This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0846
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL Rebuilding Trust in EU-US Data Flows
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Herstel van vertrouwen in de gegevensstromen tussen de EU en de VS
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Herstel van vertrouwen in de gegevensstromen tussen de EU en de VS
/* COM/2013/0846 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Herstel van vertrouwen in de gegevensstromen tussen de EU en de VS /* COM/2013/0846 final */
1. INLEIDING: DE
VERANDERENDE OMGEVING VOOR VERWERKING VAN GEGEVENS TUSSEN DE EU EN DE VS De
Europese Unie en de Verenigde Staten zijn strategische partners en dit
partnerschap is essentieel voor de bevordering van onze gedeelde waarden, onze
veiligheid en ons gezamenlijk leiderschap op wereldniveau. Het vertrouwen in
dit partnerschap is echter geschaad en moet worden hersteld. De EU, haar
lidstaten en de Europese burgers hebben blijk gegeven van hun grote bezorgdheid
over de onthullingen inzake de VS-programma's voor het op grote schaal
verzamelen van informatie, met name waar het de bescherming van
persoonsgegevens betreft[1]. Het
op grote schaal observeren van privé-communicatie, of het daarbij nu om
burgers, ondernemingen of politici gaat, is onaanvaardbaar. De doorgifte van
persoonsgegevens is een belangrijk en noodzakelijk onderdeel van het
trans-Atlantisch partnerschap. Deze doorgifte maakt een integraal onderdeel uit
van de commerciële uitwisselingen over de Atlantische Oceaan heen, ook voor nieuwe, groeiende digitale ondernemingen, zoals sociale media
of cloudcomputing, waarbij er grote hoeveelheden gegevens van de EU naar de VS
gaan. Deze doorgifte is ook een essentieel element van de samenwerking tussen
de EU en de VS op het gebied van rechtshandhaving en van de samenwerking tussen
de lidstaten en de VS op het gebied van nationale veiligheid. Om de
gegevensstromen te bevorderen en tegelijkertijd het hoge niveau van
gegevensbescherming waartoe de EU-wetgeving verplicht, te waarborgen, hebben de
VS en de EU een reeks overeenkomsten en regelingen in het leven geroepen. Commerciële
uitwisselingen vormen het voorwerp van Beschikking 2000/520/EG[2] (hierna de
“veiligehavenbeschikking" genoemd). Deze beschikking biedt een rechtsbasis
voor de doorgifte van persoonsgegevens vanuit de EU naar in de VS gevestigde
ondernemingen die de veiligehavenbeginselen hebben onderschreven. Met betrekking tot
de uitwisseling van persoonsgegevens tussen de EU en de VS ten behoeve van
rechtshandhaving, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van terrorisme
en andere vormen van ernstige misdrijven, is een aantal overeenkomsten op
EU-niveau van toepassing. Daarbij gaat het om de overeenkomst inzake
wederzijdse rechtshulp[3], de
overeenkomst inzake het gebruik en de doorgifte van persoonsgegevens van
passagiers (PNR)[4], de
overeenkomst inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het
financiële berichtenverkeer ten behoeve van het programma voor het traceren van
terrorismefinanciering (TFTP)[5], en de
overeenkomst tussen Europol en de VS. Deze overeenkomsten vormen een antwoord
op de aanzienlijke uitdagingen op het gebied van veiligheid, zijn in
overeenstemming met de gemeenschappelijke veiligheidsbelangen van de EU en de
VS en bieden een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens. Daarnaast
onderhandelen de EU en de VS momenteel over een kaderovereenkomst inzake
gegevensbescherming op het gebied van politiële en gerechtelijke samenwerking
("raamovereenkomst")[6]. Het is de
bedoeling om te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van
persoonsgegevens voor burgers wier gegevens worden uitgewisseld en zo de
samenwerking tussen de EU en de VS bij de bestrijding van misdrijven en
terrorisme op basis van gedeelde waarden en overeengekomen waarborgen, verder
te bevorderen. Deze instrumenten
worden toegepast in een omgeving waarin persoonsgegevensstromen steeds
belangrijker worden. Enerzijds heeft de
ontwikkeling van de digitale economie de omvang, de kwaliteit, de diversiteit
en de aard van gegevenswerkingsactiviteiten exponentieel doen toenemen. Burgers
zijn in hun dagelijks leven steeds meer elektronische-communicatiediensten gaan
gebruiken. Persoonsgegevens zijn zeer waardevol geworden: de waarde van de
gegevens van de EU-burgers in 2011 werd op 315 miljard EUR geschat en kan tegen
2020 jaarlijks tot bijna één biljoen EUR zijn toegenomen[7]. De markt
voor de analyse van omvangrijke gegevensverzamelingen groeit wereldwijd met 40%
per jaar[8].
Tegelijkertijd hebben technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld in verband
met cloudcomputing, het begrip internationale doorgifte van gegevens in
perspectief geplaatst, aangezien grensoverschrijdende gegevensstromen een
dagelijkse realiteit aan het worden zijn[9]. De toename van het
gebruik van elektronische-communicatie- en gegevensverwerkingsdiensten,
waaronder cloudcomputing, heeft ook de omvang en het belang van
trans-Atlantische doorgifte van gegevens aanzienlijk doen toenemen. Aspecten
als de centrale plaats van Amerikaanse ondernemingen binnen de digitale
economie[10], het trans-Atlantische
verloop van een groot deel van de elektronische communicatie en het volume van
de elektronische gegevensstromen tussen de EU en de VS zijn zelfs nog
relevanter geworden. Wel is het zo dat
de moderne methoden voor het verwerken van gegevens nieuwe en belangrijke
vragen oproepen. Dat geldt zowel voor de nieuwe methoden voor het op grote
schaal verwerken van consumentengegevens door privéondernemingen voor
commerciële doeleinden als voor de toegenomen mogelijkheden tot grootschalige
observatie van communicatiegegevens door inlichtingendiensten. Grootschalige
Amerikaanse programma's voor het verzamelen van inlichtingen, zoals PRISM,
hebben nadelige gevolgen voor de grondrechten van Europeanen en, met name, hun
recht op privacy en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze programma's
wijzen ook op een verband tussen observatie van overheidswege en de verwerking
van gegevens door privéondernemingen, met name Amerikaanse
internetondernemingen. Dientengevolge kunnen zij economische gevolgen hebben.
