This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0165
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL Towards a Deep and Genuine Economic and Monetary Union The introduction of a Convergence and Competitiveness Instrument
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Naar een hechte economische en monetaire unie Invoering van een instrument voor convergentie en concurrentievermogen
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Naar een hechte economische en monetaire unie Invoering van een instrument voor convergentie en concurrentievermogen
/* COM/2013/0165 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Naar een hechte economische en monetaire unie Invoering van een instrument voor convergentie en concurrentievermogen /* COM/2013/0165 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Naar een hechte economische en monetaire unie
Invoering van een instrument voor convergentie en concurrentievermogen
1.
Inleiding
Achtergrond De op 28 november 2012 door de Commissie
aangenomen blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie[1] bevatte voorstellen voor
maatregelen op korte, middellange en lange termijn ter versterking van de
samenwerking en integratie op financieel, budgettair, economisch en politiek
gebied. Eén van de maatregelen die op korte termijn diende te worden genomen om
het governanceraamwerk voor de coördinatie van het economische beleid in het
algemeen en voor de eenheidsmunt in het bijzonder te voltooien, waren de
"contractuele afspraken" in combinatie met een
solidariteitsmechanisme voor nationale structurele hervormingen ter bevordering
van het concurrentievermogen en de groei. Indien dergelijke hervormingen zouden
uitblijven, dan zou dat immers een overloopeffect op andere lidstaten sorteren.
Het doorvoeren van die hervormingen zou echter grote druk voor de betrokken
lidstaat met zich meebrengen. Het is de bedoeling om lidstaten die met een
probleem worden geconfronteerd dat negatieve gevolgen voor de eurozone als
geheel kan hebben, via het instrument voor convergentie en concurrentievermogen
(Convergence and Competitiveness Instrument, CCI) te helpen de vereiste
hervormingen sneller door te voeren dan zij op eigen kracht zouden kunnen. Het
CCI is een combinatie van een contractuele afspraak en een mechanisme voor het
verlenen van financiële steun. Op basis van de blauwdruk van de Commissie en
het verslag van de vier voorzitters over een echte economische en monetaire
unie[2] heeft de Europese Raad van
december 2012 overeenstemming bereikt over een routekaart voor de voltooiing
van de EMU. Tot aan de bijeenkomst van de Europese Raad in juni 2013 zullen de
werkzaamheden worden voortgezet op de volgende terreinen: de coördinatie van de
nationale hervormingen, de sociale dimensie van de EMU met inbegrip van de sociale
dialoog, de haalbaarheid en modaliteiten van onderling gemaakte contractuele
afspraken, en een solidariteitsmechanisme[3].
In het verslag van de vier voorzitters wordt ook apart ingegaan op de kwestie
van de contractuele afspraken en een financieel solidariteitsmechanisme. Het Commissievoorstel In het door de Commissie voorgestelde
instrument voor convergentie en concurrentievermogen is zowel het idee van de
onderling gemaakte contractuele afspraken als het idee van het
solidariteitsmechanisme verwerkt. De interactie tussen beide pijlers zou leiden
tot solidariteit in de vorm van financiële hulp ter ondersteuning van een
grotere economische verantwoordelijkheid en budgettaire discipline. Deze hulp
zou duidelijk worden omschreven en via "contractuele afspraken" van
voorwaarden afhankelijk worden gesteld. Het instrument voor convergentie en
concurrentievermogen zou meer in het bijzonder op de volgende twee pijlers steunen: ·
contractuele afspraken, met overeengekomen
termijnen, waarin de essentiële maatregelen worden vastgelegd die een lidstaat
toezegt te zullen nemen. Met deze maatregelen zou uitvoering worden gegeven aan
de landspecifieke aanbevelingen die in het kader van het Europees semester zijn
overeengekomen, en met name die welke uit de procedure bij macro-economische
onevenwichtigheden voortvloeien; ·
financiële steun voor de tenuitvoerlegging van de
hervormingen die in de contractuele afspraken zijn vastgelegd. In deze mededeling worden opties gepresenteerd
en vragen gesteld om reacties van belanghebbenden los te maken in verband met
de volgende vraagstukken: welke reikwijdte moet het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen hebben, welke lidstaten moeten ervoor in
aanmerking komen, hoe moet het instrument worden gefinancierd, en hoe moet het in
het algehele systeem voor de economische governance van de eurozone en de EU
worden ingepast. Met deze mededeling wordt beoogd nader op deze vragen in te
gaan in het kader van de discussie die thans tussen essentiële belanghebbenden
(meer in het bijzonder het Europees Parlement, de lidstaten en de nationale
parlementen) aan de gang is over de volgende stappen in de richting van de
voltooiing van de EMU.
