This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015AG0013(01)
Position (EU) No 13/2015 of the Council at first reading with a view to the adoption of a Directive of the European Parliament and of the Council on package travel and linked travel arrangements, amending Regulation (EC) No 2006/2004 and Directive 2011/83/EU of the European Parliament and of the Council and repealing Council Directive 90/314/EEC Adopted by the Council on 18 September 2015
Standpunt (EU) nr. 13/2015 van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad Door de Raad vastgesteld op 18 september 2015
Standpunt (EU) nr. 13/2015 van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad Door de Raad vastgesteld op 18 september 2015
PB C 360 van 30.10.2015, p. 1–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.10.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 360/1 |
STANDPUNT (EU) Nr. 13/2015 VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING
met het oog op de aanneming van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad
Door de Raad vastgesteld op 18 september 2015
(2015/C 360/01)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Dankzij Richtlijn 90/314/EEG van de Raad (3) hebben consumenten een aantal belangrijke rechten op het gebied van pakketreizen, in het bijzonder met betrekking tot informatieverstrekking, aansprakelijkheid van handelaren voor de uitvoering van een pakketreis, en bescherming bij insolventie van een organisator of een doorverkoper. Het rechtskader moet echter worden aangepast aan de marktontwikkelingen om de wetgeving geschikter te maken voor de interne markt, onduidelijkheden weg te nemen en hiaten in de wetgeving te dichten. |
(2) |
Toerisme speelt een belangrijke rol in de economie van de Unie, en pakketreizen, vakantiepakketten en rondreispakketten („pakketreizen”) beslaan een aanzienlijk deel van de reismarkt. Die markt is aanzienlijk veranderd sinds de vaststelling van Richtlijn 90/314/EEG. Naast de traditionele distributiekanalen wordt het internet een steeds belangrijker medium voor het aanbieden of verkopen van reisdiensten. Reisdiensten worden niet alleen gecombineerd tot de klassieke, kant-en-klare pakketreizen, maar ook tot op maat gesneden vakanties. Veel van deze combinaties van reisdiensten bevinden zich in een juridisch „grijs gebied” of vallen duidelijk niet onder Richtlijn 90/314/EEG. Deze nieuwe richtlijn heeft ten doel de reikwijdte van de bescherming aan te passen aan deze nieuwe ontwikkelingen, te zorgen voor meer transparantie, en reizigers en handelaren meer rechtszekerheid te bieden. |
(3) |
In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de Unie moet bijdragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die op grond van artikel 114 VWEU worden genomen. |
(4) |
In Richtlijn 90/314/EEG wordt de lidstaten grote discretionaire bevoegdheid verleend voor de omzetting in nationaal recht. Daardoor blijven tussen de lidstaten grote verschillen bestaan. Juridische versnippering leidt voor ondernemingen tot hogere kosten en tot belemmeringen als zij grensoverschrijdend zaken willen doen, waardoor de keuze voor de consument wordt beperkt. |
(5) |
De interne markt moet volgens artikel 26, lid 2, en artikel 49 VWEU een ruimte zonder binnengrenzen omvatten waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging zijn gewaarborgd. Harmonisatie van de uit overeenkomsten met betrekking tot pakketreizen en met betrekking tot gekoppelde reisarrangementen voortvloeiende rechten en verplichtingen is noodzakelijk voor de totstandkoming van een echte interne markt voor de consument op dat gebied, met het juiste evenwicht tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van ondernemingen. |
(6) |
De grensoverschrijdende mogelijkheden van de pakketreizenmarkt in de Unie worden momenteel niet volledig benut. De verschillen tussen de lidstaten inzake de regels ter bescherming van de reiziger weerhouden reizigers in de ene lidstaat ervan pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen in een andere lidstaat te kopen; tegelijkertijd weerhouden die verschillen organisatoren en doorverkopers in de ene lidstaat ervan dergelijke diensten in een andere lidstaat te verkopen. Om reizigers en handelaren in staat te stellen volledig van de interne markt te profiteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen in de gehele Unie, moeten de wettelijke regels van de lidstaten inzake pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen meer op elkaar worden afgestemd. |
(7) |
De meeste reizigers die pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen kopen, zijn consumenten in de zin van het consumentenrecht van de Unie. Tegelijkertijd is het onderscheid tussen consumenten en vertegenwoordigers van kleine ondernemingen of beroepsbeoefenaren die een zaken- of dienstreis boeken via dezelfde boekingskanalen als consumenten niet altijd even duidelijk. Die reizigers hebben vaak een vergelijkbaar beschermingsniveau nodig. Daartegenover staan bedrijven of organisaties die reisarrangementen boeken op basis van een algemene overeenkomst die vaak voor verscheidene reisarrangementen of voor een specifieke periode met bijvoorbeeld een reisagentschap is afgesloten. Voor laatstgenoemde soort reisarrangementen is niet hetzelfde beschermingsniveau vereist als voor consumenten. Om die reden dient deze richtlijn te gelden voor zakenreizigers (waaronder beoefenaren van vrije beroepen, zelfstandigen of andere natuurlijke personen) die geen reisarrangementen op basis van een algemene overeenkomst boeken. Om verwarring met het begrip „consument” dat gebruikt wordt in andere wetgeving van de Unie te voorkomen, dienen de personen die in het kader van deze richtlijn bescherming genieten, „reizigers” te worden genoemd. |
(8) |
Daar reisdiensten op veel verschillende manieren kunnen worden gecombineerd, dienen alle reisdienstencombinaties waarvan de kenmerken door reizigers typisch met pakketreizen worden geassocieerd, als pakketreizen te worden beschouwd, met name indien afzonderlijke reisdiensten worden gecombineerd tot één reisproduct waarbij de verantwoordelijkheid voor de goede uitvoering ervan bij de organisator berust. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (4) mag het geen verschil uitmaken of reisdiensten zijn gecombineerd voordat contact met de reiziger plaatsvindt dan wel op verzoek van of volgens de keuze van de reiziger. Dezelfde principes dienen te gelden ongeacht of de reis via een klassiek reisbureau of online wordt geboekt. |
(9) |
Ter wille van de transparantie dient een onderscheid te worden gemaakt tussen pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen. Bij de laatstgenoemde wordt de aankoop van reisdiensten door reizigers door een online- of klassieke handelaar gefaciliteerd, waarbij de reiziger met verschillende reisdienstverleners overeenkomsten sluit, onder meer via onderling verbonden boekingsprocedures; hierbij ontbreken de kenmerken van een pakketreis en het zou niet passend zijn hierop alle verplichtingen die voor pakketreizen gelden, toe te passen. |
(10) |
Gezien de marktontwikkelingen dient het begrip „pakketreis” nader te worden gedefinieerd op basis van alternatieve objectieve criteria die in de eerste plaats betrekking hebben op de manier waarop de reisdiensten worden aangeboden of gekocht, en op basis waarvan reizigers redelijkerwijs mogen verwachten onder de bescherming van deze richtlijn te vallen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer verschillende soorten reisdiensten voor één reis of vakantie bij één verkooppunt worden gekocht en deze diensten gekozen zijn voordat de reiziger ermee instemt te betalen, dit wil zeggen binnen dezelfde boekingsprocedure, of wanneer deze diensten voor een gezamenlijke prijs of een totaalprijs worden aangeboden, verkocht of gefactureerd, alsmede wanneer reisdiensten worden aangeboden of verkocht als „pakketreis” of onder een vergelijkbare benaming waaruit een nauw verband tussen de betrokken reisdiensten blijkt. Mogelijke vergelijkbare benamingen zijn bijvoorbeeld „combinatiereis”, „all-inclusive” of „all-inarrangement”. |
(11) |
Duidelijk dient te zijn dat reisdiensten gecombineerd nadat er een overeenkomst is gesloten, waarbij de handelaar de reiziger een keuze laat maken uit een selectie van verschillende soorten reisdiensten, zoals bij een pakketreiscadeaubon, pakketreizen vormen. Daarnaast moet een combinatie van reisdiensten als een pakketreis worden aangemerkt indien de naam van de reiziger, de betalingsgegevens en het e-mailadres tussen de handelaren worden doorgegeven en indien er een andere overeenkomst wordt gesloten uiterlijk 24 uur nadat de boeking van de eerste reisdienst is bevestigd. |
(12) |
Tegelijkertijd dienen gekoppelde reisarrangementen te worden onderscheiden van reisdiensten die de reiziger onafhankelijk boekt, vaak op verschillende tijdstippen, ook al wordt dat voor dezelfde reis of vakantie gedaan. Online aangeboden gekoppelde reisarrangementen dienen ook te worden onderscheiden van gekoppelde websites die niet tot doel hebben een overeenkomst met de reiziger te sluiten en van links die reizigers naar algemene informatie over andere reisdiensten leiden; daarbij kan worden gedacht aan hotels of organisatoren van evenementen die een lijst van alle aanbieders van vervoersdiensten naar hun adres op hun website plaatsen zonder die informatie te koppelen aan een boeking, of aan cookies of metadata die worden gebruikt om advertenties op websites te plaatsen. |
(13) |
Er dienen specifieke regels te worden vastgesteld voor, enerzijds, klassieke en onlinehandelaren die reizigers tijdens één bezoek aan of contactmoment op hun verkooppunt bij het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten met verschillende dienstverleners assisteren, en, anderzijds, onlineoperatoren die de aankoop van ten minste één aanvullende reisdienst bij een andere handelaar gericht faciliteren, bijvoorbeeld via onderling verbonden onlineboekingsprocedures, indien een overeenkomst uiterlijk 24 uur na de bevestiging van de boeking van de eerste reisdienst wordt gesloten. Dat faciliteren zal veelal plaatsvinden in het kader van een commerciële, op een vergoeding gebaseerde band tussen de handelaar die de aankoop van de aanvullende reisdiensten faciliteert, en de andere handelaar, ongeacht de methode voor het berekenen van de vergoeding, bijvoorbeeld op basis van het aantal klikken of van de omzet. Die regels zouden bijvoorbeeld gelden wanneer een reiziger, samen met de bevestiging van een eerste geboekte reisdienst, zoals een vlucht of een treinreis, een uitnodiging ontvangt om een aanvullende reisdienst op de gekozen bestemming te boeken, bijvoorbeeld hotelaccommodatie, met een link naar de boekingswebsite van een andere dienstverlener of tussenpersoon. Hoewel dergelijke arrangementen geen pakketreis mogen vormen in de zin van deze richtlijn, uit hoofde waarvan de verantwoordelijkheid voor het goed uitvoeren van alle reisdiensten bij één organisator berust, vormen deze gekoppelde reisarrangementen wel een alternatief bedrijfsmodel dat vaak scherp met pakketreizen concurreert. |
(14) |
Met het oog op de eerlijke mededinging en de bescherming van reizigers dient ook bij gekoppelde reisarrangementen de verplichting te gelden dat afdoende wordt aangetoond dat in geval van insolventie de terugbetaling van betalingen en de repatriëring van reizigers is verzekerd. |
(15) |
De aankoop van één op zichzelf staande reisdienst mag niet worden aangemerkt als een pakketreis, noch als een gekoppeld reisarrangement. |
(16) |
Om reizigers meer duidelijkheid te bieden en in staat te stellen met kennis van zaken een keuze te maken uit de verschillende soorten reisarrangementen, dienen handelaren te worden verplicht op een duidelijke en in het oog springende manier aan te geven, voordat de reiziger ermee instemt te betalen, of zij een pakketreis dan wel een gekoppeld reisarrangement aanbieden en informatie te verstrekken over het desbetreffende beschermingsniveau. In de verklaring van de handelaar omtrent de juridische aard van het aangeboden reisproduct dient de werkelijke juridische aard van het betrokken product te worden vermeld. De relevante handhavingsinstanties dienen op te treden tegen handelaren die reizigers onjuiste informatie verschaffen. |
(17) |
Om te bepalen of het om een pakketreis of een gekoppeld reisarrangement gaat, mag alleen een combinatie van verschillende soorten reisdiensten zoals accommodatie, personenvervoer per bus, trein, boot of vliegtuig, en verhuur van motorvoertuigen en bepaalde motorfietsen in aanmerking worden genomen. Accommodatie die is bestemd voor bewoning, met inbegrip van accommodatie voor langlopende taalcursussen, mag niet worden beschouwd als accommodatie in de zin van deze richtlijn. Financiële diensten zoals reisverzekeringen mogen niet worden beschouwd als reisdiensten. Ook diensten die intrinsiek deel uitmaken van een andere reisdienst, mogen niet worden beschouwd als op zichzelf staande reisdiensten. Dit heeft onder meer betrekking op vervoer van bagage als onderdeel van personenvervoer, vervoerdiensten over korte afstanden zoals vervoer van passagiers in het kader van een rondleiding of vervoer tussen een hotel en een luchthaven of treinstation, verstrekking van maaltijden, dranken en schoonmaakdiensten als onderdeel van de accommodatie, of toegang tot voorzieningen ter plaatse zoals een voor de hotelgasten inbegrepen zwembad, sauna, wellnessruimte of gymzaal. Dat betekent ook dat, anders dan bij cruises het geval is, overnachtingsaccommodatie die als onderdeel van personenvervoer over de weg of per trein, boot of vliegtuig wordt verstrekt, niet als een op zichzelf staande reisdienst mag worden beschouwd indien het vervoerselement duidelijk de overhand heeft. |
