This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0915
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on the various stunning methods for poultry
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee
/* COM/2013/0915 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee /* COM/2013/0915 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de verschillende bedwelmingsmethoden
voor pluimvee 1. Achtergrond Artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) Nr.
1099/2009 van de Raad inzake de bescherming van dieren bij het doden[1] bepaalt het volgende:
"Uiterlijk op 8 december 2013 dient de Commissie bij het Europees
Parlement en de Raad een verslag in over de verschillende bedwelmingsmethoden
voor pluimvee, met name over collectieve waterbadbedwelmers voor vogels,
rekening houdend met de dierenwelzijnsaspecten en de sociaaleconomische en
milieugevolgen". Om dit verslag op te kunnen stellen heeft de
Commissie opdracht gegeven tot een "onderzoek naar de verschillende
bedwelmingsmethoden voor pluimvee", waarvan het eindrapport in 2012
aan de Commissie is aangeboden (hierna "het onderzoek van 2012")[2]. 2. Bedwelmingsmethoden voor
pluimvee Slachthuizen voor pluimvee maken doorgaans gebruik
van een bedwelmingsmethode die collectief waterbad wordt genoemd. De methode
bestaat uit het omgekeerd ophangen van vogels aan haken en deze vervolgens tot
de vleugels in een waterbad dompelen, waar ze een elektrische schok krijgen. De
stroom gaat door het lichaam, zodat de dieren worden bedwelmd voordat zij
worden verbloed. De belangrijkste
alternatieve bedwelmingsmethode is bedwelmen onder gecontroleerde druk (Controlled
Atmosphere Stunning, CAS), waarbij het pluimvee wordt bedwelmd in een ruimte
met gecontroleerde atmosfeer, waar zij aan een gasmengsel worden blootgesteld. In de EU wordt 80 % van de vleeskuikens
verdoofd met een waterbad en 20 % door middel van CAS[3]. De verhoudingen lopen binnen de EU sterk uiteen
(bijvoorbeeld 60 % CAS in Duitsland en 5 % in Frankrijk)[4]. Andere alternatieven voor het waterbad zijn het
uitsluitend verdoven van de kop en verdoven onder lage luchtdruk (Low
Atmosphere Pressure Stunning, LAPS). Bij het uitsluitend verdoven van de kop met
elektriciteit worden afzonderlijke elektroden aangebracht over de hersenen. Dit
is een bekende methode voor alle soorten, maar tot voor kort niet geschikt voor
slachthuizen, vanwege de hoge snelheid van de slachtlijn. In de afgelopen jaren
is deze methode verder ontwikkeld en in de handel gebracht voor gebruik in
commerciële slachthuizen (tot 9 000 vogels per uur). LAPS is gebaseerd op een met gasbedwelming
vergelijkbaar principe, maar in plaats van de omgevingslucht door gas te
vervangen verwijdert LAPS de lucht geleidelijk. De bedwelming ontstaat door een
gebrek aan zuurstof. LAPS wordt in de VS gebruikt, maar is in de EU nog niet
toegestaan. Op basis van extrapolatie van de huidige trends is
het mogelijk dat in de komende 5 jaar een verschuiving van 15 % naar CAS
in plaats van waterbad zal plaatsvinden (d.w.z. 65 % van de vleeskuikens
worden in een waterbad verdoofd en 35 % met CAS). Deze ontwikkeling zal echter per lidstaat
verschillen, vanwege verschillen in verscheidene belangrijke factoren als
consumentenvraag (naar dierenwelzijn, maar ook naar bepaalde typen vlees zoals
hele kippen of filet) en arbeidskosten. Naar verwachting zullen slechts weinig lidstaten voor
meer dan 80 % van de productie naar CAS overstappen (Duitsland, Oostenrijk