Wanneer burgers zich er zorgen over maken dat bij hun gebruik van
internetdiensten hun persoonsgegevens door privéondernemingen of via de
observatie van hun gegevens door inlichtingendiensten op grote schaal worden
verwerkt, kan dat hun vertrouwen in de digitale economie schaden, met mogelijke
negatieve gevolgen voor de groei. Deze ontwikkelingen
zorgen voor nieuwe uitdagingen op het gebied van de gegevensstromen tussen de
EU en de VS. In deze mededeling wordt voor deze uitdagingen een oplossing
gezocht en worden de toekomstmogelijkheden onderzocht op basis van de
bevindingen in het verslag van de EU-medevoorzitters van de ad-hocwerkgroep
EU-VS en de mededeling inzake de veilige haven. Er wordt geprobeerd een effectieve toekomstgerichte manier te bieden om
het vertrouwen te herstellen en om de samenwerking tussen de EU en de VS op
deze gebieden te versterken en om de trans-Atlantische relatie in ruimere zin
te versterken. Deze mededeling gaat uit van de veronderstelling dat de normen voor de
bescherming van persoonsgegevens in hun juiste context moeten worden
vastgesteld, zonder andere aspecten van de betrekkingen tussen de EU en de VS
nadelig te beïnvloeden, waaronder de lopende onderhandelingen over een
trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen. Over de normen
inzake gegevensbescherming zal daarom niet worden onderhandeld in het kader van
het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen, dat de regels
inzake gegevensbescherming volledig in acht zal nemen. Het is van belang op te merken dat de EU weliswaar maatregelen kan
nemen op de gebieden waarop zij bevoegd is, met name om de toepassing van
EU-wetgeving te verzekeren[11], maar
nationale veiligheid uitsluitend de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke
lidstaten blijft[12]. 2. De gevolgen voor de instrumenten voor de
doorgifte van gegevens Allereerst is met
betrekking tot gegevens die voor handelsdoeleinden worden doorgegeven, de
veiligehavenbeschikking een belangrijk instrument voor de doorgifte van
gegevens tussen de EU en de VS gebleken. Het commerciële belang ervan is
toegenomen omdat persoonsgegevensstromen binnen de trans-Atlantische
handelsrelatie een prominentere rol zijn gaan innemen. De afgelopen 13 jaar is
de veiligehavenregeling op meer dan 3 000 ondernemingen van toepassing
geworden. De helft van deze ondernemingen heeft zich in de laatste vijf jaar
bij de regeling aangesloten. Toch is de bezorgdheid over het niveau van de
bescherming van in het kader van de veiligehavenregeling aan de VS doorgegeven
gegevens van EU-burgers toegenomen. Het vrijwillige en declaratoire karakter
van de regeling heeft de aandacht voor de transparantie en de handhaving ervan
verscherpt. De meerderheid van de Amerikaanse ondernemingen past de beginselen
van de regeling toe, maar een aantal ondernemingen die hebben verklaard de
beginselen te onderschrijven (zelfcertificering), doet dit niet. Doordat een
aantal ondernemingen die hebben verklaard de veiligehavenbeginselen te
onderschrijven dit niet doet, hebben deze een concurrentieel voordeel ten opzichte
van Europese ondernemingen die op dezelfde markten opereren. Hoewel in het kader
van de veilige haven beperkingen van de regels inzake gegevensbescherming zijn
toegestaan indien deze op grond van de nationale veiligheid noodzakelijk zijn[13], is bovendien
de vraag gerezen of het op grote schaal verzamelen en verwerken van
persoonsgegevens in het kader van de observatieprogramma's van de VS
noodzakelijk en evenredig is om aan nationale veiligheidsbelangen te voldoen.
Uit de bevindingen van de ad-hocwerkgroep EU-VS blijkt ook dat EU-burgers in
het kader van deze programma's niet dezelfde rechten en procedurele waarborgen
genieten als Amerikanen. Het bereik van deze
observatieprogramma's roept in combinatie met de ongelijke behandeling van de
EU-burgers vragen op met betrekking tot het door de veiligehavenregeling
geboden beschermingsniveau. De autoriteiten van de VS kunnen zich toegang
verschaffen tot persoonsgegevens die op grond van de veiligehavenregeling naar
de VS zijn gezonden en deze gegevens verder verwerken op een wijze die niet
verenigbaar is met de gronden waarop de gegevens oorspronkelijk in de EU werden
verzameld en met de doeleinden waarvoor deze aan de VS werden doorgegeven. Een
meerderheid van de internetondernemingen in de VS waarop deze programma's
directer betrekking lijken te hebben, is door zelfcertificering bij de
veiligehavenregeling aangesloten. In de tweede plaats
zijn wat de uitwisseling van gegevens met het oog op rechtshandhaving betreft,
de bestaande overeenkomsten (PNR, TFTP) uiterst waardevolle instrumenten
gebleken om de gemeenschappelijke veiligheidsgevaren in verband met ernstige
transnationale misdrijven en terrorisme aan te pakken, terwijl deze
overeenkomsten tevens waarborgen bieden die voor een hoog niveau van gegevensbescherming
zorgen[14]. Deze
waarborgen strekken zich uit tot EU-burgers en de overeenkomsten bieden
mechanismen om de uitvoering ervan te toetsen en om punten van zorg die ermee
verband houden, aan te pakken. De TFTP-overeenkomst stelt ook een
toezichtsysteem vast, met onafhankelijke EU-toezichthouders die controleren hoe
gegevens waarop de overeenkomst betrekking heeft, door de VS worden verzameld. Naar aanleiding van
de bezwaren die in de EU zijn gerezen over de observatieprogramma's van de VS
heeft de Europese Commissie deze mechanismen gebruikt om de wijze van
uitvoering van de overeenkomsten te controleren. In het geval van de
PNR-overeenkomst werd een gezamenlijke evaluatie uitgevoerd, waarbij
deskundigen op het gebied van gegevensbescherming uit de EU en de VS waren
betrokken die de wijze waarop de overeenkomst was uitgevoerd, onderzochten[15]. Deze
evaluatie leverde geen aanwijzingen op dat de observatieprogramma's van de VS
zich uitstrekken tot de passagiersgegevens waarop de PNR-overeenkomst van
toepassing is of voor die gegevens gevolgen hebben. In het geval van de
TFTP-overeenkomst begon de Commissie formele raadplegingen naar aanleiding van
beweringen als zouden de inlichtingendiensten van de VS in strijd met de
overeenkomst zich rechtstreeks toegang verschaffen tot persoonsgegevens in de
EU. Deze raadplegingen toonden niet aan dat er inbreuk op de TFTP-overeenkomst
was gemaakt en brachten de VS ertoe schriftelijk te verzekeren dat er geen
rechtstreekse verzameling van gegevens heeft plaatsgevonden die in strijd met
de bepalingen van de overeenkomst is. De grootschalige
verzameling en verwerking van persoonsgegevens in het kader van de
VS-observatieprogramma's vragen echter om een voorzetting van een zeer streng
toezicht op de uitvoering van de PNR- en de TFTP-overeenkomsten in de toekomst.
