Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0611

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen

/* COM/2013/0611 final - 2013/0297 (COD) */

52013PC0611

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen /* COM/2013/0611 final - 2013/0297 (COD) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De belangrijkste doelstelling van het vervoersbeleid van de Europese Unie is de totstandbrenging van een interne markt dankzij de ontwikkeling van gemeenschappelijke beleidsmaatregelen ter bevordering van een sterk concurrentievermogen en een harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van economische activiteiten. De totstandbrenging van een reële interne markt is van essentieel belang om de spoorwegsector nieuwe impulsen te geven, het spoorvervoer van goederen en reizigers concurrerender en aantrekkelijker te maken en het marktaandeel van het spoorvervoer te vergroten.

In 2011 heeft de Europese Commissie een routekaart goedgekeurd (Witboek — Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — Werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem) met veertig concrete initiatieven voor de komende tien jaar om een concurrerend vervoerssysteem tot stand te brengen dat de mobiliteit vergroot, grote obstakels op essentiële gebieden uit de weg ruimt en groei en werkgelegenheid bevordert. Tegelijkertijd zullen de voorstellen de afhankelijkheid van Europa van ingevoerde olie drastisch verminderen en de koolstofemissies door de vervoerssector uiterlijk 2050 met 60 % verlagen. Volgens het Witboek kan een interne Europese vervoersruimte alleen tot stand komen via een interne Europese spoorwegruimte. Het is bijgevolg zaak de liberalisering van de markt te voltooien door onder meer het Europees Spoorwegbureau een belangrijkere rol op het gebied van de spoorveiligheid te laten spelen (met name bij het toezicht op nationale veiligheidsmaatregelen en de geleidelijke harmonisering van die maatregelen).

De beschikbaarheid van gedetailleerde en actuele statistieken over het spoorvervoer wordt steeds belangrijker aangezien de beleidsvorming binnen de Commissie steeds meer op concrete en betrouwbare gegevens berust en de voortgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het Witboek moet worden gemonitord.

Eurostats statistieken over het spoorvervoer zijn voornamelijk gebaseerd op Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002, Verordening (EG) nr. 1192/2003 van de Commissie en Verordening (EG) nr. 332/2007 van de Commissie. Deze verordeningen hebben betrekking op de spoorveiligheid en het spoorvervoer van reizigers en goederen.

De Commissie heeft statistieken over het spoorvervoer van goederen en personen nodig om het gemeenschappelijk vervoersbeleid te monitoren en te ontwikkelen.

Gedetailleerde statistieken over het spoorvervoer van goederen en reizigers en informatie over intermodaliteit zijn noodzakelijk om de doelstellingen van het Witboek van de Commissie uit 2011 te monitoren.

Vereenvoudigde rapportage over goederen en reizigers bevat alleen geaggregeerde cijfers (het totaalaantal vervoerde goederen per soort goederen en het totaalaantal vervoerde reizigers). Er zijn geen gedetailleerde uitsplitsingen op basis van het land van inscheping/het land waar de goederen worden geladen, het land van ontscheping/het land waar de goederen worden gelost; de in intermodale vervoerseenheden vervoerde goederen per soort goederen en per soort vervoerseenheid; de vervoerde goederen per categorie gevaarlijke goederen; en het aantal vervoerde geladen intermodale vervoerseenheden per soort vervoer en per soort vervoerseenheid.

Aan ongevallen wordt prioriteit verleend in het vervoersbeleid van de EU, evenals aan andere ongewenste effecten van het vervoer: congestie, vervuiling, lawaai en de uitstoot van CO2. Bijgevolg is het belangrijk voor alle soorten vervoer (vervoer via binnenwateren en weg-, spoor-, zee- en luchtvervoer) gegevens te verzamelen en te verspreiden over ongevallen, dodelijke slachtoffers, ernstige letsels en milieuschade (door het verlies van gevaarlijke goederen tijdens het vervoer).

Gegevens over spoorwegongevallen werden tot dusver verzameld uit hoofde van Verordening (EG) nr. 91/2003 over goederenvervoer per spoor. Ze worden ook verzameld door het Europees Spoorwegbureau uit hoofde van de statistische bijlage bij Richtlijn 2009/149/EG inzake spoorveiligheid.