2.
Een instrument voor convergentie en concurrentievermogen:
contractuele afspraken en financiële steun
2.1.
Bestaansgrond van een instrument voor convergentie
en concurrentievermogen
De onderlinge afhankelijkheid van de lidstaten
die aan de eenheidsmunt deelnemen, houdt in dat elke lidstaat er een vitaal
belang bij heeft dat alle andere lidstaten een gedegen economisch en
begrotingsbeleid voeren. De crisis heeft aangetoond dat uitblijvende
noodzakelijke hervormingen of halve maatregelen in een gegeven lidstaat
negatieve gevolgen voor andere lidstaten kunnen hebben. In het kader van het
nieuwe economische bestuur van de eurozone en van de EU moet erop worden
toegezien dat de structurele hervormingen die vereist zijn om essentiële zwakke
punten in sommige economieën weg te werken, wel degelijk plaatsvinden en
bovendien vroeger plaatsvinden dan recentelijk het geval is geweest. De
Commissie ziet dit als een instrument dat tegemoetkomt aan de specifieke
behoeften die uit het lidmaatschap van de eurozone voortvloeien. Het samengaan
in een muntunie houdt in dat er tijdig doelgerichte hervormingen moeten worden
doorgevoerd. Voor gevallen waarin individuele lidstaten onder druk staan, is er
bijgevolg behoefte aan een extra instrument ter bevordering en ondersteuning
van hervormingen waarvan ook een positief effect op andere lidstaten kan
uitgaan. Een ambitieuze, gecoördineerde
tenuitvoerlegging door de lidstaten van structurele hervormingen, waarbij met
de eurozonedimensie rekening wordt gehouden, kan voor alle lidstaten een beter
resultaat opleveren, en duurzame groei, werkgelegenheid en sociale cohesie in
de hand werken. Een groot aanpassingsvermogen en een sterke concurrentiekracht
zouden alle lidstaten een betere bescherming bieden tegen de negatieve gevolgen
van tegenvallende economische ontwikkelingen en daardoor het ontstaan van
schadelijke macro-economische onevenwichtigheden – met alle economische en
sociale kosten van dien – tegengaan. Het huidige EU-kader voor economisch toezicht
biedt reeds een aantal stimulansen voor het doorvoeren van hervormingen, zowel
in de vorm van bijvoorbeeld de vaststelling van gemeenschappelijke
doelstellingen die door elke lidstaat moeten worden gehaald, de regelmatige
verstrekking van beleidsadvies en uitoefening van beleidstoezicht, het gebruik
van groepsdruk en de uitwisseling van beste praktijken om een voor convergentie
en concurrentievermogen bevorderlijke omgeving te scheppen, als in de vorm van
directere maatregelen, zoals het treffen van sancties en het stellen van
macro-economische voorwaarden. In haar blauwdruk heeft de Commissie
toegelicht waarom zij meent dat het bestaande kader moet worden uitgebreid met
een specifiek instrument dat lidstaten die bepaalde essentiële hervormingen
doorvoeren, zou helpen door financiële bijstand te verlenen voor flankerende
maatregelen om mogelijke sociale en politieke moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging
van deze hervormingen te overwinnen. Dergelijke hervormingen zijn immers
weliswaar eerst en vooral in het belang van de lidstaat die ze uitvoert, maar
zij zijn ook in het belang van de eurozone en de EU als geheel: weerbaarder
lidstaten leveren een positieve bijdrage aan het welzijn van hun partners,
terwijl van het uitstellen van noodzakelijke hervormingen vanwege de negatieve
binnenlandse gevolgen ervan op korte termijn nadelige overloopeffecten op
andere partners kunnen uitgaan. Het verlenen van financiële steun voor een
welomschreven reeks hervormingen kan van bijzonder belang zijn in gevallen
waarin er van onevenwichtigheden sprake blijft, ondanks het feit dat volledige