De EU en de VS zijn daarom overeengekomen om te werken aan de volgende
gezamenlijke herziening van de TFTP-overeenkomst, die in het voorjaar van 2014
zal plaatsvinden. In het kader van deze en van toekomstige gezamenlijke
herzieningen zal worden gezorgd voor meer transparantie over de manier waarop
het toezichtsysteem functioneert en dit de gegevens van EU-burgers beschermt. Tegelijkertijd
zullen stappen worden genomen om ervoor te zorgen dat het toezichtsysteem
scherp aandacht zal blijven geven aan de wijze waarop in het kader van de
overeenkomt aan de VS doorgegeven gegevens worden verwerkt, met speciale nadruk
op de wijze waarop de Amerikaanse autoriteiten deze informatie met elkaar
delen. In de derde plaats
onderstreept de toename van de omvang van de verwerking van persoonsgegevens
het belang van de toepasselijke wettelijke en administratieve waarborgen. Een
van de doelstellingen van de ad-hocwerkgroep van de EU en de VS bestond in de
vaststelling welke waarborgen toepasselijk moeten zijn om de gevolgen van de
verwerking voor de grondrechten van de EU-burgers zo klein mogelijk te houden.
Ook voor de bescherming van ondernemingen zijn waarborgen noodzakelijk. Op
grond van bepaalde wetten in de VS, zoals de Patriot Act, kunnen de Amerikaanse
autoriteiten ondernemingen rechtstreeks verzoeken om toegang tot in de EU
opgeslagen gegevens. Van Europese ondernemingen en in de EU aanwezige
Amerikaanse ondernemingen kan daarom worden verlangd dat zij in strijd met de
wetgeving van de EU en de lidstaten gegevens aan de VS doorgeven en zij zijn
dan ook permanent gevangen tussen met elkaar strijdige wettelijke
verplichtingen. De rechtsonzekerheid die dergelijke rechtstreekse verzoeken
teweegbrengen, kan de ontwikkeling tegenhouden van nieuwe digitale diensten,
zoals cloudcomputing, die natuurlijke personen en bedrijven efficiënte en
kostenbesparende oplossingen kunnen bieden. 3. Waarborgen van een doeltreffende
gegevensbescherming De doorgifte van
persoonsgegevens tussen de EU en de VS vormt een essentieel onderdeel van de
trans-Atlantische handelsrelatie. Het delen van informatie is ook een
essentieel onderdeel van de samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied
van veiligheid, welke van wezenlijk belang is voor het bereiken van het
gemeenschappelijke doel ernstige misdrijven en terrorisme te voorkomen en te
bestrijden. De recente onthullingen over de VS-programma's voor het verzamelen
van inlichtingen hebben het vertrouwen waarop deze samenwerking is gebaseerd,
echter geschaad. Met name is het vertrouwen geschaad in de wijze waarop
persoonsgegevens worden verwerkt. De volgende stappen moeten worden genomen om
het vertrouwen in de doorgifte van gegevens te herstellen ten behoeve van de
digitale economie, de veiligheid in zowel de EU als de VS en de
trans-Atlantische relatie in ruimere zin. 3.1. De hervorming van de gegevensbescherming in de EU De door de
Commissie in januari 2012 voorgestelde hervorming van de gegevensbescherming[16] vormt een
belangrijke maatregel op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens.
Vijf componenten van het voorgestelde gegevensbeschermingsaspect zijn van
bijzonder belang. Wat allereerst de
territoriale werkingssfeer betreft, toont de voorgestelde verordening aan dat
niet in de EU gevestigde ondernemingen de EU-wetgeving op het gebied van
gegevensbescherming moeten toepassen wanneer zij goederen en diensten aan
Europese consumenten aanbieden of hun gedrag nagaan. Met andere woorden: het
fundamentele recht op bescherming van gegevens zal worden geëerbiedigd,
ongeacht de geografische locatie van een onderneming of haar faciliteiten voor
gegevensverwerking[17]. In de tweede plaats
stelt de voorgestelde verordening met betrekking tot internationale doorgiften
de voorwaarden vast waaronder gegevens buiten de EU kunnen worden doorgegeven.