In overeenstemming met het voorschrift dat statistieken relevant moeten zijn, d.w.z. dat ze aan de behoeften van bestaande en potentiële gebruikers moeten voldoen, herziet het voorstel de huidige rechtsgrondslag en worden de vereisten voor het verstrekken van gegevens verder vereenvoudigd.

Er wordt ook rekening gehouden met het noodzakelijk evenwicht tussen de gebruikersbehoeften en de last voor respondenten en nationale bureaus voor de statistiek.

De uit hoofde van de Europese wetgeving inzake statistieken over het spoorvervoer verzamelde gegevens en het verspreidingsbeleid zijn op Europees niveau technisch geanalyseerd met het oog op mogelijke technische oplossingen om de voor de productie van statistieken vereiste activiteiten zoveel mogelijk te vereenvoudigen zonder dat de eindresultaten hun bruikbaarheid voor huidige en toekomstige gebruikers verliezen.

Dit voorstel beoogt bijgevolg Verordening (EG) nr. 91/2003 te wijzigen om het huidige rechtskader voor Europese statistieken over spoorvervoer te actualiseren, te vereenvoudigen en te optimaliseren en het met de nieuwe institutionele context in overeenstemming te brengen.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGINGEN VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Begin 2010 heeft de Task Force on Rail Transport Statistics opdracht gekregen een technische analyse uit te voeren van het huidige beleid inzake gegevensverzameling en -verspreiding uit hoofde van de Europese wetgeving betreffende statistieken over het spoorvervoer. De leden van de taskforce waren uitsluitend deskundigen met specifieke kennis over de bestaande wetgeving, de nationale systemen voor het verzamelen en opstellen van statistieken over het spoorvervoer en de nieuwe trends inzake spoorvervoer.

De taskforce heeft een voorstel ingediend ter vereenvoudiging van Verordening (EG) nr. 91/2003. Het voorstel zal de lasten voor de lidstaten en de respondenten verlagen zonder significant verlies van de kwaliteit van de gegevens over het spoorvervoer van goederen en personen. Voorts zal het voorstel het tijdschema voor de verspreiding van gegevens over het reizigersvervoer per spoor verbeteren.

Het voorstel is in de context van het Europees statistisch systeem besproken met gegevensproducenten en gebruikers op technisch niveau, in werkgroepen die zich met statistieken over het spoorvervoer bezighouden, en in de Coordinating Group for Statistics on Transport. Er is ook binnen de Commissie overleg gepleegd met DG MOVE.

Het voorstel is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen alle betrokken partijen.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De volgende wijzigingen worden voorgesteld:

1)           Gegevens over het vervoer van reizigers

In overeenstemming met de bijlagen C en D bij Verordening (EG) nr. 91/2003 betreffende statistieken over het spoorvervoer zijn de landen verplicht jaarstatistieken over het vervoer van reizigers in te dienen (gedetailleerde en/of vereenvoudigde rapportage). De wijze waarop de gegevens over het reizigersvervoer momenteel worden verspreid, wordt dubbelzinnig en inconsistent geacht omdat de termijnen voor het indienen van tabellen verschillen voor vereenvoudigde en gedetailleerde rapportage. Bovendien moeten sommige voorlopige gegevens (tabellen C1 en C2) en facultatieve cijfers (tabel C1 - reizigerskilometer) voor reizigersvervoer binnen dezelfde termijn worden verstrekt als vereenvoudigde gegevens (d.w.z. acht maanden na het einde van de referentieperiode).

Voorgesteld wordt bijlage D (vereenvoudigde rapportage) en de voorlopige tabellen C1 en C2 in bijlage C te schrappen en de termijn voor het verstrekken van de definitieve reizigersgegevens te verkorten van 14 maanden tot acht maanden na het einde van de referentieperiode. De gegevens worden zo sneller beschikbaar.

2)           Gegevens over het vervoer van goederen

Ter wille van de samenhang wordt ook voorgesteld bijlage B (vereenvoudigde rapportage) te schrappen.

