Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016PC0421

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht

    COM/2016/0421 final - 2016/0194 (NLE)

    Brussel, 27.6.2016

    COM(2016) 421 final

    2016/0194(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Het voorstel vloeit voort uit een mandaat van de Raad van 9 oktober 2008 waarin de Commissie is gemachtigd onderhandelingen te openen over de aanpassing van de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Canada op het gebied van mededinging. Het doel is bepalingen op te nemen op grond waarvan de mededingingsautoriteiten van beide partijen gegevens kunnen uitwisselen die zij in de loop van hun respectieve onderzoeken hebben verzameld.

    De bestaande samenwerkingsovereenkomst met Canada dateert van juni 1999, en op dat ogenblik werd de uitwisseling van gegevens tussen de partijen niet als noodzakelijk beschouwd. Ondertussen is de bilaterale samenwerking tussen de Europese Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada frequenter en inhoudelijk dieper geworden. Het feit dat er geen mogelijkheid bestaat om informatie uit te wisselen met de mededingingsautoriteit van Canada wordt als een belangrijke belemmering voor een doeltreffende samenwerking gezien. Dankzij de voorgestelde wijzigingen in de bestaande overeenkomst zullen de Europese Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada gegevens kunnen uitwisselen die beide partijen tijdens hun onderzoeken hebben verkregen. Dit zal met name nuttig zijn in alle gevallen waarin de vermeende mededingingsbeperkende gedragingen van invloed zijn op trans-Atlantische of mondiale markten. Veel mondiale of trans-Atlantische kartels omvatten Canada en via Canada zal de Commissie toegang kunnen krijgen tot aanvullende informatie over die kartels.

    Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

    Samenwerking met mededingingsautoriteiten van derde landen is thans een standaardpraktijk in internationale onderzoeken in mededingingszaken. Naast de overeenkomst met Canada heeft de Europese Unie ook specifieke samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de Verenigde Staten, Japan, Korea en Zwitserland. De meest geavanceerde overeenkomst is die met Zwitserland, die reeds bepalingen bevat over de uitwisseling van gegevens, en de voorgestelde aanpassing zou de overeenkomst met Canada op hetzelfde niveau brengen als die met Zwitserland.

    Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

    Het mededingingsbeleid is erop gericht ervoor te zorgen dat markten consumenten, bedrijven en de samenleving in haar geheel meer voordelen bieden. Het mededingingsbeleid draagt bijgevolg bij aan de bredere doelstellingen van de Commissie, met name het stimuleren van werkgelegenheid, groei en investeringen. De Commissie streeft deze doelstelling na door de mededingingsregels te handhaven, inbreuken te bestraffen en een mededingingscultuur op internationaal niveau te bevorderen.

    De voorgestelde overeenkomst zal de administratieve samenwerking tussen de Europese Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada verbeteren. Uiteindelijk hebben consumenten zowel in de EU als in Canada er baat bij als inbreuken op de mededingingsregels beter worden opgespoord en bestraft, wat ook zal bijdragen tot een sterkere afschrikking. Een doeltreffender handhaving van de mededingingsregels leidt tot opener en concurrerender markten waar bedrijven vrijer kunnen concurreren op basis van prestaties, zodat zij welvaart kunnen genereren en banen kunnen creëren. Voorts zal de consument hierdoor een ruimere keuze aan producten tegen lagere prijzen hebben.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor handelingen van de Unie wordt gevormd door de artikelen 103 en 352 VWEU. Artikel 103 is de rechtsgrondslag voor de tenuitvoerlegging van de artikelen 101 en 102. Artikel 352 vormt de rechtsgrondslag voor Verordening 139/2004 ("de concentratieverordening") en de voorgestelde overeenkomst heeft ook betrekking op samenwerking op het gebied van onderzoeken in concentratiezaken.

    Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

    Het initiatief valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), VWEU, aangezien het betrekking heeft op mededingingsregels die nodig zijn voor de werking van de interne markt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

    Evenredigheid

    Het initiatief van de EU gaat niet verder dan wat nodig is om de nagestreefde verbetering van de internationale samenwerking tussen de Europese Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada te bereiken. De administratieve samenwerking kan slechts worden verbeterd door middel van een internationale overeenkomst tussen de EU en Canada.

    De voorgestelde overeenkomst regelt de administratieve samenwerking tussen de Europese Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada en heeft uitsluitend betrekking op de zaken die door de Europese Commissie worden behandeld. De voorgestelde overeenkomst heeft geen betrekking op de handhaving van het mededingingsrecht door de lidstaten, aangezien zij niet van toepassing is op door hen behandelde zaken.

    Keuze van het instrument

    De Commissie heeft een uitdrukkelijke wettelijke machtiging nodig om de wettelijk beschermde informatie aan de mededingingsautoriteit van Canada door te geven. Zachte wetgevingsinstrumenten, zoals een administratief memorandum van overeenstemming, zouden niet voldoende zijn om van de bepalingen inzake geheimhouding van artikel 28 van Verordening 1/2003 en artikel 17 van Verordening 139/2004 (de concentratieverordening) af te wijken. Het nagestreefde doel kan bijgevolg slechts worden bereikt door middel van een formele internationale overeenkomst.

    3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

    Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

    Niet van toepassing.

    Raadplegingen van belanghebbenden

    De lidstaten zijn regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen, en ook het Europees Parlement wordt geïnformeerd over het initiatief.

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    Dit initiatief geeft uitvoering aan het mandaat van de Raad van oktober 2008. Het mandaat was gebaseerd op informatie die door beide mededingingsautoriteiten is verzameld tijdens de praktische uitvoering van de overeenkomst van 1999.

    Effectbeoordeling

    Een effectbeoordeling was niet nodig. De voorgestelde overeenkomst strookt met de instructies van het mandaat van de Raad en er waren geen andere opties voor de uitvoering van het mandaat.

    Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

    Niet van toepassing.

    Grondrechten

    De voorgestelde overeenkomst is op taalkundig vlak aangepast aan de ontwikkelingen die zich in de Europese wetgeving inzake gegevensbescherming sinds de inwerkingtreding van de bestaande overeenkomst van 1999 hebben voorgedaan. Aangezien de uit te wisselen gegevens persoonsgegevens kunnen bevatten, zijn gedetailleerde bepalingen inzake gegevensbescherming opgenomen in een bijlage bij de overeenkomst (bijlage C).

    Om te garanderen dat de rechten van verdediging te allen tijde worden gerespecteerd, is in de ontwerp-overeenkomst bepaald dat de toezendende autoriteit moet nagaan of de door haar toegezonden informatie ook in haar eigen procedures zou kunnen worden gebruikt in overeenstemming met haar eigen procedurele rechten en waarborgen (artikel VII, lid 7).

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De voorgestelde overeenkomst heeft geen gevolgen voor de begroting.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

    Aangezien de overeenkomst alleen betrekking heeft op de administratieve samenwerking tussen de Commissie en de mededingingsautoriteit van Canada, is geen tenuitvoerlegging door de lidstaten nodig.

    Toelichtende stukken (voor richtlijnen)

    Niet van toepassing.

    Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

    De partijen bij de onderhandelingen hebben de tekst van de huidige overeenkomst in beginsel ongewijzigd gelaten en hebben alleen de bepalingen toegevoegd die nodig zijn voor de vaststelling van het kader voor de bespreking, de doorgifte en het gebruik van wettelijk beschermde informatie. Waar nodig is de tekst aangepast aan de ontwikkelingen in de wetgeving (vaststelling van nieuwe wetgeving inzake mededinging, nieuwe nummering van het VWEU) en zijn verouderde bepalingen geschrapt. De veranderingen geven ook de ontwikkelingen in de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming sinds de inwerkingtreding van de overeenkomst weer.

    In artikel I, onder f), wordt het begrip "in de loop van het onderzoek verkregen informatie" gedefinieerd, dat onder het nieuw overeengekomen uitwisselingsmechanisme zal vallen.

    In artikel VII worden de omstandigheden en de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie vastgesteld:

    De partijen kunnen alle in de loop van het onderzoek verkregen informatie bespreken en hun standpunten uitwisselen (artikel VII, lid 2).

    Wanneer beide autoriteiten dezelfde of een verwante gedraging onderzoeken, kunnen zij reeds in hun bezit zijnde en in de loop van het onderzoek verkregen informatie op verzoek doorgeven aan de andere autoriteit voor mogelijk gebruik als bewijsmateriaal (artikel VII, lid 4).

    De partijen mogen nooit informatie bespreken, noch doorgeven, die wordt beschermd door in de respectieve wetgeving van de partijen vastgelegde rechten of waarborgen (bv. het recht om niet tegen zichzelf te getuigen of de bescherming van het beroepsgeheim van advocaten, artikel VII, lid 7), of die is verkregen in het kader van hun respectieve clementie- of schikkingsprocedures (tenzij de partij die de informatie heeft ingediend, haar toestemming heeft verleend) (artikel VII, lid 9).

    Het staat steeds aan de toezendende autoriteit om te beslissen of informatie wordt doorgegeven, zonder dat daar enige verplichting toe bestaat (artikel VII, lid 8).

    Artikel VIII bevat de vertrouwelijkheidsverplichtingen en de voorwaarden waaronder de overeenkomstig artikel VII doorgegeven informatie door de ontvangende partij mag worden gebruikt:

    De besproken of ontvangen informatie moet vertrouwelijk worden behandeld en mag slechts onder beperkte voorwaarden openbaar worden gemaakt (artikel VIII, lid 2).

    In artikel VIII is bepaald dat de informatie slechts mag worden gebruikt voor het in het verzoek vermelde doeleinden en voor de toepassing van de mededingingsregels door de ontvangende autoriteit (artikel VIII, lid 8).

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag) mag de Commissie geen gegevens doorgeven aan een mededingingsautoriteit die kunnen worden gebruikt om gevangenisstraffen op te leggen aan natuurlijke personen. Aangezien Canada kartels strafrechtelijk vervolgt, was het van essentieel belang ervoor te zorgen dat de overeenkomst niet verder gaat dan de voorwaarden voor informatie-uitwisseling tussen de mededingingsautoriteiten van de Europese Unie. In de ontwerp-overeenkomst is derhalve bepaald dat in het kader van de overeenkomst doorgegeven informatie niet mag worden gebruikt om gevangenisstraffen op te leggen aan natuurlijke personen (artikel VIII, lid 9).

    Aangezien de uit te wisselen gegevens persoonsgegevens kunnen bevatten, zijn in artikel VIII, lid 5, en bijlage C gedetailleerde bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens opgenomen.

    Artikel IX is specifiek van toepassing op de EU en regelt de mededeling van documenten tussen de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten en tussen de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

    Hoewel niet is geraakt aan de bestaande structuur van de overeenkomst, is het aantal veranderingen zo groot dat een "artikelsgewijze overeenkomst" met een opsomming van alle wijzigingen niet praktisch zou zijn geweest. Technisch gesproken moet bijgevolg een nieuwe overeenkomst worden gesloten die in de plaats komt van de bestaande overeenkomst, en niet een overeenkomst waarbij alleen wijzigingen in de bestaande overeenkomst worden ingevoerd. In artikel XIV, lid 5, is derhalve bepaald dat de voorgestelde overeenkomst in de plaats komt van de bestaande overeenkomst van 1999.

    2016/0194 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 103 en 352, in samenhang met artikel 218, lid 5,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Op 9 oktober 2008 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met de regering van Canada over een overeenkomst betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht.

    (2)De onderhandelingen met de regering van Canada zijn afgerond.

    (3)De overeenkomst dient te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingswetgeving wordt namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst 1 .

    Artikel 2

    Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De Voorzitter

    (1) De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.
    Top

    Brussel, 27.6.2016

    COM(2016) 421 final

    BIJLAGE

    bij het

    Voorstel voor een besluit van de Raad

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht


    BIJLAGE

    bij het

    Voorstel voor een besluit van de Raad

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht

    Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht

    De EUROPESE UNIE enerzijds en de REGERING VAN CANADA (hierna "Canada" genoemd) anderzijds (hierna "de partijen" genoemd),

    Gezien hun nauwe economische betrekkingen,

    Erkennende dat de economieën in de wereld, ook die van de partijen, in toenemende mate met elkaar verbonden raken,

    Eensgezind ervan overtuigd dat een correcte en doeltreffende handhaving van het mededingingsrecht voor de goede werking van hun respectieve markten en voor hun onderling handelsverkeer van belang is,

    Vastbesloten een correcte en doeltreffende handhaving van hun mededingingsrecht door middel van onderlinge samenwerking en in voorkomend geval door middel van onderlinge coördinatie bij de toepassing van dit recht te bevorderen,

    Overwegende dat de partijen de problemen die zij elk op het gebied van de mededinging ondervinden, in bepaalde gevallen doeltreffender zullen kunnen aanpakken wanneer zij, in plaats van ieder voor zich, op gecoördineerde wijze handhavend optreden,

    Vastbesloten hun wederzijdse gewichtige belangen bij de toepassing van hun mededingingsrecht nauwgezet in acht te nemen en zich naar best vermogen in te spannen om die belangen met elkaar te verzoenen,

    Gelet op de aanbeveling van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling van 27 en 28 juli 1995 betreffende de samenwerking tussen de lidstaten inzake concurrentiebeperkende handelspraktijken die het internationale handelsverkeer beïnvloeden, en

    Gelet op de Overeenkomst van 6 juli 1976 inzake economische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada, de Verklaring van 22 november 1990 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Canada, en de Gemeenschappelijke Politieke Verklaring van 17 december 1996 inzake de betrekkingen tussen Canada en de Europese Unie en het bijbehorende actieplan,

    Erkennende dat een betere informatie-uitwisseling, inclusief de mededeling van informatie die de partijen in de loop van de onderzoeken hebben verkregen, de samenwerking zal verbeteren en zal bijdragen tot een correcte en doeltreffende handhaving van het mededingingsrecht van elke partij,

    Erkennende dat de partijen gemeenschappelijke waarden delen met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, zoals die tot uitdrukking komen in hun respectieve wetgevingen, en dat toezicht zal worden uitgeoefend door een onafhankelijke openbare autoriteit, en, in Canada, voor personen die niet in Canada aanwezig zijn, door een met administratieve middelen ingestelde autoriteit,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    I. Doel en definities

    1. Deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking en de coördinatie tussen de mededingingsautoriteiten van de partijen te bevorderen en de mogelijkheid of de gevolgen van geschillen tussen de partijen bij de toepassing van hun mededingingsrecht te verminderen.

