This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0803
Proposal for a COUNCIL DECISION on guidelines for the employment policies of the Member States
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten
/* COM/2013/0803 final - 2013/0392 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten /* COM/2013/0803 final - 2013/0392 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op 26 maart 2010 hechtte de Europese Raad zijn
goedkeuring aan het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe strategie
voor banen en groei, Europa 2020[1].
Deze strategie moet voor betere coördinatie van het economische beleid zorgen
en zich richten op de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame
groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft. De Europese
Raad besloot hiertoe EU-kerndoelen vast te stellen. Deze gedeelde doelstellingen
dienen als uitgangspunt voor het beleid van de lidstaten en de Unie. Volgens het Verdrag betreffende de werking van
de EU dienen de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de
werkgelegenheid te beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang
en deze in het kader van de Raad te coördineren. In twee afzonderlijke
artikelen bepaalt het Verdrag dat de Raad globale richtsnoeren voor het
economisch beleid (artikel 121) en richtsnoeren voor de werkgelegenheid
(artikel 148) moet opstellen. Hierbij wordt erop gewezen dat de richtsnoeren
voor de werkgelegenheid verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren.
Gelet op deze rechtsgrondslag worden de richtsnoeren voor de werkgelegenheid en
het economische beleid gepresenteerd als twee afzonderlijke – maar intrinsiek
met elkaar verbonden – rechtsinstrumenten: – een aanbeveling van de Raad betreffende de globale richtsnoeren voor
het economisch beleid van de lidstaten en de Unie – Deel I van de geïntegreerde
richtsnoeren van Europa 2020; –
een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren
voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten – Deel II van de geïntegreerde
richtsnoeren van Europa 2020. De door deze rechtsinstrumenten ten uitvoer
gelegde richtsnoeren vormen de geïntegreerde richtsnoeren voor de
tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie. De
werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn op 21 oktober 2010 goedgekeurd en moeten,
zoals vastgesteld in het goedkeuringsbesluit, tot en met 2014 stabiel blijven
zodat alle aandacht kan uitgaan naar de uitvoering. De algemene doelstellingen en prioriteiten van
de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid blijven geldig. Krachtens
artikel 148, lid 2, dient de geldigheid daarvan voor 2014 na raadpleging van
het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité
van de Regio's en het Comité voor de werkgelegenheid bij een besluit van de
Raad te worden bevestigd. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN
EN EFFECTBEOORDELING n.v.t. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL PB L 308 van 24.11.2010, blz. 46. 2013/0392 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de richtsnoeren voor het
werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[2], Gezien het advies van het Comité voor de
werkgelegenheid, Gezien het advies van het Europees Economisch en
Sociaal Comité[3],
Gezien het advies van het Comité van de
Regio's[4],
Overwegende hetgeen volgt: (1) In artikel 145 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de
lidstaten en de Unie streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde
strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de
scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en
arbeidsmarkten die reageren op economische veranderingen teneinde de
doelstellingen van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
te bereiken. (2) De door de Commissie
voorgestelde "Europa 2020"-strategie stelt de Unie in staat haar
economie te richten op een slimme, duurzame en inclusieve groei, die gepaard
gaat met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale
samenhang. Vijf kerndoelen, die onder de relevante richtsnoeren worden vermeld,
vormen gedeelde doelstellingen die de actie van de lidstaten sturen en rekening
houden met hun uiteenlopende uitgangsposities en nationale omstandigheden,
alsook met de posities en de omstandigheden van de Unie. De Europese
werkgelegenheidsstrategie speelt de hoofdrol bij de tenuitvoerlegging van de
werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de nieuwe strategie. (3) De geïntegreerde richtsnoeren
zijn in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van
17 juni 2010. Zij geven nauwkeurig aan hoe de lidstaten hun nationale
hervormingsprogramma’s moeten opstellen en hervormingen moeten doorvoeren. De
werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten de basis vormen voor eventuele
landenspecifieke aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 148,
lid 4, VWEU tot de lidstaten kan richten, in combinatie met de krachtens
artikel 121, lid 2, VWEU tot de lidstaten gerichte landenspecifieke
aanbevelingen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten ook worden gebruikt als
basis voor het opstellen van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid
dat de Raad en de Europese Commissie jaarlijks toezenden aan de Europese Raad. (4) Uit het onderzoek van het
ontwerp van de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten, dat in het op
28 februari 2013 door de Raad goedgekeurde gezamenlijk verslag over
de werkgelegenheid is opgenomen, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke
inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioriteiten: vergroting van
de arbeidsmarktparticipatie en verlaging van de structurele werkloosheid,
ontwikkeling van geschoolde arbeidskrachten die aan de behoeften van de
arbeidsmarkt voldoen en bevordering van de arbeidskwaliteit en een leven lang
leren, verbetering van de prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels op
alle niveaus en vergroting van de participatie in het tertiaire onderwijs,
bevordering van de sociale inclusie en bestrijding van de armoede (5) De in 2010 goedgekeurde
werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten tot en met 2014 stabiel blijven, zodat alle
aandacht kan uitgaan naar de uitvoering ervan. Tot eind 2014 moeten eventuele
bijwerkingen van de werkgelegenheidsrichtsnoeren strikt beperkt blijven. In
2011, 2012 en 2013 zijn de werkgelegenheidsrichtsnoeren gehandhaafd. Zij moeten
ook voor 2014 worden gehandhaafd, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De richtsnoeren voor het
werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij het
besluit van de Raad van 21 oktober 2010 betreffende de richtsnoeren voor het
werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[5],
worden gehandhaafd voor 2014 en de lidstaten houden er rekening mee in hun
werkgelegenheidsbeleid. Artikel 2 Dit besluit is
gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] COM(2010) 2020 van 3.3.2010. [2] PB C […] van […], blz. […]. [3] PB C […] van […], blz. […]. [4] PB C […] van […], blz. […]. [5] Besluit 2010/707/EU van de Raad van 21 oktober 2010 betreffende
de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 308 van
24.11.2010, blz. 46).