(18) |
Andere toeristische diensten die niet intrinsiek van personenvervoer, accommodatie of verhuur van motorvoertuigen of bepaalde motorfietsen deel uitmaken, zijn bijvoorbeeld toegangskaarten voor concerten, sportevenementen, excursies of evenementenparken, rondleidingen, skipassen en verhuur van sportuitrusting (bijvoorbeeld skimateriaal), of wellnessbehandelingen. Wanneer deze diensten echter slechts met één andere soort reisdienst worden gecombineerd, bijvoorbeeld met accommodatie, mag deze combinatie alleen als een pakketreis of gekoppeld reisarrangement aangemerkt worden indien die diensten een aanzienlijk deel van de waarde van de pakketreis of het gekoppeld reisarrangement vertegenwoordigen, of aangeprezen worden als een essentieel kenmerk van de reis of vakantie of anderszins een essentieel kenmerk van de reis of vakantie vormen. Wanneer andere toeristische diensten minimaal 25 % van de waarde van de combinatie uitmaken, moet worden aangenomen dat die diensten een aanzienlijk deel van de waarde van de pakketreis of van het gekoppelde reisarrangement vertegenwoordigen. Verduidelijkt moet tevens worden dat wanneer andere toeristische diensten achteraf worden toegevoegd (bijvoorbeeld reisdiensten die door een reiziger na aankomst in het hotel worden toegevoegd aan de hotelaccommodatie, die als op zichzelf staande dienst was geboekt) dit niet mag worden beschouwd als een pakketreis. Dit mag niet leiden tot omzeiling van deze richtlijn, in die zin dat organisatoren of doorverkopers de reiziger zouden gaan aanbieden om vooraf aanvullende toeristische diensten te selecteren en de overeenkomst voor die diensten vervolgens slechts na aanvang van de uitvoering van de eerste reisdienst ter ondertekening zouden voorleggen. |
(19) |
Omdat reizigers bij korte reizen minder bescherming behoeven en omdat handelaren niet onnodig moeten worden belast, dienen reizen die korter dan 24 uur duren en waarbij geen accommodatie nodig is, alsmede pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen die uitsluitend incidenteel en zonder winstoogmerk worden aangeboden of gefaciliteerd en voor een beperkte groep van reizigers, te worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze richtlijn. Tot deze tweede categorie kunnen bijvoorbeeld reizen behoren die liefdadigheidsinstellingen, sportverenigingen of scholen niet meer dan enkele keren per jaar voor hun leden organiseren, en die niet worden aangeboden aan het publiek. Teneinde ervoor te zorgen dat handelaren en reizigers er naar behoren over worden geïnformeerd dat die pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen niet onder deze richtlijn vallen, moet passende informatie over die uitsluiting ervan openbaar toegankelijk worden gemaakt. |
(20) |
Deze richtlijn dient het nationale verbintenissenrecht onverlet te laten voor de aspecten die zij niet bestrijkt. |
(21) |
De lidstaten dienen bevoegd te blijven om, overeenkomstig het Unierecht, de bepalingen van deze richtlijn toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Daarom mag een lidstaat, met betrekking tot overeenkomsten die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met de bepalingen of met een aantal bepalingen van deze richtlijn. De lidstaten kunnen overeenkomstige bepalingen bijvoorbeeld behouden of invoeren voor een aantal op zichzelf staande overeenkomsten betreffende één reisdienst (zoals de huur van vakantiewoningen) of voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen die zonder winstoogmerk en slechts incidenteel aangeboden worden aan of gefaciliteerd worden voor een beperkte groep reizigers, of voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen die een periode van minder dan 24 uur bestrijken en geen accommodatie omvatten. |
(22) |
Het voornaamste kenmerk van een pakket is dat ten minste één handelaar als organisator aansprakelijk is voor de goede uitvoering van het gehele pakket. Een handelaar, meestal een klassiek of onlinereisbureau, dient slechts als louter doorverkoper of tussenpersoon te kunnen optreden, zonder aansprakelijk te zijn als organisator, wanneer een andere handelaar optreedt als organisator van een pakket. Of een handelaar optreedt als organisator van een bepaalde pakketreis, dient af te hangen van de mate waarin die handelaar bij de opzet van de pakketreis betrokken is, en niet van welke omschrijving die handelaar aan zijn activiteiten geeft. Bij het beoordelen van de vraag of een handelaar een organisator of een doorverkoper is, mag het geen verschil uitmaken of de handelaar zich aan de aanbodzijde bevindt dan wel zich presenteert als een agent van de reiziger. |
(23) |
Richtlijn 90/314/EEG laat de lidstaten vrij om te bepalen of doorverkopers, organisatoren, of zowel doorverkopers als organisatoren aansprakelijk zijn voor de goede uitvoering van een pakketreis. Door die flexibiliteit is het in sommige lidstaten onduidelijk welke handelaar aansprakelijk is voor de uitvoering van de desbetreffende reisdiensten. Daarom dient in deze richtlijn te worden verduidelijkt dat organisatoren verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, tenzij het nationale recht bepaalt dat zowel de organisator als de doorverkoper aansprakelijk zijn. |
(24) |
Bij pakketreizen dienen doorverkopers samen met de organisator verantwoordelijk te zijn voor het verstrekken van precontractuele informatie. Om de communicatie, vooral bij grensoverschrijdende gevallen, makkelijker te laten verlopen, dienen reizigers ook via de doorverkoper bij wie zij de pakketreis hebben gekocht, contact te kunnen opnemen met de organisator. |
(25) |
De reiziger dient alle nodige informatie te ontvangen voordat hij een pakketreis koopt, ongeacht of die wordt verkocht met behulp van telecommunicatie, over de toonbank of via andere distributiekanalen. Bij het verstrekken van die informatie aan reizigers die vanwege hun leeftijd of een lichamelijke handicap bijzonder kwetsbaar zijn, dient de handelaar rekening te houden met de specifieke behoeften die hij met betrekking tot deze reizigers redelijkerwijs kon voorzien. |
(26) |
Belangrijke informatie, bijvoorbeeld over de voornaamste kenmerken van de reisdiensten of de prijzen die in advertenties, op de website van de organisator of in brochures als onderdeel van de precontractuele informatie wordt verstrekt, dient bindend te zijn, tenzij de organisator zich het recht voorbehoudt deze elementen te wijzigen en deze wijzigingen op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier worden meegedeeld aan de reiziger voordat de pakketreisovereenkomst wordt gesloten. Met de huidige communicatietechnologieën, waarmee het eenvoudig is om informatie bij te werken, hoeven er echter niet langer specifieke voorschriften voor brochures te worden vastgelegd; wel dient ervoor te worden gezorgd dat wijzigingen in de precontractuele informatie aan de reiziger worden meegedeeld. Het dient steeds mogelijk te zijn precontractuele informatie te wijzigen wanneer beide partijen bij de pakketreisovereenkomst daar expliciet mee instemmen. |
(27) |
De informatieverplichtingen van deze richtlijn zijn uitputtend, maar dienen de informatieverplichtingen die in andere toepasselijke wetgeving van de Unie zijn vastgelegd, onverlet te laten (5). |
(28) |
De organisatoren dienen algemene informatie betreffende de in het land van bestemming geldende visumplicht te verstrekken. Informatie over de termijn die bij benadering nodig is voor het verkrijgen van een visum, kan worden verstrekt in de vorm van een verwijzing naar officiële informatie van het land van bestemming. |
(29) |
Rekening houdend met de specifieke kenmerken van pakketreisovereenkomsten dient te worden vastgelegd welke rechten en verplichtingen de partijen die de overeenkomst sluiten, hebben in de periode vóór en na het begin van de pakketreis, met name wanneer de pakketreis niet naar behoren wordt uitgevoerd of wanneer bepaalde omstandigheden veranderen. |
(30) |
Daar pakketreizen vaak lang van tevoren worden gekocht, kunnen zich onvoorziene omstandigheden voordoen. Daarom dient de reiziger onder bepaalde voorwaarden te mogelijkheid te hebben een pakketreisovereenkomst aan een andere reiziger over te dragen. In dergelijke gevallen dient de organisator de mogelijkheid te hebben zijn onkosten terug te vorderen, bijvoorbeeld wanneer een subcontractant een vergoeding vraagt voor het wijzigen van de naam van de reiziger of voor het annuleren en vervangen van een reisbiljet. |
(31) |
Reizigers dienen ook in staat te zijn de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis te allen tijde te beëindigen tegen betaling van een passende en gerechtvaardigde beëindigingsvergoeding, rekening houdend met te verwachten kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Zij dienen eveneens het recht te hebben de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding te beëindigen wanneer onvermijdbare en buitengewone omstandigheden aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de pakketreis. Voorbeelden zijn oorlog of andere ernstige veiligheidsproblemen zoals terrorisme, grote gevaren voor de menselijke gezondheid zoals de uitbraak van een ernstige ziekte op de reisbestemming, of natuurrampen zoals overstromingen, aardbevingen of weersomstandigheden, waardoor veilig reizen naar de in de pakketreisovereenkomst overeengekomen bestemming onmogelijk is geworden. |
(32) |
In specifieke gevallen dient de organisator ook het recht te hebben om vóór het begin van de pakketreis de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een schadevergoeding te beëindigen, bijvoorbeeld wanneer het minimumaantal deelnemers niet is bereikt en in de overeenkomst in die mogelijkheid is voorzien. In dat geval dient de organisator alle met betrekking tot de pakketreis verrichte betalingen terug te betalen. |
(33) |
In bepaalde omstandigheden dient de organisator te beschikken over de mogelijkheid de pakketreisovereenkomst eenzijdig te wijzigen. Reizigers dienen dan echter het recht te hebben de pakketreisovereenkomst te beëindigen indien de wijzigingen een aanzienlijke verandering van de voornaamste kenmerken van de reisdiensten inhouden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de kwaliteit of de waarde van de reisdiensten afneemt. Wijzigingen van de in de pakketreisovereenkomst opgenomen vertrek- of aankomsttijd moeten onder meer als aanzienlijk worden beschouwd wanneer ze voor de reiziger een aanzienlijk ongemak of aanvullende kosten met zich brengen, bijvoorbeeld omdat hij daardoor nieuw vervoer of nieuwe accommodatie moet boeken. Prijsverhogingen dienen slechts mogelijk te zijn indien er veranderingen zijn opgetreden in de kostprijs van brandstof of van andere energiebronnen voor personenvervoer, in belastingen of vergoedingen die worden geheven door niet direct bij de uitvoering van de in de pakketreisovereenkomst begrepen reisdiensten betrokken derden, of in de wisselkoersen die van belang zijn voor de pakketreis, mits de overeenkomst expliciet voorziet in de mogelijkheid van een dergelijke prijsverhoging en bepaalt dat de reiziger recht heeft op een prijsverlaging die overeenstemt met een verlaging van die kosten. Indien de organisator een prijsstijging met meer dan 8 % van de totaalprijs voorstelt, dient de reiziger het recht te hebben de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding te beëindigen. |
(34) |
Er dienen specifieke regels te worden vastgesteld voor het verhelpen van de non-conforme uitvoering van de pakketreisovereenkomst. De reiziger dient erop te kunnen rekenen dat problemen worden opgelost en dient geschikte alternatieve arrangementen aangeboden te krijgen wanneer een aanzienlijk deel van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft niet kan worden verstrekt. Indien de organisator de non-conformiteit niet binnen een door de reiziger bepaalde redelijke termijn verhelpt, moet de reiziger dat zelf kunnen doen en om terugbetaling van de noodzakelijke uitgaven kunnen verzoeken. In bepaalde gevallen dient het bepalen van een termijn niet nodig te zijn, met name wanneer onmiddellijk herstel nodig is. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer, als gevolg van een vertraging van een door de organisator ter beschikking gestelde bus, de reiziger een taxi moet nemen om zijn vlucht te halen. De reizigers dienen ook aanspraak te hebben op een prijsverlaging, beëindiging van de pakketreisovereenkomst en/of schadevergoeding. Ook immateriële schade dient te worden vergoed; deze kan bestaan uit schadevergoeding voor een derving van reis- of vakantiegenot ten gevolge van aanzienlijke problemen bij de uitvoering van de desbetreffende reisdiensten. De reiziger dient te worden verplicht om, rekening houdend met de omstandigheden, de organisator onverwijld op de hoogte te brengen van iedere non-conformiteit die hij ervaart tijdens de uitvoering van een in de pakketreisovereenkomst begrepen reisdienst. Indien hij dat nalaat, kan daarmee bij het bepalen van de redelijke prijsverlaging of schadevergoeding rekening worden gehouden voor zover een dergelijke mededeling van de non-conformiteit de schade had kunnen voorkomen of beperken. |
