Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014BP0047

Resolutie van het Europees Parlement van 13 november 2014 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, van Ierland) (COM(2014)0616 — C8-0173/2014 — 2014/2098(BUD))

PB C 285 van 5.8.2016, p. 21–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 285/21


P8_TA(2014)0047

Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland — Ierland

Resolutie van het Europees Parlement van 13 november 2014 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, van Ierland) (COM(2014)0616 — C8-0173/2014 — 2014/2098(BUD))

(2016/C 285/06)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2014)0616 — C8-0173/2014),

gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1) (EFG-verordening),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2), en met name artikel 12 hiervan,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3) (IIA van 2 december 2013), en met name punt 13 hiervan,

gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 13 van het IIA van 2 december 2013,

gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

gezien de brief van de Commissie regionale ontwikkeling,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0024/2014),

A.

overwegende dat de Unie wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die gebukt gaan onder de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, en te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

B.

overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd tijdens het overleg van 17 juli 2008, en met inachtneming van het IIA van 2 december 2013 met betrekking tot het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG);

C.

overwegende dat de vaststelling van de EFG-verordening vorm geeft aan de overeenkomst tussen het Parlement en de Raad om het criterium „crisisafwijking” opnieuw in te voeren, de financiële bijdrage van de Unie te verhogen tot 60 % van de totale geschatte kosten van de voorgestelde maatregelen, de efficiëntie voor de behandeling van EFG-aanvragen in de Commissie en door het Parlement en de Raad te verhogen door de termijn voor beoordeling en goedkeuring te verkorten, de subsidiabele maatregelen en begunstigden uit te breiden door zelfstandigen en jongeren toe te voegen en stimuleringsmaatregelen voor de oprichting van een eigen bedrijf te financieren;

D.

overwegende dat Ierland aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland voor een financiële bijdrage uit het EFG heeft ingediend naar aanleiding van 171 gedwongen ontslagen bij Andersen Ireland Limited, dat actief is in de NACE Rev. 2-afdeling 32 („Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen”), tijdens de referentieperiode van 21 oktober 2013 tot 21 februari 2014;

E.

overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit van de EFG-verordening;

1.

neemt er nota van dat de Ierse autoriteiten de aanvraag hebben ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder a), dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd;

2.

is het met de Commissie eens dat de door de Ierse autoriteiten aangehaalde uitzonderlijke omstandigheden, namelijk dat de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de lokale en regionale economie, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening een afwijking van de drempel van 500 gedwongen ontslagen rechtvaardigen en dat Ierland dus in aanmerking komt voor een financiële bijdrage uit hoofde van die verordening;

3.

merkt op dat de Ierse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG op 16 mei 2014 indienden en dat de Commissie op 3 oktober 2014 haar beoordeling openbaar heeft gemaakt; is ingenomen met het feit dat de evaluatie in een periode van minder dan vijf maanden is afgerond;

4.

is van mening dat de 171 ontslagen bij Anderson Ireland Limited verband houden met grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering, die ertoe leidden dat er in de EU binnen vier jaar (2008-2012) viermaal zo veel sieraden werden ingevoerd als voorheen, waarvan 95 % uit Azië komt;

5.

neemt ter kennis dat dit de eerste EFG-aanvraag is voor werknemers die ontslagen zijn in de sector bewerking van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen, een sector die ook te lijden heeft onder de toenemende onlineverkoop en daardoor nog verder achteruit zou kunnen gaan;

6.

merkt op dat deze ontslagen de werkloosheid in de regio nog verder zullen doen stijgen, aangezien Andersen Ireland een belangrijke werkgever was in dit overwegend rurale gebied waar het werkloosheidscijfer (39,3 %) al tweemaal zo hoog is als het nationale gemiddelde (19 %);

7.

wijst erop dat de Ierse autoriteiten daarnaast besloten hebben om behalve aan de ontslagen werknemers ook de door het EGF gecofinancierde individuele diensten aan te bieden aan maximaal 138 jongeren onder de 25 jaar die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's), waardoor het aantal begunstigden die naar verwachting zullen deelnemen aan de maatregelen op 276 uitkomt; uit zijn bezorgdheid over de onduidelijke wijze waarop zal worden vastgesteld welke NEET's daarvoor in aanmerking komen; dringt er bij de Ierse autoriteiten op aan de sociale criteria in acht te nemen en te waarborgen dat bij de selectie van de begunstigden van toelagen en stimulerende maatregelen de beginselen van non-discriminatie en gelijke kansen ten volle worden geëerbiedigd;

