29.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/5

1.

Overeenkomstig artikel 25 sexies, lid 3, en artikel 25 sexdecies, lid 1, van Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie (1) mogen op biologische aquacultuurbedrijven per 31 december 2015 maximaal 0 % niet-biologische aquacultuurjuvenielen en niet-biologisch zaad van broedkamers voor niet-biologische tweekleppige schaal- of schelpdieren worden binnengebracht.

2.

De informatie waarover de Commissie toentertijd voor haar beoordeling beschikte, wees erop dat de biologische aquacultuursector aan deze vereiste zou kunnen voldoen. Uit recente informatie die de Commissie onlangs van de lidstaten en belanghebbende partijen heeft ontvangen, blijkt echter dat de hoeveelheid biologische juvenielen en biologisch zaad van schaal- en schelpdieren momenteel niet volstaat en dat het voor de biologische aquacultuursector moeilijk zou zijn de productie van biologische aquacultuurdieren te garanderen. Daarom deelt de Commissie aan de betrokken marktdeelnemers mee dat zij bezig is met de voorbereiding van een verordening van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 889/2008, die tot doel heeft de toepassing van het percentage van 0 %, als vastgesteld in artikel 25 sexies, lid 3, en artikel 25 sexdecies, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 889/2008, met een jaar uit te stellen. Het percentage van 0 % zou dus pas gelden per 31 december 2016.

Door de mogelijkheid om niet-biologische juvenielen en niet-biologisch zaad van broedkamers voor niet-biologische tweekleppige schaal- of schelpdieren te gebruiken, te verlengen tot 31 december 2016, moet worden voorkomen dat de biologische aquacultuurproductie in de Unie wordt verstoord en krijgt de markt voor biologische juvenielen en biologisch zaad van schaal- en schelpdieren tijd om zich te ontwikkelen.

3.

De verordening die momenteel wordt voorbereid, dient overeenkomstig de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen eerst ter kennis van de andere WTO-leden te worden gebracht. Na afronding van deze kennisgevingsprocedure moet de ontwerpverordening overeenkomstig artikel 15, lid 2, en artikel 37 van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (2) voor advies worden overgelegd aan het Comité voor biologische productie Aangezien dit pas na 1 januari 2016 zal gebeuren, is het de bedoeling dat de wijziging van artikel 25 sexies, lid 3, en artikel 25 sexdecies, lid 1, derde alinea, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016 van toepassing wordt. Dit stelt de marktdeelnemers in staat om, na vaststelling van de hier bedoelde verordening, aquacultuurdieren als biologisch te verkopen, op voorwaarde dat is voldaan aan de vereiste van 50 % als vastgesteld in artikel 25 sexies, lid 3, en artikel 25 sexdecies, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 889/2008.

Een dergelijke wijziging dient echter eerst middels een positieve stemming door het Comité voor biologische productie te worden goedgekeurd en vervolgens door de Commissie te worden vastgesteld.