(35) |
Met het oog op de samenhang dienen de bepalingen van deze richtlijn te worden afgestemd op de internationale verdragen over reisdiensten en op de wetgeving van de Unie inzake passagiersrechten. Wanneer de organisator aansprakelijk is voor het niet of niet goed uitvoeren van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, dient de organisator zich te kunnen beroepen op de beperking van de aansprakelijkheid van dienstverleners zoals die is geregeld bij internationale verdragen zoals het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Montreal, 1999) (6), het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif, 1980) (7), en het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee (1974) (8). Wanneer het als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden onmogelijk is ervoor te zorgen dat de reiziger tijdig naar de plaats van vertrek kan terugkeren, dient de organisator de kosten van de voor de reiziger noodzakelijke accommodatie op zich te nemen, met een maximum van drie nachten per reiziger, tenzij bestaande of toekomstige Uniewetgeving op het gebied van passagiersrechten in een langere periode voorziet. |
(36) |
Deze richtlijn dient de rechten van reizigers om vorderingen in te dienen op grond van zowel deze richtlijn als andere toepasselijke Uniewetgeving of internationale overeenkomsten onverlet te laten, zodat reizigers de mogelijkheid behouden om vorderingen in te dienen bij de organisator, de vervoerder of elke andere aansprakelijke partij of, in voorkomend geval, meer dan een partij. Om overcompensatie te voorkomen moet worden verduidelijkt dat uit hoofde van deze richtlijn toegekende schadevergoeding of prijsverlaging en uit hoofde van andere toepasselijke Uniewetgeving of internationale overeenkomsten toegekende compensatie of prijsverlaging van elkaar moeten worden afgetrokken. De aansprakelijkheid van de organisator moet het recht om verhaal te halen op derden, met inbegrip van dienstverleners, onverlet laten. |
(37) |
De organisator dient verplicht te zijn onverwijld passende bijstand te verlenen ingeval de reiziger tijdens de reis of vakantie in moeilijkheden verkeert. Deze bijstand dient voornamelijk te bestaan uit het, waar passend, verstrekken van informatie over bijvoorbeeld medische diensten, plaatselijke autoriteiten en consulaire bijstand, en in praktische bijstand, zoals bij communicatie op afstand en het regelen van alternatieve reisarrangementen. |
(38) |
In haar mededeling van 18 maart 2013 getiteld „Passagiersbescherming in geval van insolventie van luchtvaartmaatschappijen” heeft de Commissie maatregelen voorgesteld om reizigers in geval van insolventie van een luchtvaartmaatschappij meer bescherming te bieden, onder meer dankzij een betere handhaving van Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9) en van Verordening (EG) nr. 1008/2008 en nauwere samenwerking met de sector; als dit niet blijkt te werken, kan ook nieuwe wetgeving worden overwogen. Die mededeling heeft betrekking op de aankoop van een afzonderlijke component, namelijk een vliegreis en is dus niet van toepassing op bescherming bij insolventie in geval van pakketreizen en voor gekoppelde reisarrangementen. |
(39) |
De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat reizigers die een pakketreis kopen, volledig tegen insolventie van de organisator zijn beschermd. De lidstaten waar organisatoren zijn gevestigd, dienen ervoor te zorgen dat deze de terugbetaling van alle door of namens de reizigers betaalde bedragen garanderen en, indien een pakketreis personenvervoer omvat, de repatriëring van reizigers in geval van insolventie van de organisatoren verzekeren. Het moet echter mogelijk zijn reizigers de voortzetting van de pakketreis aan te bieden. De lidstaten zijn vrij om te bepalen hoe zij de bescherming bij insolventie zullen regelen, maar zij dienen er wel op toe te zien dat de bescherming doeltreffend is. Doeltreffendheid houdt in dat de bescherming beschikbaar wordt zodra wegens de liquiditeitsproblemen van de organisator reisdiensten niet worden uitgevoerd, niet of slechts ten dele zullen worden uitgevoerd, of ingeval de dienstverleners reizigers verplichten ervoor te betalen. De lidstaten moeten kunnen voorschrijven dat de organisatoren aan de reizigers een certificaat afgeven waaruit blijkt dat zij een rechtstreeks recht hebben ten aanzien van de verstrekker van de bescherming bij insolventie. |
(40) |
Om doeltreffend te zijn moet de bescherming bij insolventie de te voorziene bedragen van de betalingen waarop de insolventie van de organisator betrekking heeft, en, waar toepasselijk, de te voorziene kosten voor repatriëring dekken. De bescherming dient dus toereikend te zijn voor alle te voorziene betalingen die door of namens reizigers worden verricht voor pakketreizen in het hoogseizoen, waarbij rekening wordt gehouden met het tijdsverloop tussen de ontvangst van de betaling en de uitvoering van de reis of vakantie, alsmede, waar van toepassing, met de te voorziene kosten voor repatriëring. Algemeen gesproken dient de zekerheid dus een voldoende hoog percentage van de pakketreizenomzet van de organisator te bestrijken. Zij kan afhankelijk zijn van factoren zoals de soort verkochte pakketreis, onder meer wat betreft de vervoerswijze of de reisbestemming, en van eventuele wettelijke beperkingen of de toezeggingen van de organisator inzake het bedrag aan vooruitbetalingen dat hij mag aanvaarden en het tijdstip van de betaling daarvan vóór het begin van de pakketreis. Hoewel voor de berekening van de benodigde dekking kan worden uitgegaan van de recentste bedrijfsgegevens, zoals de omzet van het laatste boekjaar, dienen de organisatoren verplicht te worden om bij verhoogd risico de bescherming bij insolventie aan te passen, onder meer bij een aanmerkelijke stijging in de verkoop van pakketreizen. Doeltreffende bescherming bij insolventie dient echter geen rekening te houden met zeer geringe risico's, bijvoorbeeld de gelijktijdige insolventie van verscheidene van de grootste organisatoren, wanneer dit de kosten van de bescherming onevenredig zou beïnvloeden en derhalve de doeltreffendheid ervan in de weg zou staan. In dergelijke gevallen kan de borgstelling voor terugbetalingen worden beperkt. |
(41) |
Gelet op de verschillen in het nationale recht en de nationale gebruiken in verband met de partijen bij een pakketreisovereenkomst en het ontvangen van door of namens de reizigers verrichte betalingen, dienen de lidstaten te kunnen voorschrijven dat de doorverkopers ook voorzien in bescherming bij insolventie. |
(42) |
In overeenstemming met Richtlijn 2006/123/EG is het raadzaam regels vast te leggen om te voorkomen dat de verplichtingen inzake bescherming bij insolventie een belemmering vormen voor het vrije verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging. Daarom dienen de lidstaten verplicht te worden de bescherming bij insolventie volgens het recht van de lidstaat van vestiging te erkennen. Om op het vlak van bescherming bij insolventie de administratieve samenwerking en het toezicht op organisatoren en, waar van toepassing, doorverkopers die actief zijn in verschillende lidstaten te vergemakkelijken, dienen lidstaten verplicht te worden centrale contactpunten aan te wijzen. |
(43) |
Handelaren die gekoppelde reisarrangementen faciliteren, dienen te worden verplicht de reiziger mee te delen dat hij geen pakketreis koopt en dat de afzonderlijke reisdienstverleners uitsluitend aansprakelijk zijn voor de goede uitvoering van hun eigen overeenkomsten. Handelaren die gekoppelde reisarrangementen faciliteren, dienen voorts te worden verplicht om te voorzien in bescherming bij insolventie met betrekking tot de terugbetaling van de door hen ontvangen betalingen en, wanneer zij aansprakelijk zijn voor het personenvervoer, met betrekking tot de repatriëring van de reizigers; zij dienen de reizigers daarvan in kennis te stellen. Handelaren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de afzonderlijke overeenkomsten die deel uitmaken van een gekoppeld reisarrangement, zijn onderworpen aan de algemene consumentenbeschermingswetgeving en de sectorspecifieke wetgeving van de Unie. |
(44) |
Bij het vaststellen van voorschriften inzake regelingen voor bescherming bij insolventie met betrekking tot pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, mag de lidstaten de mogelijkheid niet worden ontzegd om rekening te houden met de specifieke situatie van kleinere ondernemingen, zolang het niveau van bescherming van de reizigers gehandhaafd blijft. |
(45) |
Reizigers moeten bescherming genieten tegen fouten die zich tijdens de boekingsprocedure voor pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen voordoen. |
(46) |
Bevestigd dient te worden dat reizigers geen afstand kunnen doen van rechten die uit deze richtlijn voortvloeien, en dat organisatoren of handelaren die gekoppelde reisarrangementen faciliteren, zich niet aan hun verplichtingen kunnen onttrekken met het argument dat zij slechts als reisdienstverlener, tussenpersoon of in een andere hoedanigheid optreden. |
(47) |
De lidstaten dienen regels vast te stellen inzake sancties voor inbreuken op nationale bepalingen waarbij deze richtlijn wordt omgezet en erop toezien dat zij ten uitvoer worden gelegd. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. |
(48) |
Door de vaststelling van deze richtlijn moeten bepaalde wetgevingsbesluiten van de Unie op het gebied van consumentenbescherming worden aangepast. Met name dient te worden verduidelijkt dat Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (10) van toepassing is op inbreuken op deze richtlijn. Gezien het feit dat Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad (11) in haar huidige vorm niet van toepassing is op overeenkomsten die onder Richtlijn 90/314/EEG vallen, dient ook Richtlijn 2011/83/EU te worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat zij van toepassing blijft op afzonderlijke reisdiensten die deel uitmaken van een gekoppeld reisarrangement, voor zover die afzonderlijke diensten niet anderszins van het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/83/EU worden uitgesloten, en dat bepaalde bij die richtlijn geregelde consumentenrechten ook van toepassing zijn op pakketreizen. |
(49) |
Deze richtlijn laat regels inzake de bescherming van persoonsgegevens als bepaald in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (12) en de Unieregels inzake internationaal privaatrecht, waaronder Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad (13), onverlet. |
(50) |
Er moet worden verduidelijkt dat de wettelijke eisen van deze richtlijn inzake bescherming bij insolventie en informatie met betrekking tot gekoppelde reisarrangementen ook dienen te gelden voor niet in een lidstaat gevestigde handelaren die hun activiteiten in de zin van Verordening (EG) nr. 593/2008 en Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (14) op welke manier dan ook op een of meer lidstaten richten. |
(51) |
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en tot de verwezenlijking van een hoog en zo uniform mogelijk niveau van consumentenbescherming, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. |
(52) |
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend. Deze richtlijn eerbiedigt in het bijzonder de in artikel 16 van het Handvest neergelegde vrijheid van ondernemerschap en zorgt in overeenstemming met artikel 38 van het Handvest voor een hoog niveau van consumentenbescherming. |
(53) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie van 28 september 2011 over toelichtende stukken (15) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd. |
(54) |
Richtlijn 90/314/EEG moet derhalve worden ingetrokken, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN NIVEAU VAN HARMONISATIE
Artikel 1
Onderwerp
Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en de verwezenlijking van een hoog en zo uniform mogelijk niveau van consumentenbescherming door bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake tussen reizigers en handelaren gesloten overeenkomsten betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen onderling aan te passen.
Artikel 2
Toepassingsgebied
1. Deze richtlijn is van toepassing op pakketreizen die door handelaren aan reizigers te koop worden aangeboden of verkocht en op gekoppelde reisarrangementen die door handelaren voor reizigers worden gefaciliteerd.