3)           Nieuwe bijlage

Aangezien wordt voorgesteld het huidige concept "vereenvoudigde" rapportage op te geven, moeten de lidstaten voor de kleinste ondernemingen onder de vastgestelde drempelwaarden een "totaalcijfer" voor geaggregeerde indicatoren in bijlage L meedelen.

4)           Gegevens over ongevallen

Aangezien het Europees Spoorwegbureau ook gegevens over ongevallen verzamelt, wordt voorgesteld bijlage H (statistieken over ongevallen) te schrappen.

5)           Bijlage I

Aangezien het concept "vereenvoudigde" rapportage wordt opgegeven, wordt voorgesteld deze bijlage – die momenteel uitsluitend wordt gebruikt om te valideren in hoeverre de vereenvoudigde en gedetailleerde rapportage de totale omvang van het vervoer per spoor van ondernemingen dekken – te schrappen.

6)           Drempels

De huidige drempels zijn vastgesteld voor tonkilometer en reizigerskilometer, d.w.z. de toename van het aantal vervoerde reizigers/ton en de afgelegde afstand in kilometers.

Aangezien in sommige lidstaten veel spoorwegactiviteit zich tot kleine afstanden beperkt, wordt voorgesteld de drempels voor goederen en reizigers te verlagen om het verlies van belangrijke gegevens tot een minimum te beperken. Om dezelfde reden wordt voor goederen een dubbele drempel (vervoerde ton en tonkilometer) voorgesteld.

7)           Gegevens over doorvoer

Ter wille van de harmonisatie wordt voorgesteld "Rail Waybill"-informatie (indien beschikbaar) te gebruiken wanneer administratieve gegevens als gegevensbron worden gebruikt.

8)           In verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[1], heeft de Commissie toegezegd[2] wetgevingshandelingen die verwijzingen naar de regelgevingsprocedure met toetsing bevatten, te herzien en aan de in het Verdrag vastgelegde criteria aan te passen.

9)           Tenslotte houdt de voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 rekening met de nodige aanpassingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot het verlenen van gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie. In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("het Verdrag") wordt een onderscheid gemaakt tussen op grond van artikel 290, lid 1, VWEU aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling (gedelegeerde handelingen) en op grond van artikel 291, lid 2, VWEU aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om eenvormige voorwaarden vast te stellen ter uitvoering van juridisch bindende handelingen van de Unie (uitvoeringshandelingen).

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

5.           AANVULLENDE INFORMATIE

De goedkeuring van het voorstel leidt niet tot de intrekking van bestaande wetgeving.

2013/0297 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, wat betreft het verzamelen van gegevens over goederen, reizigers en ongevallen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer[3] stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de productie, de toezending, de evaluatie en de verspreiding van vergelijkbare statistieken over het spoorvervoer in de Unie.

(2)       Statistieken over het spoorvervoer van goederen en reizigers zijn nodig om de Commissie in staat te stellen het gemeenschappelijk vervoersbeleid en de vervoersonderdelen van de beleidsmaatregelen op het gebied van regionaal beleid en trans-Europese netwerken te monitoren en te ontwikkelen.

(3)       Ook statistieken over de spoorveiligheid zijn nodig om de Commissie in staat te stellen maatregelen van de Unie op het gebied van vervoersveiligheid voor te bereiden en te monitoren. Het Europees Spoorwegbureau verzamelt gegevens over ongevallen uit hoofde van de statistische bijlage bij Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen met betrekking tot gemeenschappelijke veiligheidsindicatoren en gemeenschappelijke methoden voor de berekening van de kosten van ongevallen.

(4)       De meeste lidstaten die reizigersgegevens aan de Commissie (Eurostat) verstrekken uit hoofde van Verordening (EG) nr. 91/2003, hebben regelmatig dezelfde gegevens voor zowel de voorlopige als de definitieve gegevensreeksen verstrekt.

(5)       De behoeften van de gebruikers en de lasten voor de respondenten moeten bij de productie van Europese statistieken in evenwicht zijn.