uitvoering is gegeven aan eerder tot de betrokken lidstaat gerichte landspecifieke
aanbevelingen. Bij het opzetten van een instrument voor
convergentie en concurrentievermogen moet worden voorzien in waarborgen ter
voorkoming van, enerzijds, het morele risico dat kan ontstaan uit de perceptie
dat hervormingen worden beloond als zij laattijdig worden doorgevoerd, waardoor
hervormingen zouden kunnen worden uitgesteld tot het moment waarop zij voor
financiële steun in aanmerking komen, en, anderzijds, het risico van
"deadweight losses", dat zich voordoet wanneer stimulansen worden geboden
voor hervormingen die ook zonder deze stimulansen zouden zijn doorgevoerd. Dit
nieuwe mechanisme voor het verlenen van financiële steun zou alleen mogen
worden ingezet voor het ondersteunen van significante hervormingen met een
potentieel effect op andere lidstaten en de eurozone en de EU als geheel. Op
die manier zou het mechanisme ertoe bijdragen dat hervormingen worden
doorgevoerd die ofwel onder normale omstandigheden niet zouden hebben
plaatsgevonden, ofwel tijdens een bepaalde periode niet zouden kunnen worden
uitgevoerd vanwege de hoge kosten ervan voor de betrokken lidstaat, ofwel pas
later zouden plaatsvinden tegen hogere kosten voor de betrokken lidstaat en de
eurozone en de EU als geheel.
2.2.
Contractuele afspraken
Reikwijdte: opties voor de deelneming
van de lidstaten In de door de Commissie beoogde opzet zou een
"contractuele afspraak" in het kader van het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen voortbouwen op het bestaande
EU-toezichtkader. Een dergelijke afspraak zou de link leggen tussen het uit de
landspecifieke aanbevelingen uit hoofde van het Europees semester
voortvloeiende beleidsrichtsnoer en het nationale proces tot uitvoering van
structurele hervormingen. Een belangrijke vraag die daarbij rijst, is
voor welke lidstaten het instrument voor convergentie en concurrentievermogen
moet worden opgezet. Het zou daarbij onder meer kunnen gaan om: ·
alle lidstaten van de eurozone (met uitzondering
van die met een macro-economisch aanpassingsprogramma[4]; ·
ook niet tot de eurozone behorende lidstaten,
waarbij manieren moeten worden gevonden om hun de mogelijkheid te bieden een
contractuele afspraak aan te gaan; dit geldt met name voor lidstaten die zich
op toetreding tot de eurozone voorbereiden, waarbij ook de voorbereidende fase
in aanmerking dient te worden genomen. Een andere belangrijke vraag waarvoor een
oplossing moet worden gevonden, is wanneer het instrument voor convergentie en
concurrentievermogen zou worden ingezet. Daarbij zijn onder meer de volgende
opties mogelijk: ·
alle lidstaten zouden van het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen kunnen gebruikmaken; ·
van het instrument voor convergentie en
concurrentievermogen zou worden gebruikgemaakt wanneer ten aanzien van een
deelnemende lidstaat een procedure bij macro-economische onevenwichtigheden is
ingeleid. Moet er sprake zijn van vrijwillige of van verplichte deelneming? ·
het instrument voor convergentie en
concurrentievermogen zou worden ingezet nadat de Commissie een deelnemende
lidstaat heeft verzocht daarvan gebruik te maken. Welke hervormingen moeten worden
bestreken? Naargelang van de gekozen reikwijdte zijn er
verschillende opties voor de toepassing van dit nieuwe instrument, zoals onder
meer: ·
bij vrijwillige deelneming zouden de
lidstaten een plan met duidelijke termijnen voor het doorvoeren van een reeks
concrete hervormingen kunnen presenteren, waarbij op de desbetreffende
landspecifieke aanbevelingen wordt voortgebouwd[5].
