EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 5.10.2016
COM(2016) 639 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Achtste verslag van de Commissie over de werking van het stelsel voor de controle van de traditionele eigen middelen (2013-2015) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)
1.
Inleiding
|
Over de werking van het stelsel voor de controle van de traditionele eigen middelen (hierna als "TEM" afgekort) wordt door de Commissie op gezette tijden verslag uitgebracht aan het Europees Parlement en de Raad
.
De rechtsgrond voor het stelsel voor de controle van de TEM wordt gevormd door Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007
, Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000
en Verordening (EG, Euratom) nr. 1026/1999 van de Raad van 10 mei 1999
.
|
Traditionele eigen middelen (TEM): douanerechten die op de invoer van producten uit derde landen worden geheven, en suikerheffingen. In de periode 2013-2015 ging het om een bedrag van ruim 50 miljard EUR dat ter beschikking werd gesteld (netto). Het jaargemiddelde bedroeg 16,8 miljard EUR.
|
Dit verslag is het achtste verslag van dit type en beschrijft en analyseert de werking van het stelsel voor de controle van de TEM voor de periode 2013-2015
. Er wordt verslag uitgebracht over de controles van de Europese Commissie met betrekking tot de traditionele eigen middelen in die periode, met name over:
de door de Commissie ter plaatse in de lidstaten uitgevoerde controles en de follow-up daarvan;
de follow-up van de voorlopige bevindingen van de Europese Rekenkamer;
het onderzoek van afgeboekte oninbare schuldvorderingen;
de behandeling van fouten van de lidstaten die een verlies van TEM met zich meebrengen;
het beheer van de databank voor fraude en onregelmatigheden (OWNRES);
de proefprojecten voor controles van de A- en B-boekhoudingen door de lidstaten;
de bijstand aan de kandidaat-lidstaten.
2.
Kader en methodologie van de TEM-controles
2.1.
Regelgevend en operationeel kader voor TEM
De verantwoordelijkheid voor de inning van de TEM wordt aan de lidstaten gedelegeerd. Zij moeten de geïnde rechten ter beschikking stellen van de EU-begroting, en mogen 25 % van alle aan de Commissie ter beschikking gestelde TEM-bedragen behouden om de inningskosten te dekken
. De lidstaten zijn verplicht zelf controles uit te voeren en daarover verslag uit te brengen aan de Commissie.
De Commissie behoudt echter belangrijke controlebevoegdheden op dit gebied. Om toezicht op het systeem voor de inning van TEM te houden, kan de Commissie verschillende soorten controles uitvoeren: controles van de regelgeving, controles van bewijsstukken en controles ter plaatse. Daarnaast moet de Commissie ook antwoorden op de opmerkingen die de Rekenkamer in zijn jaarverslag, in speciale verslagen of in voorlopige bevindingen maakt, en op de opmerkingen en aanbevelingen van het Europees Parlement in het kader van de procedure voor het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting. De Commissie ziet toe op de correcte toepassing van de EU-voorschriften door de lidstaten en brengt verslag uit aan de begrotingsautoriteit.
De controleactiviteiten van de Commissie zijn gericht op drie welbepaalde doelstellingen:
|
Soorten controles:
Controles van de regelgeving: controle van de voorschriften van de lidstaten met betrekking tot het stelsel voor de inning van de TEM.
Controle van bewijsstukken: Onderzoek van de boekhouding en bestanden van de lidstaten, inclusief de verslagen van de lidstaten over oninbare schuldvorderingen.
Controles ter plaatse: controle van de conformiteit van nationale systemen en stavingsdocumenten met de EU-wetgeving, wat betreft zowel de boekhoudkundige als de douaneaspecten. Deze controles worden autonoom of samen met de betrokken lidstaten uitgevoerd.
|
zorg voor gelijke concurrentievoorwaarden tussen de lidstaten en marktdeelnemers, ongeacht de plaats van douanebehandeling van goederen in de Europese Unie. De Commissie moet toezien op de uniforme toepassing van de EU-voorschriften om concurrentieverstoringen te voorkomen;
verbetering van de toestand inzake invordering. De Commissie moet erop toezien dat de lidstaten hun verplichtingen inzake inning en terbeschikkingstelling van de TEM nakomen. Eventuele administratieve en financiële gevolgen moeten ook naar evenredigheid over de lidstaten worden verdeeld;
informatieverstrekking aan de begrotingsautoriteit. De Commissie kan aan de hand van de resultaten van de controles de doelmatigheid en de inzet van de lidstaten op het gebied van de inning en terbeschikkingstelling van de TEM beoordelen, de nodige maatregelen nemen om tekortkomingen te verhelpen en op basis daarvan verslag uitbrengen aan de begrotingsautoriteit.