(6)       Eurostat heeft de op grond van de wetgeving van de Unie verzamelde gegevens over spoorstatistieken en het verspreidingsbeleid technisch geanalyseerd binnen de Working Group and Task Force on Rail Transport Statistics om de voor de productie van statistieken noodzakelijke activiteiten zoveel mogelijk te vereenvoudigen zonder dat de eindresultaten hun bruikbaarheid voor huidige en toekomstige gebruikers verliezen.

(7)       In haar verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de ervaringen met de toepassing van Verordening (EG) nr. 91/2003 vermeldt de Commissie dat de al uit hoofde van de verordening verzamelde gegevens als gevolg van langetermijnontwikkelingen waarschijnlijk zullen worden afgeschaft of vereenvoudigd en dat het de bedoeling is de periode voor het indienen van gegevens te verkorten voor de jaarlijkse gegevens over spoorreizigers.

(8)       Bij Verordening (EG) nr. 91/2003 zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om een aantal bepalingen van deze verordening uit te voeren. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("het Verdrag") moeten de uit hoofde van deze verordening aan de Commissie verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag.

(9)       Om rekening te kunnen houden met nieuwe ontwikkelingen in de lidstaten, maar tegelijkertijd een geharmoniseerde verzameling van spoorgegevens in de hele Unie en de hoge kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte gegevens te waarborgen moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag, zodat de definities, de rapportagedrempels en de inhoud van de bijlagen kunnen worden aangepast en de te verstrekken informatie kan worden gespecificeerd.

(10)     Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen. De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(11)     De Commissie moet ervoor zorgen dat deze gedelegeerde handelingen geen aanzienlijke extra administratieve lasten voor de lidstaten en de respondenten meebrengen.

(12)     Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 91/2003 te waarborgen moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden verleend met betrekking tot de specificatie van de informatie die verstrekt moet worden voor de verslagen over de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de resultaten. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[4].

(13)     Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd.

(14)     Verordening (EG) nr. 91/2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 91/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)           Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)      In lid 1 worden de punten 24 tot en met 30 geschrapt.

b)      Lid 2 wordt vervangen door:

"2. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de technische definities in lid 1 aan te passen en zo nodig in aanvullende definities te voorzien om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen, die vereisen dat technische details enigermate worden gedefinieerd met het oog op de harmonisatie van de statistieken."

2)           Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)      In lid 1 worden de punten b, d en h geschrapt.

b)      Lid 2 wordt vervangen door:

"2. In de bijlagen A en C delen de lidstaten gegevens mee voor ondernemingen:

a)       met een totaalvolume goederenvervoer van minstens 200 miljoen tonkilometer of minstens 500 000 ton;

b)      met een totaalvolume reizigersvervoer van minstens 100 miljoen reizigerskilometer.

c)       Rapportage in bijlage A en bijlage C is facultatief onder deze drempels."

c)      Lid 3 wordt vervangen door:

"3. In bijlage L verstrekken de lidstaten de totale gegevens voor ondernemingen onder de in lid 2 vermelde drempel, als deze gegevens niet worden meegedeeld in de bijlagen A en C, zoals gespecificeerd in bijlage L."

d)      Lid 5 wordt vervangen door:

"5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 10 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de aanpassing van de inhoud van de bijlagen en de rapportagedrempels in de leden 1 en 3 om rekening te houden met economische en technische ontwikkelingen."

e)      Het volgende lid 6 wordt toegevoegd:

"6. Bij de uitoefening van haar bevoegdheden uit hoofde van dit lid zorgt de Commissie ervoor dat de vastgestelde gedelegeerde handelingen niet leiden tot aanzienlijke extra administratieve lasten voor de lidstaten en de respondenten."

3)           In artikel 5, lid 2, wordt punt b) vervangen door:

"b) administratieve gegevens, met inbegrip van de door de regelgevende instanties verzamelde gegevens, en – indien beschikbaar – met name de spoorvrachtbrief."

4)           Artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

Verspreiding

Statistieken op basis van de gegevens van de bijlagen A, C, E, F, G en L worden door de Commissie (Eurostat) verspreid."