Dit plan zou de kern van de contractuele afspraak vormen; ·
indien het nieuwe instrument op de lidstaten van de
eurozone van toepassing is in het kader van het preventieve deel van de
procedure bij macro-economische onevenwichtigheden, dan zou bij de
voorgestelde hervormingen onder meer rekening moeten worden gehouden met de in
het kader van de procedure bij macro-economische onevenwichtigheden gedane
aanbevelingen en zouden met name maatregelen moeten worden genomen om het
concurrentievermogen aan te pakken, de financiële stabiliteit te bevorderen en
beter functionerende arbeids-, product- en dienstenmarkten tot stand te brengen
om op die manier het aanpassingsvermogen van de economie te verbeteren; ·
voor lidstaten van de eurozone ten aanzien waarvan
de procedure bij buitensporige onevenwichtigheden is ingeleid, zou het
(verplichte) plan met corrigerende maatregelen de contractuele afspraak
vervangen om overlappende toezichtinstrumenten te vermijden. In dit geval zou
het CCI ervoor zorgen dat onevenwichtigheden in versneld tempo worden
gecorrigeerd. De procedure voor de vaststelling van het plan met corrigerende
maatregelen (en het daarmee samenhangende systeem voor de controle en
uitvoering ervan) zou de procedure zijn die is vastgelegd in Verordening (EU)
nr. 1176/2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische
onevenwichtigheden. Vragen ter
consultatie: ·
Op welke lidstaten moet het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen van toepassing zijn? ·
In welk stadium dient het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen te worden ingezet? ·
Welke soort hervormingen moet voor steun uit hoofde
van het instrument voor convergentie en concurrentievermogen in aanmerking
komen? Dient er een drempelwaarde te worden vastgesteld voor de omvang of het
belang van de te ondersteunen hervormingen? Bent u het eens met de bovenbeschreven
categorieën? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom? ·
Ziet u andere manieren om de te bestrijken
hervormingen te omschrijven op grond van de situatie van de verschillende
lidstaten die voor het nieuwe instrument in aanmerking dienen te komen? Procedure Conform de bestaande controle- en
toezichtsystemen zouden de hervormingsplannen van de betrokken lidstaat door de
Commissie worden beoordeeld. Daarbij zou met name worden gekeken naar de
geschiktheid van de voorgestelde maatregelen, de extra hervormingsinspanningen
en de mate waarin deze de economische zwakke punten aanpakken die in de
desbetreffende landspecifieke aanbevelingen aan de orde komen. Tevens zou
worden gelet op potentiële overloopeffecten op andere lidstaten, alsook op de
haalbaarheid van de uitvoering ervan, mede in het licht van de voorgestelde
termijnen. Bij de beoordeling van de verwachte gevolgen zou onder meer, wanneer
zulks relevant is, rekening worden gehouden met het effect op de houdbaarheid
van de overheidsfinanciën en de sociale gevolgen. Op grond van haar beoordeling zou de Commissie
met de betrokken lidstaat over de bijzonderheden van het plan onderhandelen
voordat zij een formeel voorstel tot goedkeuring van de contractuele afspraak
bij de Raad indient. De te ondersteunen hervormingen zouden uiteenlopen
naargelang van de specifieke situatie waarin de betrokken lidstaat verkeert –
in sommige lidstaten kunnen zij snel worden doorgevoerd, in andere kan het
meerdere jaren in beslag nemen voordat zij volledig ten uitvoer zijn gelegd. De Raad zou zijn goedkeuring hechten
(eventueel met wijzigingen) aan de specifieke voorgestelde maatregelen en het
afgesproken tijdschema. Indien de betrokken lidstaat en de Commissie geen
