EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017AP0357
Amendments adopted by the European Parliament on 14 September 2017 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council on establishing a multi-annual plan for demersal stocks in the North Sea and the fisheries exploiting those stocks and repealing Council Regulation (EC) No 676/2007 and Council Regulation (EC) No 1342/2008 (COM(2016)0493 — C8-0336/2016 — 2016/0238(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 14 september 2017 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (COM(2016)0493 — C8-0336/2016 — 2016/0238(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 14 september 2017 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (COM(2016)0493 — C8-0336/2016 — 2016/0238(COD))
PB C 337 van 20.9.2018, p. 345–377
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.9.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 337/345 |
P8_TA(2017)0357
Meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 14 september 2017 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (COM(2016)0493 — C8-0336/2016 — 2016/0238(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2018/C 337/44)
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 11 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 14 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 20
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Bij deze verordening wordt een meerjarenplan (hierna „het plan”) vastgesteld voor de demersale bestanden in wateren van de Unie van de ICES-zones IIa, IIIa en IV ( hierna „de Noordzee”) en de visserijen die deze bestanden exploiteren. |
1. Bij deze verordening wordt een meerjarenplan (hierna „het plan”) vastgesteld voor de demersale bestanden in wateren van de Unie van de ICES-zones IIa, IIIa en IV („de Noordzee” heeft betrekking op deze drie zones ) en de visserijen , waaronder recreatievisserij, die deze bestanden exploiteren. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Wanneer de Commissie op basis van wetenschappelijk advies of op verzoek van de betrokken lidstaten van oordeel is dat de in lid 2 bedoelde lijst moet worden gewijzigd, kan zij een voorstel tot herziening van die lijst indienen. |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Deze verordening bevat ook nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor alle soorten die in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden genoemd, andere dan de reeds in de lid 1 van dit artikel genoemde bestanden. |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 1 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de lijst van bestanden in groep 1, zoals vermeld in de eerste alinea van dit punt, en in de bijlagen I en II bij deze verordening, in overeenstemming met het beste beschikbare wetenschappelijke advies. |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 3 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 8 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — alinea 1 — punt 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Het plan draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name door middel van de toepassing van de voorzorgsbenadering bij het visserijbeheer, en beoogt ervoor te zorgen dat de levende mariene biologische rijkdommen zodanig worden geëxploiteerd dat de populaties van de geoogste soorten worden hersteld en gehandhaafd boven een niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. |
1. Het plan draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name door middel van de toepassing van de voorzorgsbenadering bij het visserijbeheer, zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, alsook tot een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn, met aandacht voor de sociaaleconomische aspecten, en beoogt ervoor te zorgen dat de levende mariene biologische rijkdommen zodanig worden geëxploiteerd dat de populaties van de geoogste soorten worden hersteld en gehandhaafd boven een niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. Het exploitatieniveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren, wordt zo spoedig mogelijk en uiterlijk 2020, onder alle omstandigheden en geleidelijk toenemend voor alle bestanden waarop deze verordening van toepassing is, verwezenlijkt, en vanaf die datum gehandhaafd. In geval van bestanden waarvoor geen wetenschappelijke advies en gegevens beschikbaar zijn, worden de in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgelegde streefdoelen verwezenlijkt. Die streefdoelen waarborgen de instandhouding van de betrokken bestanden op een niveau dat ten minste met de streefdoelen voor de maximale duurzame opbrengst vergelijkbaar is. |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het plan past de ecosysteemgerichte benadering toe op het visserijbeheer teneinde ervoor te zorgen dat de negatieve gevolgen van visserijactiviteiten voor het mariene ecosysteem tot een minimum worden beperkt. Het is in overeenstemming met de milieuwetgeving van de Unie, met name met de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2008/56/EG vastgestelde doelstelling om uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand te bereiken. |