Doorgifte mag alleen worden toegestaan wanneer aan deze voorwaarden, die de
rechten van natuurlijke personen op een hoog niveau van bescherming waarborgen,
is voldaan[18]. In de derde plaats
bevatten wat de handhaving betreft de voorgestelde regels evenredige en
afschrikkende boetes (tot 2% van de totale jaaromzet van een onderneming) om
ervoor te zorgen dat ondernemingen aan de EU-wetgeving voldoen[19]. Het bestaan
van geloofwaardige sancties zal de ondernemingen er sterker toe aanzetten om
aan de EU-wetgeving te voldoen. In de vierde plaats
bevat de voorgestelde verordening duidelijke regels over de verplichtingen en
aansprakelijkheid van gegevensverwerkers zoals aanbieders van clouddiensten,
onder andere met betrekking tot veiligheid[20]. Zoals de
onthullingen over de VS-programma's voor het verzamelen van inlichtingen hebben
aangetoond, is dit van wezenlijk belang omdat deze programma's van invloed zijn
op in de cloud opgeslagen gegevens. Ook zullen ondernemingen die opslagruimte
in de cloud aanbieden en die worden verzocht om aan buitenlandse autoriteiten
persoonsgegevens te verschaffen hun verantwoordelijkheid niet kunnen ontlopen
door zich in plaats van op hun status van voor de verwerking verantwoordelijke
te baseren op hun status van gegevensverwerker. In de vijfde plaats
zal het voorgestelde pakket leiden tot de vaststelling van uitgebreide regels
voor de bescherming van in het kader van rechtshandhaving verwerkte
persoonsgegevens. Naar verwachting
zal over dit pakket in de loop van 2014 tijdig overeenstemming worden bereikt[21]. 3.2. De veilige haven veiliger maken De veiligehavenregeling is een belangrijk bestanddeel van de
handelsrelatie tussen de EU en de VS; ondernemingen aan beide zijden van de
Atlantische Oceaan vertrouwen erop. In het verslag van
de Commissie over het functioneren van de veilige haven zijn een aantal zwakke
punten in de regeling aangetoond. Als gevolg van een gebrek aan transparantie
en handhaving neemt niet iedereen die zelf heeft verklaard de veiligehavenregeling
te onderschrijven, deze beginselen in de praktijk ook in acht. Dit heeft
negatieve gevolgen voor de grondrechten van de EU-burgers. Het schept ook een
nadeel voor Europese ondernemingen ten opzichte van de concurrerende
Amerikaanse ondernemingen die weliswaar aan de regeling deelnemen, maar de
beginselen daarvan in de praktijk niet toepassen. Dit zwakke punt heeft ook
consequenties voor de meerderheid van de Amerikaanse bedrijven die de regeling
correct toepassen. De veilige haven fungeert ook als een kanaal voor de
doorgifte van persoonsgegevens van EU-burgers vanuit de EU aan de VS door
ondernemingen die in het kader van de VS-programma's voor het verzamelen van
inlichtingen verplicht zijn gegevens aan Amerikaanse inlichtingendiensten te verstrekken.
Tenzij de tekortkomingen worden verholpen, is er dus sprake van een
concurrentieel nadeel voor EU-ondernemingen en negatieve gevolgen voor het
fundamentele recht op gegevensbescherming van de EU-burgers. De reactie van de
Europese gegevensbeschermingsautoriteiten op de recente onthullingen over
observaties hebben de tekortkomingen van de veiligehavenregeling onderstreept.
Op grond van artikel 3 van de veiligehavenbeschikking mogen deze autoriteiten
onder bepaalde voorwaarden gegevensstromen naar gecertificeerde ondernemingen
opschorten[22]. Duitse
gegevensbeschermingsfunctionarissen hebben besloten geen nieuwe toestemmingen
te verlenen voor de doorgifte van gegevens aan landen buiten de EU
(bijvoorbeeld voor het gebruik van bepaalde clouddiensten). Zij zullen ook
onderzoeken of de doorgifte van gegevens op basis van de veilige haven moet
worden opgeschort[23]. Het gevaar
bestaat dat dergelijke maatregelen, genomen op nationaal niveau, verschillen in
dekking zouden veroorzaken, wat inhoudt dat de veilige haven niet langer een
cruciaal mechanisme zou zijn voor de doorgifte van persoonsgegevens tussen de
EU en de VS. De Commissie is op
grond van Richtlijn 95/46/EG bevoegd om de veiligehavenbeschikking op te
schorten of te herroepen wanneer de regeling niet langer een passend
beschermingsniveau biedt. Voorts bepaalt artikel 3 van de
veiligehavenbeschikking dat de Commissie de beschikking mag intrekken of
opschorten dan wel de werkingssfeer ervan mag beperken terwijl zij op grond van
artikel 4 de beschikking te allen tijde kan aanpassen in het licht van de bij
de uitvoering ervan opgedane ervaringen. Tegen deze
achtergrond kan een aantal beleidsopties in overweging worden genomen,
waaronder:
het laten
voortbestaan van de status quo;
het
versterken van de veiligehavenregeling en het grondig herzien van de
werking ervan;
het opschorten
of intrekken van de veiligehavenbeschikking.