overeenstemming weten te bereiken, of indien de Raad niet met de afspraak instemt,
dan zou er geen contractuele afspraak zijn en dus ook geen financiële steun
worden verleend. De Commissie zou de uitvoering van de
afspraken jaarlijks controleren in de context van het Europees semester: de
lidstaten zouden in hun nationale hervormingsprogramma's verslag over de ter
zake gemaakte vorderingen moeten uitbrengen. De
Commissie zou de bij de implementatie van de hervormingen geboekte vooruitgang
beoordelen en nagaan in hoeverre de overeengekomen hervormingsplannen
aansluiten bij de ontwikkeling van de economische situatie en de uitdagingen
waarmee de betrokken lidstaat wordt geconfronteerd. Indien
nodig zou zowel de Commissie als de lidstaat wijzigingen in de contractuele
afspraak kunnen voorstellen, hetgeen de aanzet zou geven tot een nieuw
onderhandelingsproces. Aangezien de in de contractuele afspraken
vastgelegde maatregelen naar verwachting onder meer ook betrekking zouden
hebben op plannen voor het doorvoeren van belangrijke macro-economische
hervormingen in de zin van het beoogde proces van voorafgaande coördinatie, zou
er een sterke band tussen beide instrumenten bestaan. Daarom geeft de Commissie
tegelijkertijd de aanzet tot een raadpleging over de voorafgaande coördinatie
van belangrijke hervormingen van het economische beleid. Vragen ter consultatie: ·
Bent u het ermee eens dat de voorgestelde
contractuele afspraken het resultaat moeten zijn van onderhandelingen tussen de
Commissie en de betrokken lidstaat? ·
Bent u het ermee eens dat de beslissing daarover
door de Raad moet worden genomen? ·
Bent u het ermee eens dat zowel de Commissie als de
betrokken lidstaat het recht moet hebben wijzigingen in de overeengekomen
contractuele afspraken voor te stellen? Onder welke omstandigheden? ·
Bent u het ermee eens dat jaarlijks via het
Europees semester verslag over de contractuele afspraken moet worden
uitgebracht?
2.3.
Democratische legitimiteit en verantwoordingsplicht
Een van de voornaamste doelstellingen van het
instrument voor convergentie en concurrentievermogen is het steunen van de
lidstaten bij het soms moeizame proces van het doorvoeren van de belangrijke
hervormingen die noodzakelijk zijn om de zwakke punten aan te pakken die in de
landspecifieke aanbevelingen zijn gesignaleerd. Een grotere betrokkenheid van
de EU bij het hervormingsproces zou een tijdige en actieve betrokkenheid van
nationale parlementen en andere relevante nationale belanghebbenden vereisen. De lidstaten zouden de nationale inachtneming
van de contractuele afspraken moeten verzekeren door hun nationale parlementen
daarbij te betrekken, bij voorkeur voordat zij hun plannen voor een reeks
concrete hervormingen indienen. De nationale parlementen zouden hoe dan ook bij
het proces moeten worden betrokken voordat de Raad de contractuele afspraken
onderschrijft. Indien zulks passend is en al
naargelang de specifieke aard van de voorgenomen hervormingen, zouden ook
andere nationale belanghebbenden, zoals de sociale partners, bij het proces
moeten worden betrokken. Indien zulks raadzaam
en passend is, zouden vertegenwoordigers van de Commissie beschikbaar zijn om
aan de dialoog met de nationale parlementen over de toepassing van het
instrument deel te nemen. Om de democratische legitimiteit en
verantwoordingsplicht op EU-niveau te garanderen, is ook de volledige
betrokkenheid van het Europees Parlement vereist. Gezien het belang voor de
goede werking van de EMU als geheel van de hervormingsmaatregelen die naar