3. Het plan past de ecosysteemgerichte benadering toe op het visserijbeheer teneinde ervoor te zorgen dat de negatieve gevolgen van visserijactiviteiten voor het mariene ecosysteem , in het bijzonder voor bedreigde habitats en beschermde soorten, waaronder zeezoogdieren en zeevogels, tot een minimum worden beperkt. Het plan is een aanvulling op en is in overeenstemming met de ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer in de zin van artikel 4, lid 1, punt 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, met de milieuwetgeving van de Unie, met name met de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2008/56/EG vastgestelde doelstelling om uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand te bereiken , alsook met de streefdoelen en voorschriften van de Richtlijnen 2009/147/EG en 92/43/EEG . Daarnaast voorziet het plan ook in maatregelen om nadelige sociaaleconomische gevolgen te verzachten en exploitanten in staat stellen meer economische zichtbaarheid op de lange termijn te verkrijgen. |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Het plan draagt ertoe bij dat de in de zin van artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 samen met derde landen beheerde bestanden overeenkomstig de doelstellingen vermeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden beheerd en de vangstmogelijkheden de in bijlage I van deze verordening vastgestelde bandbreedtes niet overschrijden. |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 3 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 ter. Het plan houdt rekening met de bilaterale betrekkingen met derde landen. In toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen wordt rekening gehouden met het plan. |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 4 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Alle maatregelen in het kader van het plan worden op basis van het best beschikbare wetenschappelijke advies in de zin van artikel 2, inleidende zin, punt 1 bis, van deze verordening getroffen. Het best beschikbare wetenschappelijke advies wordt openbaar gemaakt uiterlijk op de datum dat de maatregelen overeenkomstig de artikelen 4, 5, 6 en 18 van deze verordening en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 door de Commissie worden voorgesteld. |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De visserijsterfte voor de bestanden van de groepen 1 en 2 bereikt het streefdoel zo spoedig mogelijk en, op basis van een geleidelijke toename, uiterlijk in 2020 en wordt van dan af gehandhaafd binnen de in bijlage I vermelde bandbreedtes. |
1. De visserijsterfte voor de bestanden van de groepen 1 en 2 bereikt het streefdoel zo spoedig mogelijk en, op basis van een geleidelijke toename, uiterlijk in 2020 en wordt vanaf dan gehandhaafd binnen de in bijlage I vermelde bandbreedtes en overeenkomstig de in artikel 3, lid 1, vermelde doelstellingen . |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Conform artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de vangstmogelijkheden in overeenstemming met de streefbandbreedtes voor de visserijsterfte die zijn opgenomen in kolom A van bijlage I bij de onderhavige verordening. |
2. Conform artikel 16, lid 4, en artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden de vangstmogelijkheden in overeenstemming met de in het plan vermelde doelstellingen en streefdoelen, alsook het best beschikbare wetenschappelijke advies, vastgelegd en komen zij overeen met de streefbandbreedtes voor de visserijsterfte die zijn opgenomen in kolom A van bijlage I bij de onderhavige verordening. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de vangstmogelijkheden worden vastgesteld op niveaus die overeenkomen met lagere visserijsterfteniveaus dan die welke in kolom A van bijlage I zijn opgenomen. |
3. Onverminderd leden 1 en 2 kunnen de vangstmogelijkheden worden vastgesteld op niveaus die overeenkomen met lagere visserijsterfteniveaus dan die welke in bijlage I zijn opgenomen. |
Amendementen 83 en 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
4. Onverminderd de leden 2 en 3 kunnen de vangstmogelijkheden voor een bestand worden vastgesteld in overeenstemming met de bandbreedtes voor de visserijsterfte als opgenomen in kolom B van bijlage I, mits het betrokken bestand zich bevindt boven het in kolom A van bijlage II opgenomen referentiepunt voor minimale paaibiomassa: |