2.2.
Doelstellingen en methodologie van de TEM-controles ter plaatse
Het algemene doel van de TEM-controles is na te gaan of de procedures in de lidstaten voldoen aan de toepasselijke EU-wetgeving en of de financiële belangen van de EU afdoende worden beschermd. Elk jaar worden verschillende thema's met betrekking tot douane en boekhouding onderzocht.
De controles ter plaatse van de Commissie zijn gebaseerd op een nauwkeurige methodologie, waarbij wordt nagegaan of de procedures in overeenstemming zijn met de EU-normen. De controles worden verricht volgens een jaarlijks controleprogramma, waarin verschillende thema's zijn vastgelegd voor de controles die in een of meerdere lidstaten moeten worden verricht. Aan de hand van een risicoanalyse wordt het controleprogramma gepland en de thema's geselecteerd. Alle controles worden uitgevoerd door middel van gestandaardiseerde procedures, waarbij op maat gemaakte auditinstrumenten worden gebruikt, namelijk vragenlijsten die vooraf aan de lidstaten worden toegestuurd en ter plaatse gebruikte checklists, met inbegrip van testprogramma's. Dit moet ervoor zorgen dat de controles worden uitgevoerd en de verslagen worden opgesteld op een samenhangende manier.
3.
Controles van de Commissie in de periode 2013-2015
In de periode 2013-2015 heeft de Commissie 86 controles verricht op grond van artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000. Zes van deze controles werden verricht volgens de gezamenlijke controleaanpak
.
Van de 288 bevindingen hadden er 122 (42,36 %) rechtstreekse financiële gevolgen en 63 (21,88 %) gevolgen voor de regelgeving. De Commissie heeft passende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de lidstaten de betrokken bedragen in voorkomend geval ter beschikking stellen van de EU-begroting.
|
86 controles hebben geleid tot 288 bevindingen.
Gezamenlijke controleaanpak: bijzondere vormen van geassocieerde controle waarbij de interne controlediensten van de lidstaten de controle (audit) verrichten volgens een methode die door de Commissie is goedgekeurd.
|
3.1.
Controles van het beheer van de douaneprocedures
In 2013 en 2015 waren de controles gericht op de binnenkomst van goederen in het douanegebied van de EU. De controles hadden betrekking op het aanbrengen van goederen bij de douane, de definitie, dekking en nauwkeurigheid van summiere aangiften voor tijdelijke opslag, de vergunningen voor tijdelijke opslagfaciliteiten, het toezicht op goederen in tijdelijke opslag en de tijdige en correcte vaststelling van rechten.
Vaak worden thematische rapporten opgesteld om de bevindingen die tijdens de controles van een specifiek thema worden vastgesteld en de follow-up daarvan te consolideren. Een thematisch rapport over binnenkomst is door het directoraat-generaal Begroting opgesteld en is op 4 december 2014 aan de lidstaten voorgelegd in het kader van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) en op 16 en 17 december 2014 aan de Groep douanebeleid. De acht in 2013 uitgevoerde controles en de drie in 2015 uitgevoerde controles hebben aangetoond dat de bezochte lidstaten het merendeel van de omschreven doelstellingen naar behoren in acht nemen. Niettemin zijn de lidstaten 32 bevindingen meegedeeld, waaronder kwesties op het gebied van de naleving en verzoeken om verbetering van hun procedures.