Gelet op de
geconstateerde zwakke punten kan de huidige uitvoering van de
veiligehavenbeschikking niet worden gehandhaafd. De intrekking ervan zou echter
de belangen van aangesloten ondernemingen in de EU en de VS schaden. De
Commissie is van mening dat het beter is om de veiligehavenbeschikking te
versterken. De verbeteringen
zouden betrekking moeten hebben op de structurele tekortkomingen in verband met
de transparantie en de handhaving, de materiële veiligehavenbeginselen en de
werking van de uitzondering inzake de nationale veiligheid. Wil de veilige
haven werken zoals beoogd, dan moet meer specifiek gezien het toezicht door de
VS-autoriteiten op de naleving van de veiligehavenbeginselen inzake privacy
door de gecertificeerde ondernemingen effectiever en systematischer zijn. De
transparantie van het privacy-beleid van gecertificeerde ondernemingen moet
worden verbeterd. EU-burgers moeten ook de zekerheid hebben dat er mechanismen
voor geschillenbeslechting beschikbaar zijn en dat deze betaalbaar zijn. De Commissie zal
met spoed met de autoriteiten van de VS in gesprek gaan over de vastgestelde
tekortkomingen. Tegen de zomer van 2014 moeten oplossingen zijn gevonden en
deze moeten zo snel mogelijk worden gerealiseerd. Op grond daarvan zal de
Commissie de werking van de veilige haven volledig evalueren. Dit ruimere
evaluatieproces dient openbare raadplegingen te omvatten en een debat binnen
het Europees Parlement alsook gesprekken met de Amerikaanse autoriteiten. Het is ook
belangrijk dat de uitzondering inzake de nationale veiligheid waarin de
veiligehavenbeschikking voorziet, slechts wordt toegepast voor zover dat strikt
noodzakelijk en evenredig is. 3.3. Versterking van de waarborgen
inzake gegevensbescherming bij de samenwerking op het gebied van
rechtshandhaving De EU en de VS
onderhandelen op dit moment over een raamovereenkomst inzake de doorgifte en de
verwerking van persoonsgegevens in het kader van politiële en gerechtelijke
samenwerking in strafzaken. Het sluiten van een dergelijke overeenkomst die een
hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens biedt, zou een zeer
belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van het vertrouwen aan
weerszijden van de Atlantische Oceaan. Wanneer de bescherming van de rechten
van de EU-burgers wordt bevorderd, zou dat bijdragen aan de versterking van de
trans-Atlantische samenwerking die is gericht op het voorkomen en bestrijden van
misdaad en terrorisme. Volgens het besluit
waarbij de Commissie de toestemming kreeg om over de raamovereenkomst te
onderhandelen, moeten deze onderhandelingen strekken tot het waarborgen van een
hoog beschermingsniveau dat in overeenstemming is met het acquis van de
EU op het gebied van gegevensbescherming. Dit moet tot uitdrukking komen in de
regels en waarborgen die overeen zijn gekomen met betrekking tot onder meer
de doelbeperking inzake, de voorwaarden voor en de duur van het bewaren van
gegevens. In het kader van de onderhandelingen moet de Commissie ook
toezeggingen verkrijgen over afdwingbare rechten, met inbegrip van
gerechtelijke verhaalsmechanismen voor EU-burgers die niet in de VS woonachtig
zijn[24]. Nauwe
samenwerking tussen de EU en de VS om gemeenschappelijke veiligheidsproblemen
aan te pakken, zou gepaard moeten gaan met het streven ervoor te zorgen dat
burgers dezelfde rechten genieten wanneer aan beide kanten van de Atlantische
Oceaan dezelfde gegevens voor hetzelfde doel worden verwerkt. Het is ook van
belang dat uitzonderingen op grond van behoeften in verband met de nationale
veiligheid eng gedefinieerd worden. In dit opzicht moet er overeenstemming
worden bereikt over waarborgen en beperkingen. Deze
onderhandelingen bieden een mogelijkheid te verduidelijken dat persoonsgegevens
die in handen zijn van particuliere ondernemingen in de EU niet direct
toegankelijk zijn voor of worden doorgegeven aan rechtshandhavingsautoriteiten
in de VS buiten de formele samenwerkingskanalen om, zoals overeenkomsten inzake
wederzijdse rechtshulp of sectorale overeenkomsten tussen de EU en de VS
waarbij een dergelijke doorgifte wordt toegestaan. Toegang langs andere wegen
moet worden uitgesloten tenzij deze plaatsvindt in duidelijk bepaalde,
uitzonderlijke en rechterlijk toetsbare situaties. De VS moet in dit opzicht
toezeggingen doen[25]. Een
raamovereenkomst waarover op die basis overeenstemming is bereikt, zou het
algemene kader moeten bieden dat voor een hoog niveau van bescherming van
persoonsgegevens zorgt wanneer deze ten behoeve van het voorkomen of het
bestrijden van misdaad en terrorisme aan de VS worden doorgegeven. Sectorale
overeenkomsten zouden, wanneer dat vanwege de aard van de betrokken doorgifte
van gegevens noodzakelijk is, aanvullende regels en waarborgen moeten bevatten,
die voortbouwen op het voorbeeld van de PNR- en de TFTP-overeenkomsten tussen
de EU en de VS en die strikte voorwaarden voor de doorgifte van gegevens en
waarborgen voor de EU-burgers bevatten. 3.4. Tegemoetkoming aan de Europese bezorgdheid tijdens het lopende
hervormingsproces in de VS De Amerikaanse
president Obama heeft een evaluatie aangekondigd van de activiteiten van de
nationale veiligheidsinstanties van de VS, waarbij ook het toepasselijke
rechtskader aan bod zal komen. Dit proces biedt een belangrijke mogelijkheid om
tegemoet te komen aan de Europese bezorgdheid naar aanleiding van de recente
onthullingen over de VS-programma's voor het verzamelen van inlichtingen. De
belangrijkste veranderingen zouden erin bestaan dat de waarborgen die burgers
en inwoners van de VS nu genieten, ook gaan gelden voor niet in de VS