2. Deze richtlijn is niet van toepassing op:
a) |
pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen die een periode van minder dan 24 uur beslaan, tenzij zij een overnachting omvatten; |
b) |
pakketreizen die worden aangeboden en gekoppelde reisarrangementen die worden gefaciliteerd, incidenteel en zonder winstoogmerk alsook uitsluitend aan een beperkte groep reizigers; |
c) |
pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen die worden gekocht op basis van een algemene overeenkomst voor het regelen van zakenreizen tussen een handelaar en een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit. |
3. Voor zover algemene aspecten van het verbintenissenrecht niet bij deze richtlijn worden geregeld, laat deze richtlijn de algemene bepalingen van het nationale verbintenissenrecht, zoals over de geldigheid, het ontstaan of de gevolgen van overeenkomsten, onverlet.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:
1. „reisdienst”:
a) |
personenvervoer; |
b) |
accommodatie die niet intrinsiek deel uitmaakt van personenvervoer en die niet voor bewoning is bestemd; |
c) |
verhuur van auto's, andere motorvoertuigen in de zin van artikel 3, punt 11, van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (16), of motorrijwielen waarvoor een rijbewijs van categorie A in overeenstemming met artikel 4, lid 3, onder c), van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad (17) is vereist; |
d) |
andere toeristische diensten die niet intrinsiek deel uitmaken van een reisdienst in de zin van de punten a), b) of c); |
2. „pakketreis”: een combinatie van ten minste twee verschillende soorten reisdiensten voor dezelfde reis of vakantie, ingeval:
a) |
deze diensten worden gecombineerd door één handelaar, eventueel op verzoek of overeenkomstig de keuze van de reiziger, voordat er één overeenkomst betreffende alle diensten wordt gesloten; of |
b) |
deze diensten, ongeacht of er afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten met verschillende reisdienstverleners, worden:
|
Een combinatie van reisdiensten waarbij niet meer dan één soort reisdienst als bedoeld in punt 1, onder a), b) of c), wordt gecombineerd met één of meer toeristische diensten als bedoeld in punt 1, onder d), is geen pakketreis indien de laatstgenoemde diensten:
a) |
geen aanzienlijk deel van de waarde van de combinatie vormen, niet als een essentieel kenmerk van de combinatie worden aangeprezen of anderszins geen essentieel kenmerk van de combinatie vertegenwoordigen; of |
b) |
pas worden gekozen en aangekocht nadat de uitvoering van een reisdienst als bedoeld in punt 1, onder a), b) of c), al is begonnen; |
3. „pakketreisovereenkomst”: een overeenkomst inzake de gehele pakketreis of, indien de pakketreis uit hoofde van afzonderlijke overeenkomsten wordt geleverd, alle overeenkomsten die betrekking hebben op de reisdiensten die deel uitmaken van de pakketreis;
4. „begin van de pakketreis”: begin van de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreis betrekking heeft;
5. „gekoppeld reisarrangement”: ten minste twee verschillende soorten reisdiensten die voor dezelfde reis of vakantie worden aangekocht, welke geen pakketreis vormen en waarvoor afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten met de verschillende reisdienstverleners, waarbij een handelaar:
a) |
tijdens één bezoek aan of contactmoment met het eigen verkooppunt het apart selecteren en apart betalen van elke reisdienst door de reiziger faciliteert; of |
b) |
op gerichte wijze de aankoop van ten minste één aanvullende reisdienst bij een andere handelaar faciliteert waarbij uiterlijk 24 uur na de bevestiging van de boeking van de eerste reisdienst een overeenkomst met die andere handelaar wordt gesloten. |
Indien niet meer dan één soort reisdienst als bedoeld in punt 1, onder a), b) of c), en één of meer toeristische diensten als bedoeld in punt 1, onder d), worden aangekocht, vormen zij geen gekoppeld reisarrangement als laatstgenoemde diensten geen aanzienlijk deel van de gecombineerde waarde van de diensten vormen en niet als een essentieel kenmerk van de reis of vakantie worden aangeprezen, en anderszins geen essentieel kenmerk van de reis of vakantie vertegenwoordigen;
6. „reiziger”: iedere persoon die, binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn, een overeenkomst wenst te sluiten of die er op grond van een gesloten overeenkomst recht op heeft te reizen;
7. „handelaar”: iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon, ongeacht of deze privaat of publiek is, die met betrekking tot onder deze richtlijn vallende overeenkomsten handelt, mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt, in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, ongeacht of hij optreedt als organisator, doorverkoper, handelaar die een gekoppeld reisarrangement faciliteert of reisdienstverlener;
8. „organisator”: een handelaar die pakketreizen samenstelt en deze rechtstreeks dan wel via of samen met een andere handelaar verkoopt of te koop aanbiedt, of de handelaar die de gegevens van de reiziger aan een andere handelaar overdraagt overeenkomstig punt 2, onder b), v);
9. „doorverkoper”: een handelaar, anders dan de organisator, die pakketreizen verkoopt of te koop aanbiedt die door de organisator zijn samengesteld;
10. „vestiging”: vestiging in de zin van artikel 4, punt 5, van Richtlijn 2006/123/EG;
11. „duurzame gegevensdrager”: ieder hulpmiddel dat de reiziger of de handelaar in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is aangepast aan het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde weergave van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;
12. „onvermijdbare en buitengewone omstandigheden”: een situatie die zich voordoet onafhankelijk van de wil van de partij die zich daarop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle redelijke voorzorgsmaatregelen niet te vermijden waren;
13. „non-conformiteit”: het niet of niet goed uitvoeren van de reisdiensten die deel uitmaken van een pakketreis;
14. „minderjarige”: een persoon die jonger is dan achttien jaar;
15. „verkooppunt”: een ruimte voor detailhandel, verplaatsbaar of niet, of een retailwebsite of soortgelijk onlineverkoopsplatform, daaronder begrepen retailwebsites of onlineverkoopsplatforms die als één platform aan reizigers worden aangeboden, met inbegrip van een telefoondienst;
16. „repatriëring”: het terugbrengen van de reiziger naar de plaats van vertrek of naar een andere door de partijen die de overeenkomst sluiten afgesproken plaats.
Artikel 4
Niveau van harmonisatie
Tenzij in deze richtlijn anders is bepaald, behouden de lidstaten in hun nationale recht geen bepalingen die afwijken van de bepalingen van deze richtlijn, met inbegrip van meer of minder strikte bepalingen die een ander niveau van bescherming van reizigers zouden waarborgen, of voeren deze bepalingen niet in.
HOOFDSTUK II
INFORMATIEVERPLICHTINGEN EN INHOUD VAN DE PAKKETREISOVEREENKOMST
Artikel 5
Precontractuele informatie
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de organisator en, indien de pakketreis wordt verkocht via een doorverkoper, ook de doorverkoper, de reiziger, voordat deze is gebonden door een pakketreisovereenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod, door middel van het relevante formulier als bedoeld in bijlage I, deel A of deel B, de standaardinformatie verstrekt, alsook, voor zover deze van toepassing is op de pakketreis, de volgende informatie:
a) |
de voornaamste kenmerken van de reisdiensten:
|
b) |
de handelsnaam en het geografische adres van de organisator en, indien van toepassing, van de doorverkoper, alsmede hun telefoonnummer en, in voorkomend geval, hun e-mailadres; |
c) |
de totaalprijs van de pakketreis, inclusief belastingen en, indien van toepassing, alle bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten, of, indien deze redelijkerwijs niet kunnen worden berekend voordat de overeenkomst wordt gesloten, opgave van de soort bijkomende kosten die alsnog voor rekening van de reiziger kunnen zijn; |
d) |
de betalingsregelingen, met inbegrip van het bedrag of het als aanbetaling te betalen percentage van de prijs en het tijdstip voor de betaling van het saldo van de reissom, of financiële garanties die de reiziger moet betalen of leveren; |
e) |
het minimumaantal personen dat nodig is om de pakketreis te laten plaatsvinden en de in artikel 12, lid 3, onder a), bedoelde termijn waarbinnen de overeenkomst vóór het begin van de pakketreis kan worden beëindigd indien dat aantal niet is bereikt; |
f) |
algemene informatie betreffende paspoort- en visumverplichtingen in het land van bestemming, waaronder de bij benadering benodigde termijn voor het verkrijgen van een visum en informatie over geldende formaliteiten op gezondheidsgebied; |
g) |
de mededeling dat de reiziger de overeenkomst vóór het begin van de pakketreis te allen tijde kan beëindigen tegen betaling van een redelijke beëindigingsvergoeding of, indien toepasselijk, van de gestandaardiseerde beëindigingsvergoedingen die door de organisator worden verlangd, in overeenstemming met artikel 12, lid 1; |
h) |
informatie over een facultatieve of verplichte verzekering die de kosten bij beëindiging van de overeenkomst door de reiziger of de kosten van bijstand, met inbegrip van repatriëring, bij ongeval, ziekte of overlijden dekt. |
Voor pakketreisovereenkomsten die per telefoon worden gesloten, verstrekt de organisator en, indien van toepassing, de doorverkoper, de reiziger de standaardinformatie als bedoeld in bijlage I, deel B, en de informatie als bedoeld in de punten a) tot en met h) van de eerste alinea.
2. Met betrekking tot pakketreizen als bedoeld in artikel 3, punt 2, onder b), v), zorgen de organisator en de handelaar aan wie de gegevens worden toegezonden, ervoor dat ieder van hen de reiziger, voordat hij is gebonden door een overeenkomst of een daarmee overeenstemmend aanbod, de informatie bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met h), van dit artikel verstrekt, voor zover dat relevant is voor de respectieve reisdiensten die zij aanbieden. De organisator verstrekt tegelijkertijd tevens de standaardinformatie door middel van het formulier in bijlage I, deel C.
3. De in de leden 1 en 2 bedoelde informatie wordt op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier verstrekt. Schriftelijke informatie wordt in een leesbare vorm verstrekt.
Artikel 6
Bindend karakter van de precontractuele informatie en sluiting van de pakketreisovereenkomst
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de informatie die op grond van artikel 5, lid 1, eerste alinea, onder a), c), d), e) en g), aan de reiziger wordt verstrekt, een integraal onderdeel van de pakketreisovereenkomst vormt en niet wordt gewijzigd, tenzij de partijen bij de overeenkomst uitdrukkelijk anders overeenkomen. De organisator, en, indien van toepassing, de doorverkoper, deelt de reiziger alle wijzigingen aan de precontractuele informatie op duidelijke, begrijpelijke en opvallende wijze mee voordat de pakketreisovereenkomst wordt gesloten.
2. Indien de organisator, en, indien van toepassing, de doorverkoper, de vereisten inzake informatie over bijkomende vergoedingen, toeslagen of andere kosten als bedoeld in artikel 5, lid 1, eerste alinea, onder c), niet heeft nageleefd voordat de pakketreisovereenkomst wordt gesloten, zijn deze vergoedingen, toeslagen of andere kosten niet voor rekening van de reiziger.
Artikel 7
Inhoud van de pakketreisovereenkomst en documenten die vóór het begin van de pakketreis moeten worden overgelegd
1. De lidstaten zorgen ervoor dat pakketreisovereenkomsten in heldere en begrijpelijke taal worden gesteld en, voor zover zij schriftelijk worden vastgelegd, leesbaar zijn. Bij het sluiten van de pakketreisovereenkomst of onverwijld daarna, verstrekt de organisator of de doorverkoper de reiziger een kopie of een bevestiging van de overeenkomst op een duurzame gegevensdrager. Ingeval de pakketreisovereenkomst in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de partijen is gesloten, heeft de reiziger het recht een papieren kopie te vragen.
Bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten in de zin van artikel 2, punt 8), van Richtlijn 2011/83/EU, wordt een kopie of bevestiging van de pakketreisovereenkomst aan de reiziger verstrekt op papier of, indien de reiziger hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager.