In 2013 en 2014 waren de controles gericht op de douaneregeling bijzondere bestemming, die in achttien lidstaten werd onderzocht. De controles hadden met name betrekking op de vergunningsprocedures, het douanetoezicht, de controle of aan de goederen de voorgeschreven bijzondere bestemming is gegeven en de tijdige en correcte boeking van de rechten bij invoer. De meegedeelde bevindingen betroffen hoofdzakelijk tekortkomingen bij de verlening van vergunningen voor bijzondere bestemmingen en bij het douanetoezicht, onvoldoende controles en inconsistenties in de douaneaangiften.
In 2014 waren de controles gericht op de follow-up die de lidstaten aan fraudegevallen en onregelmatigheden geven. De onderzochte thema's omvatten onder meer het beheer, de beoordeling en de follow-up van de risico-informatie over potentiële fraudegevallen en onregelmatigheden, de toepassing van de korting voor gemeenschappelijke prioritaire controlegebieden en de tijdige vaststelling en invordering van de schulden.
Een thematisch rapport hierover is ook door het directoraat-generaal Begroting opgesteld en is op 7 juli 2015 aan de lidstaten voorgelegd in het kader van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) en op 4 december 2015 aan de Groep douanebeleid. Naar aanleiding van de 20 controles werden 37 bevindingen meegedeeld aan de bezochte lidstaten, waarvan de meeste verbeteringen moeten doorvoeren aan de toezicht- en controleprocedures voor het beheer van risico-informatieformulieren en mededelingen in het kader van wederzijdse bijstand door uitgebreide risicoprofielen tijdig op te stellen om de vastgestelde risico's te dekken. De bevindingen en de follow-up ervan betroffen ook de inzet van de lidstaten, het toezicht op controles achteraf en andere follow-upmaatregelen.
In 2015 zijn vijf controles met betrekking tot het beheer van tariefschorsingen en -contingenten uitgevoerd om met name te onderzoeken of het voordeel van tariefschorsingen en -contingenten alleen werd toegekend aan personen die daarvoor in aanmerking komen en voor de ter beschikking gestelde hoeveelheden, of passende douanecontroles zijn uitgevoerd en of de overeenkomstige rechten correct zijn berekend en tijdig ter beschikking werden gesteld. De meeste lidstaten bleken te voldoen aan de EU-wetgeving waarmee een afdoende bescherming van de financiële belangen van de EU wordt gewaarborgd. Niettemin werden tekortkomingen vastgesteld ten aanzien van het beheer van tariefcontingenten, de verrichte controles en de terbeschikkingstelling van de TEM-bedragen in geval van gedeeltelijke toewijzing of weigering van een contingent. De Commissie heeft de betrokken lidstaten verzocht deze situatie snel te verhelpen.
Voorts werd het beheer van preferentiële tariefmaatregelen onderzocht in vier landen. In dit verband werd aandacht besteed aan de procedures en voorwaarden voor de toekenning van de preferentiële behandeling, de follow-up van onvolledige aangiften en ontbrekende bewijzen van oorsprong, de controles, de risicoanalyse en de latere verzoeken om de oorsprong te controleren. Hoewel een afdoende bescherming van de financiële belangen van de EU in het algemeen wordt gewaarborgd, zijn tekortkomingen vastgesteld in verband met de controle achteraf van bewijzen van oorsprong en de inhoud en verwerking van de douaneaangiften van goederen van preferentiële oorsprong. Er moet worden opgemerkt dat de Europese Rekenkamer een speciaal verslag hierover heeft gepubliceerd in 2014.
In het algemeen zetten de lidstaten zich in om hun systemen te verbeteren. De meeste van de bovengenoemde bevindingen zijn reeds verholpen of worden momenteel aangepakt.
3.2.