5)           Aan artikel 8 worden de leden 3 en 4 toegevoegd:

"3. Voor de toepassing van deze verordening zijn op de te verstrekken gegevens de kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van toepassing.

4. De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de modaliteiten, de structuur, de periodiciteit en de vergelijkbaarheidselementen voor de standaardkwaliteitsverslagen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 11."

6)           Artikel 9 wordt geschrapt.

7)           Artikel 10 wordt vervangen door:

"Artikel 10

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.      De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.      De bevoegdheid om de in artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 5, vermelde gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend vanaf [Publications office: please insert the exact date of the entry into force of the amending Regulation].

3.      De in artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.      Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.      Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn kan op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden worden verlengd."

8)           Artikel 11 wordt vervangen door:

"Artikel 11

Comité

1.      De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

2.      Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing."

9)           Artikel 12 wordt geschrapt.

10)         De bijlagen B, D, H en I worden geschrapt.

11)         Bijlage C wordt vervangen zoals aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

12)         Bijlage L wordt toegevoegd zoals aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

BIJLAGE

"Bijlage C"

JAARSTATISTIEKEN OVER HET REIZIGERSVERVOER — GEDETAILLEERDE RAPPORTAGE

Lijst van variabelen en meeteenheden || Vervoerde reizigers in: – aantal reizigers – reizigerskilometer Reizigerstreinverkeer in: – treinkilometer

Referentie-periode || Jaar

Frequentie || Jaarlijks

Lijst van tabellen met uitsplitsing voor iedere tabel || Tabel C3: vervoerde reizigers naar soort vervoer Tabel C4: internationaal vervoerde reizigers naar land van instappen en naar land van uitstappen Tabel C5: reizigerstreinverkeer

Termijn voor indiening van de gegevens || Acht maanden na afloop van de referentieperiode.

Eerste referentieperiode || 2012

Opmerkingen || 1. Soort vervoer wordt als volgt uitgesplitst: – binnenlands – internationaal 2. Bij de tabellen C3 en C4 verstrekken de lidstaten gegevens waarbij ook met de buiten het rapporterende land verkochte kaartjes rekening wordt gehouden. Deze informatie is rechtstreeks bij de nationale instanties van andere landen te verkrijgen of kan aan de hand van internationale regelingen voor het verrekenen van treinkaartjes worden samengesteld.

"Bijlage L"

Tabel L.1

VERVOERSACTIVITEIT BIJ HET GOEDERENVERVOER

Lijst van variabelen en meeteenheden || Vervoerde goederen in: - totaalaantal ton - totaalaantal tonkilometer Goederentreinverkeer in: - totaalaantal treinkilometer

Referentieperiode || 1 jaar

Frequentie || Jaarlijks

Termijn voor indiening van de gegevens || Vijf maanden na afloop van de referentieperiode

Eerste referentieperiode || 201X

Opmerkingen || Alleen voor ondernemingen met een totaalvolume vrachtvervoer van minder dan 200 miljoen tonkilometer en minder dan 500 000 ton die geen gegevens in bijlage A (gedetailleerde rapportage) verstrekken

Tabel L.2

VERVOERSACTIVITEIT BIJ HET REIZIGERSVERVOER

Lijst van variabelen en meeteenheden || Vervoerde reizigers in: - totaalaantal reizigers - totaalaantal reizigerskilometer Reizigerstreinverkeer in: - totaalaantal treinkilometer

Referentie-periode || 1 jaar

Frequentie || Jaarlijks

Termijn voor indiening van de gegevens || Acht maanden na afloop van de referentieperiode

Eerste referentieperiode || 201X

Opmerkingen || Alleen voor ondernemingen met een totaalvolume reizigersvervoer van minder dan 100 miljoen reizigerskilometer die geen gegevens in bijlage C (gedetailleerde rapportage) verstrekken

[1]               PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

[2]               PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19.

[3]               Verordening (EG) nr. 91/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de statistieken van het spoorvervoer, PB L 14 van 21.1.2003, blz. 1.

[4]               PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

Top