en Finland). Een aanzienlijk aantal landen zal echter naar verwachting naar CAS
overstappen voor meer dan 50 % (Verenigd Koninkrijk, Italië, Zweden, Nederland en
België). In andere lidstaten zal het waterbad naar verwachting de belangrijkste
bedwelmingsmethode blijven. 3. Dierwelzijnsaspecten Voorafgaand aan de vaststelling van Verordening
(EG) Nr. 1099/2009 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)
in 2004 en 2006 twee adviezen gepubliceerd betreffende de welzijnsaspecten van
het bedwelmen en doden van dieren[5][6]. In het advies uit 2004 heeft de EFSA twee
belangrijke problemen vastgesteld: –
Ondersteboven fixeren en aanhaken van vogels is
pijnlijk, met name voor zware of fragiele vogels[7], en kan leiden tot
ontwrichting of fracturen van botten; –
De hoeveelheid stroom die
aan een individuele vogel wordt toegediend verschilt afhankelijk van de
elektrische weerstand van iedere vogel. Dit kan niet worden aangepast. Als reactie op deze adviezen bepaalt Verordening
(EG) Nr. 1099/2009, die vanaf 1 januari 2013van toepassing is, elektrische
parameters voor waterbadbedwelming (150 mA voor frequenties tussen 200 en 400
Hz).[8] Deze parameters worden
eveneens aanbevolen door de Wereldorganisatie voor diergezondheid[9]. In 2011 hebben twee lidstaten voorgesteld om de
minimale elektrische parameters voor waterbaden te wijzigen ten opzichte van de
eisen in Verordening (EG) Nr. 1099/2009. De EFSA heeft deze gegevens bestudeerd
en heeft in 2012 een advies over de kwestie uitgebracht[10], waarin werd vermeld
dat bedwelming met een waterbad tot 96 % doeltreffende bedwelming
oplevert, gemeten aan de hand van een elektro-encefalogram (eeg). Het
advies wees ook op een behoefte aan meer onderzoek en op handhavingsproblemen,
d.w.z. slachthuisexploitanten zijn geneigd het voltage te verlagen om
redenen van vleeskwaliteit. De EFSA-adviezen wijzen er eveneens op dat met CAS
het nadeel van het waterbad wordt vermeden indien deze methode wordt gebruikt
met parameters waarbij de dieren worden gedood: –
De vogels worden niet bij bewustzijn ondersteboven
gefixeerd of aangehaakt; –
Er kan 100 % worden gegarandeerd dat de vogels
zijn gedood voor het verbloeden. De
adviezen van de EFSA uit 2004 en 2006 hebben geen beoordeling uitgevoerd van methode
van bedwelming van alleen de kop die intussen is ontwikkeld voor commerciële
slachtlijnen. 4. Economische aspecten De belangrijkste economische gegevens betreffende
de pluimveevleesproductie in de EU en de buitenlandse handel zijn weergegeven
in bijlage I. 4.1. Vergelijking tussen het
waterbad en andere methoden 4.1.1. Productiekosten en kostenmodel Voor de vergelijking van de in de handel
verkrijgbare bedwelmingsmethoden voor pluimvee is een kostenmodel vastgesteld[11]. Er is rekening
gehouden met de volgende kosten: installatie[12],
onderhoud, werkzaamheden voor de ontvangst en het ophangen, waterconsumptie,
water voor schoonmaken, elektriciteit voor het bedwelmen, gas voor het
bedwelmen, overige aan bedwelmen gerelateerde arbeidskosten. De gemiddelde EU-kosten per vogel zijn berekend
voor hoogvolumeslachthuizen (12 000 vogels per uur) en slachthuizen met
een lager volume (6 000 en 3 000 vogels per uur) en samengevat in
tabel 1 en 2. Deze cijfers zijn afhankelijk van de plaatselijke kosten van de
verschillende productiemiddelen (kapitaal, energie, water en arbeid)[13]. Tabel 1: Basisberekeningen voor bedwelmingskosten met verschillende methoden