Controles van het beheer van de boekhoudprocedures
Het beheer van de afzonderlijke boekhouding in combinatie met de correcties van de gewone boekhouding is een steeds terugkerend thema dat wordt gecontroleerd in alle bezochte lidstaten, naast het hoofdthema douane. Deze boekhouding is immers een waardevolle bron van informatie over de wijze waarop de administraties hun verantwoordelijkheid op het gebied van het beheer van de TEM invullen (vaststelling van rechten, beheer van zekerheden, follow-up van de inning, kwijtscheldingen, oninbaarlijdingen van oninbare schuldvorderingen). In drie lidstaten werden uitvoerige controles verricht die uitsluitend op dit thema waren gericht. De in de periode 2013-2015 omtrent dit thema verrichte controles hebben bevestigd dat het merendeel van de fouten niet-systematisch is en dat systematische fouten uitzonderlijk waren. De lidstaten hebben de financiële gevolgen van de geconstateerde bevindingen gedragen. De controles van de Commissie bevestigden dat de algemene situatie verbeterde dankzij de druk die door de controles van de Commissie werd uitgeoefend en ook dankzij de invoering in de meeste lidstaten van elektronische douane- en/of boekhoudsystemen waardoor het risico op niet-systematische fouten kleiner wordt. De lidstaten moeten hun inspanningen echter voortzetten om te zorgen voor een zorgvuldig beheer van de afzonderlijke boekhouding en de correcties van de gewone boekhouding. De Commissie zal nauwlettend blijven toezien op de inzet van de lidstaten bij hun invorderingsinspanningen.
|
De TEM worden door de lidstaten opgenomen in:
- de gewone boekhouding voor de geïnde of gewaarborgde bedragen (deze bedragen worden aan de begroting van de Unie betaald); of
- de afzonderlijke boekhouding voor de niet-geïnde bedragen en de gewaarborgde bedragen waarover betwisting bestaat.
Systeem voor de inning van TEM: alle systemen en procedures die de lidstaten hebben ingevoerd om de vaststelling, de boeking, de inning en de beschikbaarstelling van de TEM te garanderen.
Oninbare TEM moeten uit de afzonderlijke boekhouding worden gehaald na een bepaalde termijn. De bedragen moeten ter beschikking van de Commissie worden gesteld, tenzij de oninbaarheid met overmacht te maken heeft of niet aan de lidstaat kan worden toegerekend.
|
In zes lidstaten werd ook een reeks controles uitgevoerd met betrekking tot de betrouwbaarheid van de overzichten van de gewone en afzonderlijke boekhouding. De algemene conclusie luidde dat de geldende procedures voor de vaststelling van deze overzichten voldoen aan de EU-bepalingen en de bescherming van de financiële belangen van de EU waarborgen. De bevindingen die werden meegedeeld na deze controles hadden betrekking op niet-systematische fouten of systematische tekortkomingen met beperkte financiële gevolgen.
Tot slot, bij wijze van follow-up van de problemen die eerder werden vastgesteld in het Belgische systeem voor de inning van TEM, werd de externe audit van de dedouanerings- en TEM-boekhoudsystemen (op verzoek van de Commissie) geanalyseerd en in het algemeen aanvaardbaar bevonden. De externe controleur heeft geconcludeerd dat de Belgische TEM-boekhouding en de aansluitend aan de Commissie overgemaakte bedragen geen materiële fouten vertonen, en dat de algemene betrouwbaarheid van de boekhoudingen niet in het gedrang komt door de fouten (sommige van hen met financiële gevolgen) die werden vastgesteld. De follow-up van de door de Commissie gevraagde corrigerende maatregelen is nog aan de gang. Het voorbehoud van de directeur-generaal over de betrouwbaarheid van de Belgische boekhoudingen in zijn betrouwbaarheidsverklaringen in de jaarlijkse activiteitenverslagen van DG Begroting voor 2011 en 2012 kon echter worden opgeheven door de analyse van de externe audit.
4.
Follow-up van de controles van de Commissie
4.1.
Reguleringsaspecten
Wanneer bij de controles tekortkomingen in de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften worden vastgesteld, wordt de lidstaten verzocht de nodige maatregelen te nemen, in voorkomend geval ook op het gebied van wet- en regelgeving, om aan de eisen van de EU te voldoen. Deze aanpassingen zijn een onmiddellijk en significant resultaat van de controleacties van de Commissie. De geconstateerde bevindingen leveren bovendien essentiële informatie op over de problemen die de lidstaten ondervinden bij de toepassing van de douanevoorschriften en de gevolgen daarvan voor de TEM.
4.2.