2. De pakketreisovereenkomst of bevestiging ervan bevat de volledige inhoud van de overeenkomst, met inbegrip van alle in artikel 5, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met h), bedoelde informatie, alsmede de volgende informatie:
a) |
bijzondere wensen van de reiziger waarop de organisator is ingegaan; |
b) |
het feit dat de organisator:
|
c) |
de naam en de contactgegevens, met inbegrip van het geografische adres, van de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie en, indien van toepassing, de bevoegde autoriteit die daarvoor door de betrokken lidstaat is aangewezen en haar contactgegevens; |
d) |
de naam, het adres, het telefoonnummer, het e-mailadres en, in voorkomend geval, het fax van de lokale vertegenwoordiger van de organisator, van een contactpunt of van een andere dienst, welke gegevens de reiziger in staat stellen snel contact op te nemen met de organisator en efficiënt met hem te communiceren met het oog op een verzoek om bijstand wanneer de reiziger in moeilijkheden verkeert of om zijn beklag te doen over eventuele tijdens de uitvoering van de pakketreis geconstateerde non-conformiteit; |
e) |
de mededeling dat de reiziger overeenkomstig artikel 13, lid 2, verplicht is eventuele tijdens de uitvoering van de pakketreis geconstateerde non-conformiteit te melden; |
f) |
indien minderjarigen die niet door een ouder of een andere gemachtigde persoon vergezeld worden, op basis van een pakketreisovereenkomst reizen waarin accommodatie is begrepen, informatie op basis waarvan rechtstreeks contact kan worden opgenomen met de minderjarige of met de persoon die op de verblijfplaats van de minderjarige voor de minderjarige verantwoordelijk is; |
g) |
informatie over beschikbare interne procedures voor klachtenafhandeling en over alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen („ADR”) overeenkomstig Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad (18), en in voorkomend geval, over de ADR-entiteit waaronder de handelaar valt en over het platform voor onlinegeschillenbeslechting overeenkomstig Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees Parlement en de Raad (19); |
h) |
informatie over het recht van de reiziger om zijn overeenkomst overeenkomstig artikel 9 aan een andere reiziger over te dragen. |
3. Met betrekking tot pakketreizen als bedoeld in artikel 3, punt 2, onder b), v), informeert de handelaar aan wie de gegevens worden toegezonden, de organisator over de sluiting van de overeenkomst die tot de totstandbrenging van een pakketreis leidt. De handelaar verschaft de organisator de informatie die nodig is om aan zijn verplichtingen als organisator te voldoen.
Zodra de organisator ervan in kennis is gesteld dat er een pakketreis tot stand is gebracht, verstrekt de organisator aan de reiziger de in lid 2, onder a) tot en met h), bedoelde informatie op een duurzame gegevensdrager.
4. De in de leden 2 en 3 bedoelde informatie wordt op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier verstrekt.
5. Tijdig voor het begin van de pakketreis verstrekt de organisator de reiziger de nodige ontvangstbewijzen, vouchers en vervoerbewijzen, informatie over de geplande vertrektijden en, in voorkomend geval, over de uiterste tijd om in te checken, alsook de geplande tijden van tussenstops, aansluitingen en aankomst.
Artikel 8
Bewijslast
De bewijslast voor de naleving van de in dit hoofdstuk neergelegde informatievoorschriften ligt bij de handelaar.
HOOFDSTUK III
WIJZIGING VAN DE PAKKETREISOVEREENKOMST VÓÓR HET BEGIN VAN DE PAKKETREIS
Artikel 9
Overdracht van de pakketreisovereenkomst aan een andere reiziger
1. De lidstaten zorgen ervoor dat reizigers die de organisator binnen een redelijke termijn vóór het begin van de pakketreis via een duurzame gegevensdrager op de hoogte stellen, de pakketreisovereenkomst kunnen overdragen aan een persoon die voldoet aan alle voorwaarden die voor die overeenkomst gelden. De organisator uiterlijk zeven dagen vóór het begin van de pakketreis op de hoogte stellen wordt in ieder geval als redelijk beschouwd.
2. Degene die de pakketreisovereenkomst overdraagt, en degene die de overeenkomst overneemt, zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het nog verschuldigde bedrag en voor eventuele bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten die voortvloeien uit de overdracht. De organisator stelt degene die de overeenkomst overdraagt, in kennis van de werkelijke kosten van de overdracht. Deze kosten mogen niet onredelijk zijn en niet meer bedragen dan de werkelijke kosten die voor de organisator voortvloeien uit de overdracht van de pakketreisovereenkomst.
3. De organisator voorziet degene die de pakketreisovereenkomst overdraagt van bewijsstukken van de bijkomende vergoedingen, toeslagen en andere kosten die uit de overdracht van de pakketreisovereenkomst voortvloeien.
Artikel 10
Prijswijzigingen
1. De lidstaten zorgen ervoor dat na de sluiting van de pakketreisovereenkomst, de prijzen alleen kunnen worden verhoogd indien de overeenkomst daar uitdrukkelijk in voorziet en vermeldt dat de reiziger op grond van lid 4 recht heeft op een prijsverlaging. In dat geval wordt in de pakketreisovereenkomst aangegeven hoe prijsherzieningen moeten worden berekend. Prijsverhogingen zijn alleen toegestaan als rechtstreeks gevolg van veranderingen in:
a) |
de prijs van personenvervoer die is toe te schrijven aan de toegenomen kostprijs van brandstof of van andere energiebronnen; |
b) |
de hoogte van belastingen of vergoedingen over de in de overeenkomst begrepen reisdiensten, die worden geheven door niet direct bij de uitvoering van de pakketreis betrokken derden, met inbegrip van toeristenbelastingen, landingsrechten en vertrek- of aankomstbelasting in havens en op vliegvelden; of |
c) |
de wisselkoersen die voor de pakketreis van belang zijn. |
2. Indien de in lid 1 van dit artikel bedoelde prijsverhoging meer dan 8 % van de totaalprijs van de pakketreis bedraagt, is artikel 11, leden 2 tot en met 5, van toepassing.
3. Ongeacht de omvang ervan is een prijsverhoging alleen mogelijk indien de organisator de reiziger daarvan uiterlijk 20 dagen vóór het begin van de pakketreis via een duurzame gegevensdrager en op een duidelijke en begrijpelijke manier in kennis stelt, met opgave van een motivering voor die prijsverhoging en een berekening.
4. Indien de pakketreisovereenkomst voorziet in de mogelijkheid van prijsverhogingen, heeft de reiziger recht op een prijsverlaging die overeenstemt met elke daling van de in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde kosten die zich na de sluiting van de overeenkomst en vóór het begin van de pakketreis voordoet.
5. In geval van een prijsverlaging heeft de organisator het recht de werkelijk gemaakte administratieve kosten af te trekken van de aan de reiziger verschuldigde terugbetaling. Indien de reiziger hierom verzoekt, staaft de organisator die administratieve kosten.
Artikel 11
Wijziging van andere bepalingen van de pakketreisovereenkomst
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de organisator de bepalingen van de pakketreisovereenkomst, met uitzondering van prijswijzigingen overeenkomstig artikel 10, vóór het begin van de pakketreis niet eenzijdig kan veranderen, tenzij:
a) |
de organisator zich dit recht in de overeenkomst heeft voorbehouden; |
b) |
het om een onbeduidende verandering gaat; en |
c) |
de organisator de reiziger daarvan op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier via een duurzame gegevensdrager in kennis stelt. |
2. Indien, vóór het begin van de pakketreis, de organisator zich genoodzaakt ziet een van de voornaamste kenmerken van de reisdiensten in de zin van artikel 5, lid 1, eerste alinea, onder a), ingrijpend te wijzigen of niet aan de bijzondere wensen in de zin van artikel 7, lid 2, onder a), tegemoet kan komen, of voorstelt de prijs van de pakketreis met meer dan 8 % te verhogen overeenkomstig artikel 10, lid 2, kan de reiziger binnen een door de organisator bepaalde redelijke termijn:
a) |
de voorgestelde wijziging aanvaarden; of |
b) |
de overeenkomst beëindigen zonder het betalen van een beëindigingsvergoeding. |
Indien de reiziger de pakketreisovereenkomst beëindigt, kan de reiziger voor een vervangende pakketreis kiezen indien die door de organisator wordt aangeboden. Indien mogelijk moet deze van gelijkwaardige of hogere kwaliteit zijn.
3. De organisator stelt de reiziger op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier via een duurzame gegevensdrager onverwijld in kennis van:
a) |
de in lid 2 voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval in overeenstemming met lid 4, van het effect ervan op de prijs van de pakketreis; |
b) |
een redelijke termijn waarbinnen de reiziger de organisator in kennis moet stellen van zijn besluit uit hoofde van lid 2; |
c) |
de gevolgen van het feit dat de reiziger niet binnen de onder b) bedoelde termijn heeft kunnen antwoorden, overeenkomstig het toepasselijke nationale recht; en |
d) |
in voorkomend geval, de aangeboden vervangende pakketreis en de prijs ervan. |
4. Wanneer de in lid 2, eerste alinea, bedoelde wijzigingen van de pakketreisovereenkomst of de in lid 2, tweede alinea, bedoelde vervangende pakketreis tot gevolg hebben dat de kwaliteit of de kosten van de pakketreis verminderen, heeft de reiziger recht op een passende prijsverlaging.
5. Indien de pakketreisovereenkomst op grond van lid 2, eerste alinea, onder b), van dit artikel wordt beëindigd en de reiziger geen vervangende pakketreis aanvaardt, betaalt de organisator alle door of namens de reiziger betaalde bedragen onverwijld en in elk geval uiterlijk veertien dagen nadat de overeenkomst is beëindigd, aan de reiziger terug. Artikel 14, leden 2, 3, 4, 5 en 6, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12
Beëindiging van de pakketreisovereenkomst en recht van herroeping vóór het begin van de pakketreis
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de reiziger vóór het begin van de pakketreis de pakketreisovereenkomst te allen tijde kan beëindigen. Bij beëindiging van de pakketreisovereenkomst door de reiziger uit hoofde van dit lid kan de reiziger worden verplicht tot betaling van een passende en gerechtvaardigde beëindigingsvergoeding aan de organisator. In de pakketreisovereenkomst kunnen redelijke gestandardiseerde beëindigingsvergoedingen worden bepaald op basis van het tijdstip van de beëindiging vóór het begin van de pakketreis en de verwachte kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Indien er geen gestandardiseerde beëindigingsvergoedingen zijn vastgesteld, stemt het bedrag van de beëindigingsvergoeding overeen met de prijs van de pakketreis minus de kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Indien de reiziger hierom verzoekt, verstrekt de organisator een verantwoording van het bedrag van de beëindigingsvergoedingen.
2. Niettegenstaande lid 1 heeft de reiziger, indien zich op de plaats van bestemming of in de onmiddellijke omgeving daarvan onvermijdbare en buitengewone omstandigheden voordoen die aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van de pakketreis, of die aanzienlijke gevolgen hebben voor het personenvervoer naar de bestemming, het recht de pakketreisovereenkomst vóór het begin van de pakketreis zonder betaling van een beëindigingsvergoeding te beëindigen. In geval van beëindiging van de pakketreisovereenkomst op grond van dit lid heeft de reiziger recht op een volledige terugbetaling van alle voor de pakketreis betaalde bedragen, maar kan hij geen aanspraak maken op een bijkomende schadevergoeding.
3. De organisator kan de pakketreisovereenkomst beëindigen en de reiziger alle voor de pakketreis betaalde bedragen volledig terugbetalen zonder een bijkomende schadevergoeding verschuldigd te zijn, indien:
a) |
het aantal personen dat zich voor de pakketreis heeft ingeschreven, kleiner is dan het in de overeenkomst vermelde minimumaantal en de reiziger door de organisator van de beëindiging van de overeenkomst in kennis wordt gesteld binnen de in de overeenkomst bepaalde termijn, maar uiterlijk:
of |
b) |
de organisator de overeenkomst niet kan uitvoeren als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden en hij de reiziger er onverwijld en vóór het begin van de pakketreis van in kennis stelt dat de overeenkomst wordt beëindigd. |
4. De organisator verricht alle terugbetalingen die op grond van de leden 2 en 3 zijn vereist, of betaalt met betrekking tot lid 1 alle bedragen terug die door of namens de reiziger voor de pakketreis zijn betaald, minus de passende beëindigingsvergoeding. De terugbetalingen worden onverwijld aan de reiziger gedaan en in elk geval uiterlijk binnen 14 dagen na de beëindiging van de pakketreisovereenkomst.
5. Wat betreft buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten mogen de lidstaten in hun nationale recht bepalen dat de reiziger de pakketreisovereenkomst binnen 14 dagen kan herroepen zonder opgave van redenen.
HOOFDSTUK IV
UITVOERING VAN DE PAKKETREIS
Artikel 13
Verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pakketreis
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de organisator aansprakelijk is voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator of door andere dienstverleners worden verricht.
De lidstaten kunnen in hun nationaal recht bepalingen handhaven of invoeren op grond waarvan ook de doorverkoper voor de uitvoering van de pakketreis verantwoordelijk is. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 en van hoofdstuk III, dit hoofdstuk en hoofdstuk V die op de organisator van toepassing zijn, ook van overeenkomstige toepassing op de doorverkoper.
2. De reiziger stelt de organisator onverwijld, rekening houdend met de omstandigheden van het geval, in kennis van een eventuele non-conformiteit die hij tijdens de uitvoering van een in de pakketreisovereenkomst opgenomen reisdienst heeft geconstateerd.
3. Indien een of meer reisdiensten niet conform de pakketreisovereenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de non-conformiteit wordt verholpen, tenzij dat:
a) |
onmogelijk is; of |
b) |
onevenredig hoge kosten met zich brengt, rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de waarde van de desbetreffende reisdiensten. |
Indien de organisator de non-conformiteit niet overeenkomstig de eerste alinea, onder a) of b), van dit lid, verhelpt, is artikel 14 van toepassing.