bij het verwerken van 12 000 vogels per uur Kostenfactor || Waterbad || CAS || Uitsluitend kop || Vacuümbedwelming Installatiekosten || € 43 000 || € 308 300 || € 370 000 || € 500 000 Onderhoud (% van installatiekosten) || 3,45 % || 6,90 % || 3,00 % || 2,40 % Werkzaamheden ontvangst en ophangen || 97 uur per dag || 90 uur per dag || 96 uur per dag || 90 uur per dag* Water voor bedwelmen en reinigen || 9,0 m3 per dag || 3,5 m3 per dag || 0,96 m3 per dag || 3,5 m3 per dag* Elektriciteit || 5,2 kWh per dag || 127,0 kWh per dag || 9,6 kWh per dag || 1 136,0 kWh per dag Gebruikt gas || - || 3,1 ton per dag || - || - Overige werkzaamheden || 3 uur per dag || 5 uur per dag || 0,5 uur per dag || 5 uur per dag* Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,439 cent || 3,495 cent || 2,521 cent || 2,641 cent Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,135 cent || 5,105 cent || 4,151 cent || 4,367 cent Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,389 cent || 1,562 cent || 0,549 cent || 0,679 cent Bronnen en wegingen || Fabrikanten: 45 %; Enquête onder slachthuizen met een capaciteit van 9 000-13 000 (cijfers aangepast voor een capaciteit van 12 000) 45 %. Bronnen: 10 % || Fabrikanten: 45 %; Enquête onder slachthuizen met alle soorten capaciteit (cijfers aangepast voor een capaciteit van 12 000) 45 %. Bronnen: 10 % || Fabrikanten || Fabrikanten; schattingen arbeid voor CAS. * De cijfers zijn overgenomen uit de CAS-schattingen
gezien de overeenkomsten tussen de systemen en het gebrek aan specifieke
gegevens. Uit documentatie blijkt dat er geen water wordt gebruikt in het
LAPS-bedwelmingsproces, hoewel er bij CAS-systemen water wordt gebruikt voor
het reinigen. Tabel 2: Kostenmodel
voor slachthuizen met een capaciteit van 6 000 of 3 000 vogels per
uur Kostenfactor || Waterbad || CAS || Uitsluitend kop || Vacuümbedwelming Verschillen bij 6 000 vogels per uur || Installatiekosten licht lager; water en arbeidsinzet lager; elektriciteitsverbruik ongeveer gelijk. || Installatiekosten, water- en elektriciteitsverbruik gelijk. Arbeidsinzet en gasverbruik proportioneel lager. Onderhoud lager door lagere productie. || Installatiekosten licht lager (€ 350 000), arbeids- en elektriciteitskosten proportioneel lager. || De installatiekosten worden gehalveerd door verwijdering van de helft van de vacuümkamers (250 000), elektriciteit en arbeid eveneens proportioneel lager. Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,541 cent || 3,687 cent || 2,716 cent || 2,667 cent Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,294 cent || 5,330 cent || 4,356 cent || 4,412 cent Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,422 cent || 1,730 cent || 0,733 cent || 0,682 cent Verschillen bij 3 000 vogels per uur || Installatiekosten licht lager; water en arbeidskosten lager; elektriciteit ongeveer gelijk. || Installatiekosten, water- en elektriciteitskosten gelijk. Arbeids- en gaskosten proportioneel lager. Onderhoudskosten lager. || Installatiekosten bij 6 000 vogels per uur (€ 350 000), arbeids- en elektriciteitskosten proportioneel lager. || Installatie, elektriciteit als bij 6 000 vogels per uur[14]. Arbeidskosten proportioneel lager. Kosten per vogel (EU-gemiddelde) || 2,584 cent || 4,053 cent || 3,121 cent || 3,087 cent Kosten per vogel (hoge prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 4,340 cent || 5,761 cent || 4,780 cent || 5,000 cent Kosten per vogel (lage prijzen voor arbeid, water en elektriciteit) || 0,463 cent || 2,046 cent || 1,116 cent || 1,024 cent Gemiddeld is een waterbad de goedkoopste
bedwelmingsmethode en CAS de duurste[15].