    2. In deze overeenkomst

    a) wordt onder "concurrentieverstorende activiteiten" verstaan: elke gedraging of verrichting die overeenkomstig het mededingingsrecht van een partij aanleiding kan geven tot sancties, een verbod of andere herstelmaatregelen;

    b) wordt onder "bevoegde autoriteit van een lidstaat" verstaan: de in bijlage A genoemde autoriteit van een lidstaat. Bijlage A kan te allen tijde door de Europese Unie worden aangevuld of gewijzigd. Canada wordt schriftelijk van elke aanvulling of wijziging in kennis gesteld voordat enige informatie aan een nieuw in de lijst opgenomen autoriteit wordt meegedeeld;

    c) wordt onder "mededingingsautoriteit" of "mededingingsautoriteiten" verstaan:

    i) wat Canada betreft, de overeenkomstig de Competition Act, R.S.C. 1985, c. C-34 (hierna "de Competition Act" genoemd) aangewezen Commissioner of Competition en

    ii) wat de Europese Unie betreft, de Europese Commissie, voor zover zij krachtens het mededingingsrecht van de Europese Unie bevoegd is;

    d) wordt onder "mededingingsrecht" verstaan:

    i) wat Canada betreft, de Competition Act, met uitzondering van de sections 52 tot en met 62 en Part VII.1 van de Act, en de desbetreffende uitvoeringsbepalingen, en

    ii) wat de Europese Unie betreft, de artikelen 101, 102 en 105 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de EG-concentratieverordening) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1) (hierna "Verordening (EG) Nr. 139/2004" genoemd) en de artikelen 53 en 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3) (hierna "de EER-Overeenkomst" genoemd), gelezen in samenhang met de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en de uitvoeringsverordeningen daarvan,

    alsmede alle wijzigingen daarvan en andere wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen waarvan de partijen gezamenlijk schriftelijk verklaren dat ze tot het mededingingsrecht in de zin van deze overeenkomst behoren;

    e) wordt onder "handhavend optreden" verstaan: elke toepassing van het mededingingsrecht bij wege van een onderzoek of procedure, gevoerd door de mededingingsautoriteit van een partij;

    f) wordt onder "in de loop van het onderzoek verkregen informatie" verstaan:

    i) wat Canada betreft, de krachtens de sections 11, 15, 16 en 114 van de Competition Act verkregen informatie, en

    ii) wat de Europese Unie betreft, informatie die is verkregen via verzoeken om inlichtingen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 1 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1) (hierna "Verordening (EG) nr. 1/2003" te noemen), mondelinge verklaringen overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad, en inspecties door of namens de Commissie overeenkomstig de artikelen 20, 21 of 22 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad, alsmede informatie die is verkregen ingevolge de toepassing van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad;

    g) wordt onder "in het kader van een verzoek om immuniteit of clementie verkregen informatie" verstaan:

    i) wat Canada betreft, informatie die door een aanvrager aan de mededingingsautoriteit is verstrekt in ruil voor hetzij de toekenning van strafrechtelijke immuniteit, hetzij een aanbeveling voor clementie, door het Openbaar Ministerie, in een strafprocedure, en

    ii) wat de Europese Unie betreft, informatie die is verkregen overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboetes en vermindering van geldboetes in kartelzaken (PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17);

    h) wordt onder "in het kader van de schikkingsprocedure verkregen informatie" verstaan: wat de Europese Unie betreft, informatie die is verkregen krachtens artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag 2 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18);

    i) wordt onder "persoonsgegevens" verstaan: alle informatie, in welke vorm ook, betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

    3. Elke verwijzing in deze overeenkomst naar een specifieke bepaling van het mededingingsrecht van een partij wordt gelezen als een verwijzing naar die bepaling zoals van tijd tot tijd gewijzigd, en naar elke bepaling die in de plaats komt van eerstgenoemde bepaling.

    II. Kennisgeving

    1. Elke partij doet op de in dit artikel en in artikel IX vastgestelde wijze aan de andere partij kennisgeving van handhavend optreden dat gewichtige belangen van de andere partij kan raken.

    2. Als handhavend optreden dat gewichtige belangen van de andere partij kan raken en derhalve normaliter omstandigheden doet ontstaan die een kennisgeving vereisen, wordt beschouwd elk optreden:

    i) dat van belang is voor handhavend optreden van de andere partij;

    ii) dat betrekking heeft op concurrentieverstorende activiteiten, andere dan fusies of verwervingen, die geheel of ten dele op het grondgebied van de andere partij plaatsvinden;

    iii) dat betrekking heeft op gedragingen die worden geacht door de andere partij of door een van haar provincies of lidstaten te zijn vereist, aangemoedigd of goedgekeurd;

    iv) dat betrekking heeft op een fusie of verwerving, waarbij

    één of meer partijen bij de verrichting, of

    een onderneming die zeggenschap heeft over één of meer partijen bij de verrichting,

    een onderneming is die is opgericht of georganiseerd overeenkomstig het recht van de andere partij of van een van haar provincies of lidstaten;

    v) ten aanzien waarvan een mededingingsautoriteit herstelmaatregelen oplegt of om herstelmaatregelen verzoekt, ten gevolge waarvan bepaalde gedragingen op het grondgebied van de andere partij vereist of verboden zouden zijn; of

    vi) in verband waarmee een van de partijen informatie verlangt die zich op het grondgebied van de andere partij bevindt.

    3. Een kennisgeving als bedoeld in dit artikel wordt in de regel verricht zodra een mededingingsautoriteit weet krijgt van omstandigheden die een kennisgeving vereisen, en hoe dan ook overeenkomstig de leden 4 tot en met 7 van dit artikel.

    4. Wanneer zich met betrekking tot fusies of verwervingen omstandigheden voordoen die een kennisgeving vereisen, wordt die kennisgeving verricht:

    a) wat de Europese Unie betreft, wanneer overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een mededeling in het Publicatieblad wordt gepubliceerd, en

    b) wat Canada betreft, uiterlijk op het tijdstip waarop zijn mededingingsautoriteit met betrekking tot de verrichting een schriftelijk verzoek om informatie onder eed of onder belofte uitbrengt, of een bevel krachtens section 11 van de Competition Act krijgt.

    5. a) Wanneer de mededingingsautoriteit van een partij verlangt dat een persoon informatie, documenten of andere gegevens verstrekt die zich op het grondgebied van de andere partij bevinden, of dat een persoon die zich op het grondgebied van de andere partij bevindt, in een procedure mondeling getuigt of bij een ondervraging aanwezig is, wordt hiervan kennisgeving gedaan uiterlijk op het tijdstip van het verzoek.

    b) Zelfs wanneer reeds eerder overeenkomstig artikel II, leden 1 tot en met 3, kennisgeving is gedaan van het handhavend optreden in verband waarmee de informatie wordt verlangd, is een kennisgeving als bedoeld onder a) van dit lid vereist. Een afzonderlijke kennisgeving voor elk later verzoek om informatie van dezelfde persoon in de loop van het handhavend optreden is evenwel slechts vereist wanneer de geadresseerde partij daar uitdrukkelijk om verzoekt of de partij die de informatie verlangt, kennis krijgt van nieuwe feiten die gewichtige belangen van de geadresseerde partij raken.

