This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016BP0302
European Parliament resolution of 6 July 2016 on the Council position on Draft amending budget No 2/2016 of the European Union for the financial year 2016: Entering the surplus of the financial year 2015 (09586/2016 — C8-0225/2016 — 2016/2051(BUD))
Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2016 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016: boeking van het overschot van het begrotingsjaar 2015 (09586/2016 — C8-0225/2016 — 2016/2051(BUD))
Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2016 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016: boeking van het overschot van het begrotingsjaar 2015 (09586/2016 — C8-0225/2016 — 2016/2051(BUD))
PB C 101 van 16.3.2018, p. 179–180
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 101/179 |
P8_TA(2016)0302
Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016: overschot van 2015
Resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2016 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016: boeking van het overschot van het begrotingsjaar 2015 (09586/2016 — C8-0225/2016 — 2016/2051(BUD))
(2018/C 101/19)
Het Europees Parlement,
— |
gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), met name artikel 41, |
— |
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2016, definitief vastgesteld op 25 november 2015 (2), |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3), |
— |
gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4), |
— |
gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (5), |
— |
gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016, goedgekeurd door de Commissie op 15 april 2016 (COM(2016)0227), |
— |
gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016, vastgesteld door de Raad op 17 juni 2016 en dezelfde dag toegezonden aan het Parlement (09586/2016 — C8-0225/2016), |
— |
gezien de artikelen 88 en 91 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0212/2016), |
A. |
overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 dient om het overschot van het begrotingsjaar 2015, te weten 1 349 miljoen EUR, op te nemen in de begroting voor 2016; |
B. |
overwegende dat dit overschot hoofdzakelijk bestaat uit hogere inkomsten ten bedrage van 980 miljoen EUR, onderbestedingen van 187 miljoen EUR en negatieve wisselkoersverschillen van 182 miljoen EUR; |
C. |
overwegende dat aan de inkomstenzijde de rente op late betalingen en boetes (180 miljoen EUR) en hogere eigen ontvangsten (1 071 miljoen EUR) de belangrijkste componenten zijn, waarvan de lagere inkomsten uit overschotten, saldi en aanpassingen (-537 miljoen EUR) moeten worden afgetrokken; |
D. |
overwegende dat aan de uitgavenzijde de onderbesteding voor Afdeling III relatief laag is (78 miljoen EUR voor 2015 en 14 miljoen EUR voor overdrachten uit 2014), maar voor de andere instellingen 94 miljoen EUR bedraagt; |
E. |
overwegende dat het hoge uitvoeringspercentage in afdeling III de hoge druk op de betalingskredieten illustreert, die in 2015 nog steeds een belangrijke uitdaging was en dat naar verwachting ook in de laatste jaren van het huidige meerjarig financieel kader (MFK) zal blijven; |
1. |
neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016, zoals ingediend door de Commissie, dat uitsluitend tot doel heeft het overschot van 2015, ter hoogte van 1 349 miljoen EUR, in de begroting op te nemen, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, en neemt kennis van het standpunt van de Raad hierover; |
2. |
wijst erop dat de goedkeuring van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 het aandeel van de bni-bijdragen van de lidstaten in de begroting van de Unie in 2016 met 1 349 miljoen EUR zal verminderen; dringt er eens te meer op aan dat de lidstaten deze terugvloeiende middelen zouden gebruiken om hun toezeggingen met betrekking tot de vluchtelingencrisis na te komen en hun bijdrage aan de twee desbetreffende trustfondsen met die van de Unie in overeenstemming te brengen; constateert met bezorgdheid dat de lidstaten in het voorjaar van 2016 slecht 82 miljoen EUR hebben bijgedragen aan het trustfonds voor Afrika en 69 miljoen EUR aan het Madad-trustfonds voor de crisis in Syrië, terwijl de bijdragen van de Unie respectievelijk 1,8 miljard en meer dan 500 miljoen EUR bedragen; |
3. |
dringt erop aan dat, in plaats van de bni-bijdrage aan te passen, overschotten op de begroting van de Unie die het resultaat zijn van de onderbesteding van kredieten of van boetes die aan bedrijven zijn opgelegd wegens inbreuken op het mededingingsrecht zouden kunnen worden gebruikt om tegemoet te komen aan de financieringsbehoeften van de Unie, met name bij betalingstekorten; verwacht dat deze kwestie in het kader van de herziening van het MFK wordt opgelost; |
4. |
keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2016 goed; |
5. |
verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 2/2016 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; |
6. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, alsmede aan de nationale parlementen. |
(1) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.
(4) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(5) PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.