8.

herinnert eraan dat de voorgestelde maatregelen van dien aard moeten zijn dat rekening wordt gehouden met het feit dat ontslagen werknemers en NEET's verschillende behoeften hebben;

9.

wenst dat er bij de tussentijdse evaluatie een aparte lijst wordt gepresenteerd van financiële maatregelen ten behoeve van de beoogde NEET's;

10.

wijst erop dat de opleiding die voor NEET's beschikbaar is inclusief moet zijn en alle geledingen van de maatschappij moet bestrijken, met inbegrip van kansarme groeperingen;

11.

is verheugd dat de Ierse autoriteiten, om de werknemers snel bijstand te verlenen, hebben beslist om met de uitvoering van de individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers te beginnen op 21 oktober 2013, lang vóór het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerde pakket;

12.

merkt op dat met het te financieren gecoördineerde pakket individuele dienstverlening getracht wordt een zo groot mogelijk scala aan banenkansen te creëren in een gebied met weinig groeisectoren of productie-eenheden, en dat de ontslagen werknemers veel bijscholing nodig zullen hebben;

13.

neemt er nota van dat het gecoördineerde pakket individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met degenen voor wie de maatregelen bestemd zijn en hun vertegenwoordigers, alsook met de sociale partners, en is ingenomen met het voornemen een adviesforum in te stellen dat het werk van de EFG-coördinatie-eenheid aanvult, teneinde de ontslagen werknemers de kans te bieden inspraak te houden in de wijze waarop het EFG-programma wordt uitgevoerd;

14.

is ingenomen met het feit dat er dichtbij de getroffen locatie een EFG-coördinatie-eenheid is geïnstalleerd die als uniek loket ('one-stop shop') voor werknemers en NEET's zal dienen;

15.

is ingenomen met het feit dat er zowel voor de betrokken ontslagen werknemers als voor de NEET's een open dag is gehouden om te tonen welke soorten steunmaatregelen in het kader van het programma beschikbaar zijn en om de beoogde EGF-begunstigden de gelegenheid te geven om de diverse opties te bespreken met de dienstenaanbieders;

16.

merkt op dat de individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers moet worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties, die samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening vormen: loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie, opleidingsbeurzen van het EFG, programma's voor opleiding en secundair onderwijs, programma's voor hoger onderwijs, opleidingen door vaardigheidsnetwerken, ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige, en inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen;

17.

is ingenomen met het idee om als onderdeel van de voorgestelde acties steun te verlenen voor vaardigheidsnetwerken, waarbij de opleiding gericht is op het vinden van een nieuwe baan bij bedrijven die in dezelfde industriesector of hetzelfde geografische gebied actief zijn;

18.

wijst erop dat de maatregelen op het gebied van inkomenssteun strikt beperkt zijn tot een maximum van 35 % van het totale pakket van individuele dienstverlening, zoals vastgesteld in de EFG-verordening;

19.

wijst op het gebrek aan duidelijkheid rond de ramingen van de bedragen die voor steun voor het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige moeten worden toegewezen; is van mening dat het werkelijke aantal begunstigden kan afwijken van die ramingen en dat dit tot een andere verdeling van de geraamde totale kosten zal kunnen leiden; wijst op de belangrijke rol van de plaatselijke ondernemingsraden bij de verlening van „zachte” en „harde” diensten, en in het bijzonder bij de beoordeling van de haalbaarheid van bedrijfsplannen en de toekenning van steun, die maximaal 15 000 EUR mag bedragen;

20.

herinnert eraan dat in artikel 7 van de EFG-verordening is bepaald dat bij het samenstellen van het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening rekening moet worden gehouden met toekomstperspectieven op de arbeidsmarkt en de vaardigheden die daarvoor vereist zullen zijn, en dat het gecoördineerde pakket gericht dient te zijn op de overgang naar een grondstoffenefficiënte en duurzame economie;

21.

is ingenomen met het feit dat bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie zullen worden gerespecteerd;

22.

hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

23.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

24.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

(3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.


BIJLAGE

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland, ingediend door Ierland)

(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit 2014/877/EU.)


Top