4. Onverminderd de uitzonderingen in lid 3, heeft de reiziger, indien de organisator de non-conformiteit niet binnen een door de reiziger bepaalde redelijke termijn verhelpt, de mogelijkheid dit zelf te doen en om terugbetaling van de nodige uitgaven te verzoeken. Het is niet nodig dat de reiziger een termijn bepaalt indien de organisator weigert de non-conformiteit te verhelpen, of indien deze onmiddellijk moet worden verholpen.
5. Indien een aanzienlijk deel van de diensten, daaronder begrepen de terugkeer van de reiziger naar de plaats van vertrek, niet kan worden verricht zoals overeengekomen in de pakketreisovereenkomst, biedt de organisator, zonder bijkomende kosten voor de reiziger, met het oog op de voortzetting van de pakketreis geschikte alternatieve arrangementen aan van, indien mogelijk, gelijkwaardige of hogere kwaliteit dan die welke in de overeenkomst is bepaald.
Indien de voorgestelde alternatieve arrangementen leiden tot een pakketreis van lagere kwaliteit dan in de pakketreisovereenkomst is bepaald, verleent de organisator de reiziger een passende prijsverlaging.
De reiziger kan de voorgestelde alternatieve arrangementen slechts afwijzen indien zij niet vergelijkbaar zijn met hetgeen in de pakketreisovereenkomst is afgesproken, of indien de toegekende prijsverlaging ontoereikend is.
6. Indien de non-conformiteit aanzienlijke gevolgen heeft voor de uitvoering van de pakketreis en de organisator deze niet binnen een door de reiziger bepaalde redelijke termijn heeft verholpen, kan de reiziger de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding beëindigen en, in voorkomend geval, om conform artikel 14 een prijsverlaging en een schadevergoeding verzoeken.
Indien er geen alternatieve arrangementen kunnen worden aangeboden of de reiziger deze overeenkomstig lid 5, derde alinea, van dit artikel verwerpt, heeft de reiziger, in voorkomend geval, conform artikel 14 recht op prijsverlaging of schadevergoeding, zonder dat de pakketreisovereenkomst wordt beëindigd.
Indien de pakketreis personenvervoer omvat, voorziet de organisator in de in de eerste en tweede alinea bedoelde gevallen ook in repatriëring van de reiziger met gelijkwaardig vervoer, onverwijld en zonder bijkomende kosten voor de reiziger.
7. Indien er, als gevolg van onvermijdbare en buitengewone omstandigheden, niet kan worden gezorgd voor de terugkeer van de reiziger zoals afgesproken in de pakketreisovereenkomst, zijn de kosten van de nodige accommodatie, indien mogelijk van een gelijkwaardige categorie, voor ten hoogste drie overnachtingen per reiziger, voor rekening van de organisator. Indien de toepasselijke Uniewetgeving inzake passagiersrechten voor het desbetreffende vervoersmiddel voor de terugkeer van de reiziger in langere termijnen voorziet, zijn deze van toepassing.
8. De in lid 7 van dit artikel beschreven beperking van de kosten is niet van toepassing op personen met beperkte mobiliteit in de zin van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006, noch op personen die hen begeleiden, zwangere vrouwen en alleenreizende minderjarigen, en personen die specifieke medische bijstand behoeven, mits de organisator ten minste 48 uur voor het begin van de pakketreis in kennis is gesteld van hun bijzondere behoeften. De organisator mag zich niet beroepen op onvermijdbare en buitengewone omstandigheden om aansprakelijkheid uit hoofde van lid 7 van dit artikel te beperken indien de betrokken vervoerder zich daarop krachtens het toepasselijke recht van de Unie niet kan beroepen.
Artikel 14
Prijsverlaging en schadevergoeding
1. De lidstaten zien erop toe dat de reiziger recht heeft op een passende prijsverlaging voor iedere periode waarin er sprake was van non-conformiteit, tenzij de organisator bewijst dat de non-conformiteit aan de reiziger toe te schrijven is.
2. De reiziger heeft recht op passende schadevergoeding van de organisator voor alle schade die hij oploopt als gevolg van non-conformiteit. De schadevergoeding wordt onverwijld uitbetaald.
3. De reiziger heeft geen recht op schadevergoeding indien de organisator aantoont dat de non-conformiteit te wijten is aan:
a) |
de reiziger; |
b) |
een derde die niet bij de uitvoering van de in de pakketreisovereenkomst begrepen reisdiensten is betrokken, en de non-conformiteit niet kon worden voorzien of voorkomen; of |
c) |
onvermijdbare en buitengewone omstandigheden. |
4. Voor zover internationale verdragen waarbij de Unie partij is, grenzen stellen aan de voorwaarden waaronder dienstverleners die reisdiensten verlenen die deel uitmaken van een pakketreis, schadevergoeding moeten betalen, of aan de hoogte van die schadevergoeding, gelden die grenzen ook voor de organisator. Voor zover internationale verdragen waarbij de Unie geen partij is, grenzen stellen aan schadevergoedingen die door een dienstverlener moeten worden betaald, kunnen de lidstaten overeenkomstige grenzen stellen aan de schadevergoeding die door de organisator moet worden betaald. In andere gevallen kan in de pakketreisovereenkomst de schadevergoeding die de organisator moet betalen, worden beperkt, behalve voor persoonlijk letsel of opzettelijk dan wel door nalatigheid veroorzaakte schade, en mits zij ten minste driemaal de totale reissom van de pakketreis bedraagt.
5. Elk recht op schadevergoeding of prijsverlaging uit hoofde van deze richtlijn laat de rechten van reizigers uit hoofde van Verordening (EG) nr. 261/2004, Verordening (EG) nr. 1371/2007, Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad (20), Verordening (EU) nr. 1177/2010 en Verordening (EU) nr. 181/2011, en internationale verdragen onverlet. Reizigers hebben het recht krachtens deze richtlijn en die verordeningen en internationale overeenkomsten vorderingen in te dienen. De schadevergoeding of prijsverlaging uit hoofde van deze richtlijn en de uit hoofde van die verordeningen en internationale overeenkomsten toegekende compensatie of prijsverlaging worden met elkaar verrekend om te voorkomen dat te veel schadevergoeding wordt uitgekeerd.
6. De verjaringstermijn voor het indienen van vorderingen op grond van dit artikel is minimaal twee jaar.
Artikel 15
Mogelijkheid om contact op te nemen met de organisator via de doorverkoper
Onverminderd artikel 13, lid 1, tweede alinea, zien de lidstaten erop toe dat de reiziger berichten, verzoeken of klachten in verband met de uitvoering van de pakketreis rechtstreeks kan richten tot de doorverkoper bij wie hij de reis heeft gekocht. De doorverkoper geeft deze berichten, verzoeken of klachten onverwijld aan de organisator door.
Om te beoordelen of de in de eerste alinea bedoelde berichten, verzoeken of klachten binnen de gestelde termijn of de verjaringstermijn zijn ingediend, wordt de inontvangstneming door de doorverkoper beschouwd als inontvangstneming door de organisator.
Artikel 16
Verplichting bijstand te bieden
De lidstaten zorgen ervoor dat de organisator onverwijld passende bijstand biedt aan reizigers die in moeilijkheden, daaronder begrepen de in artikel 13, lid 7, bedoelde omstandigheden, verkeren, in het bijzonder door:
a) |
goede informatie te verstrekken over medische diensten, plaatselijke autoriteiten en consulaire bijstand; en |
b) |
de reiziger te helpen bij het gebruik van communicatie op afstand en bij het vinden van alternatieve reisarrangementen. |
Indien de moeilijkheden het gevolg zijn van opzet of nalatigheid van de reiziger kan de organisator voor dergelijke bijstand een redelijke vergoeding vragen. Die vergoeding bedraagt in geen geval meer dan de werkelijke kosten voor de organisator.
HOOFDSTUK V
BESCHERMING BIJ INSOLVENTIE
Artikel 17
Doeltreffendheid en reikwijdte van de bescherming bij insolventie
1. De lidstaten zorgen ervoor dat op hun grondgebied gevestigde organisatoren zekerheid stellen voor de terugbetaling van alle reeds door of namens reizigers betaalde bedragen voor zover de desbetreffende diensten als gevolg van de insolventie van deze organisatoren niet worden verricht. Indien personenvervoer in de pakketreisovereenkomst is inbegrepen, stellen de organisatoren ook zekerheid voor de repatriëring van de reizigers. Er kan worden aangeboden de pakketreis voort te zetten.
Organisatoren die niet in een lidstaat gevestigd zijn en pakketreizen verkopen of te koop aanbieden in een lidstaat, of die dergelijke activiteiten op enigerlei wijze op een lidstaat richten, zijn verplicht zekerheid te stellen overeenkomstig het recht van die lidstaat.
2. De in lid 1 bedoelde zekerheid is afdoende en dekt redelijkerwijs voorzienbare kosten. Zij dekt tevens de in verband met pakketreizen door of namens reizigers betaalde bedragen, rekening houdend met de duur van de periode tussen de aanbetaling en de definitieve betaling en de volledige uitvoering van de pakketreizen, alsmede de geraamde kosten voor repatriëring in geval van insolventie van de organisator.
3. De bescherming bij insolventie van een organisator komt ten goede aan reizigers ongeacht hun woonplaats, de plaats van vertrek of de plaats van verkoop van de pakketreis, en ongeacht de lidstaat waar de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, is gevestigd.
4. Indien de uitvoering van de pakketreis wordt beïnvloed door de insolventie van de organisator, wordt de zekerheid kosteloos ter beschikking gesteld om repatriëring te verzekeren en, indien nodig, de financiering van accommodatie in afwachting van de repatriëring.
5. Voor niet-uitgevoerde reisdiensten worden terugbetalingen op verzoek van de reiziger onverwijld verricht.
Artikel 18
Wederzijdse erkenning van bescherming bij insolventie en administratieve samenwerking
1. De bescherming bij insolventie die een organisator biedt op grond van de maatregelen ter omzetting van artikel 17 die zijn vastgesteld door de lidstaat waar hij is gevestigd, wordt door de lidstaten geacht te voldoen aan de eisen van hun eigen nationale omzettingsmaatregelen.
2. Om de administratieve samenwerking en het toezicht op organisatoren die actief zijn in verschillende lidstaten, te vergemakkelijken, wijzen de lidstaten centrale contactpunten aan. Zij delen de contactgegevens van die contactpunten mee aan alle andere lidstaten en aan de Commissie.
3. De centrale contactpunten stellen onderling alle nodige informatie beschikbaar over hun nationale eisen voor bescherming bij insolventie en de entiteit of entiteiten die instaan voor de bescherming bij insolventie voor specifieke organisatoren die op hun grondgebied zijn gevestigd. Deze contactpunten bieden elkaar toegang tot alle beschikbare overzichten van organisatoren die voldoen aan hun verplichtingen op het gebied van bescherming bij insolventie. Dit overzicht is openbaar toegankelijk, ook online.
4. Indien een lidstaat twijfels heeft omtrent de bescherming bij insolventie van een organisator, vraagt hij de lidstaat van vestiging van de organisator om opheldering. De lidstaten beantwoorden verzoeken van andere lidstaten zo spoedig mogelijk, rekening houdend met de urgentie en complexiteit van de aangelegenheid. Een eerste antwoord wordt in elk geval niet later dan 15 werkdagen na de ontvangst van het verzoek gegeven.
HOOFDSTUK VI
GEKOPPELDE REISARRANGEMENTEN
Artikel 19
Verplichtingen inzake bescherming bij insolventie en informatieverstrekking voor gekoppelde reisarrangementen
1. De lidstaten zorgen ervoor dat handelaren die gekoppelde reisarrangementen faciliteren, zekerheden stellen voor de terugbetaling van alle bedragen die zij ontvangen van reizigers, voor zover een reisdienst, die deel uitmaakt van een gekoppeld reisarrangement ten gevolge van de insolventie van die handelaren niet wordt verleend. Indien deze handelaren de partij zijn die voor het personenvervoer verantwoordelijk is, dekt de zekerheid ook de repatriëring van de reiziger. Artikel 17, lid 1, tweede alinea, artikel 17, leden 2 tot en met 5, en artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Alvorens de reiziger wordt gebonden door een overeenkomst die leidt tot de totstandkoming van een gekoppeld reisarrangement, of door een daarmee overeenstemmend aanbod, wijst de handelaar die een gekoppeld reisarrangement faciliteert, ook indien hij niet in een lidstaat is gevestigd maar dergelijke activiteiten op enigerlei wijze op een lidstaat richt, op duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende wijze op het volgende:
a) |
de reiziger kan geen aanspraak maken op de rechten die uitsluitend gelden voor pakketreizen uit hoofde van deze richtlijn, en elke dienstverlener is uitsluitend aansprakelijk voor de goede contractuele uitvoering van zijn eigen diensten; en |
b) |
de reiziger kan aanspraak maken op bescherming bij insolventie in overeenstemming met lid 1. |
Om aan dit lid te voldoen, verstrekt de handelaar die gekoppelde reisarrangementen faciliteert die informatie aan de reiziger door middel van het desbetreffende standaardformulier opgenomen in bijlage II, of, indien een bepaalde soort gekoppeld reisarrangement niet in de in die bijlage vervatte formulieren is terug te vinden, de daarin opgenomen informatie.