    6. Wanneer zich omstandigheden voordoen die een kennisgeving vereisen, wordt die kennisgeving ruim vóór elk van de hierna vermelde gebeurtenissen verricht, zodat rekening kan worden gehouden met het standpunt van de andere partij:

    a) wat de Europese Unie betreft,

    i) het besluit van hun mededingingsautoriteit om op grond van artikel 6, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 139/2004 met betrekking tot de concentratie een procedure in te leiden;

    ii) in andere gevallen dan fusies en verwervingen, het uitbrengen van een mededeling van punten van bezwaar; of

    iii) het vaststellen van een besluit of het treffen van een schikking, en

    b) wat Canada betreft:

    i) het instellen van een vordering bij het Competition Tribunal;

    ii) het instellen van een strafvervolging, of

    iii) een schikking bij wege van een verbintenis of een consent order (bij beschikking vastgesteld vergelijk).

    7. a) Elke partij doet aan de andere partij ook kennisgeving van het feit dat haar mededingingsautoriteit intervenieert in, of anderszins deelneemt aan, een administratieve of gerechtelijke procedure, indien de aangelegenheden waarop de interventie of de deelname betrekking heeft, gewichtige belangen van de andere partij kunnen raken. Een kennisgeving als bedoeld in dit lid is slechts vereist met betrekking tot:

    i) administratieve of gerechtelijke procedures die openbaar zijn, en

    ii) een interventie of deelname die openbaar is en onder formele procedures valt.

    b) De kennisgeving wordt verricht op het tijdstip van de interventie of de deelname, of zo spoedig mogelijk nadien.

    8. Kennisgevingen moeten voldoende gedetailleerd zijn om de geadresseerde partij in staat te stellen voorshands te beoordelen wat de gevolgen van het handhavend optreden voor haar eigen gewichtige belangen zijn. Ze bevatten, onverminderd de nationale rechtsvoorschriften, de naam en het adres van de betrokken natuurlijke personen en rechtspersonen, de aard van de onderzochte activiteiten en de relevante wettelijke bepalingen.

    9. Kennisgevingen als bedoeld in dit artikel worden op de in artikel IX vastgestelde wijze tot de geadresseerde partij gericht.

    III. Overleg

    1. Elke partij kan met betrekking tot aangelegenheden die met deze overeenkomst verband houden, om overleg verzoeken. In het verzoek moeten de redenen voor het verzoek worden opgegeven en moet worden aangegeven of proceduretermijnen of andere dwingende redenen een bespoediging van het overleg vereisen. Elke partij verbindt zich ertoe om desgevraagd onverwijld overleg te plegen, teneinde tot een conclusie te komen die in overeenstemming is met de in deze overeenkomst neergelegde beginselen.

    2. Bij overleg als bedoeld in lid 1

    a) neemt de mededingingsautoriteit van elke partij de opmerkingen van de andere partij aandachtig in overweging, met inachtneming van de in deze overeenkomst neergelegde beginselen, en is zij bereid de andere partij uitleg te verschaffen over de specifieke resultaten van de toepassing van die beginselen op de ter discussie staande aangelegenheid, en

    b) verstrekt de mededingingsautoriteit van elke partij de andere mededingingsautoriteit zo veel informatie als wettelijk mogelijk is, teneinde een zo breed mogelijke discussie over de relevante aspecten van een bepaalde verrichting mogelijk te maken.

    IV. Coördinatie van handhavend optreden

    1. De mededingingsautoriteit van elke partij verleent die van de andere partij bijstand bij haar handhavend optreden, voor zover zulks met de wetgeving en de gewichtige belangen van eerstgenoemde partij verenigbaar is.

    2. In gevallen waarin de mededingingsautoriteiten van beide partijen er belang bij hebben met betrekking tot onderling verband houdende situaties handhavend op te treden, kunnen zij overeenkomen dat het in hun wederzijds belang is hun optreden te coördineren. Bij de beoordeling of in een bepaald geval een volledige of gedeeltelijke coördinatie van handhavend optreden wenselijk is, neemt de mededingingsautoriteit van elke partij het volgende in aanmerking:

    i) hoe een dergelijke coördinatie van invloed is op het vermogen van de mededingingsautoriteit van elke partij om de met haar handhavend optreden beoogde doelstellingen te bereiken;

    ii) in hoeverre de mededingingsautoriteit van elke partij in staat is de voor het handhavend optreden noodzakelijke informatie te verkrijgen;

    iii) in hoeverre de mededingingsautoriteit van elke partij in verband met de betrokken concurrentieverstorende activiteiten doeltreffende voorlopige of definitieve herstelmaatregelen kan nemen;

    iv) of efficiënter gebruik kan worden gemaakt van middelen; en

    v) of de kosten voor de personen ten aanzien van wie handhavend wordt opgetreden, kunnen worden verminderd.

    3. a) De mededingingsautoriteiten van de partijen kunnen hun handhavend optreden coördineren door voor een bepaalde aangelegenheid een tijdschema overeen te komen, met inachtneming van hun eigen wetgeving en gewichtige belangen. Een dergelijke coördinatie, zoals overeengekomen door de mededingingsautoriteiten van de partijen, kan resulteren in een handhavend optreden van de mededingingsautoriteit van een of van beide partijen, afhankelijk van de wijze waarop hun doelstellingen het best kunnen worden bereikt.

    b) In geval van coördinatie van handhavend optreden tracht de mededingingsautoriteit van elke partij er zo veel mogelijk voor te zorgen dat de doelstellingen van de andere partij ook worden bereikt.

    c) Elke partij kan de andere partij er te allen tijde van in kennis stellen dat zij voornemens is de coördinatie te beperken of te beëindigen, en haar handhavend optreden onafhankelijk en met inachtneming van de overige bepalingen van deze overeenkomst voort te zetten. 

    V. Samenwerking met betrekking tot concurrentieverstorende activiteiten op het grondgebied van een partij die de belangen van de andere partij schaden

    1. De partijen nemen er nota van dat op het grondgebied van een partij concurrentieverstorende activiteiten kunnen plaatsvinden die niet alleen in strijd zijn met het mededingingsrecht van die partij, maar ook gewichtige belangen van de andere partij schaden. De partijen komen overeen dat het in hun beider belang is dergelijke concurrentieverstorende activiteiten tegen te gaan.

    2. Wanneer een partij redenen heeft om aan te nemen dat haar gewichtige belangen worden geschaad of kunnen worden geschaad door concurrentieverstorende activiteiten die op het grondgebied van de andere partij plaatsvinden, kan zij verzoeken dat de mededingingsautoriteit van laatstgenoemde partij op passende wijze handhavend optreedt. De verzoekende partij moet zo nauwkeurig mogelijk aangeven om welke concurrentieverstorende activiteiten het gaat en op welke wijze ze haar belangen raken, en moet zich bereid verklaren ervoor te zorgen dat haar mededingingsautoriteit alle mogelijke medewerking verleent, onder meer door het verstrekken van nadere informatie.