woonachtige burgers van de EU, de activiteiten van inlichtingendiensten
transparanter worden en het toezicht verder wordt versterkt. Dergelijke
veranderingen zouden het vertrouwen in de uitwisseling van gegevens tussen de
EU en de VS herstellen en het gebruik van internetdiensten door Europeanen
bevorderen. Wat betreft de
uitbreiding van de waarborgen voor burgers en inwoners van de VS tot EU-burgers,
moeten de rechtsnormen met betrekking tot de observatieprogramma's van de VS,
die burgers van de EU anders behandelen dan die van de VS, worden herzien, mede
vanuit het oogpunt van de noodzakelijkheid en de evenredigheid. Daarbij moet
rekening worden gehouden met het hechte trans-Atlantische partnerschap, dat is
gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, rechten en vrijheden. Dit zou de
negatieve gevolgen voor Europeanen van de VS-programma’s voor het vergaren van
inlichtingen verminderen. Er is meer
transparantie nodig over het rechtskader van de VS-programma's voor het
vergaren van inlichtingen en de uitlegging daarvan door de Amerikaanse rechter
alsook over de omvang van deze programma's. EU-burgers zouden ook voordeel
hebben van dergelijke wijzigingen. Het toezicht op de
VS-programma's voor het verzamelen van inlichtingen zou worden verbeterd door
de rol van het Foreign Intelligence Surveillance Court te versterken en door
het invoeren van rechtsmiddelen voor natuurlijke personen. Deze mechanismen
zouden de verwerking van persoonsgegevens van Europeanen die niet relevant voor
nationale veiligheidsdoeleinden is, kunnen verminderen. 3.5. De
internationale bevordering van privacynormen Problemen in
verband met de moderne methoden van databescherming zijn niet beperkt tot de
doorgifte van gegevens tussen de EU en de VS. Een hoog niveau van bescherming
van persoonsgegevens zou ook voor iedere natuurlijke persoon gewaarborgd moeten
zijn. EU-regels inzake de verzameling, verwerking en doorgifte van gegevens zou
internationaal moeten worden bevorderd. Onlangs is een
aantal initiatieven voorgesteld ter bevordering van de privacybescherming, met
name via internet[26]. De EU dient
ervoor te zorgen dat bij de eventuele uitvoering van dergelijke initiatieven
volledig rekening wordt gehouden met de beginselen inzake de bescherming van
grondrechten, de vrijheid van meningsuiting, persoonsgegevens en privacy, die
zijn neergelegd in de EU-wetgeving en in de EU-strategie inzake
cyberveiligheid, en geen inbreuk wordt gemaakt op de vrijheid, het open
karakter en de veiligheid van de cyberruimte. Dit veronderstelt ook een
democratisch en efficiënt beheermodel waarbij een groot aantal belanghebbende
partijen is betrokken. De lopende
hervormingen van de wetgeving op het gebied van gegevensbescherming aan beide
zijden van de Atlantische Oceaan biedt de EU en de VS ook een unieke
mogelijkheid om internationaal de normen vast te stellen. De uitwisseling van
gegevens tussen de VS en de EU en daarbuiten zou veel profijt hebben van de
versterking van het nationale rechtskader van de VS, met inbegrip van de
goedkeuring van de "Consumer Privacy Bill of Rights", die door
president Obama in februari 2012 werd aangekondigd als onderdeel van een breed
plan voor de verbetering van de bescherming van de privacy van consumenten. Het
bestaan van een reeks stringente en afdwingbare gegevensbeschermingsregels die
zowel in de EU als de VS van kracht zijn, zou een solide basis vormen voor
grensoverschrijdende gegevensstromen. Met het oog op de
internationale bevordering van privacynormen zou ook gestreefd moeten worden
naar toetreding tot het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot
de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens ("Conventie 108")
van de Raad van Europa, waartoe ook landen kunnen toetreden die geen lid van de
Raad van Europa zijn[27].
Waarborgen en garanties waarover binnen internationale fora overeenstemming is
bereikt, zouden moeten resulteren in een hoog beschermingsniveau dat in
overeenstemming is met datgene wat de EU-wetgeving vereist. 4. Conclusies en
aanbevelingen De in deze
mededeling geconstateerde problemen vragen om maatregelen van zowel de VS als
de EU en haar lidstaten. De zorgen over de
trans-Atlantische uitwisseling van gegevens vormen allereerst een waarschuwing
aan het adres van de EU en haar lidstaten om met spoed en ambitieus vooruitgang
te boeken met de hervorming van de gegevensbescherming. Een en ander toont aan
dat een krachtig rechtskader met duidelijke regels die ook in geval van
doorgifte van gegevens naar het buitenland gehandhaafd kunnen worden, meer dan
ooit noodzakelijk is. De EU-instellingen moeten zich daarom blijven inzetten om
ervoor te zorgen dat de hervorming van de gegevensbescherming in de EU tegen
het voorjaar van 2014 wordt goedgekeurd, zodat een effectieve en ruime
bescherming van persoonsgegevens gewaarborgd is. Gezien het belang
van trans-Atlantische gegevensstromen is het essentieel dat de instrumenten
waarop deze uitwisselingen zijn gebaseerd een passende reactie vormen op de
uitdagingen en de mogelijkheden van het digitale tijdperk en nieuwe
technologische ontwikkelingen zoals cloudcomputing. De bestaande en toekomstige
regelingen en overeenkomsten moeten ervoor zorgen dat de continuïteit van een
hoog beschermingsniveau voor de gegevensstromen tussen de EU en de VS is
gegarandeerd. Een robuuste
veiligehavenregeling is in het belang van de burgers en ondernemingen in de EU
en de VS. Zij moet worden versterkt door een betere controle en uitvoering op
de korte termijn en, op basis daarvan, een ruimere herziening van haar werking.