Voor hoogvolumeslachthuizen is het verschil in kosten tussen de twee methodes
lager. Bedwelming met een waterbad heeft grote voordelen
boven de andere methoden indien de inputkosten lager zijn. Indien de inputkosten
hoger zijn, met name die van arbeid, wordt het verschil tussen de kosten voor
het waterbad en die voor andere methoden kleiner. Deze bevinding komt overeen
met de empirische observatie dat CAS wordt gebruikt in regio's van de EU waar
de arbeidskosten relatief hoog zijn. De keuze van slachthuisexploitanten voor een
bepaald bedwelmingssysteem lijkt niet te worden beïnvloed door het effect op de
detailhandelsprijs (de gemiddelde detailhandelsprijs is 5,07 euro voor een
gewone kip van 1,5 kilo), maar eerder door het verschil in investeringskosten
vooraf en door de voor het bedwelmingssysteem benodigde ruimte (zie hieronder). 4.1.2. Omzet/markten De slachthuisexploitanten kiezen hun
bedwelmingsmethode afhankelijk van de markt waar ze hun producten willen
afzetten. De invloed op de omzet verloopt via de volgende
drie mechanismen: –
Markttoegang: distributeurs kunnen vragen om
specifieke bedwelmingsmethoden om kwaliteits-, dierwelzijns- of religieuze
redenen (halal[16],
koosjer). –
Betere vleeskwaliteit: de markt kan een hogere
prijs bieden indien de stukken (filet, vleugels, poten) consequent hetzelfde
uiterlijk hebben (kleur, afwezigheid van bloedspatten). –
Verliezen vanwege het trimmen: de omzet wordt
negatief beïnvloed indien door de bedwelmingsmethode meer trimmen nodig is
(verlies van vlees en hogere arbeidskosten door het trimmen). In de praktijk is de belangrijkste marktvariabele
het verschil tussen verkoop als gehele kip voor verdere verwerking (hier
zijn onzuiverheden van minder groot belang) en verkoop als verse stukken in
de detailhandel (waar een goede presentatie van groot belang is). Er is geen volledig onderzoek dat een directe
vergelijking maakt tussen de vleeskwaliteit met gebruik van verschillende
bedwelmingsmethoden. Bovendien kan ook een aantal andere factoren van grote
invloed zijn op de kwaliteit, met name de gebruikte parameters, de herkomst van
het koppel, de behandeling en het transport van het pluimvee vóór de slacht,
etc. Met dit voorbehoud
kan de vergelijking tussen het effect van de verschillende bedwelmingsmethoden
op de vleeskwaliteit als volgt worden samengevat: –
Het CAS-systeem en het systeem waarbij uitsluitend
de kop wordt bedwelmd[17]
lijken een betere vleeskwaliteit op te leveren (hoger percentage filet zonder
bloedspatten) dan het waterbad, –
Bij het waterbad raken de poten meestal meer
beschadigd vanwege het levend aanhaken, –
Schade aan de vleugels is meestal hoger bij CAS
vanwege meer fladderen tijdens het verdoven, met name bij gebruik van inert
gas, –
Bij CAS kan de schade aan de huid groter zijn,
vanwege moeilijkheden bij het plukken. In het algemeen lijkt CAS een voordeel te bieden
voor markten waar filet wordt gevraagd (kwaliteitspremie), maar deze
methode is niet concurrerend met het waterbad voor markten waar gehele vogels
worden gevraagd. 4.1.3. Benodigde ruimte voor de
installatie van een bedwelmingssysteem Naast het hierboven beschreven kostenmodel moet er
rekening worden gehouden met de benodigde ruimte, in geval van overstap van het
waterbad naar een ander systeem. De bouwkosten en kosten voor structurele
aanpassingen bij een overstap van een waterbadsysteem naar CAS (of mogelijk
LAPS) zijn significant en kunnen belemmerend werken. Bij een overstap van het
waterbad naar CAS (en mogelijk LAPS) zijn de kosten waarschijnlijk hoger dan
bij overstap naar een systeem waarbij uitsluitend de kop wordt bedwelmd,