Schrappen |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De vangstmogelijkheden worden in elk geval zodanig vastgesteld dat de waarschijnlijkheid dat de paaibiomassa onder het grensreferentiepunt voor biomassa (Blim) vermeld in kolom B van bijlage II belandt, minder dan 5 % bedraagt. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 4 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. Wanneer de Commissie op grond van het best beschikbare wetenschappelijk advies van mening is dat de doelstellingen van dit plan niet langer op een correcte manier tot uiting komen in de bandbreedtes voor de visserijsterfte in bijlage I, kan zij met spoed een voorstel voor de herziening van die bandbreedtes indienen. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De vangstmogelijkheden voor de bestanden van de groepen 3 en 4 zijn in overeenstemming met wetenschappelijk advies over de maximale duurzame opbrengst. |
1. De vangstmogelijkheden voor de bestanden van de groepen 3 en 4 zijn in overeenstemming met de best beschikbare wetenschappelijk adviezen over de maximale duurzame opbrengst. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Bij gebrek aan wetenschappelijk advies over een visserijsterfte die in overeenstemming is met de maximale duurzame opbrengst, zijn de vangstmogelijkheden in overeenstemming met wetenschappelijk advies ter waarborging van de duurzaamheid van de bestanden overeenkomstig de voorzorgsbenadering . |
2. Bij gebrek aan wetenschappelijk advies en gegevens over de visserijsterfte die in overeenstemming is met de maximale duurzame opbrengst, worden de vangstmogelijkheden en maatregelen vastgesteld overeenkomstig de voorzorgsbenadering van het visserijbeheer in de zin van artikel 4, lid 1, punt 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en in overeenstemming met de in artikel 3, lid 1 van deze verordening vermelde streefdoelen . |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De bestanden van groep 5 worden beheerd op basis van de voorzorgsbenadering overeenkomstig wetenschappelijk advies. |
De bestanden van groep 5 worden beheerd op basis van de voorzorgsbenadering van het visserijbeheer, zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, overeenkomstig het best beschikbare wetenschappelijk advies en de in artikel 3, leden 1 en 3, van onderhavige verordening vastgestelde doelstellingen . Het ontbreken van adequate wetenschappelijke informatie mag niet als reden worden aangevoerd om beheersmaatregelen voor de instandhouding van de mariene biologische hulpbronnen uit te stellen of achterwege te laten. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Wanneer wetenschappelijk advies erop wijst dat de paaibiomassa van een bestand van groep 1 voor een bepaald jaar lager is dan MSY Btrigger of dat de abundantie van een functionele eenheid in groep 2 lager is dan Abundancebuffer als opgenomen in kolom A van bijlage II, worden alle passende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder worden, in afwijking van artikel 4, lid 2, de vangstmogelijkheden vastgesteld op een niveau dat overeenkomt met een visserijsterfte die is teruggebracht op een waarde onder de in kolom A van bijlage I opgenomen bandbreedte , rekening houdend met de afname van de biomassa of de abundantie . |
1. Wanneer het best beschikbare wetenschappelijke advies erop wijst dat de paaibiomassa van een bestand van groep 1 voor een bepaald jaar lager is dan MSY Btrigger of dat de abundantie van een functionele eenheid in groep 2 lager is dan Abundancebuffer als opgenomen in kolom A van bijlage II, worden alle passende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder worden, in afwijking van artikel 4, lid 2, de vangstmogelijkheden , rekening houdend met de afname van de biomassa of de abundantie, op een niveau vastgesteld dat overeenkomt met een visserijsterfte, die in verhouding tot de afname van de biomassa en overeenkomstig de adviesregel van de ICES , op een waarde onder de in kolom A van bijlage I opgenomen bandbreedte is teruggebracht . De adviesregel van de ICES als bedoeld in artikel 2, inleidende zin, punt 1 ter, is van toepassing. |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer wetenschappelijk advies erop wijst dat de paaibiomassa van een betrokken bestand lager is dan Blim of dat de abundantie van een functionele eenheid langoustine lager is dan Abundancelimit als opgenomen in kolom B van bijlage II, worden aanvullende herstelmaatregelen genomen om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder houden deze herstelmaatregelen, in afwijking van artikel 4, leden 2 en 4, in dat de gerichte visserij op het betrokken bestand wordt opgeschort en de vangstmogelijkheden op passende wijze worden verlaagd. |
2. Wanneer het best beschikbare wetenschappelijke advies erop wijst dat de paaibiomassa van een betrokken bestand lager is dan Blim of dat de abundantie van een functionele eenheid langoustine lager is dan Abundancelimit als opgenomen in kolom B van bijlage II, worden aanvullende herstelmaatregelen genomen om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder houden deze herstelmaatregelen, in afwijking van artikel 4, leden 2 en 4, in dat de gerichte visserij op het betrokken bestand wordt opgeschort en de vangstmogelijkheden op passende wijze worden verlaagd. |