Verbeteringen zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat aan de oorspronkelijke
doelstellingen van de veiligehavenbeschikking – te weten de continuïteit van de
gegevensbescherming, rechtszekerheid en de vrije stroom van gegevens tussen de
EU en de VS – voldaan blijft worden. Deze verbeteringen
moeten zich richten op de noodzaak van een beter toezicht en een betere
controle door de autoriteiten van de VS inzake de naleving van de
veiligehavenbeginselen op het gebied van privacy door de ondernemingen die deze
beginselen door zelfcertificering hebben onderschreven. Het is ook
belangrijk dat de uitzondering inzake de nationale veiligheid waarin de
veiligehavenbeschikking voorziet, slechts wordt toegepast voor zover dat strikt
noodzakelijk en evenredig is. Op het gebied van
rechtshandhaving moeten de huidige onderhandelingen over een raamovereenkomst
leiden tot een hoog beschermingsniveau voor de burgers aan beide zijden van de
Atlantische Oceaan. Een dergelijke overeenkomst zou het vertrouwen van
Europeanen in de uitwisseling van gegevens tussen de EU en de VS versterken en
een basis vormen voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking en het
partnerschap tussen de EU en de VS op het gebied van veiligheid. In het kader van
de onderhandelingen moeten er toezeggingen worden verkregen die ervoor zorgen
dat niet in de VS woonachtige Europeanen procedurele waarborgen kunnen
genieten, waaronder toegang tot de rechter. Er moet worden
getracht om van de Amerikaanse overheid de garantie te verkrijgen dat
rechtshandhavingsautoriteiten van de VS zich geen rechtstreekse toegang tot
persoonsgegevens verschaffen die in handen van particuliere entiteiten in de EU
zijn, anders dan via de formele samenwerkingskanalen, zoals de overeenkomsten
inzake wederzijdse rechtshulp, en sectorale overeenkomsten tussen de EU en de
VS, zoals de PNR- en TFTP-overeenkomsten, waarbij de doorgifte van dergelijke
gegevens alleen onder strikte voorwaarden mag worden toegestaan, tenzij er
sprake is van duidelijk gedefinieerde en uitzonderlijke situaties die door de
rechter kunnen worden getoetst. De VS moet ook de
waarborgen die burgers en inwoners van de VS genieten, uitbreiden tot niet in
de VS woonachtige EU-burgers, verzekeren dat de programma's noodzakelijk en
evenredig zijn en zorgen voor grotere transparantie van en toezicht op het op
de nationale veiligheidsinstanties van de VS toepasselijke rechtskader. De gebieden die in
deze mededeling aan bod komen, zullen een constructieve inzet aan beide kanten
van de Atlantische Oceaan vereisen. De EU en de VS samen zijn als strategische
partners in staat om de huidige spanningen in de trans-Atlantische relatie te
overwinnen en om het vertrouwen in de gegevensstromen tussen de EU en de VS te
herstellen. Het aangaan van gezamenlijke politieke en juridische verplichtingen
inzake verdere samenwerking op deze gebieden zal de trans-Atlantische
verhouding in haar algemeenheid versterken. [1] In deze mededeling worden onder EU-burgers ook betrokkenen
van buiten de EU verstaan die binnen de werkingssfeer van de EU-wetgeving op
het gebied van gegevensbescherming vallen. [2] Beschikking 2000/520/EG van de Commissie van 26 juli 2000
overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad,
betreffende de gepastheid van de bescherming geboden door de
veiligehavenbeginselen en de daarmee verband houdende vaak gestelde vragen,
die door het ministerie van Handel van de Verenigde Staten zijn gepubliceerd,
PB L 215 van 25.8.2000, blz. 7. [3] Besluit 2009/820/GBVB van de Raad van 23 oktober 2009
betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de overeenkomst betreffende
uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en de
overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese
Unie en de Verenigde Staten van Amerika, PB L 291 van 7.11. 2009, blz. 40. [4] Besluit 2012/472/EG van de Raad van 26 april 2012
tot sluiting van de overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de
Europese Unie inzake het gebruik en de doorgifte van persoonsgegevens van
passagiers aan het Amerikaanse Ministerie van Binnenlandse Veiligheid, PB L 215
van 11.8.2012, blz. 4. [5] Besluit van de Raad van 13 juli 2010 betreffende de
sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van
Amerika inzake de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het
financiële berichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten
behoeve van het programma voor het traceren van terrorismefinanciering, PB L 195
van 27.7.2010, blz. 3. [6] De Raad stelde op 3 december 2010 het besluit vast
waarbij de Commissie werd gemachtigd om over de overeenkomst te onderhandelen. Zie IP/10/1661 van 3 december 2010. [7] Zie Boston Consulting Group, “The Value of our
Digital Identity”, november 2012. [8] Zie
McKinsey, "Big data: The next frontier for innovation, competition, and
productivity", 2011 [9] Mededeling van de Commissie over het aanboren van het
potentieel van cloudcomputing in Europa, COM(2012) 529 final [10] Het totale aantal eenmalige bezoekers van Microsoft
Hotmail, Google Gmail en Yahoo! Mail uit Europese landen bedroeg bijvoorbeeld
in juni 2012 meer dan 227 miljoen en stelde daarmee dat van alle andere
providers in de schaduw. Het totale aantal eenmalige Europese bezoekers van
Facebook en Facebook Mobile bedroeg in maart 2012 196,5 miljoen, waarmee
Facebook het grootste sociale netwerk in Europa werd. Google is met wereldwijd 90,2%
van de internetgebruikers de belangrijkste internetzoekmachine. De Amerikaanse
dienst voor mobiele berichten What's App werd in Duitsland in juni 2013 door 91%
van de iPhone-gebruikers gebruikt. [11] Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese
Unie in zaak C-300/11, ZZ/Secretary of State for the Home Department. [12] Artikel 4, lid 2, VEU. [13] Zie bijvoorbeeld de veiligehavenbeschikking, bijlage I. [14] Zie het overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de
overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake
de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het financiële berichtenverkeer
van de Europese Unie naar de Verenigde Staten ten behoeve van het programma
voor het traceren van terrorismefinanciering opgestelde gezamenlijke verslag
van de Commissie en het Amerikaanse ministerie van Financiën over de waarde van
de in het kader van het TFTP verstrekte gegevens. [15] Zie het verslag van de Commissie "Gezamenlijke
herziening van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Europese Unie
en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en de doorgifte van
persoonsgegevens van passagiers aan het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse
Veiligheid". [16] COM(2012) 10 definitief: Voorstel voor een richtlijn van