3. Indien de handelaar die gekoppelde reisarrangementen faciliteert, de voorschriften van de leden 1 en 2 van dit artikel niet naleeft, zijn de rechten en verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9 en 12 en hoofdstuk IV van toepassing op de reisdiensten die deel uitmaken van het gekoppeld reisarrangement.
4. Indien een gekoppeld reisarrangement het gevolg is van de sluiting van een overeenkomst tussen een reiziger en een handelaar die niet degene is die het gekoppeld reisarrangement faciliteert, stelt die handelaar de handelaar die het gekoppeld reisarrangement faciliteert in kennis van de sluiting van de betrokken overeenkomst.
HOOFDSTUK VII
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 20
Specifieke verplichtingen van de doorverkoper ingeval de organisator buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd
Ingeval de organisator buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd, gelden, onverminderd artikel 13, lid 1, tweede alinea, voor de doorverkoper die in een lidstaat is gevestigd de verplichtingen voor organisatoren die zijn vastgelegd in de hoofdstukken IV en V, tenzij de doorverkoper bewijst dat de organisator aan deze hoofdstukken voldoet.
Artikel 21
Aansprakelijkheid voor boekingsfouten
De lidstaten zorgen ervoor dat een handelaar aansprakelijk is voor fouten vanwege technische mankementen in het boekingssysteem die aan hem te wijten zijn, en, indien de handelaar ermee heeft ingestemd de boeking van een pakketreis of van reisdiensten die deel uitmaken van een gekoppeld reisarrangement te regelen, aansprakelijk is voor fouten die tijdens het boekingsproces worden gemaakt.
Een handelaar is niet aansprakelijk voor boekingsfouten die aan de reiziger te wijten zijn of die door onvermijdbare en buitengewone omstandigheden worden veroorzaakt.
Artikel 22
Verhaalrecht
Wanneer een organisator of, overeenkomstig artikel 13, lid 1, tweede alinea, of artikel 20, een doorverkoper schadevergoeding betaalt, prijsverlaging toekent of aan andere uit de richtlijn voortvloeiende en voor hem geldende verplichtingen voldoet, zien de lidstaten erop toe dat de organisator of doorverkoper het recht heeft om verhaal te halen op derden die hebben bijgedragen aan de gebeurtenis die heeft geleid tot de schadevergoeding, prijsverlaging of andere verplichtingen.
Artikel 23
Dwingend karakter van de richtlijn
1. Een verklaring van een organisator van een pakketreis of van een handelaar die een gekoppeld reisarrangement faciliteert, die inhoudt dat hij uitsluitend optreedt als reisdienstverlener, als tussenpersoon of in een andere hoedanigheid, of dat een pakketreis of gekoppeld reisarrangement geen pakketreis of gekoppeld reisarrangement is, ontslaat deze organisator of handelaar niet van de verplichtingen die krachtens deze richtlijn op hen rusten.
2. Reizigers kunnen geen afstand doen van de rechten die zij genieten uit hoofde van de nationale maatregelen ter omzetting van deze richtlijn.
3. Contractuele regelingen of verklaringen van een reiziger die direct of indirect inhouden dat hij afstand doet van de rechten die hij uit hoofde van deze richtlijn geniet, of dat deze rechten worden beperkt, of die bedoeld zijn om de toepassing van deze richtlijn te ontduiken, zijn voor de reiziger niet bindend.
Artikel 24
Handhaving
De lidstaten zorgen ervoor dat passende en doeltreffende middelen beschikbaar zijn om de bepalingen van deze richtlijn te doen naleven.
Artikel 25
Sancties
De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
Artikel 26
Verslaglegging door de Commissie en evaluatie
Uiterlijk op … (21) legt de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de bepalingen van deze richtlijn die van toepassing zijn op onlineboekingen bij verschillende verkooppunten en de kwalificatie van deze boekingen als pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen of op zichzelf staande reisdiensten, en met name de definitie van pakketreizen in artikel 3, punt 2, onder b), v), en geeft zij aan of een aanpassing of verruiming van die definitie nodig is.
De Commissie dient uiterlijk op … (22) bij het Europees Parlement en bij de Raad een algemeen verslag in over de toepassing ervan.
De in de eerste en tweede alinea bedoelde verslagen gaan, indien nodig, vergezeld van wetgevingsvoorstellen.
Artikel 27
Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2011/83/EU
1. Punt 5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2006/2004 wordt vervangen door:
„5. |
Richtlijn (EU) 2015/… van het Europees Parlement en de Raad (23) |
2. In artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2011/83/EU wordt punt g) vervangen door:
„g) |
betreffende pakketreizen in de zin van artikel 3, punt 2, van Richtlijn (EU) 2015/… van het Europees Parlement en de Raad (25). Artikel 6, lid 7, artikel 8, leden 2 en 6, en de artikelen 19, 21 en 22 van deze richtlijn zijn van overeenkomstige toepassing op pakketreizen als omschreven in artikel 3, punt 2, van Richtlijn (EU) 2015/… met betrekking tot reizigers in de zin van artikel 3, punt 6, van die richtlijn. |
HOOFDSTUK VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 28
Omzetting
1. Uiterlijk op … (26) stellen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast teneinde aan deze richtlijn te voldoen en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
2. Zij passen de bepalingen toe met ingang van … (27).
3. Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
4. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 29
Intrekkingsbepaling
Richtlijn 90/314/EEG wordt met ingang van … (27) ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en moeten worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 30
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 31
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
…
Voor de Raad
De voorzitter
…
(1) PB C 170 van 5.6.2014, blz. 73.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 12 maart 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 18 september 2015. Standpunt van het Europees Parlement van … (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59).
(4) Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 30 april 2002 in zaak C-400/00 Club Tour, Viagens e Turismo SA tegen Alberto Carlos Lobo Gonçalves Garrido en Club Med Viagens Ld, (Jurispr. 2002, I-04051).
(5) Zie Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1) en Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36), alsmede Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15), Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1), Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3), Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1) en Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1).
(6) Besluit 2001/539/EG van de Raad van 5 april 2001 inzake de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Verdrag van Montreal) (PB L 194 van 18.7.2001, blz. 38).
(7) Besluit 2013/103/EU van de Raad van 16 juni 2011 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 1).
(8) Besluit 2012/22/EU van de Raad van 12 december 2011 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Protocol van 2002 bij het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee van 1974, met uitzondering van de artikelen 10 en 11 (PB L 8 van 12.1.2012, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).
(10) Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1).
(11) Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).
(12) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
(13) Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).
(14) Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
(15) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
(16) Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
(17) Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).
(18) Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR-consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63).
(19) Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Verordening ODR-consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 1).
(20) Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24).
(21) Drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
(22) Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
(24) PB L van …
(26) 24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
(27) 30 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
BIJLAGE I
Deel A
Standaardinformatieformulier voor pakketreisovereenkomsten indien het gebruik van hyperlinks mogelijk is
De combinatie van reisdiensten die u wordt aangeboden, is een pakketreis in de zin van Richtlijn (EU) 2015/… (1). Bijgevolg kunt u aanspraak maken op alle EU-rechten die voor pakketreizen gelden. Onderneming XY/Ondernemingen XY is/zijn ten volle verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de volledige pakketreis. Onderneming XY/Ondernemingen XY beschikt/beschikken ook over de wettelijke verplichte bescherming om u terug te betalen en, indien het vervoer in de pakketreis is inbegrepen, te repatriëren ingeval zij insolvent wordt/worden. Meer informatie over basisrechten krachtens Richtlijn (EU) 2015/… (1) [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
|
Basisrechten krachtens Richtlijn (EU) 2015/… (1)
|
|
Richtlijn (EU) 2015/… (2), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
Deel B
Standaardinformatieformulier voor pakketreisovereenkomsten in andere dan de in deel A bedoelde situaties
De combinatie van reisdiensten die u wordt aangeboden, is een pakketreis in de zin van Richtlijn (EU) 2015/… (3). Bijgevolg kunt u aanspraak maken op alle EU-rechten die voor pakketreizen gelden. Onderneming XY/Ondernemingen XY is/zijn ten volle verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de volledige pakketreis. Onderneming XY/Ondernemingen XY beschikt/beschikken ook over de wettelijke verplichte bescherming om u terug te betalen en, indien het vervoer is inbegrepen in de pakketreis, te repatriëren ingeval zij insolvent wordt/worden. |
Basisrechten krachtens de Richtlijn (EU) 2015/… (3)
— |
Voordat hij de pakketreisovereenkomst sluit, zal de reiziger alle essentiële informatie over de pakketreis ontvangen. |
— |
De aansprakelijkheid voor de goede uitvoering van alle reisdiensten die in de overeenkomst zijn opgenomen, berust altijd bijten minste één handelaar. |
— |
De reiziger krijgt een noodtelefoonnummer of gegevens inzake een contactpunt via welk hij contact kan opnemen met de organisator of de reisagent. |
— |
De reiziger kan de pakketreis, met inachtneming van een redelijke termijn en eventueel tegen de betaling van extra kosten, aan een andere persoon overdragen. |
— |
De prijs van de pakketreis kan alleen worden verhoogd indien specifieke kosten toenemen (bijvoorbeeld brandstofprijzen), indien zulks uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen, en in elk geval niet later dan 20 dagen vóór het begin van de pakketreis. Indien de prijsverhoging hoger is dan 8 % van de prijs van de pakketreis kan de reiziger de overeenkomst beëindigen. Indien de organisator zich het recht op een prijsverhoging voorbehoudt, heeft de reiziger recht op een prijsverlaging wanneer de relevante kosten zouden afnemen. |
— |
Ingeval een van de essentiële elementen van de pakketreis, met uitzondering van de prijs, aanzienlijk wordt gewijzigd, kan de reiziger de overeenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding beëindigen en krijgt hij een volledige terugbetaling. Indien de handelaar die voor de pakketreis verantwoordelijk is, de pakketreis vóór het begin van de pakketreis annuleert, heeft de reiziger recht op terugbetaling en, indien passend, op een schadevergoeding. |
— |
De reiziger kan de overeenkomst in uitzonderlijke omstandigheden zonder betaling van een beëindigingsvergoeding vóór het begin van de pakketreis beëindigen, bijvoorbeeld wanneer er op de plaats van bestemming ernstige veiligheidsproblemen zijn die waarschijnlijk gevolgen zullen hebben voor zijn pakketreis. |
— |
Daarnaast kan de reiziger de overeenkomst te allen tijde vóór het begin van de pakketreis beëindigen tegen betaling van een passende en gerechtvaardigde beëindigingsvergoeding. |
— |
Indien na het begin van de pakketreis aanzienlijke elementen van de pakketreis niet zoals afgesproken kunnen worden geleverd, moet een geschikt alternatief arrangement aan de reiziger worden aangeboden, zonder extra kosten. Indien de diensten niet worden uitgevoerd volgens de overeenkomst en dit aanzienlijke gevolgen heeft voor de uitvoering van de pakketreis en de organisator dit probleem niet heeft verholpen, kan de reiziger de pakketreisovereenkomst zonder betaling van een beëindigingsvergoeding beëindigen. |
— |
In geval van reisdiensten die niet uitgevoerd zijn of niet goed uitgevoerd zijn heeft de reiziger ook recht op een prijsverlaging en/of schadevergoeding. |
— |
De organisator is verplicht reizigers die in moeilijkheden verkeren, bijstand te verlenen. |
— |
Indien de organisator of, in sommige lidstaten, de doorverkoper insolvent wordt, zullen de betaalde bedragen worden teruggestort. Indien de insolventie van de organisator of, indien van toepassing, de doorverkoper na het begin van de pakketreis intreedt en het vervoer in de reis of de vakantie inbegrepen is, wordt er voor repatriëring van de reiziger gezorgd. XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ — [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer diensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). |
[Website waar Richtlijn (EU) 2015/… (4), als omgezet in het nationale recht, te vinden is.]
