Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016TA1201(36)

    Verslag over de jaarrekening van de Europese eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van Eurojust

    PB C 449 van 1.12.2016, p. 193–197 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 449/193


    VERSLAG

    over de jaarrekening van de Europese eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van Eurojust

    (2016/C 449/36)

    INLEIDING

    1.

    De Europese eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking (hierna „Eurojust”), gevestigd te Den Haag, werd opgericht bij Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (1) om de strijd tegen ernstige vormen van georganiseerde misdaad te intensiveren. Zij heeft tot doel de coördinatie te verbeteren van grensoverschrijdende onderzoeken en vervolgingen tussen de lidstaten van de Europese Unie, alsook tussen lidstaten en derde landen.

    2.

    De tabel bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot Eurojust (2).

    Tabel

    De belangrijkste cijfers met betrekking tot Eurojust

     

    2014

    2015

    Begroting (miljoen euro)

    34

    34

    Totaal aantal personeelsleden per 31 december (1)

    252

    246

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van Eurojust. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    4.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van Eurojust, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2015 afgesloten begrotingsjaar, en

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    5.

    De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van Eurojust, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van Eurojust omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De administratief directeur keurt de jaarrekening van Eurojust goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld, waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van Eurojust.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    6.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van Eurojust geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    7.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. Bij de voorbereiding van dit verslag en de betrouwbaarheidsverklaring heeft de Rekenkamer rekening gehouden met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van Eurojust, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van het Financieel Reglement van de EU (8).

    8.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van Eurojust op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2015 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    10.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2015 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    11.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

    12.

    Het niveau van de overgedragen vastgelegde kredieten is hoog voor titel II (administratieve uitgaven): 1,6 miljoen euro, ofwel 21 % (2014: 1,5 miljoen euro, ofwel 20 %). Deze overdrachten hebben voornamelijk betrekking op specifieke contracten voor beveiligings- en receptiediensten (0,3 miljoen euro) en voor ICT-projecten, hardware en onderhoud (0,6 miljoen euro) alsmede consultancy- en projectkosten voor het nieuwe gebouw (0,3 miljoen euro), waarbij 0,5 miljoen euro laat in het jaar werd vastgelegd, voornamelijk voor in 2016 te leveren diensten.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

    13.

    De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

    Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 13 september 2016.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.

    (2)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van Eurojust is te vinden op zijn website: www.eurojust.europa.eu

    (1)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten, en gedetacheerde nationale deskundigen.

    Bron: Door Eurojust verstrekte gegevens.

    (3)  Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (5)  Artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

    (6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (7)  Artikel 107 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013.

    (8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


    BIJLAGE

    Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2011

    In het verslag over het begrotingsjaar 2010 verklaarde de Rekenkamer dat er ruimte was om te overwegen de respectieve rollen en verantwoordelijkheden van de directeur en het college van Eurojust opnieuw te definiëren teneinde de overlapping van verantwoordelijkheden, die momenteel voortkomt uit de oprichtingsverordening, te vermijden. Er werden in 2011 (1) geen corrigerende maatregelen genomen.

    Loopt nog

    2014

    De financiële impact van de salarisaanpassingen en van de verhoging van de correctiecoëfficiënt van het voorgaande jaar en het lopende jaar, waartoe de begrotingsautoriteiten in april 2014 besloten, was niet opgenomen in de oorspronkelijke begroting voor het jaar 2014. Het tekort in de begroting voor salarissen van ongeveer 1,8  miljoen euro (2) maakte tijdelijke bezuinigingen op de operationele uitgaven (vooral voor projecten inzake gegevensverwerking en informatiebeheer) nodig, alsook aanzienlijke overschrijvingen van administratieve en operationele begrotingsonderdelen aan het einde van het jaar. Eind november 2014 werd het tekort gedeeltelijk weggewerkt door een gewijzigde begroting waarbij het agentschap 1,2  miljoen euro (3) extra kreeg en vastleggingen werden gedaan om de achterstand bij de uitvoering van de projecten weg te werken.

    Loopt nog

    2014

    Het globale niveau van vastgelegde kredieten was hoog met 99 %. Voor titel III (beleidsuitgaven) was het niveau van naar 2015 overgedragen vastgelegde kredieten echter hoog met 2,6  miljoen euro, ofwel 35 % (2013: 2,3  miljoen euro, ofwel 32 %). Dit was voornamelijk het gevolg van het tijdelijke begrotingstekort gedurende het jaar, waardoor vastleggingen pas laat in het jaar konden worden gedaan (zie paragraaf 11) en van het subsidiëren van projecten inzake „gemeenschappelijke onderzoeksteams” die tijdens de laatste maanden van 2014 van start gingen en waarvoor pas in 2015 betalingen hoefden te worden gedaan.

    N.v.t.


    (1)  De nieuwe Eurojust-verordening is nog in behandeling bij de wetgever.

    (2)  2015: 1,7 miljoen euro.

    (3)  September 2015: 0,8 miljoen euro.


    ANTWOORD VAN EUROJUST

    13.

    Eurojust aanvaardt het feit dat overdrachten naar 2016 voor titel II relatief hoog zijn, maar verwijst echter naar de verklaringen die door de rechtbank worden verschaft. Eurojust blijft waakzaam om onterechte overdrachten te vermijden die niet direct een gevolg zijn van de aanhoudende veiligheidseisen en operationele uitgaven.


    Top