    3. De aangezochte partij treedt met de verzoekende partij in overleg, en de mededingingsautoriteit van de aangezochte partij onderzoekt het verzoek zorgvuldig en met welwillende aandacht alvorens te beslissen of zij met betrekking tot de daarin beschreven concurrentieverstorende activiteiten al dan niet tot een handhavend optreden of tot uitbreiding van een dergelijk optreden overgaat. De mededingingsautoriteit van de aangezochte partij deelt onverwijld en met opgave van redenen haar beslissing aan de verzoekende partij mee. Wanneer tot een handhavend optreden wordt overgegaan, houdt de mededingingsautoriteit van de aangezochte partij de verzoekende partij op de hoogte van de belangrijke ontwikkelingen en van het resultaat van dat optreden.

    4. Dit artikel beperkt op generlei wijze de vrijheid van de mededingingsautoriteit van de aangezochte partij om overeenkomstig haar mededingingsrecht en haar handhavingsbeleid te beslissen of zij al dan niet handhavend optreedt met betrekking tot de in het verzoek beschreven concurrentieverstorende activiteiten, en belet evenmin de mededingingsautoriteit van de verzoekende partij om handhavend op te treden met betrekking tot die concurrentieverstorende activiteiten.

    VI. Voorkoming van conflicten

    1. In het kader van haar wetgeving en voor zover zulks verenigbaar is met haar gewichtige belangen, neemt elke partij, rekening houdend met het in artikel I omschreven doel van deze overeenkomst, in alle stadia van haar handhavend optreden, en onder meer met betrekking tot de beslissing om over te gaan tot handhavend optreden, de omvang van dat handhavend optreden en de aard van de in elke zaak te treffen sancties of herstelmaatregelen, bijzondere aandacht voor de gewichtige belangen van de andere partij.

    2. Wanneer blijkt dat het handhavend optreden van een partij gewichtige belangen van de andere partij kan schaden, tracht elke partij met inachtneming van de hierboven uiteengezette algemene beginselen naar best vermogen de strijdige belangen van de partijen op passende wijze met elkaar te verzoenen, waarbij elke partij alle relevante factoren en met name het volgende in aanmerking neemt:

    i) in welke mate gedragingen op het grondgebied van de ene dan wel de andere partij voor de betrokken concurrentieverstorende activiteiten van betekenis zijn;

    ii) in welke mate de concurrentieverstorende activiteiten gevolgen voor gewichtige belangen van de ene dan wel de andere partij kunnen hebben, en in hoeverre die gevolgen voorzienbaar zijn;

    iii) of bij degenen die bij de concurrentieverstorende activiteiten betrokken zijn, al dan niet het opzet aanwezig is om consumenten, producenten of concurrenten op het grondgebied van de handhavend optredende partij te beïnvloeden;

    iv) in welke mate het handhavend optreden strijdig dan wel verenigbaar is met de wetgeving of het officiële economische beleid van de andere partij, zoals die tot uitdrukking komen in de toepassing van of in beslissingen krachtens hun respectieve mededingingsrecht;

    v) of door de partijen tegenstrijdige verplichtingen aan natuurlijke personen of rechtspersonen zullen worden opgelegd;

    vi) of al dan niet sprake is van redelijke verwachtingen waaraan het handhavend optreden tegemoet zou komen of die erdoor zouden worden tenietgedaan;

    vii) waar de relevante activa zich bevinden;

    viii) in welke mate een herstelmaatregel, om doeltreffend te zijn, op het grondgebied van de andere partij ten uitvoer moet worden gelegd;

    ix) dat negatieve gevolgen voor gewichtige belangen van de andere partij zoveel mogelijk moeten worden beperkt, met name bij de tenuitvoerlegging van maatregelen tot herstel van concurrentieverstorende effecten op het grondgebied van die partij, en

    x) in welke mate een handhavend optreden van de andere partij ten aanzien van dezelfde personen, inclusief daaruit voortvloeiende rechterlijke beslissingen of verbintenissen, zouden worden beïnvloed.

    VII. Bespreking en doorgifte van informatie

    1. De partijen komen ter bevordering van de in artikel I van deze overeenkomst neergelegde beginselen overeen dat het in hun gemeenschappelijk belang is van gedachten te wisselen en informatie te bespreken en door te geven, zoals bepaald in dit artikel en in de artikelen VIII en XI, om een doeltreffende toepassing van hun respectieve mededingingsrecht te vergemakkelijken en de kennis van elkaars handhavingsbeleid en handhavend optreden te verbeteren.

    2. De mededingingsautoriteiten kunnen zo nodig van gedachten wisselen en informatie in hun bezit, inclusief in de loop van het onderzoek verkregen informatie, bespreken met het oog op de samenwerking en de coördinatie waarin deze overeenkomst voorziet.

    3. De mededingingsautoriteiten mogen informatie in hun bezit onderling uitwisselen wanneer de persoon of de onderneming die de informatie heeft verstrekt, daartoe uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven. Wanneer informatie in het bezit van een mededingingsautoriteit persoonsgegevens bevat, mogen die gegevens slechts worden doorgegeven wanneer beide mededingingsautoriteiten dezelfde of een verwante gedraging of verrichting onderzoeken.

    4. Behalve wanneer de in lid 3 bedoelde toestemming is gegeven, mag een mededingingsautoriteit, op verzoek van de andere mededingingsautoriteit, in de loop van het onderzoek verkregen informatie slechts doorgeven aan de verzoekende mededingingsautoriteit indien:

    a) de informatie reeds in haar bezit is; en

    b) de informatie betrekking heeft op het onderzoek, door beide mededingingsautoriteiten, van dezelfde of een verwante gedraging of verrichting.

    5. Een verzoek overeenkomstig lid 4 wordt schriftelijk ingediend en omvat een algemene beschrijving van het onderwerp, de aard van het handhavend optreden waarop het verzoek betrekking heeft, en de eventueel toepasselijke wettelijke bepalingen.

    6. De mededingingsautoriteit die een verzoek overeenkomstig lid 4 ontvangt, bepaalt, in overleg met de verzoekende mededingingsautoriteit, welke in haar bezit zijnde informatie relevant is en mag worden doorgegeven.

    7. Onverminderd de leden 2, 3 en 4 van dit artikel mag de mededingingsautoriteit van een partij niet van gedachten wisselen over in de loop van het onderzoek verkregen informatie, noch die informatie bespreken of doorgeven, wanneer het gebruik ervan voor haar handhavend optreden verboden is volgens de procedurele rechten en waarborgen die in het kader van de wetgeving van die partij worden gegarandeerd, met name:

    a) het recht om niet tegen zichzelf te getuigen; en

    b)

    i) wat Canada betreft, de bescherming van het beroepsgeheim van advocaten; en

    ii) wat de Europese Unie betreft, de bescherming van het beroepsgeheim.

    8. Geen van beide mededingingsautoriteiten is verplicht informatie mee te delen aan de andere mededingingsautoriteit, met name wanneer dit onverenigbaar zou zijn met gewichtige belangen van een partij of wanneer op het ogenblik van het verzoek onvoldoende middelen beschikbaar zijn.