aangezien dat niet meer ruimte vergt dan het waterbad. 5. Arbeidsomstandigheden voor
medewerkers van slachthuizen Systemen waarbij de vogels niet bij bewustzijn
worden verwerkt (CAS en LAPS) hebben een positief effect op de werkomgeving in
vergelijking met de andere methoden (waterbad en uitsluitend de kop) vanwege
minder stof (geen gefladder), normaal licht[18],
minder letsel bij werknemers en minder fysieke inspanning. Volgens één studie[19] is ook het
personeelsverloop kleiner geworden, waardoor de wervingskosten dalen. 6. Milieuaspecten In het onderzoek uit 2012 zijn het waterbad en CAS
afgezet tegen zes milieumaatstaven: stof en stank, energieverbruik, hoeveelheid
onbruikbaar afval, waterverbruik, koeling en broeikasgasemissies. Hoewel er per totaal weinig verschil lijkt te
bestaan in de milieueffecten van de twee methoden, lijkt CAS een aantal
milieuvoordelen te bieden ten opzichte van het waterbad als het gaat om
stof/stank, afval en water, terwijl het waterbad minder elektriciteit verbruikt
en minder broeikasgassen uitstoot. 7. Aspecten van wereldwijd
concurrentievermogen De EU-pluimveesector moet eveneens worden
beoordeeld in het licht van het internationale concurrentievermogen en de concurrentiedruk
van derde landen. Op de wereldmarkt is Brazilië de grootste
leverancier van volledige vogels en wit vlees (filet), met respectievelijk 80
en 85 % van de wereldhandel. Bij de poten staat Brazilië op de tweede
plaats (30 %). Het wereldwijde concurrentievermogen op de pluimveemarkt wordt voornamelijk bepaald door de kosten van
voer, die 50 tot 70 % uitmaken van de totale productiekosten. In
Brazilië, Argentinië en de VS zijn de productiekosten meestal 40 % lager
dan in de EU en Aziatische landen, vanwege goedkoper voer. Andere aanzienlijke
kostenvoordelen in Brazilië en Thailand bestaan uit een gunstig klimaat en
lagere arbeidskosten. De dominante positie van Brazilië op de wereldpluimveemarkt kan
eveneens worden verklaard uit een exportfocus, waar de vraag in exportmarkten
prioriteit krijgt boven de binnenlandse vraag (in tegenstelling tot de EU en
VS, waar de export vooral een bijproduct is van de binnenlandse vraag). De export uit de VS en de EU is zeer beperkt,
vanwege het gebruikt van antimicrobiële behandelingen (verboden in de EU). De
VS zijn echter een relevante concurrent op exportmarkten als Rusland, een
belangrijke bestemming voor overtollig donker vlees (poten). Thailand exporteert verwerkte producten naar de
EU, maar concurreert gewoonlijk niet op de wereldmarkt met EU-exporteurs. Het waterbad blijft wereldwijd de meest gebruikte
bedwelmingsmethode voor pluimvee. CAS wordt in weinig
derde landen gebruikt en blijft in hoofdzaak beperkt tot de EU. Slachthuiskosten vormen 14 tot 22 % van de totale
productiekosten en worden met name bepaald door arbeidskosten, hetgeen Thailand
en Brazilië in absolute en relatieve termen een voordeel biedt. Economische voorspellingen op de lange termijn
gaan uit van een substantiële groei van de wereldwijde pluimveemarkt. Een
groeiende vraag naar verder verwerkte producten kan op lange termijn een
stimulans voor CAS vormen. 8. Overige aspecten Voor een aantal slachthuisexploitanten speelt de
naleving van islamitische regels ook een rol ten gunste van bepaalde bedwelmingsmethoden
of -parameters. Hoewel niet alle moslimgemeenschappen hetzelfde standpunt
innemen betreffende het bedwelmen van dieren, zouden de meeste bedwelming
accepteren als het dier in principe weer bij bewustzijn zou kunnen komen als
het intussen niet geslacht wordt. Afhankelijk van de bedwelmingsparameters kunnen
het waterbad, CAS en bedwelming van alleen de kop omkeerbare methoden zijn.