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Wanneer het best beschikbare wetenschappelijke advies erop wijst dat de paaibiomassa van een bestand waarop deze verordening van toepassing is voor een bepaald jaar lager is dan MSY Btrigger worden alle passende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het betrokken bestand snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren, en wordt de visserijsterfte in verhouding tot de afname van de biomassa en overeenkomstig de adviesregel van de ICES lineair teruggebracht. De adviesregel van de ICES als bedoeld in artikel 2, inleidende zin, punt 1 ter, is van toepassing. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Wanneer het best beschikbare wetenschappelijke advies erop wijst dat de paaibiomassa van een bestand waarop deze verordening van toepassing is, lager is dan Blim of een vergelijkbaar referentiepunt, worden bijkomende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het bestand snel terugkeert boven de niveaus die de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder kunnen deze herstelmaatregelen een passende verlaging van de vangstmogelijkheden alsook de opschorting van gerichte visserij op het betrokken bestand inhouden. |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
2 quater. De in dit artikel bedoelde herstelmaatregelen kunnen onder meer bestaan in: |
||
|
|
||
|
|
||
|
De keuze van in dit artikel bedoelde maatregelen wordt bepaald door de aard, de ernst, de duur en de herhaling van de situatie waarin de paaibiomassa zich onder de in lid 1 bedoelde niveaus bevindt. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Specifieke instandhoudingsmaatregelen voor de groepen 3 tot en met 7 |
Specifieke instandhoudingsmaatregelen |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 1 — inleidende formule
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Wanneer luidens wetenschappelijk advies herstelmaatregelen nodig zijn voor de instandhouding van een demersaal bestand van de groepen 3 tot en met 7 of wanneer de paaibiomassa van een bestand van groep 1 of de abundantie van een functionele eenheid van groep 2 voor een bepaald jaar lager is dan de in kolom A van bijlage II bij de onderhavige verordening opgenomen instandhoudingsreferentiepunten , is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr . 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot: |
Wanneer luidens wetenschappelijk advies aanvullende maatregelen nodig zijn om te waarborgen dat alle visserijen waarop deze verordening van toepassing is, overeenkomstig artikel 3 van deze verordening beheerd worden, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen. Onverminderd het bepaalde in artikel 18, leden 1 en 3 , kan de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen bij gebreke van een in die leden bedoelde gemeenschappelijke aanbeveling . Die gedelegeerde handelingen omvatten maatregelen met betrekking tot: |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 9 bis |
|
Aanwijzing van paaigronden en gebieden voor herstel van de bestanden |
|
Tot uiterlijk 2020 wijzen de lidstaten paaigronden en gebieden aan, waarvoor er duidelijke aanwijzingen zijn dat zich daar grote concentraties bevinden van vis die kleiner is dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte, en stellen zij overeenkomstig artikel 12, lid 2, van deze verordening gemeenschappelijke aanbevelingen op voor de inrichting van gebieden voor herstel van bestanden waarop deze verordening van toepassing is. |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Totale toegestane vangsten |
Vangstmogelijkheden |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 maken de lidstaten bij de toewijzing van de hun ter beschikking staande vangstmogelijkheden gebruik van objectieve en transparante criteria. |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 maken de lidstaten bij het gemeenschappelijke beheer van met derde landen gedeelde bestanden de uitwisseling van vangstmogelijkheden mogelijk. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Onverminderd artikel 8 is de TAC voor het langoustinebestand in de ICES-zones IIa en IV de som van de vangstbeperkingen voor de functionele eenheden en voor de statistische rechthoeken buiten de functionele eenheden. |
2. Voor het langoustinebestand in de ICES-zones IIa en IV worden vangstbeperkingen voor de afzonderlijke functionele eenheden alsook een gemeenschappelijke TAC voor de statistische rechthoeken buiten de functionele eenheden , vastgesteld . |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 10 bis |
||
|
Impact van de recreatievisserij |
||
|
1. Alle beschikbare gegevens over vangsten door de recreatievisserij worden bestudeerd om de mogelijke impact daarvan op de bestanden van gereglementeerde soorten te beoordelen. |
||
|
2. De Raad neemt de in lid 1 bedoelde beoordeling in aanmerking. De Raad houdt met betrekking tot die bestanden waarop de vangsten in de recreatievisserij worden geacht een aanmerkelijke impact te hebben, bij de vaststelling van de vangstmogelijkheden rekening met de vangsten in de recreatievisserij onder meer: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — titel