    9. Een mededingingsautoriteit mag in het kader van een verzoek om immuniteit of clementie verkregen informatie of, in het geval van de Europese Unie, in het kader van de schikkingsprocedure verkregen informatie, niet bespreken of doorgeven, noch hierover van gedachten wisselen, tenzij de persoon of de onderneming die de informatie aan de mededingingsautoriteit verstrekt, daartoe uitdrukkelijke schriftelijke toestemming geeft.

    10. Wanneer een mededingingsautoriteit ontdekt dat een krachtens dit artikel doorgegeven document onjuiste informatie bevat, stelt zij de andere mededingingsautoriteit daarvan zodra dat redelijkerwijs mogelijk is in kennis, en neemt die mededingingsautoriteit corrigerende maatregelen.

    11. Alle informatie die in het kader van deze overeenkomst wordt verstrekt of uitgewisseld, mag rechtstreeks tussen de mededingingsautoriteiten worden doorgegeven.

    12. In geval van een conflict met een overeenkomst of regeling betreffende de verstrekking of uitwisseling van gerubriceerde informatie ingevolge de overeenkomst tussen Canada en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde informatie hebben de bepalingen van deze overeenkomst voorrang.

    VIII. Vertrouwelijkheid en gebruik van informatie

    1. Tenzij de partijen anders overeenkomen, bewaart elke partij, voor zover haar wetgeving dit mogelijk maakt, de vertrouwelijkheid van alle informatie die haar in het kader van deze overeenkomst door de andere partij in vertrouwen wordt verstrekt, inclusief het feit dat een verzoek om informatie is meegedeeld of ontvangen.

    2. De mededingingsautoriteit van elke partij weigert, voor zover haar wetgeving dit mogelijk maakt, in te gaan op verzoeken van derden om mededeling van informatie als bedoeld in lid 1 voor andere doeleinden dan handhavend optreden door die mededingingsautoriteit uit hoofde van deze overeenkomst, tenzij die mededeling:

    a) is gedaan aan personen of ondernemingen ten aanzien waarvan handhavend wordt opgetreden uit hoofde van het mededingingsrecht van de partij wier mededingingsautoriteit de informatie heeft ontvangen, en tegen wie de informatie kan worden gebruikt, indien een dergelijke mededeling door het recht van die partij is vereist;

    b) is gedaan aan rechtbanken in de loop van een rechterlijke toetsingsprocedure, in voorkomend geval, of

    c) onontbeerlijk is voor de uitoefening van een fundamenteel recht op toegang tot documenten krachtens het recht van de partij.

    3. In geval van mededeling van informatie als bedoeld in lid 1 garandeert de mededingingsautoriteit die de informatie ontvangt, dat bedrijfsgeheimen beschermd blijven voor zover de toepasselijke wetgevingen van die partij dit mogelijk maken.

    4. Wanneer de mededingingsautoriteit die de informatie heeft ontvangen, wettelijk verplicht is in lid 1 bedoelde informatie, die door de andere mededingingsautoriteit uit hoofde van deze overeenkomst is doorgegeven, mee te delen, stelt zij de andere mededingingsautoriteit binnen een redelijke termijn in kennis van deze mededeling.

    5. Wanneer persoonsgegevens worden doorgegeven, zijn de beginselen van bijlage C van toepassing.

    6. Informatie die met de mededingingsautoriteit van een partij in het kader van deze overeenkomst wordt besproken of aan haar wordt doorgegeven, met uitzondering van overeenkomstig artikel II doorgegeven informatie, wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de handhaving van het mededingingsrecht van die partij. Overeenkomstig artikel II doorgegeven informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de toepassing van deze overeenkomst.

    7. Informatie die in de loop van het onderzoek is verkregen en in het kader van deze overeenkomst met de andere mededingingsautoriteit wordt besproken of aan haar wordt doorgegeven, wordt door de verzoekende mededingingsautoriteit uitsluitend gebruikt voor de handhaving van het mededingingsrecht door die mededingingsautoriteit met betrekking tot dezelfde of een verwante gedraging of verrichting.

    8. Op grond van artikel VII, lid 4, doorgegeven informatie wordt door de verzoekende mededingingsautoriteit uitsluitend gebruikt voor de in het verzoek overeenkomstig artikel VII, lid 4, genoemde doeleinden.

    9. Uit hoofde van deze overeenkomst doorgegeven informatie wordt niet gebruikt om gevangenisstraffen op te leggen aan natuurlijke personen.

    10. Een mededingingsautoriteit kan eisen dat in het kader van deze overeenkomst doorgegeven informatie slechts onder bepaalde, door haar vastgestelde voorwaarden wordt gebruikt. De ontvangende mededingingsautoriteit gebruikt deze informatie niet op een wijze die strijdig is met die voorwaarden zonder de voorafgaande instemming van de verstrekkende mededingingsautoriteit.

    11. Wanneer een mededingingsautoriteit constateert dat zij, ondanks al haar inspanningen, informatie bij toeval heeft gebruikt of meegedeeld op een wijze die in strijd is met dit artikel, brengt zij de andere mededingingsautoriteit hiervan onverwijld op de hoogte. De mededingingsautoriteiten voeren onmiddellijk overleg over maatregelen om de uit een dergelijk gebruik of een dergelijke mededeling van informatie voortvloeiende schade tot een minimum te beperken en te voorkomen dat een dergelijke situatie zich herhaalt.

    IX – Mededeling aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

    1. De Europese Commissie

    a) licht, wanneer zij een kennisgeving van de mededingingsautoriteit van Canada ontvangt, de bevoegde autoriteiten van een lidstaat waarvan gewichtige belangen worden geraakt door de aan de Europese Commissie door de mededingingsautoriteit van Canada overeenkomstig artikel II verzonden kennisgevingen, hierover in;

    b) licht, na overleg te hebben gepleegd met de mededingingsautoriteit van Canada, de bevoegde autoriteiten van een lidstaat waarvan gewichtige belangen worden geraakt door samenwerking bij en coördinatie van handhavend optreden krachtens de artikelen IV en V, in over een dergelijke samenwerking of coördinatie;

    c) mag door de mededingingsautoriteit van Canada op grond van artikel VII doorgegeven informatie uitsluitend meedelen:

    i) aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, om haar verplichtingen uit hoofde van de artikelen 11 en 14 van Verordening (EG) nr. 1/2003 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 139/2004 na te komen; en

    ii) aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, om haar verplichtingen uit hoofde van de artikelen 6 en 7 van protocol nr. 23 bij de EER-Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen de toezichthoudende instanties na te komen.

    2. De Europese Commissie ziet erop toe dat informatie die niet voor eenieder toegankelijk is en die overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan de bevoegde autoriteiten van een lidstaat of aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wordt meegedeeld, niet wordt gebruikt voor enig ander doel dan de handhaving van het mededingingsrecht van de Europese Unie door de Europese Commissie, en dat dergelijke informatie niet wordt meegedeeld aan een andere partij zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de mededingingsautoriteit van Canada.

    X. Halfjaarlijkse bijeenkomsten

    1. Ter bevordering van het gemeenschappelijk belang van de partijen bij samenwerking en coördinatie met betrekking tot hun handhavend optreden wordt tweemaal per jaar, of wanneer de mededingingsautoriteiten van de partijen daartoe besluiten, een bijeenkomst van bevoegde ambtenaren van de mededingingsautoriteiten van de partijen belegd, om: a) informatie over hun handhavend optreden en hun prioriteiten op dat ogenblik uit te wisselen, b) informatie over economische sectoren van gemeenschappelijk belang uit te wisselen, c) door hen overwogen beleidswijzigingen te bespreken en d) andere aangelegenheden van wederzijds belang met betrekking tot de toepassing van het mededingingsrecht te bespreken.

