Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0024

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2004/162/EG betreffende de toepassing ervan op Mayotte met ingang van 1 januari 2014

/* COM/2014/024 final - 2014/0010 (CNS) */

52014PC0024

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2004/162/EG betreffende de toepassing ervan op Mayotte met ingang van 1 januari 2014 /* COM/2014/024 final - 2014/0010 (CNS) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Krachtens de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) die op de ultraperifere gebieden van de Unie – waartoe de Franse overzeese departementen behoren – van toepassing zijn, mogen in de Franse overzeese departementen in beginsel geen verschillende belastingen worden geheven op lokale producten en producten uit het Franse moederland of andere lidstaten. Op grond van artikel 349 van het VWEU (oud artikel 299, lid 2, van het VEG) mogen echter specifieke maatregelen ten gunste van deze gebieden worden genomen omdat er permanente belemmeringen bestaan die gevolgen hebben voor de economische en sociale situatie van de ultraperifere gebieden.

Bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad van 10 februari 2004 (zoals gewijzigd bij Beschikking 2008/439/EG van de Raad van 9 juni 2008 en Besluit nr. 448/2011/EU van de Raad van 19 juli 2011), vastgesteld op grond van artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag, werd Frankrijk gemachtigd om tot 1 juli 2014 vrijstellingen of verminderingen te verlenen van de "octroi de mer"-belasting voor bepaalde producten die zijn vervaardigd in de Franse overzeese departementen Guadeloupe, Frans-Guyana, Martinique en Réunion. In de bijlage bij die beschikking is een lijst opgenomen van producten die in aanmerking komen voor belastingvrijstellingen of ‑verminderingen. Afhankelijk van het product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 10, 20 of 30 procentpunten bedragen.

In Beschikking 2004/162/EG worden de redenen voor het nemen van de specifieke maatregelen uiteengezet: de grote afstand, de afhankelijkheid van grondstoffen en energie, de verplichting om grotere voorraden aan te leggen, de geringe omvang van de lokale markt in combinatie met de nauwelijks ontwikkelde exportactiviteit enz. Al deze belemmeringen leiden tot hogere productiekosten en dus tot een hogere kostprijs van lokaal vervaardigde producten, die – als er geen specifieke maatregelen werden genomen – minder concurrerend zouden zijn dan producten van elders, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de kosten voor het vervoer naar de Franse overzeese departementen. Het zou daardoor moeilijker worden producten lokaal te blijven produceren. De specifieke maatregelen van Beschikking 2004/162/EG beogen daarom de lokale industrie te versterken door het concurrentievermogen ervan te verbeteren.

Bij Besluit 2012/419/EU tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie heeft de Europese Raad besloten dat Mayotte met ingang van 1 januari 2014 niet langer de status van LGO (land of gebied overzee) in de zin van artikel 355, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zal hebben, maar die van ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 VWEU. Te dien einde is Mayotte bij voornoemd besluit van de Europese Raad toegevoegd aan de lijst van ultraperifere gebieden die zijn vermeld in artikel 349 VWEU. Het verdrag als geheel en de communautaire wetgeving op het gebied van de belastingen zullen dus vanaf die statuswijziging van toepassing zijn op Mayotte.

Het voorstel voor een richtlijn van 7 augustus 2013[1] is erop gericht dat Mayotte wat btw en accijnzen betreft op dezelfde manier wordt behandeld als de andere Franse ultraperifere gebieden door dit Franse overzeese departement per 1 januari 2014 buiten het territoriale toepassingsgebied van de richtlijnen betreffende btw en accijnzen te plaatsen.

De Franse autoriteiten hebben de Commissie in kennis gesteld van hun intentie de "octroi de mer"-belastingregeling op Mayotte in te voeren onder soortgelijke omstandigheden als in Frans-Guyana en zij hebben de Commissie toestemming gevraagd een gedifferentieerde belasting toe te passen afhankelijk van de vraag of de producten al dan niet lokaal zijn geproduceerd. In dit verband hebben de Franse autoriteiten de Commissie in hun verzoek op 24 mei 2013 een lijst bezorgd van bepaalde producten waarvoor zij toestemming zouden willen om een gedifferentieerde belasting toe te passen afhankelijk van de vraag of de producten al dan niet lokaal zijn geproduceerd. De Franse autoriteiten is meerdere keren gevraagd aanvullende informatie te verstrekken en voor de verschillende producten op de lijst aan te tonen dat er sprake is van een lokale productie, welk marktaandeel deze lokale productie heeft en wat de meerkosten van deze lokale productie zijn in vergelijking met dezelfde producten van buitenaf.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De aanvraag van de Franse autoriteiten met betrekking tot Mayotte is op verzoek van de betrokken economische sectoren ingediend.