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bepalingen in verband met de aanlandingsverplichting voor de groepen 1 tot en met 7 |
Bepalingen in verband met de aanlandingsverplichting |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — alinea 1 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — alinea 1 — letter c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De in lid 1 van dit artikel genoemde maatregelen dragen bij aan de verwezenlijking van de in artikel 3 van deze verordening vermelde doelstellingen, met name de bescherming van jonge vissen en paaiende vissen. |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 11 bis |
||
|
Technische maatregelen |
||
|
1. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 18 van deze verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de volgende technische maatregelen: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen dragen bij tot de verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelstellingen. |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor de toepassing van lid 1 van het onderhavige artikel kunnen lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer gemeenschappelijke aanbevelingen indienen overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, voor de eerste keer niet later dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens twaalf maanden na elke indiening van een evaluatie van het plan overeenkomstig artikel 17. De lidstaten kunnen dergelijke aanbevelingen ook indienen wanneer zij dat noodzakelijk achten, met name wanneer de toestand van een van de bestanden waarop deze verordening van toepassing is, plotseling verandert. Gemeenschappelijke aanbevelingen inzake maatregelen betreffende een bepaald kalenderjaar worden uiterlijk op 1 juli van het voorgaande jaar ingediend. |
2. Voor de toepassing van lid 1 van het onderhavige artikel kunnen lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer gemeenschappelijke aanbevelingen indienen overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, voor de eerste keer niet later dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens twaalf maanden na elke indiening van een evaluatie van het plan overeenkomstig artikel 17. De lidstaten kunnen dergelijke aanbevelingen ook indienen wanneer zij dat noodzakelijk achten, met name wanneer de toestand van een van de bestanden waarop deze verordening van toepassing is, plotseling verandert. Gemeenschappelijke aanbevelingen inzake maatregelen betreffende een bepaald kalenderjaar worden uiterlijk op 1 juli van het voorgaande jaar ingediend. |
|
Onverminderd het bepaalde in artikel 18, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 kan de Commissie gedelegeerde handelingen ook vaststellen wanneer een in die leden bedoelde gemeenschappelijke aanbeveling ontbreekt. |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 17 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en daarna om de vijf jaar ziet de Commissie erop toe dat een evaluatie plaatsvindt van de gevolgen van het plan voor de onder deze verordening vallende bestanden en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren. Zij legt de resultaten van deze evaluatie over aan het Europees Parlement en de Raad. |
Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en daarna om de vijf jaar ziet de Commissie erop toe dat een evaluatie plaatsvindt van de gevolgen van het plan voor de onder deze verordening vallende bestanden en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren , alsook van de mate waarin de doelstellingen van deze verordening zijn bereikt, met inbegrip van het herstel van visbestanden boven een niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren, en de voortgang naar een goede milieutoestand . Zij legt de resultaten van deze evaluatie over aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie kan, waar dit noodzakelijk wordt geacht, op een vroegere datum verslag uitbrengen. |
||
|
De Commissie brengt jaarlijks, zo vroeg mogelijk na de vaststelling van de jaarlijkse verordening van de Raad tot vaststelling van de vangstmogelijkheden in de Uniewateren en in bepaalde niet-Uniewateren, bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de vorderingen bij het verwezenlijken van de doelstellingen van deze verordening en over de situatie van de visbestanden in de wateren en voor de bestanden die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Dit verslag wordt gevoegd bij het jaarverslag als bedoeld in artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. |
||
|
Dit verslag omvat: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 18 bis |
|
Steun van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij |
|
Maatregelen voor tijdelijke stopzetting die zijn vastgesteld om de doelstellingen van het plan te verwezenlijken, worden voor de toepassing van artikel 33, lid 1, onder a) en c), van Verordening (EU) nr. 508/2014 als tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten beschouwd. |
(Dit artikel moet in hoofdstuk X opgenomen worden.)