Deel C
Standaardinformatieformulier bij overdracht van gegevens door de organisator aan een andere handelaar overeenkomstig artikel 3, punt 2, onder b), v)
Indien u uiterlijk 24 uur na ontvangst van de bevestiging van de boeking door onderneming XY, een overeenkomst sluit met onderneming AB, vormt de door XY en AB verleende reisdienst een pakketreis in de zin van Richtlijn (EU) 2015/… (5). In dat geval kunt u aanspraak maken op alle EU-rechten die voor pakketreizen gelden. Onderneming XY is ten volle verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de volledige pakketreis. Onderneming XY/Ondernemingen XY beschikt/beschikken ook over de wettelijke verplichte bescherming om u terug te betalen en, indien het vervoer is inbegrepen in de pakketreis, te repatriëren ingeval zij insolvent wordt/worden. Meer informatie over basisrechten krachtens Richtlijn (EU) 2015/… (5) [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
|
Basisrechten krachtens Richtlijn (EU) 2015/… (5)
|
|
Richtlijn (EU) 2015/… (6), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
(1) Nummer van deze richtlijn.
(2) Nummer van deze richtlijn.
(3) Nummer van deze richtlijn.
(4) Nummer van deze richtlijn.
(5) Nummer van deze richtlijn.
(6) Nummer van deze richtlijn.
BIJLAGE II
Deel A
Standaardinformatieformulier voor gekoppelde reisarrangementen in de zin van artikel 3, punt 5, onder), welke online worden gefaciliteerd door een vervoerder die retourtickets verkoopt
Indien u, na één reisdienst te hebben gekozen en betaald, aanvullende reisdiensten voor uw reis of vakantie boekt via onze onderneming/XY, kunt u GEEN aanspraak maken op de rechten die gelden voor pakketreizen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/… (1). Onze onderneming/XY is derhalve niet verantwoordelijk voor de goede uitvoering van die aanvullende reisdiensten. In geval van problemen kunt u contact opnemen met de betrokken dienstverlener. Indien u evenwel tijdens hetzelfde bezoek aan onze boekingswebsite/de boekingswebsite van XY aanvullende reisdiensten boekt, worden deze reisdiensten deel van een gekoppeld reisarrangement. In dat geval beschikt XY over de volgens het EU-recht verplichte bescherming om de door u aan XY betaalde bedragen voor diensten die als gevolg van de insolventie van XY niet zijn verleend, terug te storten en, indien nodig, u te repatriëren. Gelieve er nota van te nemen dat niet in terugbetaling wordt voorzien in geval van insolventie van de betrokken dienstverlener. Meer informatie over bescherming bij insolventie [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ — [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer reisdiensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). Gelieve deze instantie te contacteren wanneer de door u geboekte Let op: Deze bescherming bij insolventie geldt niet voor overeenkomsten met andere partijen dan XY, die ondanks de insolventie van XY kunnen worden uitgevoerd. Richtlijn (EU) 2015/… (1), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
Deel B
Standaardinformatieformulier voor gekoppelde reisarrangementen in de zin van artikel 3, punt 5, onder a), welke online worden gefaciliteerd door een andere handelaar dan een vervoerder die retourtickets verkoopt
Indien u, na één reisdienst te hebben gekozen en betaald, aanvullende reisdiensten voor uw reis of vakantie boekt via onze onderneming/XY, kunt u GEEN aanspraak maken op de rechten die gelden voor pakketreizen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/… (2). Onze onderneming/XY is derhalve niet verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de aanvullende reisdiensten. In geval van problemen kunt u contact opnemen met de betrokken dienstverlener. Indien u evenwel tijdens hetzelfde bezoek aan onze boekingswebsite/de boekingswebsite van XY aanvullende reisdiensten boekt, worden die reisdiensten deel van een gekoppeld reisarrangement. In dat geval beschikt XY over de volgens het EU-recht verplichte bescherming om de door u aan XY betaalde bedragen voor diensten die als gevolg van de insolventie van XY niet zijn verleend, terug te storten. Gelieve er nota van te nemen dat niet in terugbetaling wordt voorzien in geval van insolventie van de betrokken dienstverlener. Meer informatie over bescherming bij insolventie [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer reisdiensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). Let op: Deze bescherming bij insolventie geldt niet voor overeenkomsten met andere partijen dan XY, die ondanks de insolventie van XY kunnen worden uitgevoerd. Richtlijn (EU) 2015/… (2), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
Deel C
Standaardinformatieformulier voor gekoppelde reisarrangementen in de zin van artikel 3, punt 5, onder a), wanneer de overeenkomsten in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de handelaar (die geen vervoerder is die retourtickets verkoopt) en de reiziger worden gesloten
Indien u, na één reisdienst te hebben gekozen en betaald, aanvullende reisdiensten voor uw reis of vakantie boekt via onze onderneming/XY, kunt u GEEN aanspraak maken op de rechten die gelden voor pakketreizen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/… (3). Onze onderneming/XY is derhalve niet verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de diverse reisdiensten. In geval van problemen kunt u contact opnemen met de betrokken dienstverlener. Indien u evenwel tijdens hetzelfde bezoek aan of contact met onze onderneming/XY aanvullende reisdiensten boekt, worden die reisdiensten deel van een gekoppeld reisarrangement. In dat geval beschikt XY over de volgens het Unierecht verplichte bescherming om de door u aan XY betaalde bedragen voor diensten die als gevolg van de insolventie van XY niet zijn verleend, terug te storten en, indien nodig, u te repatriëren. Gelieve er nota van te nemen dat niet in terugbetaling wordt voorzien in geval van insolventie van de betrokken dienstverlener. XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ — [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer reisdiensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). Let op: Deze bescherming bij insolventie geldt niet voor overeenkomsten met andere partijen dan XY, die ondanks de insolventie van XY kunnen worden uitgevoerd. [Website waar Richtlijn (EU) 2015/… (3), als omgezet in het nationale recht kan worden gevonden.] |
Deel D
Standaardinformatieformulier indien de handelaar die een online aangeboden gekoppeld reisarrangement in de zin van artikel 3, punt 5, onder b), faciliteert, een vervoerder is die retourtickets verkoopt
Indien u via deze link/links aanvullende reisdiensten voor uw reis of vakantie boekt, kunt u GEEN aanspraak maken op de rechten die gelden voor pakketreizen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/… (4). Onze onderneming/XY is derhalve niet verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de diverse reisdiensten. In geval van problemen kunt u contact opnemen met de betrokken dienstverlener. Indien u echter uiterlijk 24 uur na ontvangst van de bevestiging van de boeking van onze onderneming/XY via deze link/links aanvullende reisdiensten boekt, worden die reisdiensten deel van een gekoppeld reisarrangement. In dat geval beschikt XY over de volgens het EU-recht verplichte bescherming om de door u aan XY betaalde bedragen voor diensten die als gevolg van de insolventie van XY niet zijn verleend, terug te storten en, indien nodig, u te repatriëren. Gelieve er nota van te nemen dat niet in terugbetaling wordt voorzien in geval van insolventie van de betrokken dienstverlener. Meer informatie over bescherming bij insolventie [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer diensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). Gelieve deze instantie te contacteren wanneer de door u geboekte diensten als gevolg van de insolventie van XY niet worden verleend. Let op: Deze bescherming bij insolventie geldt niet voor overeenkomsten met andere partijen dan XY, die ondanks de insolventie van XY kunnen worden uitgevoerd. Richtlijn (EU) 2015/… (4), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
Deel E
Standaardinformatieformulier indien de handelaar die een online aangeboden gekoppeld reisarrangement in de zin van artikel 3, punt 5, onder b), faciliteert, een andere handelaar is dan een vervoerder die retourtickets verkoopt
Indien u via deze link/links aanvullende reisdiensten voor uw reis of vakantie boekt, kunt u GEEN aanspraak maken op de rechten die gelden voor pakketreizen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/… (5). Onze onderneming/XY is derhalve niet verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de diverse reisdiensten. In geval van problemen kunt u contact opnemen met de betrokken dienstverlener. Indien u echter uiterlijk 24 uur na ontvangst van de bevestiging van de boeking van onze onderneming/XY via deze link/links aanvullende reisdiensten boekt, worden die reisdiensten deel van een gekoppeld reisarrangement. In dat geval beschikt XY over de volgens het EU-recht verplichte bescherming om de door u aan XY betaalde bedragen voor diensten die als gevolg van de insolventie van XY niet zijn verleend, terug te storten. Gelieve er nota van te nemen dat niet in terugbetaling wordt voorzien in geval van insolventie van de betrokken dienstverlener. Meer informatie over bescherming bij insolventie [te verstrekken in de vorm van een hyperlink]. |
De reiziger krijgt de volgende informatie te zien door de hyperlink aan te klikken:
XY heeft zich van bescherming bij insolventie voorzien bij YZ [de entiteit die instaat voor de bescherming bij insolventie, bijvoorbeeld een garantiefonds of een verzekeringsmaatschappij]. Wanneer diensten door de insolventie van XY niet worden verleend, kunnen reizigers met deze entiteit of, in voorkomend geval, de bevoegde autoriteit contact opnemen (contactgegevens, met inbegrip van naam, geografisch adres, e-mail en telefoonnummer). Let op: Deze bescherming bij insolventie geldt niet voor overeenkomsten met andere partijen dan XY, die ondanks de insolventie van XY kunnen worden uitgevoerd. Richtlijn (EU) 2015/… (5), als omgezet in het nationale recht [HYPERLINK] |
(1) Nummer van deze richtlijn.
(2) Nummer van deze richtlijn.
(3) Nummer van deze richtlijn.
(4) Nummer van deze richtlijn.
(5) Nummer van deze richtlijn.
BIJLAGE III
Concordantietabel
Richtlijn 90/314/EEG |
Deze richtlijn |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 3, punt 2, en artikel 2, lid 2, onder a) |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 3, punt 8 |
Artikel 2, lid 3 |
Artikel 3, punt 9 |
Artikel 2, lid 4 |
Artikel 3, punt 6 |
Artikel 2, lid 5 |
Artikel 3, punt 3 |
Artikel 3, lid 1 |
Geschrapt |
Artikel 3, lid 2 |
Geschrapt, maar belangrijkste delen opgenomen in de artikelen 5 en 6 |
Artikel 4, lid 1, onder a) |
Artikel 5, lid 1, onder f) |
Artikel 4, lid 1, onder b) |
Artikel 5, lid 1, onder h), artikel 7, lid 2, onder d) en f), en artikel 7, lid 4 |
Artikel 4, lid 2, onder a) |
Artikel 7, lid 2 |
Artikel 4, lid 2, onder b) |
Artikel 5, lid 3, en artikel 7, leden 1 en 4 |
Artikel 4, lid 2, onder c) |
Geschrapt |
Artikel 4, lid 3 |
Artikel 9 |
Artikel 4, lid 4 |
Artikel 10 |
Artikel 4, lid 5 |
Artikel 11, leden 2 en 3 |
Artikel 4, lid 6 |
Artikel 11, leden 2, 3 en 4, en artikel 12, leden 3 en 4 |
Artikel 4, lid 7 |
Artikel 13, leden 5, 6 en 7 |
Artikel 5, lid 1 |
Artikel 13, lid 1 |
Artikel 5, lid 2 |
Artikel 14, leden 2, 3 en 4, en artikel 16 |
Artikel 5, lid 3 |
Artikel 23, lid 3 |
Artikel 5, lid 4 |
Artikel 7, lid 2, onder e), en artikel 13, lid 2 |
Artikel 6 |
Artikel 13, lid 3 |
Artikel 7 |
Artikel 17 en artikel 18 |
Artikel 8 |
Artikel 4 |
Artikel 9, lid 1 |
Artikel 28, lid 1 |
Artikel 9, lid 2 |
Artikel 28, lid 4 |
Artikel 10 |
Artikel 31 |
Bijlage, punt a) |
Artikel 5, lid 1, onder a), i) |
Bijlage, punt b) |
Artikel 5, lid 1, onder a), ii) |
Bijlage, punt c) |
Artikel 5, lid 1, onder a), iii) |
Bijlage, punt d) |
Artikel 5, lid 1, onder e) |
Bijlage, punt e) |
Artikel 5, lid 1, onder a), i) |
Bijlage, punt f) |
Artikel 5, lid 1, onder a), v) |
Bijlage, punt g) |
Artikel 5, lid 1, onder b) |
Bijlage, punt h) |
Artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 10, lid 1 |
Bijlage, punt i) |
Artikel 5, lid 1, onder d) |
Bijlage, punt j) |
Artikel 7, lid 2, onder a) |
Bijlage, punt k) |
Artikel 13, lid 2 |