De Commissie heeft geen effectbeoordeling laten uitvoeren.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Doel van het voorstel is Beschikking 2004/162/EG van de Raad te wijzigen om deze voor Mayotte toepasselijk te maken. Tevens wordt met het voorstel de lijst van producten voor Mayotte vastgesteld waarvoor Frankrijk is gemachtigd, binnen bepaalde grenzen, een vrijstelling of vermindering van de "octroi de mer"-belasting voor bepaalde lokaal vervaardigde producten te verlenen. Het voorstel voorziet in een gedifferentieerde belasting voor 59 producten die lokaal op Mayotte zijn geproduceerd. Voor al deze producten konden de Franse autoriteiten ten eerste aantonen dat er sprake is van lokale productie, ten tweede dat er sprake is van aanzienlijke "invoer" (inclusief vanuit het Franse moederland en andere lidstaten), waardoor producten mogelijk niet meer lokaal kunnen worden geproduceerd en ten derde dat er extra kosten met de lokale productie zijn gemoeid in vergelijking met de "ingevoerde" producten, wat het concurrentievermogen van de lokaal vervaardigde producten zou kunnen schaden. Het toegestane belastingverschil mag de aangetoonde extra kosten niet overschrijden. Voorgesteld wordt om in deel A van de bijlage bij Beschikking 2044/162/EG van de Raad 11 producten op te nemen (toegestaan belastingverschil van 10 procentpunten), in deel B van de bijlage 32 producten (toegestaan belastingverschil van 20 procentpunten) en in deel C van de bijlage 16 producten (toegestaan belastingverschil van 30 procentpunten). De specificaties van de betreffende producten zijn vermeld in de overwegingen 5, 6 en 7 van dit voorstel voor een besluit van de Raad.

Rechtsgrondslag Artikel 349 VWEU.

Subsidiariteitsbeginsel Alleen de Raad is bevoegd om op basis van artikel 349 van het VWEU specifieke maatregelen te nemen ten gunste van de ultraperifere gebieden om de toepassing van de verdragen – met inbegrip van gemeenschappelijk beleid – op deze gebieden bij te sturen, omdat zij worden geconfronteerd met permanente belemmeringen die gevolgen hebben voor hun economische en sociale situatie. Het voorstel is dus in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het voorziet in een wijziging van Beschikking 2004/162/EG van de Raad om deze voor Mayotte toepasselijk te maken. Het heeft uitsluitend betrekking op de producten waarvoor is aangetoond dat de lokale productie ervan extra kosten met zich meebrengt. ||

Het voorgestelde maximale tariefverschil voor elk product waarop dit voorstel betrekking heeft, is beperkt tot hetgeen nodig is om de extra kosten die gemoeid zijn met de betreffende lokale productie te compenseren. De fiscale last op de producten die in het Franse overzeese departement Mayotte worden ingevoerd, is niet zwaarder dan nodig is om het concurrentievermogen van lokaal vervaardigde producten te herstellen.

Keuze van instrumenten

Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. De te wijzigen tekst is een beschikking van de Raad, die is vastgesteld op dezelfde rechtsgrond (artikel 299, lid 2, VEG).

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

2014/0010 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot wijziging van Beschikking 2004/162/EG betreffende de toepassing ervan op Mayotte met ingang van 1 januari 2014

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement[2],

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad[3] werden de Franse autoriteiten gemachtigd vrijstellingen of verminderingen te verlenen van de "octroi de mer"-belasting voor de in de bijlage bij de beschikking vermelde producten die in de Franse overzeese departementen worden geproduceerd. Deze belastingvrijstellingen of -verminderingen vormen specifieke maatregelen om de bijzondere problemen te compenseren waarmee de ultraperifere gebieden kampen waardoor de productiekosten voor lokale ondernemingen stijgen en het moeilijk is om hun producten te laten concurreren met dezelfde producten die uit het Franse moederland en andere lidstaten worden ingevoerd. De situatie van Mayotte is vergelijkbaar met die van de andere Franse ultraperifere gebieden.

(2)       Overeenkomstig Besluit 2012/419/EU[4] wordt Mayotte met ingang van 1 januari 2014 een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 van het verdrag. Alle bepalingen van het verdrag zijn daarom vanaf deze datum op Mayotte van toepassing.

(3)       De Franse autoriteiten hebben om toepassing van Beschikking 2004/162/EG betreffende de "octroi de mer" gevraagd voor Mayotte met ingang van 1 januari 2014, en een lijst van producten ingediend waarvoor zij een gedifferentieerd tarief wensen toe te passen afhankelijk van de vraag of de producten al dan niet lokaal zijn geproduceerd.

(4)       Bij dit besluit worden de Franse autoriteiten gemachtigd een gedifferentieerd tarief toe te passen voor de producten waarvan zij ten eerste hebben aangetoond dat er sprake is van lokale productie, ten tweede dat door een aanzienlijke invoer van goederen (waaronder vanuit het Franse moederland en andere lidstaten) het voortbestaan van de lokale productie in gevaar zou kunnen komen en ten derde dat er sprake is van extra kosten die de kostprijs van de lokale productie opdrijven in vergelijking met elders vervaardigde producten, wat nadelig is voor het concurrentievermogen van lokaal vervaardigde producten. Het toegestane belastingverschil mag de aangetoonde extra kosten niet overschrijden. Door deze beginselen toe te passen kan artikel 349 van het verdrag worden uitgevoerd zonder verder te gaan dan nodig en zonder de lokale producten onterecht te bevoordelen.