Follow-up op gerechtelijk vlak
Soms blijven de standpunten van de lidstaten en de Commissie over bepaalde punten van de wet- en regelgeving uiteenlopen. De Commissie heeft dan geen andere keuze dan een inbreukprocedure in te leiden (artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). In de periode 2013-2015 werden de volgende inbreukprocedures ingeleid of afgesloten:
Zaak nr. 2007/2230 (arrest van het HvJ van 17 juli 2014, Commissie/Portugal, C-335/12): het Hof sloot zich aan bij het standpunt van de Commissie en heeft geconcludeerd dat de nationale autoriteiten hun verplichtingen niet zijn nagekomen toen zij geweigerd hebben om een bedrag aan rechten ter beschikking te stellen voor na haar toetreding tot de Unie niet-uitgevoerde suikeroverschotten. Aangezien de gevorderde rente voor te late betaling volledig werd voldaan, is de zaak afgesloten.
Zaak nr. 2013/2103 betreffende het Verenigd Koninkrijk: De lidstaat heeft geweigerd compensatie te bieden voor het verlies aan eigen middelen dat ontstaan is door de onterechte afgifte van uitvoercertificaten door Anguilla, een onder zijn soevereiniteit vallend gebied. Op 27 september 2013 werd de aanmaningsbrief verstuurd, en het met redenen omkleed advies op 16 oktober 2014.
Zaak nr. 2013/2165 betreffende Nederland: De lidstaat heeft geweigerd compensatie te bieden voor het verlies aan eigen middelen dat ontstaan is door de onterechte afgifte van EUR.1-certificaten door Curaçao en Aruba, onder zijn soevereiniteit vallende gebieden. Op 21 november 2013 werd de aanmaningsbrief verstuurd, en het met redenen omkleed advies op 16 oktober 2014.
Zaak nr. 2013/2251 betreffende Italië: De lidstaat heeft geweigerd compensatie te bieden voor het verlies aan eigen middelen dat ontstaan is door een gebrek aan geschikte maatregelen voor de invordering van een vastgesteld en geboekt bedrag aan douanerechten. Er is een verband tussen deze zaak en de oninbaarlijdingen IT(07)08-917 met betrekking tot sigarettensmokkel. Op 21 november 2013 werd de aanmaningsbrief verstuurd, en het met redenen omkleed advies op 28 april 2016.
Zaak nr. 2014/2221 betreffende België: De lidstaat heeft geweigerd de rente voor te late betaling ter beschikking te stellen met betrekking tot vier gevallen waarin de vereiste garanties ontoereikend bleken te zijn om de douaneschuld te dekken. Op 25 september 2014 werd de aanmaningsbrief verstuurd, en een aanvullende aanmaningsbrief op 22 oktober 2015.
In zijn arrest Commissie/Verenigd Koninkrijk van 3 april 2014 sloot het Hof zich eveneens aan bij het standpunt van de Commissie, en heeft geconcludeerd dat de nationale autoriteiten hun verplichtingen niet zijn nagekomen door te weigeren om een bedrag aan verschuldigde rechten ter beschikking te stellen voor de invoer van vers knoflook wegens een onjuiste bindende tariefinlichting.
Het Hof heeft ook verschillende besluiten genomen over verzoeken van lidstaten tot nietigverklaring van door de diensten van de Commissie verstuurde afroepingsbrieven. Het Gerecht heeft geoordeeld dat een brief van de Commissie waarin de lidstaten wordt verzocht om betaling van eigen middelen geen handeling is waartegen beroep tot nietigverklaring kan worden ingesteld. Hogere voorzieningen tegen deze uitspraken zijn aanhangig bij het Hof van Justitie.
4.3.
Financiële aspecten
In de periode 2013-2015 beliepen de aanvullende nettobedragen die aan de Commissie werden betaald ingevolge de opmerkingen in haar controleverslagen en in het kader van haar andere controleactiviteiten en als gevolg van de follow-up van de bevindingen van de Rekenkamer en de arresten van het Hof van Justitie inzake inbreukprocedures in verband met TEM, meer dan 124 miljoen EUR.
De totale, door de lidstaten overgemaakte rente bedraagt meer dan 104 miljoen EUR.
5.
Maatregelen van de Commissie om de inning van de traditionele eigen middelen te versterken
Naast de controles die ter plaatse in de lidstaten worden verricht, beschikt de Commissie ook over andere middelen om toezicht te houden op de inning van de TEM. Door een adequaat gebruik van deze middelen kan de inning doeltreffender worden gemaakt.