verwachting door het instrument voor convergentie en concurrentievermogen
zullen worden bestreken, zouden telkens als zulks noodzakelijk is
vertegenwoordigers van de Commissie beschikbaar zijn voor een dialoog met het
Europees Parlement. Er kunnen ook regelingen worden overwogen voor een dialoog
met vertegenwoordigers van de Raad en van de lidstaten. Vragen ter consultatie: ·
Hoe moeten de nationale parlementen bij de
besluitvorming over contractuele afspraken worden betrokken? ·
Op welke wijze moeten andere nationale
belanghebbenden worden geraadpleegd? Welke? In welk stadium van het proces? ·
Hoe moeten vertegenwoordigers van de Commissie
worden betrokken bij een dialoog met de nationale parlementen over de
contractuele afspraken? ·
Hoe moeten vertegenwoordigers van de Raad en van de
betrokken lidstaten worden betrokken bij een dialoog met het Europees Parlement
over de contractuele afspraken? In welk stadium van het proces?
3.
Financiële steun ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van
hervormingen
In haar blauwdruk voor een hechte EMU acht de
Commissie het noodzakelijk dat financiële steun wordt verschaft om de
implementatie van structurele hervormingen te ondersteunen. Een mogelijke optie
is dat alle deelnemende lidstaten aan een mechanisme voor de verlening van
financiële steun bijdragen. De Commissie onderzoekt verschillende opties, ook
met betrekking tot de verplichting om aan het nieuwe mechanisme bij te dragen
(ofwel zou van alle deelnemende lidstaten een bijdrage worden verlangd, ofwel
zou een bijdrage verplicht zijn voor alle lidstaten van de eurozone, ongeacht
of zij er al dan niet een beroep op doen, enz.). Voor welke optie ook wordt
gekozen, het mechanisme kan ofwel met speciale bijdragen (bijvoorbeeld op grond
van een bni-sleutel), ofwel met de opbrengsten van nieuwe, specifiek daarvoor
bestemde financiële middelen worden gefinancierd. De Commissie gaat ervan uit
dat het mechanisme in de vorm van externe bestemmingsontvangsten in de
EU-begroting wordt opgenomen. Dit betekent dat het niet onder de in de
verordening betreffende het meerjarig financieel kader (MFK) vastgestelde
plafonds zou vallen. Het mechanisme zou worden vastgelegd in een nieuwe
wetgevingshandeling die de potentiële begunstigden zou omschrijven
(bijvoorbeeld alleen bijdragende lidstaten zouden er een beroep op kunnen doen)
en de uitgaven zou toestaan. De Commissie gaat ervan uit dat de omvang van het
mechanisme vanaf het begin zou worden beperkt. Het zou kunnen groeien naarmate
het langer bestaat en er meer ervaring mee is opgedaan, mits het een
doeltreffend en kostenefficiënt instrument blijkt om het doorvoeren van
hervormingen te bevorderen. Zodra een dergelijk mechanisme is ingevoerd, moeten
de modaliteiten voor de werking ervan worden vastgelegd. Eén van de door de
Commissie overwogen opties is de betaling per contractuele afspraak van een
bedrag ineens, bijvoorbeeld via begrotingssteun. De
vaststelling en aanwending van de betrokken bedragen en de uitkering ervan
zouden onderworpen zijn aan strikte voorwaarden die in de contractuele
afspraak zijn vastgelegd. De voorwaarden
zouden verband houden met de tenuitvoerlegging van de overeengekomen
hervormingen, maar niet met de verwezenlijking van een specifiek economisch
resultaat van deze hervormingen. De financiële
steun zou ook de sociale dimensie van de EMU versterken. Zo zou de financiering door de lidstaten kunnen worden
toegespitst op de ondersteuning van de modernisering van
beroepsopleidingssystemen of het verhogen van de doeltreffendheid van het
actieve arbeidsmarktbeleid, maar niet direct kunnen worden gekoppeld aan een