    2. Van deze halfjaarlijkse bijeenkomsten wordt verslag uitgebracht aan het Gemengd Samenwerkingscomité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst voor commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en Canada.

    XI. Mededelingen uit hoofde van deze overeenkomst

    Mededelingen uit hoofde van deze overeenkomst, met inbegrip van kennisgevingen overeenkomstig artikel II en verzoeken overeenkomstig de artikelen III en V, kunnen door de mededingingsautoriteit van een partij hetzij mondeling, hetzij per telefoon of fax rechtstreeks tot de mededingingsautoriteit van de andere partij worden gericht, tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald. Kennisgevingen overeenkomstig artikel II en verzoeken overeenkomstig de artikelen III en V moeten evenwel onverwijld langs de gewone diplomatieke weg schriftelijk worden bevestigd.

    XII. Territoriaal toepassingsgebied

    Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, onder de in die verdragen neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Canada.

    XIII. Vigerende wetgeving

    Niets in deze overeenkomst verplicht een partij tot enig optreden dat in strijd is met haar vigerende wetgeving, of tot enige wijziging van haar wetgeving of die van haar provincies of lidstaten, met uitzondering van de artikelen VII en VIII, zoals zij gelden voor de Europese Unie. Ter wille van een grotere duidelijkheid verplicht niets in deze overeenkomst een partij tot enig optreden dat in strijd is met haar wetgeving inzake persoonsgegevens.

    XIV. Slotbepalingen

    1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd. De partijen stellen elkaar in kennis van de afwikkeling van de respectieve procedures. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van de laatste kennisgeving van goedkeuring. 

    2. Deze overeenkomst is van kracht tot en met de 60e dag volgende op de dag waarop een van beide partijen aan de andere partij schriftelijk kennisgeving doet dat zij de overeenkomst wenst te beëindigen.

    3. De partijen kunnen wijzigingen aan deze overeenkomst overeenkomen. Wanneer deze wijzigingen zijn overeengekomen en goedgekeurd overeenkomstig de toepasselijke wettelijke procedures van elke partij, vormen zij een integrerend deel van deze overeenkomst.

    4. Wanneer veranderingen in de geldende wetgeving van een van de partijen van invloed zijn op hun onderlinge samenwerking, treden zij in overleg met het oog op een wijziging van de overeenkomst.

    5. Deze overeenkomst komt in de plaats van de op 17 juni 1999 in Bonn ondertekende overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht.

    TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

    Gedaan te .............., in tweevoud, op ..........., in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Kroatische, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.


    BIJLAGE A

    OOSTENRIJK

    Bundeswettbewerbsbehörde (federale mededingingsautoriteit)

    BELGIË

    Autorité belge de la concurrence/Belgische mededingingsautoriteit

    BULGARIJE

    Комисията за защита на конкуренцията (commissie voor de bescherming van de mededinging)

    KROATIË

    Agencija za zaštitu tržišnog natjecanja (Kroatische mededingsautoriteit)

    CΥΡRUS

    Επιτροπή Προστασίας του Ανταγωνισμού -ΕΠΑ (commissie voor de bescherming van de mededinging)

    TSJECHIË

    Úřad pro ochranu hospodářské soutěže (bureau voor de bescherming van de mededinging)

    DENEMARKEN

    Konkurrence- og Forbrugerstyrelsen (Deense mededingings- en consumentenautoriteit)

    ESTLAND

    Konkurentsiamet (Estse mededingingsraad)

    FINLAND

    Kilpailu- ja kuluttajavirasto (Finse mededingings- en consumentenautoriteit - KKV)

    FRANKRIJK

    Autorité de la concurrence (Franse mededingingsautoriteit)

    DUITSLAND

    Bundeskartellamt (federaal kartelbureau)

    GRIEKENLAND

    Ετητροπή ανταγωνισμού (Griekse mededingingscommissie)

    HONGARIJE

    Gazdasági Versenyhivatal (GVH - Hongaarse mededingingsautoriteit)

    IERLAND

    The Competition Authority

    ITALIË

    Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato

    LETLAND

    Konkurences padome (mededingingsraad van de Republiek Letland)

    LITOUWEN

    Lietuvos Respublikos konkurencijos taryba (mededingingsraad van de Republiek Litouwen)

    LUXEMBURG

    Conseil de la concurrence

    MALTA

    Malta Competition and Consumer Affairs Authority / L-Awtorità ta’ Malta għall-Kompetizzjoni u għall-Affarijiet tal-Konsumatur

    NEDERLAND

    Autoriteit Consument & Markt (ACM)

    POLEN

    Urząd Ochrony Konkurencji i Konsumentów (bureau voor mededinging en consumentenbescherming)

    PORTUGAL

    Autoridade da Concorrência

    ROEMENIË

    Consiliul Concurenţei (mededingingsraad)

    SLOWAKIJE

    Protimonopolný úrad Slovenskej republiky (AMO - antimonopoliebureau van de Slowaakse Republiek)

    SLOVENIË

    Javna Agencija Republike Slovenije za varstvo konkurence (Sloveens agentschap voor de bescherming van de mededinging)

    SPANJE

    Comisión Nacional de la Competencia (CNMC)

    ZWEDEN

    Konkurrensverket (Zweedse mededingingsautoriteit)

    VERENIGD KONINKRIJK

    Competition and Markets Authority

    BIJLAGE B

    VERKLARING VAN DE COMMISSIE

    (betreffende de aan de lidstaten te verstrekken informatie)

    In overeenstemming met de beginselen die de betrekkingen tussen de Commissie en de lidstaten bij de toepassing van de mededingingsregels beheersen, zoals die bijvoorbeeld in Verordening nr. 1/2003 en Verordening (EG) nr. 139/2004 zijn neergelegd, en in overeenstemming met artikel IX van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht:

    doet de Commissie de kennisgeving die zij toezendt aan of ontvangt van de mededingingsautoriteit van Canada, toekomen aan de lidstaat of lidstaten waarvan gewichtige belangen worden geraakt. De lidstaten worden hiervan zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, en in de taal waarin de kennisgeving is verzonden, in kennis gesteld. Wanneer de Commissie aan de Canadese autoriteiten informatie toezendt, worden de lidstaten hiervan gelijktijdig in kennis gesteld;

    stelt de Commissie de lidstaat of lidstaten waarvan gewichtige belangen worden geraakt, ook zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is in kennis van iedere samenwerking bij of coördinatie van handhavend optreden.