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Bijlage I
Door de Commissie voorgestelde tekst
1. Groep 1
Bestand |
Streefbandbreedte voor de visserijsterfte die in samenhang is met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (FMSY) |
|
Kolom A |
Kolom B |
|
Noordzeekabeljauw |
0,22 – 0,33 |
0,33 – 0,49 |
Schelvis |
0,25 – 0,37 |
0,37 – 0,52 |
Noordzeeschol |
0,13 – 0,19 |
0,19 – 0,27 |
Zwarte koolvis |
0,20 – 0,32 |
0,32 – 0,43 |
Noordzeetong |
0,11 – 0,20 |
0,20 – 0,37 |
Kattegattong |
0,19 – 0,22 |
0,22 – 0,26 |
Noordzeewijting |
Niet gedefinieerd |
Niet gedefinieerd |
2. Groep 2
Functionele eenheid langoustine (FU) |
Streefbandbreedte voor de visserijsterfte die in samenhang is met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (FMSY) (als vangstniveau) |
|
Kolom A |
Kolom B |
|
Sector IIIa FU 3 en 4 |
0,056 – 0,079 |
0,079 – 0,079 |
Farn Deeps FU 6 |
0,07 – 0,081 |
0,081 – 0,081 |
Fladen Ground FU 7 |
0,066 – 0,075 |
0,075 – 0,075 |
Firth of Forth FU 8 |
0,106 – 0,163 |
0,163 – 0,163 |
Moray Firth FU 9 |
0,091 – 0,118 |
0,118 – 0,118 |
Amendement
1. Groep 1
Cijfers in de tabel zijn overgenomen uit het meest recente ICES-advies op bijzonder verzoek, het „Verzoek van de EU aan de ICES om FMSY-brandbreedtes te verstrekken voor bepaalde Noordzee- en Oostzeebestanden”. |
||
Bestand |
Streefbandbreedtes voor de visserijsterfte die consistent zijn met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (FMSY) |
|
Kabeljauw in deelgebied IV en in de sectoren VIId en IIIa West |
FMSY lower — FMSY |
|
Schelvis in deelgebied IV en in de sectoren VIa en IIIa West |
FMSY lower — FMSY |
|
Schol in deelgebied IV en in sector IIIa |
FMSY lower — FMSY |
|
Zwarte koolvis in de deelgebieden IV en VI en in sector IIIa |
FMSY lower — FMSY |
|
Tong in deelgebied IV |
FMSY lower — FMSY |
|
Tong in sector IIIa en in de subsectoren 22-24 |
FMSY lower — FMSY |
|
Wijting in deelgebied IV en in sector VIId |
FMSY lower — FMSY |
|
Zeeduivel in sector IIIa en deelgebieden IV en VI |
FMSY lower — FMSY |
|
Noordse garnaal in sectoren IVa Oost en IIIa |
FMSY lower — FMSY |
|
2. Groep 2
Cijfers in de tabel zijn overgenomen uit het meest recente ICES-advies op bijzonder verzoek, het „Verzoek van de EU aan de ICES om FMSY-brandbreedtes te verstrekken voor bepaalde Noordzee- en Oostzeebestanden”. |
||
Functionele eenheid langoustine (FU) |
Streefbandbreedtes voor de visserijsterfte die consistent zijn met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (FMSY) (als vangstniveau) |
|
|
Kolom A |
|
Sector IIIa FU 3 en 4 |
FMSY lower — FMSY |
|
Farn Deeps FU 6 |
FMSY lower — FMSY |
|
Fladen Ground FU 7 |
FMSY lower — FMSY |
|
Firth of Forth FU 8 |
FMSY lower — FMSY |
|
Moray Firth FU 9 |
FMSY lower — FMSY |
|
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Bijlage II