5.1.
Onderzoek van afgeboekte oninbare schuldvorderingen
De lidstaten zijn verplicht alle nodige maatregelen te treffen om de TEM ter beschikking te stellen, behoudens wanneer de inning onmogelijk is door overmacht of om andere redenen die niet aan hen te wijten zijn (artikel 17, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000).
Op grond van de EU-regels moeten de lidstaten verslag uitbrengen aan de Commissie over oninbare bedragen van meer dan 50 000 EUR (verslagen van oninbaarlijding) waarvoor zij van mening zijn dat dit resultaat niet aan hen te wijten is, en maakt de Commissie opmerkingen over elk verslag. Voor bedragen onder deze drempel is er geen afzonderlijke rapportageverplichting, maar steekproeven van deze gevallen worden systematisch beoordeeld door de Commissie tijdens de controles ter plaatse.
Om de lidstaten te helpen bij het beoordelen van hun potentiële financiële aansprakelijkheid voor oninbare TEM-bedragen, publiceerde de Commissie een werkdocument – het Compendium – met de criteria die ten grondslag liggen aan haar opmerkingen over de verslagen van oninbaarlijding tijdens de periode 1992-2012. Het werkdocument werd aan de lidstaten bezorgd tijdens de vergadering van het RCEM op 6 december 2012. Op 25 juni 2013 werd het document herzien om rekening te houden met wijzigingen in de EU-wetgeving en de relevante jurisprudentie over traditionele eigen middelen.
|
Verslag van oninbaarlijding: Procedure uit hoofde van artikel 17 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1150/2000 om toezicht te houden op de potentiële financiële aansprakelijkheid van de lidstaten voor oninbare TEM-bedragen van meer dan 50 000 EUR. In het kader van deze procedure brengt de Commissie haar advies uit over de vraag of de TEM oninbaar zijn geworden om redenen die niet aan de lidstaten te wijten zijn. Bij het onderzoek van de gemelde gevallen gaat de Commissie na of de lidstaten zich voldoende hebben ingespannen voor de inning.
|
Wanneer de lidstaten van mening zijn dat zij voldoen aan de voorwaarden om te worden vrijgesteld van de verplichting de bedragen van meer dan 50 000 EUR van de vastgestelde rechten ter beschikking van de Commissie te stellen indien die rechten niet meer kunnen worden geïnd, moeten zij de desbetreffende gevallen melden aan de Commissie via een meertalige gegevensbank, WOMIS genaamd (Write-Off Management and Information System), die op 1 januari 2010 operationeel is geworden. Dit regelmatig bijgewerkte instrument maakt een efficiënt en veilig beheer van de meldingen van de lidstaten mogelijk.
In de periode 2013-2015 werden 904 verslagen aan de Commissie bezorgd, goed voor een totaalbedrag van 245 523 019 EUR. In het kader van de 791 onderzochte verslagen in die periode (lopende zaken en nieuwe verslagen), goed voor een totaalbedrag van 290 520 371 EUR, heeft de Commissie 106 verslagen goedgekeurd voor een bedrag van 40 831 238 EUR. In 264 zaken, betreffende een bedrag van 87 273 185 EUR, meende de Commissie dat de bedragen oninbaar zijn geworden om redenen die aan de betrokken lidstaten te wijten zijn. In 12 zaken werd de melding van de zaak aan de Commissie als onjuist of voorbarig beschouwd (5 013 866 EUR). De Commissie moest om aanvullende inlichtingen vragen voor meer dan de helft van de onderzochte zaken (409 verslagen, waarvoor de definitieve opmerkingen van de Commissie eind 2015 nog niet werden verstrekt (157 402 082 EUR)).
5.2.
