EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0729

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Europese Unie in de associatieraad die is opgericht bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de wijziging van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking

/* COM/2013/0729 final - 2013/0349 (NLE) */

52013PC0729

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Europese Unie in de associatieraad die is opgericht bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de wijziging van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking /* COM/2013/0729 final - 2013/0349 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Artikel 15 van protocol nr. 4 bij de associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en Tunesië, zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2012 van de Associatieraad EU-Tunesië van 20 februari 2012[1], bevat een verbod op de teruggave van douanerechten. Lid 7 van dat artikel voorziet in een overgangsperiode voordat dit verbod onverkort van toepassing wordt, waardoor Tunesië zijn exporteurs en marktdeelnemers tijdens die periode toch teruggave van rechten kan verlenen.

Deze overgangsperiode is op 31 december 2012 afgelopen. Artikel 15, lid 7, voorziet evenwel in de mogelijkheid om deze bepaling in onderling overleg te herzien.

Tunesië heeft bij brief van 21 december 2012 om een verlenging van de toepassing van de teruggaafbepaling verzocht.

Overeenkomstig artikel 39 van protocol nr. 4 kunnen de bepalingen van dit protocol worden gewijzigd door een besluit van de associatieraad.

De tekst in bijgaand besluit zal het bepaalde in artikel 15, lid 7, wijzigen.

De partijen zijn overeengekomen om de toepassing van artikel 15, lid 7, met drie jaar te verlengen met ingang van 1 januari 2013, teneinde het bedrijfsleven duidelijkheid, economische voorspelbaarheid op de lange termijn en rechtszekerheid te garanderen.

In afwachting van de formele aanneming van dit besluit is in het kader van de pan-Euro-med-werkgroep overeengekomen dat de inhoud van dit besluit van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2013.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de pan-Euro-med-werkgroep en het Comité douanewetboek – afdeling oorsprong.

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Er behoefde geen effectbeoordeling te worden verricht omdat de voorgestelde wijzigingen louter technisch zijn en het thans geldende protocol inzake de oorsprong inhoudelijk ongemoeid laten.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De gewijzigde teruggaafbepaling moet met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2013.

De rechtsgrondslag voor de wijziging van deze bepaling is artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

2013/0349 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Europese Unie in de associatieraad die is opgericht bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de wijziging van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds[2] (hierna "de overeenkomst" genoemd), zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2012 van de associatieraad EU-Tunesië van 20 februari 2012[3], heeft betrekking op de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking.

(2)       Artikel 15 van protocol nr. 4 bevat een algemeen verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten voor niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong. In lid 7 van dit artikel is evenwel bepaald dat onder bepaalde voorwaarden tot 31 december 2012 toch een gedeeltelijke teruggave of vrijstelling kan worden verleend.

(3)       Omwille van de duidelijkheid en teneinde het bedrijfsleven economische voorspelbaarheid op de lange termijn en rechtszekerheid te garanderen, zijn de partijen overeengekomen om de toepassing van artikel 15, lid 7, met drie jaar te verlengen met ingang van 1 januari 2013.

(4)       Overeenkomstig artikel 39 van protocol nr. 4 dient de bij de overeenkomst opgerichte associatieraad te besluiten om het protocol te wijzigen.

(5)       De Europese Unie moet daarom in de associatieraad het standpunt innemen dat in bijgaand ontwerpbesluit is opgenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat de Europese Unie zal innemen in de associatieraad die is opgericht bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, over de wijziging van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking met het oog op de verlenging van de toepassing van deze bepaling, is vastgesteld in bijgaand ontwerpbesluit van de associatieraad.

Artikel 2

Het besluit van de associatieraad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

BIJLAGE

Ontwerp BESLUIT NR. […] VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-TUNESIË

van […]

tot wijziging van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, en met name op artikel 39 van protocol nr. 4 bij die overeenkomst,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds[4] (hierna "de overeenkomst" genoemd), zoals gewijzigd bij Besluit nr. 1/2012 van de Associatieraad EU-Tunesië van 20 februari 2012[5], kan onder bepaalde voorwaarden tot 31 december 2012 gedeeltelijke teruggave of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking worden verleend.

(2) Omwille van de duidelijkheid en teneinde het bedrijfsleven economische voorspelbaarheid op de lange termijn en rechtszekerheid te garanderen, zijn de partijen bij de overeenkomst overeengekomen om de toepassing van artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de overeenkomst met drie jaar te verlengen met ingang van 1 januari 2013.

(3) Protocol nr. 4 bij de overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd.

(4) Aangezien artikel 15, lid 7, van protocol nr. 4 bij de overeenkomst ophoudt van toepassing te zijn op 31 december 2012, dient dit besluit van toepassing te zijn vanaf 1 januari 2013,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 15, lid 7, laatste alinea, van protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de volgende tekst:

"Dit lid is tot en met 31 december 2015 van toepassing en kan in onderling overleg worden herzien."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Gedaan te […].

                                                                       Voor de associatieraad

                                                                       De voorzitter                                                                        […]

[1]               PB L 106 van 18.4.2012, blz. 28.

[2]               PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.

[3]               PB L 106 van 18.4.2012, blz. 28.

[4]               PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.

[5]               PB L 106 van 18.4.2012, blz. 28.

Top