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||||||
Bijlage II |
Bijlage II |
||||||||
Instandhoudingsreferentiepunten |
Instandhoudingsreferentiepunten |
||||||||
(als bedoeld in artikel 7) |
(als bedoeld in artikel 7) |
||||||||
|
|
||||||||
Bestand |
Referentiepunt voor de minimale paaibiomassa (MSY Btrigger) |
Referentiepunt voor de grensbiomassa (ton) (Blim) |
Bestand |
Referentiepunt voor de minimale paaibiomassa (MSY Btrigger) |
Referentiepunt voor de grensbiomassa (ton) (Blim) |
||||
|
|
Kolom A |
Kolom B |
||||||
Noordzeekabeljauw |
165 000 |
118 000 |
Kabeljauw in deelgebied IV en in de sectoren VIId en IIIa West |
165 000 |
118 000 |
||||
Schelvis |
88 000 |
63 000 |
Schelvis in deelgebied IV en in de sectoren VIa en IIIa West |
88 000 |
63 000 |
||||
Noordzeeschol |
230 000 |
160 000 |
Schol in deelgebied IV en in de sectoren VIId en IIIa West |
230 000 |
160 000 |
||||
Zwarte koolvis |
200 000 |
106 000 |
Zwarte koolvis in de deelgebieden IV en VI en in sector IIIa |
150 000 |
106 000 |
||||
Noordzeetong |
37 000 |
26 300 |
Tong in deelgebied IV |
37 000 |
26 300 |
||||
Kattegattong |
2 600 |
1 850 |
Tong in sector IIIa en in de subsectoren 22-24 |
2 600 |
1 850 |
||||
Noordzeewijting |
Niet gedefinieerd |
Niet gedefinieerd |
Wijting in deelgebied IV en in sector VIId |
Niet gedefinieerd |
Niet gedefinieerd |
||||
|
|
|
Zeeduivel in sector IIIa en deelgebieden IV en VI |
Niet gedefinieerd |
Niet gedefinieerd |
||||
|
|
|
Noordse garnaal in sectoren IVa Oost en IIIa |
Niet gedefinieerd |
Niet gedefinieerd |
||||
|
|
||||||||
Functionele eenheid langoustine (FU) |
Referentiepunt voor de minimale abundantie (miljoen) (Abundancebuffer) |
Referentiepunt voor de grensabundantie (miljoen) (Abundancelimit) |
Functionele eenheid langoustine (FU) |
Referentiepunt voor de minimale abundantie (miljoen) (Abundancebuffer) |
Referentiepunt voor de grensabundantie (miljoen) (Abundancelimit) |
||||
|
|
Kolom A |
Kolom B |
||||||
Sector IIIa FU 3 en 4 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Sector IIIa FU 3 en 4 |
n.v.t. |
n.v.t. |
||||
Farn Deeps FU 6 |
999 |
858 |
Farn Deeps FU 6 |
999 |
858 |
||||
Fladen Ground FU 7 |
3 583 |
2 767 |
Fladen Ground FU 7 |
3 583 |
2 767 |
||||
Firth of Forth FU 8 |
362 |
292 |
Firth of Forth FU 8 |
362 |
292 |
||||
Moray Firth FU 9 |
262 |
262 |
Moray Firth FU 9 |
262 |
262 |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Bijlage II bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
Bijlage II bis |
||||
|
Verboden soorten |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissies op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0263/2017).
(1 bis) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(1 ter) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(42) A Long Term Management Plan for North Sea Nephrops