Bedwelming met een waterbad en CAS zijn echter collectieve bedwelmingsmethoden.
De enige manier om te waarborgen dat alle dieren zouden kunnen herstellen, is dus
het verlagen van de bedwelmingsparameters, en daarmee het van percentage dieren
dat afdoende wordt bedwelmd. CAS wordt meestal gebruikt om dieren te doden.
Moslimgemeenschappen accepteren deze methode daarom zelden voor halal (vanwege het
risico dat dieren onomkeerbaar worden verdoofd). De elektrische parameters die
de verordening voor het waterbad voorschrijft, zouden mogelijk niet voor alle
bedwelmde dieren volledig herstel mogelijk maken. Bovendien moet ook buiten van het slachthuis
rekening worden gehouden met de voor- of nadelen uit een oogpunt van
dierwelzijn. Het beperken van het gebruik van bedwelmingsmethoden als het
waterbad, momenteel de enige methode is die breed toegankelijk is voor kleine
slachthuizen, betekent dat dieren uit regio's met extensieve pluimveehouderij
over lange afstanden moeten worden vervoerd. 9. Conclusies In de wereld en in de EU wordt het waterbad van de
verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee het meest gebruikt. Deze methode
is de oudste, goedkoop, technologisch toegankelijk, vergt weinig ruimte en
immobiliseert voldoende vogels om verbloed te kunnen worden met een
automatische halssnijder in industriële slachthuizen. Hoewel CAS naar verwachting in een aantal
lidstaten meer gebruikt gaat worden vanwege een hogere vraag naar vlees van
hoge kwaliteit en door hogere arbeidskosten, blijft het waterbad waarschijnlijk
breed gebruikt in de EU. CAS is het belangrijkste in de handel verkrijgbare
alternatief voor het waterbad. Andere alternatieven voor het waterbad zijn nog
onvoldoende ontwikkeld om een directe optie te kunnen vormen. CAS biedt
voordelen voor dierwelzijn, voor vleeskwaliteit en voor arbeidsomstandigheden.
Deze methode is echter duur, vergt meer ruimte en is momenteel ontworpen voor
hoogvolumeslachthuizen. Het uitfaseren van bedwelming met het waterbad is
momenteel geen economisch haalbare optie. In de huidige context is er namelijk
geen praktisch alternatief voor slachthuizen met een gemiddeld of laag volume.
Er is in de EU een aanzienlijk aantal van deze slachthuizen. Het is van belang dat de lidstaten nieuwe
dierwelzijnseisen uniform toepassen, zodat er eerlijke voorwaarden worden
gewaarborgd voor slachthuisexploitanten en dierwelzijn. De Commissie blijft toezicht houden op een
zorgvuldige tenuitvoerlegging in de lidstaten en blijft de beste praktijken en
innovatie bij toepassing van de bestaande EU-regels beoordelen, benchmarken en
verspreiden. [1] PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1. [2] Study on various methods of stunning poultry
by Food Chain Evaluation Consortium – Project leader Agra CEAS Consulting –
11/12/2012. (http://ec.europa.eu/food/animal/welfare/slaughter/study_stunning_poultry_en.pdf). [3] CAS omvat verschillende systemen, met verschillen in
ontwerp (horizontaal/verticaal), integratie met de rest van de verwerkingslijn
en het gebruikte gasmengsel (kooldioxide of inert gas). [4] Voor legkippen is de verhouding tussen waterbad en CAS
respectievelijk 83-7 %, voor ouderdieren 61-37% en voor kalkoenen 76-24% in aantallen
dieren. [5] The welfare aspects of the main systems of stunning
and killing the main commercial species of animals, The EFSA Journal (2004),
45, 1-29. [6] The welfare aspects of the main systems of stunning