vast aantal mensen dat werk vindt. Het nieuwe financiële instrument moet
consistent, coherent en complementair zijn met bestaande instrumenten zoals de
structuurfondsen, en meer in het bijzonder het Europees sociaal fonds. De meerwaarde van dit financiële mechanisme ter
ondersteuning van dergelijke maatregelen zou bestaan in de verschaffing van doelgerichte,
in de tijd beperkte en snelle steun. Dit
is van cruciaal belang in het geval van de macro-economische conditionaliteit
die voor de periode 2014-2020 in het kader van de structuurfondsen is gepland. Om het mogelijke effect van de financiële
steun te maximaliseren, overweegt de Commissie voor te stellen dat de
financiële steun van tevoren zou worden toegezegd op het moment waarop de
contractuele afspraak wordt goedgekeurd, en in periodieke of anderszins aan het
overeengekomen tijdschema voor het doorvoeren van de hervormingen gekoppelde
tranches zou worden uitgekeerd. De financiële steun zou afhankelijk worden
gesteld van de volledige en tijdige implementatie van de hervormingen die in de
afspraak zijn beschreven. De Commissie kan eventueel waarschuwingen geven als
een lidstaat zich niet aan het contract houdt, waarbij zij van de betrokken
lidstaat kan verlangen dat hij de afwijking corrigeert, eventueel volgens een
nieuw tijdschema. Wanneer niet aan het contract wordt voldaan, zou de financiële
steun worden ingehouden. Gevallen van niet-nakoming van de afspraken zouden
worden gerapporteerd in de jaarlijkse beoordeling van de Commissie, en
naargelang van de ernst kan de opschorting van de betalingen volgen. In
gevallen waarin eerder doorgevoerde hervormingen worden teruggedraaid of waarin
andere maatregelen worden genomen die het effect van de afgesproken
hervormingen ongedaan maken, zouden soortgelijke regelingen gelden. Vragen ter consultatie: ·
Bent u het ermee eens dat voor het instrument voor
convergentie en concurrentievermogen een nieuw financieel instrument is
vereist? ·
Bent u het ermee eens dat het onder de EU-begroting
moet vallen maar niet aan de plafonds van het MFF onderworpen mag zijn, zoals
hierboven is aangegeven? Zo nee, wat zou u voorstellen? ·
Bent u het ermee eens dat het financiële mechanisme
met directe bijdragen van lidstaten moet worden gefinancierd? Moeten alle
lidstaten van de eurozone ertoe worden verplicht bij te dragen? ·
Bent u het ermee eens dat in een of andere vorm van
specifieke financiële middelen moet worden voorzien om het mechanisme te
financieren? Hebt u andere voorstellen? ·
Bent u het ermee eens dat alleen de lidstaten die
aan het fonds bijdragen, er een beroep op moeten kunnen doen? ·
Bent u het ermee eens dat een niet-correcte
uitvoering van de overeengekomen hervormingen tot een opschorting van de
betalingen kan leiden?
4.
Volgende stappen
Op grond van de uitkomst van verdere
besprekingen met het Europees Parlement en de Raad zal de Commissie in de loop
van 2013 een voorstel indienen. [1] http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/president/news/archives/2012/11/pdf/blueprint_en.pdf [2] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/134069.pdf [3] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ec/134374.pdf,
punt 12. [4] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement
en de Raad betreffende de versterking van het economische en budgettaire
toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te
ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied -
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0819:FIN:NL:PDF [5] Door de Raad aangenomen in de context van het Europees
semester.