekte uitstaande blootstelling, voor het loket kleine en middelgrote ondernemingen, in het totaal 369,7 miljoen EUR, waarvan 364,8 miljoen EUR voor garantietransacties en 5,0 miljoen EUR voor eigenvermogenstransacties 12 .

    Eventuele uit deze verrichtingen voortvloeiende verliezen zouden in de eerste plaats worden gedekt door de bijdragen uit de InnovFin-garantiefaciliteit voor kmo's, de leninggarantiefaciliteit van Cosme en het financieel instrument van de EaSI-garantie. In het geval van het eigenvermogensproduct van het kmo-loket zouden eventuele verliezen door de EU-garantie worden gedekt in het kader van het EFSI en de eersteverliestranche van de InnovFin-eigenvermogensfaciliteit (in het geval van subcategorie 2).

    Het streefbedrag van het EFSI-garantiefonds is vastgesteld op 50 % van de totale EU-garantieverplichtingen, die momenteel 16 miljard EUR bedragen. Dit streefbedrag was berekend vóór de start van het EFSI. In haar interne evaluatie van het EFSI concludeerde de Commissie 13 dat de voorziening voor het garantiefonds veilig kon worden verlaagd.

    Uit de risicobeoordeling van de verschillende door de EU-garantie ondersteunde producten blijkt dat de EU-begroting op passende wijze zou worden beschermd tegen potentiële opvragingen van de EU-garantie, met een aangepast streefpercentage voor voorzieningen in het EFSI-garantiefonds van 35 % (zoals voorgesteld door de Commissie in het EFSI 2.0-voorstel), waarbij rekening wordt gehouden met terugvorderingen, inkomsten en terugbetalingen uit EIB-verrichtingen. De Rekenkamer heeft deze beoordeling bevestigd 14 .

    (1)

       PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1.

    (2)

         Dit verslag is het tweede verslag over het EFSI-garantiefonds. Voor het verslag van vorig jaar, zie COM (2016) 253 final van 31 mei 2016.

    (3)

         COM(2016) 597 final en de begeleidende stukken SWD(2016) 297 en 298 final.

    (4)

         De gecontroleerde financiële overzichten van het EFSI-garantiefonds worden bekendgemaakt in het SWD-verslag 2016 over het EFSI-garantiefonds.

    (5)

         Besluit C(2016)311 van de Commissie van 27 januari 2016 betreffende de goedkeuring van het jaarlijkse werkprogramma 2016 van DG ECFIN, waaronder aanbestedingen en subsidies, op het gebied van economische en financiële zaken, geldend als financieringsbesluit.

    (6)

         De Duitse tienjarige Bund bijvoorbeeld had begin april een opbrengst van nagenoeg 10 basispunten. Dit viel terug tot een dieptepunt van ongeveer -19 basispunten begin juli en sloot aan het eind van het jaar af met ongeveer + 20 basispunten.

    (7)

         “Extern” wordt gedefinieerd onder verwijzing naar het fonds. Externe kasstromen omvatten stromen van en naar de EU-begroting of van en naar de EIB voor garantie-inkomsten of opvragingen van garanties, maar omvatten geen kasstromen die “endogeen” zijn aan het activabeheer (bijvoorbeeld ontvangsten/betalingen van of aan tegenpartijen voor het aankopen of verkopen van effecten).

    (8)

         De cijfers voor de duration hebben betrekking op de „gewijzigde duration” die de prijsgevoeligheid van een obligatie voor rentevoetbewegingen meet. Het cijfer is gebaseerd op het concept dat effectenprijzen en rentevoeten omgekeerd evenredig zijn.

    (9)

         Het gemiddelde rendement van de Duitse vijfjarige obligaties was -46 basispunten (variërend van -29 tot -63 basispunten).

    (10)

         Het verschil tussen het totaal van de ondertekeningen en de ondertekende blootstelling hangt af van een aantal factoren, zoals het feit dat in dit laatste geval EIB-participaties in aandelenverrichtingen worden uitgesloten alsook verschillen ten gevolge van aflossingen en toegepaste wisselkoersen.

    (11)

         Eind 2016 beliep het totale bedrag aan door de EU-garantie gedekte ondertekende (uitbetaalde en niet-uitbetaalde) blootstellingen in de portefeuille infrastructuur en innovatie, 13,38 miljard EUR, waarvan 12,84 miljard EUR voor schuldtransacties en 0,54 miljard EUR voor transacties van het type eigen vermogen. Ten gevolge van de dekking van de eersteverliestranche van de EU-garantie waren potentiële verliezen voor de EU-begroting in het kader van de portefeuille infrastructuur en innovatie geplafonneerd op 10,6 miljard EUR.

    (12)

         Zoals blijkt uit de financiële staten van de EU voor eind 2016, met uitsluiting van de garantiecontracten waarvan de beschikbaarheidstermijn in 2017 van start gaat, vastgelegde en niet-uitbetaalde bedragen voor garantietransacties in het kader van Cosme en de vastgelegde en niet-uitbetaalde bedragen voor eigenvermogenstransacties. Indien al de genoemde categorieën hierin zouden worden opgenomen, zou dit neerkomen op een totale, potentieel onder de EU-garantie vallende, uitstaande (uitbetaalde en niet-uitbetaalde) blootstelling van 701,3 miljoen EUR.

    (13)

         SWD(2016) 297 final.

    (14)

         Advies nr. 2/2016 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) 2015/1017 en over de bijbehorende evaluatie van de Commissie krachtens artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017.

    Top