De behandeling van fouten bij de vaststelling die een verlies van TEM met zich meebrengen
In zijn arrest Commissie/Denemarken van 15 november 2005sloot het Hof van Justitie van de Europese Unie zich aan bij het standpunt van de Commissie dat de verplichting van de lidstaat om een recht van de Gemeenschappen op de traditionele eigen middelen vast te stellen (en om het bedrag daarvan ter beschikking te stellen), ontstaat zodra aan de voorwaarden van de douanewetgeving is voldaan in normale omstandigheden. Het is dus niet noodzakelijk te wachten totdat de vaststelling daadwerkelijk plaatsvindt. Aangezien de lidstaten uitsluitend in gevallen van overmacht of in gevallen waarin het bedrag niet kan worden geïnd om redenen die niet aan hen te wijten zijn, zijn vrijgesteld van de verplichting om hun TEM ter beschikking te stellen, moeten zij derhalve de financiële gevolgen van de fouten die zij maken, op zich nemen, ongeacht het moment van daadwerkelijke vaststelling of zelfs bij gebrek aan een vaststelling.
Op grond van deze jurisprudentie heeft de Commissie in de periode 2013-2015 aan administratieve fouten van de lidstaten met nadelige financiële gevolgen voor de EU de nodige follow-up gegeven (controles ter plaatse, besluiten van de lidstaten tot terugbetaling of kwijtschelding van rechten wegens administratieve fouten, enz.). Als uitvloeisel van deze follow-up heeft de Commissie de lidstaten in de periode 2013-2015 om de terbeschikkingstelling van 32 704 818 EUR gevraagd.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in zijn arrest in zaak C-334/08 (Commissie/Italië) van 8 juli 2010 ook verduidelijkt dat de lidstaten financieel aansprakelijk zijn voor de TEM die ter beschikking gesteld hadden moeten worden vanaf de datum waarop het bedrag ter beschikking gesteld had moeten worden als er geen administratieve fout was begaan. De rente voor te late betaling wordt dienovereenkomstig berekend.
5.3.
Gegevensbank OWNRES
Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moeten de lidstaten aan de Commissie een beschrijving toezenden van fraudegevallen en onregelmatigheden waarmee een bedrag van meer dan 10 000 EUR is gemoeid. Deze beschrijving wordt gemeld via de gegevensbank OWNRES, die wordt beheerd en onderhouden door de Commissie.
Dankzij dit gegevensbestand beschikt de Commissie over de essentiële gegevens voor de follow-up van de inning en de voorbereiding van haar controles ter plaatse. De gegevensbank wordt ook gebruikt door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) voor verschillende analyses, en de gemelde gegevens worden in detail beoordeeld in het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie — Fraudebestrijding.
5.4.
Proefproject voor controles van de A- en B-boekhoudingen door de lidstaten
Afgezien van de gezamenlijke controleregelingen met Denemarken en Oostenrijk heeft de Commissie ook een proefproject opgestart voor controles van het beheer van A- en B-boekhoudingen, die zullen worden uitgevoerd door de lidstaten zelf en vervolgens worden beoordeeld door de diensten van de Commissie. In 2012 is overeenkomstig het concept van het actieprogramma "Douane 2013" een projectgroep voor een gezamenlijke controleaanpak opgericht, waarin 13 lidstaten zijn vertegenwoordigd. De groep heeft aanbevelingen voor gemeenschappelijke doelstellingen en auditinstrumenten voor de interne auditdiensten (of TEM-controlediensten) van de nationale overheden opgesteld. In 2014 werd een proefcontrole van de TEM-boekhouding opgestart, waaraan vijf lidstaten (Bulgarije, Estland, Kroatië, Italië en Slovenië) hebben deelgenomen. Zij hebben hun controleverslagen in het laatste kwartaal van 2014 ingediend. De Commissie heeft vervolgens controles ter plaatse uitgevoerd in de betrokken lidstaten om de bevindingen van hun eigen proefcontrole te toetsen. De algemene conclusies van het onderzoek zijn opgenomen in één verslag van de Commissie per lidstaat.
De resultaten zijn over het algemeen positief, hoewel een aantal problemen zijn vastgesteld waarvoor nog meer werk en beraad nodig is. Voor dit soort gezamenlijke werkzaamheden moet meer ervaring worden opgedaan. Hiertoe is een tweede proefproject voor TEM-boekhouding opgestart in 2016.
5.5.