het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke
personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde
autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de
vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Brussel, 25.1.2012, en COM(2012)
11 final: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking
van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
(Algemene verordening gegevensbescherming). [17] De Commissie merkt op dat het Europees Parlement dit
belangrijke beginsel, dat is neergelegd in artikel 3 van de voorgestelde
verordening, tijdens zijn stemming van 21 oktober 2013 in the Commissie
burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) over het verslag
inzake de hervorming van de gegevensbescherming van de leden van het Europees
Parlement Jan-Philipp Albrecht en Dimitrios Droutsas, heeft bevestigd en
versterkt. [18] De Commissie merkt op dat de Commissie burgerlijke
vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement bij
haar stemming van 21 oktober 2013 voorstelde om in de toekomstige verordening
een bepaling op te nemen op grond waarvan verzoeken van autoriteiten uit andere
landen om toegang tot in de EU verzamelde persoonsgegevens alleen mogen worden
gehonoreerd wanneer vooraf toestemming is verkregen van een nationale
gegevensbeschermingsautoriteit indien een dergelijk verzoek zou plaatsvinden
buiten het kader van een verdrag inzake wederzijdse rechtshulp of een andere
internationale overeenkomst om. [19] De Commissie merkt op dat de Commissie burgerlijke
vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) bij haar stemming van 21
oktober 2013 voorstelde het voorstel van de Commissie aan te scherpen door te
bepalen dat boetes zelfs 5% van de jaarlijkse mondiale omzet van een
onderneming kunnen belopen. [20] De Commissie merkt op dat de Commissie burgerlijke
vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) bij haar stemming van 21
oktober 2013 zich achter een versterking van de verplichtingen en de
aansprakelijkheid van gegevensverwerkers heeft geschaard, met name waar het
gaat om artikel 26 van de voorgestelde verordening. [21] In de conclusies van de Europese Raad van 2013 wordt het
volgende verklaard: "Het is belangrijk om het vertrouwen van de burger en
het bedrijfsleven in de digitale economie te bevorderen. De spoedige
vaststelling van een sterk uniaal algemeen gegevensbeschermingskader alsook van
de richtlijn cyberveiligheid is van doorslaggevend belang om de digitale
eengemaakte markt in 2015 te kunnen voltooien". [22] Meer bepaald kunnen op grond van artikel 3 van de
veiligehavenbeschikking dergelijke opschortingen plaatsvinden in gevallen
waarin het zeer waarschijnlijk is dat de beginselen worden geschonden; er
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het desbetreffende
handhavingsmechanisme niet tijdig passende maatregelen neemt of zal nemen om
het betrokken probleem op te lossen; zich een risico voordoet dat de
betrokkenen ernstige schade wordt toegebracht wanneer verder gegevens worden
doorgegeven; en de bevoegde autoriteiten in de lidstaat zich naar
omstandigheden redelijke inspanningen hebben getroost om de organisatie van het
probleem in kennis te stellen en de gelegenheid te geven te reageren. [23] Bundesbeauftragten für den Datenschutz und die
Informationsfreiheit, persbericht van 24 juli 2013. [24] Zie de relevante passage uit de gezamenlijke
persverklaring van de EU-VS ministersvergadering Justitie en Binnenlandse Zaken
van 18 november 2013 in Washington: "We are therefore, as a matter of urgency, committed
to advancing rapidly in the negotiations on a meaningful and comprehensive data
protection umbrella agreement in the field of law enforcement.[Wij
hechten er daarom aan om de onderhandelingen over een zinvolle en brede
raamovereenkomst inzake gegevensbescherming op het gebied van rechtshandhaving
te bespoedigen.] The agreement would act
as a basis to facilitate transfers of data in the context of police and
judicial cooperation in criminal matters by ensuring a high level of personal
data protection for U.S. and EU citizens. [De overeenkomst zou als basis dienen voor
het bevorderen van de doorgifte van gegevens in het kader van politiële en
gerechtelijke samenwerking in strafzaken door voor burgers van de VS en de EU
een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens te waarborgen.] We are committed to
working to resolve the remaining issues raised by both sides, including
judicial redress (a critical issue for the EU). [Wij hechten eraan ons in te zetten voor het
oplossen van de overblijvende problemen die door beide partijen zijn
gesignaleerd, waaronder het beroep op de rechter (een cardinaal punt voor de
EU).] Our
aim is to complete the negotiations on the agreement ahead of summer 2014." [Wij streven ernaar de onderhandelingen
over de overeenkomst voor de zomer van 2014 te voltooien.] [25] Zie de relevante passage uit de gezamenlijke persverklaring
van de EU-VS ministersvergadering Justitie en Binnenlandse Zaken van 18
november 2013 in Washington: "We also underline the value of the EU-U.S.
Mutual Legal Assistance Agreement. [Wij benadrukken ook de waarde van de
overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp tussen de EU en de VS] We reiterate
our commitment to ensure that it is used broadly and effectively for evidence
purposes in criminal proceedings. [Wij herhalen onze inzet ervoor te zorgen dat
deze ruim en efficiënt wordt gebruikt ten behoeve van de bewijsvoering in
strafzaken.] There were also discussions on the need to
clarify that personal data held by private entities in the territory of the
other party will not be accessed by law enforcement agencies outside of legally
authorized channels. [Er vonden ook discussies plaats over
de noodzaak te verduidelijken dat rechtshandhavingsautoriteiten zich niet
buiten de wettelijke toegestane kanalen toegang zullen verschaffen tot
persoonsgegevens die door particuliere entiteiten op het grondgebied van de
andere partij worden gehouden.] We also agree to review
the functioning of the Mutual Legal Assistance Agreement, as contemplated in
the Agreement, and to consult each other whenever needed." [Wij stemmen er ook mee in de werking van de overeenkomst inzake
wederzijdse rechtshulp te evalueren, zoals in de overeenkomst wordt overwogen,
en om elkaar steeds wanneer dat nodig is te zullen raadplegen.] [26] Zie in dit verband de door Duitsland en Brazilië aan de
Algemene Vergadering van de VN voorgestelde ontwerpresolutie, waarin wordt
opgeroepen om privacy zowel online als offline te beschermen. [27] De VS is al partij bij een ander verdrag van de Raad van
Europa: het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met
elektronische netwerken van 2001 (ook wel het "Verdrag van Boedapest"
genoemd).