    Voor de toepassing van deze verklaring wordt ervan uitgegaan dat gewichtige belangen van een lidstaat worden geraakt wanneer het betrokken handhavend optreden:

    i) van belang is voor een handhavend optreden van de lidstaat;

    ii) betrekking heeft op concurrentieverstorende activiteiten, andere dan fusies of verwervingen, die geheel of ten dele op het grondgebied van de lidstaat plaatsvinden;

    iii) betrekking heeft op gedragingen die worden geacht door de lidstaat te zijn vereist, aangemoedigd of goedgekeurd;

    iv) betrekking heeft op een fusie of verwerving waarbij

    één of meer partijen bij de verrichting, of

    een onderneming die zeggenschap heeft over één of meer partijen bij de verrichting,

    een onderneming is die is opgericht of georganiseerd overeenkomstig het recht van de lidstaat;

    v) ten aanzien waarvan herstelmaatregelen worden opgelegd of om herstelmaatregelen wordt verzocht ten gevolge waarvan bepaalde gedragingen op het grondgebied van de lidstaat vereist of verboden zouden zijn; of

    vi) gepaard gaat met een verzoek van de mededingingsautoriteit van Canada om informatie die zich op het grondgebied van de lidstaat bevindt.

    Voorts zal de Commissie ten minste tweemaal per jaar tijdens bijeenkomsten van regeringsdeskundigen op het gebied van de mededinging alle lidstaten inlichten over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, en met name over de contacten die met de mededingingsautoriteit van Canada hebben plaatsgevonden met betrekking tot de mededeling van door de Commissie uit hoofde van de overeenkomst ontvangen informatie aan de lidstaten.



    BIJLAGE C

    Beschermingsbeginselen voor in het kader van de overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens

    Toezicht

    1. Op de waarborgen ten aanzien van de verwerking van in het kader van deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens wordt toezicht gehouden door een onafhankelijke openbare autoriteit of een met administratieve middelen ingestelde autoriteit die haar taken onpartijdig verricht en aantoonbaar autonoom handelt. De autoriteit beschikt over doeltreffende bevoegdheden om onderzoek te doen naar de naleving van de toepasselijke voorschriften voor verzameling, gebruik, mededeling, bewaring of verwijdering van in het kader van deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens. Zij mag nalevingstoetsingen en -onderzoeken verrichten, verslag uitbrengen over haar bevindingen en aanbevelingen doen aan de bevoegde mededingingsautoriteit. De toezichthoudende autoriteit is bevoegd om in voorkomend geval bij overtredingen van deze overeenkomst vervolging te doen instellen of tuchtmaatregelen voor te stellen.

    2. De toezichthoudende autoriteit ziet erop toe dat klachten in verband met inbreuken op de verwerking van persoonsgegevens krachtens deze overeenkomst worden ontvangen, onderzocht en beantwoord en een passend gevolg krijgen. 

    Transparantie

    3. De mededingingsautoriteiten stellen de volgende gegevens beschikbaar op hun websites:

    a) een lijst van hun wetgeving op grond waarvan het verzamelen van persoonsgegevens krachtens deze overeenkomst is toegestaan;

    b) de redenen voor het verzamelen van persoonsgegevens;

    c) de wijze waarop persoonsgegevens worden beschermd;

    d) de wijze waarop en de mate waarin de persoonsgegevens mogen worden meegedeeld;

    e) informatie betreffende toegang, correctie, annotatie en rechtsmiddelen;

    f) contactgegevens voor inlichtingen en

    g) informatie betreffende administratieve en gerechtelijke rechtsmiddelen.

    Toegang voor personen

    4. De mededingingsautoriteiten zien erop toe dat eenieder toegang kan krijgen tot zijn krachtens deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens, en

    a) verstrekken de betrokkene een afschrift van zijn persoonsgegevens indien hij of zij daar schriftelijk om verzoekt;

    b) beantwoorden elk verzoek schriftelijk;

    c) verlenen de betrokkene toegang tot geregistreerde informatie die bevestigt dat de persoonsgegevens van de betrokkene zijn meegedeeld, indien hij of zij om die bevestiging vraagt;

    d) verstrekken de wettelijke of feitelijke redenen voor weigering van toegang tot de persoonsgegevens van de betrokkene;

    e) lichten de betrokkene in indien de persoonsgegevens niet beschikbaar zijn;

    f) lichten de betrokkene in dat hij of zij een klacht kan indienen en volgens welke procedure dat moet gebeuren.

    Correctie of annotatie op verzoek van de betrokkene

    5. De mededingingsautoriteiten zien erop toe dat eenieder kan verzoeken om correctie van zijn krachtens deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens.

    6. De mededingingsautoriteiten behandelen alle schriftelijke verzoeken om correctie en, binnen een redelijke termijn,

    a) corrigeren zij de persoonsgegevens en delen zij de betrokkene mee dat de correctie is verricht; of

    b) weigeren zij de correctie geheel of gedeeltelijk, en

    i) voegen zij een annotatie toe aan de persoonsgegevens met vermelding van de gevraagde, maar geweigerde correctie;

    ii) delen zij de betrokkene mee dat:

    A) het correctieverzoek is geweigerd, met opgave van de wettelijke of feitelijke redenen voor de weigering; en

    B) de onder i) vermelde annotatie aan de persoonsgegevens is toegevoegd; en

    c) lichten zij de betrokkene in dat hij of zij een klacht kan indienen en volgens welke procedure dat moet gebeuren.

    Beperkingen betreffende toegang, correctie en annotatie

    7. De mededingingsautoriteiten kunnen aan de bepalingen in de leden 4 tot en met 6 beperkingen stellen indien de wet hierin voorziet, wanneer dit nodig is voor

    a) de integriteit van een lopend officieel onderzoek door de in deze overeenkomst bedoelde bevoegde autoriteiten,

    b) de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten en civielrechtelijke overtredingen die verband houden met de onder deze overeenkomst vallende activiteiten; of

    c) toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, ook al is dit incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst.

    Administratieve en gerechtelijke rechtsmiddelen

    8. Elke partij ziet erop toe dat de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit klachten van personen betreffende toegang tot of correctie of annotatie van hun uit hoofde van deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens ontvangt, onderzoekt en beantwoordt. De bevoegde autoriteit licht de klager in over de wijze waarop deze een voorziening in rechte kan instellen als bedoeld in lid 9.

    9. Elke partij ziet erop toe dat eenieder die meent dat zijn of haar rechten zijn geschonden als gevolg van een beslissing of een handeling met betrekking tot zijn of haar krachtens deze overeenkomst doorgegeven persoonsgegevens, toegang heeft tot doeltreffende voorzieningen in rechte overeenkomstig het toepasselijke recht van de betrokken partij, in de vorm van een rechterlijke toetsing of elk ander middel, waaronder schadeloosstelling.

    Bewaring van persoonsgegevens

    10. Krachtens deze overeenkomst verkregen persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig is voor de specifieke doeleinden waarvoor zij zijn doorgegeven krachtens deze overeenkomst.

    Definitie

    11. In deze bijlage wordt verstaan onder "onafhankelijke openbare autoriteit":

    a) wat Canada betreft, de Privacy Commissioner, die is aangewezen op grond van section 53 van de Privacy Act, R.S.C., 1985, c. P-21, alsmede alle bepalingen tot wijziging daarvan, en

    b) wat de Europese Unie betreft, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, die is aangewezen op grond van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1), alsmede alle bepalingen tot wijziging van voornoemde bepalingen.

    (1) Overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag van Lissabon zijn de artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap hernummerd tot de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
    (2) Overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag van Lissabon zijn de artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap hernummerd tot de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
    Top