and killing applied to commercially farmed deer, goats, rabbits, ostriches,
ducks, geese and quail, The EFSA Journal (2006) 326, 1-18. [7] Kalkoenen en ouderdieren van vleeskuikens zijn veel
zwaarder dan standaard voor de handel bestemde vleeskuikens. Oudere legkippen
hebben zwakke botten. [8] Zie punt 6 van hoofdstuk II van bijlage II voor
elektrische parameters, en punt 5 van bijlage II voor apparatuur. [9] Artikel 7.5.7, lid 3, onder b) van de OIE
Gezondheidscode voor landdieren – elektrische bedwelming van vogels door middel
van een waterbad. [10] Scientific Opinion on electrical requirements for
waterbath equipment applicable for poultry. EFSA Journal
012; 10(6):2757. 80 pp. doi:10.2903/j.efsa.2012.2757. [11] LAPS is in de EU niet toegestaan, maar wordt in één
slachthuis in de VS gebruikt. [12] Installatiekosten voor een nieuwe inrichting, niet
conversiekosten. [13] In het onderzoek van 2012 worden nog andere scenario's
besproken. [14] Er wordt aangenomen dat de installatiekosten hetzelfde
zijn als bij 6 000 vogels per uur, aangezien het onduidelijk is of het
systeem schaalbaar is naar een verwerking van minder dan 6 000 vogels per
uur. [15] De gegevens betreffende bedwelming van uitsluitend de kop
en betreffende LAPS zijn voornamelijk afkomstig van fabrikanten. Deze kunnen
optimistischer zijn dan de praktijk rechtvaardigt. [16] Zie paragraaf 8. [17] Aangezien het in de handel verkrijgbare systeem voor
bedwelming van uitsluitend de kop slechts in een paar slachthuizen wordt
gebruikt, is deze informatie niet door onafhankelijk onderzoek bevestigd. [18] Voor het behandelen van levende vogels wordt bij gedempt
licht gewerkt, zodat de vogels kalm blijven. [19] PETA (2007) Controlled Atmosphere Killing vs.
Electrical Immobilisation. A comparative analysis of poultry slaughter systems
from animal welfare, worker safety and economic perspectives. PETA USA, juni 2007. BIJLAGE
bij het VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de verschillende
bedwelmingsmethoden voor pluimvee Belangrijke
economische gegevens betreffende de pluimveevleessector in de EU[1]
1.
Productie in de EU: 12 miljoen ton[2]
Bron: Jaarverslag AVEC
2011.
1.1.
Slachthuizen
Ongeveer 5 300 ondernemingen Er is geen volledige lijst van
pluimveeslachthuizen / gegevens over verwerking/productie zijn schaars.
1.2.
Productiewaarde
Tussen 30 en 32,5 miljard euro in 2011.
1.3.
Aantal werknemers in contact met levende dieren
Geschat op 3 000 fte[3].
2.
Consumptie in de EU: 11,6 miljoen ton[4]
Consumptie per hoofd van de bevolking is ongeveer
23 kg per jaar
3.
Handel in de EU
De EU voert 9 % uit en 6 % in van de EU-productie[5]. De EU importeert met name filet en exporteert vlees van lagere waarde,
behalve Frankrijk dat in Saoedi-Arabië een bijzondere exportmarkt voor hele vogels
heeft. Bron: Eurostat. Bron: Eurostat. [1] Alle gegevens zijn afkomstig uit het in opdracht van de
Commissie uitgevoerde onderzoek: Study on various methods of stunning
poultry door het Food Chain Evaluation Consortium – projectleider Agra CEAS
Consulting – 11/12/2012. [2] Gegevens over 2010, in karkasgewicht. [3] De meeste van deze medewerkers zijn deeltijdwerkers. [4] Gegevens over 2009. [5] Gegevens over 2010, in tonnen. De exportwaarde was in
2010 1,18 miljard euro en de importwaarde 1,97 miljard euro, respectievelijk
rond 3,8 % van de import en 6,4 % van de export van het geschatte
productievolume van de pluimveeslachthuizen in de EU.