Monitoringactiviteiten in de toetredingslanden
De Commissie biedt technische bijstand aan de kandidaat-lidstaten zodat zij de administratieve capaciteit kunnen ontwikkelen en de systemen kunnen instellen die nodig zijn om het acquis op het gebied van TEM toe te passen op het moment van de toetreding. Hiertoe gaat zij ook na in hoeverre de kandidaat-lidstaten zijn voorbereid.
In dit opzicht heeft de Commissie haar laatste voorbereidende missie uitgevoerd in 2013 in het kader van de toetredingsonderhandelingen met Kroatië. Door deze onderzoeksmissie kon de Commissie redelijke zekerheid verkrijgen over de administratieve capaciteit van Kroatië om het acquis toe te passen. Aan IJsland en Montenegro werd technische bijstand verleend in de vorm van workshops over eigen middelen. IJsland heeft zijn aanvraag voor EU-lidmaatschap ingetrokken, en de technische bijstand aan Montenegro loopt nog.
6.
Algemene evaluatie van het controlestelsel
Evenals in voorgaande periodes bevestigen de bevindingen uit de periode 2013-2015 dat de TEM-controles de EU grote voordelen en zekerheid opleveren. De Europese Rekenkamer heeft in zijn jaarverslagen eveneens geconstateerd dat deze controleregelingen een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de EU vormen.
Het stelsel voor TEM-controles door de Commissie moet vooral waarborgen dat de lidstaten het EU-regelgevingskader inzake TEM eerbiedigen en de TEM tijdig en integraal ter beschikking stellen van de EU-begroting. De financiële baten van de reeds gemelde controles zijn aanzienlijk en versterken duidelijk de inning en terbeschikkingstelling van de TEM aan de EU-begroting. Maar de controles maken het eveneens mogelijk de naleving van de EU-voorschriften te verbeteren. Naar aanleiding van de bevindingen van de controles door de Commissie herzien de lidstaten regelmatig hun eigen regels en procedures of stellen er nieuwe vast. In de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie worden de standpunten van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de EU eveneens regelmatig bevestigd als het gaat om de tenuitvoerlegging van het regelgevingskader inzake eigen middelen. Tot slot hebben de bevindingen van de controles door de Commissie een invloed op het wetgevingsproces, bijvoorbeeld door lacunes en de gevolgen ervan vast te stellen.
Alles bij elkaar genomen dragen de TEM-controles van de Commissie in aanzienlijke mate bij tot een betere bescherming van de financiële belangen van de EU door doeltreffend toezicht te houden op de tijdige en volledige terbeschikkingstelling van TEM door de lidstaten.
7.
Conclusie
De in de periode 2013-2015 opgetekende resultaten bevestigen dat de controles van de TEM en de systematische follow-up van de gevonden tekortkomingen door de Commissie noodzakelijk blijven, en een doeltreffend middel vormen om de inning van TEM te verbeteren en zekerheid te bieden dat de financiële belangen van de EU naar behoren worden beschermd op dit gebied.
De controles blijven een cruciaal instrument om de naleving van de EU-regels te waarborgen. De financiële gevolgen zijn aanzienlijk, zoals blijkt uit het netto extra bedrag dat ter beschikking werd gesteld van de EU-begroting (onder meer betalingen voor oninbare bedragen om redenen die aan de lidstaten te wijten zijn en betalingen met betrekking tot de financiële aansprakelijkheid van de lidstaten voor fouten van de nationale overheidsdiensten) van ongeveer 348 miljoen EUR in de periode 2013-2015. Dit leidt tot een krachtige stimulans om de TEM tijdig en volledig ter beschikking te stellen van de EU-begroting. Bovendien zijn de controles een waarborg dat de lidstaten daadwerkelijk gelijk behandeld worden, zowel bij de toepassing van de douane- en de boekhoudwetgeving als bij de bescherming van de financiële belangen van de EU, en vormen een krachtig instrument om nadelige concurrentieverstoringen te bestrijden en te voorkomen.
Met ingang van 1 mei 2016 is de nieuwe douanewetgeving van toepassing, en een nieuw regelgevingskader inzake eigen middelen voor de periode 2014-2020 zal met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 1 januari 2014 na ratificatie door de lidstaten. Krachtens beide rechtsintrumenten moet de Commissie haar TEM-controleactiviteiten resoluut en doeltreffend voortzetten.