(5)       De producten waarvoor de Franse autoriteiten deze drie soorten bewijsgronden hebben geleverd, zijn vermeld in de delen A, B en C van de bijlage bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad. Wat de producten in deel A van de bijlage bij de beschikking betreft (toegestaan belastingverschil van 10 procentpunten) gaat het om peper (GN-codes 0904 11 en 0904 12[5]), vanille (GN-code 0905), chocolade (GN-code 1806), bepaalde producten van kunststof (GN-codes 3925 10 10, 3925 90 80, 3926 90 90 en 3926 90 97), stenen (GN-codes 6901 en 6902) en tandprothesen (GN-code 9021 21 90).

(6)       Wat de producten in deel B van de bijlage bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad betreft (toegestaan belastingverschil van 20 procentpunten) gaat het om vis (GN-codes 0301, 0302, 0303, 0304 en 0305), bepaalde producten van hout (GN-codes 4407, 4409, 4414, 4418, 4419, 4420 en 4421), bepaalde artikelen van papier of karton (GN-codes 4819 et 4821), bepaalde producten uit de pers- en uitgeverijsector (GN-codes 4902, 4909, 4910 et 4911), bepaalde producten van vlakglas (GN-codes 7003 en 7005), bepaalde producten van ijzer (GN-codes 7210, 7301, 7312, 7314, 9406 00 31 en 9406 00 38), bepaalde producten van aluminium (GN-codes 7606, 7610 10 en 8310), en bepaalde stoelen, banken en andere zitmeubelen (GN-codes 9401 69, 9401 90 30 en 9403 40).

(7)       Wat de producten in deel C van de bijlage bij Beschikking 2004/162/EG van de Raad betreft (toegestaan belastingverschil van 30 procentpunten) gaat het om melk en melkproducten (GN-codes 0401, 0403 en 0406), bepaalde verwerkte vleesproducten (GN-codes 1601 en 1602), bepaalde bakkerijproducten (GN-codes 1901 en 1905), consumptie-ijs (GN-code 2105), mineraalwater en sodawater (GN-codes 2201 en 2202), bier (GN-code 2203), ylang-ylangolie (GN-codes 3301 29 11 en 3301 29 31), zeep en detergentia (GN-codes 3401 en 3402) en matrassen van schuimrubber (GN-code 9404 29 90).

(8)       Beschikking 2004/162/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)       Gezien de urgentie moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van acht weken die is vastgelegd in artikel 4 van Protocol (Nr. 1) betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie dat bij het verdrag van Lissabon is gevoegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2004/162/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 1, lid 1, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

"In afwijking van de artikelen 28, 30 en 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden de Franse autoriteiten tot 1 juli 2014 gemachtigd voor de in de bijlage vermelde producten die lokaal zijn geproduceerd in de Franse overzeese departementen Guadeloupe, Guyana, Martinique, Mayotte en Réunion de "octroi de mer" genoemde vrijstellingen of belastingverminderingen vast te stellen. "

2) De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

a) aan deel A wordt het volgende punt 5 toegevoegd:

"5. Departement Mayotte

0904 11, 0904 12, 0905,1806, 3925 10 00, 3925 90 80, 3926 90 90, 3926 90 97, 6901, 6902, 9021 21 90. "

b) aan deel B wordt het volgende punt 5 toegevoegd:

"5. Departement Mayotte

0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 4407, 4409, 4414, 4418, 4419, 4420, 4421, 4819, 4821, 4902, 4909, 4910, 4911, 7003, 7005, 7210, 7301, 7312, 7314, 7606, 7610 10, 8310, 9401 69, 9401 90 30, 9403 40, 9406 00 31, 9406 00 38. "

c) aan deel C wordt het volgende punt 5 toegevoegd:

"5. Departement Mayotte

0401, 0403, 0406, 1601, 1602, 1901, 1905, 2105, 2201, 2202, 2203, 3301 29 11, 3301 29 31, 3401, 3402, 9404 29 90. "

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               Voorstel voor een richtlijn van de Raad (COM(2013) 577 final van 7 augustus 2013) tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse ultraperifere gebieden en met name Mayotte.

[2]               PB C […] van […], blz. […].

[3]               Beschikking 2004/162/EG van de Raad van 10 februari 2004 betreffende de "octroi de mer"-regeling in de Franse overzeese departementen en tot verlenging van Beschikking 89/688/EG (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 64).

[4]               PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131.

[5]               Volgens de classificatie van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief.

Top