This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0578
Proposal for a COUNCIL REGULATION concerning the use of lactic acid to reduce microbiological surface contamination on bovine carcases
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het gebruik van melkzuur voor de terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het gebruik van melkzuur voor de terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen
/* COM/2012/0578 final - 2012/0280 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het gebruik van melkzuur voor de terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen /* COM/2012/0578 final - 2012/0280 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt
specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong
voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast. De verordening bepaalt dat
exploitanten van levensmiddelenbedrijven geen andere stoffen dan water mogen
gebruiken om de buitenkant van producten van dierlijke oorsprong te reinigen,
tenzij het gebruik van de stof is goedgekeurd overeenkomstig die verordening.
Voorts wordt bepaald dat het gebruik van een goedgekeurde stof niets afdoet aan
de plicht van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf om te voldoen aan de
voorschriften van die verordening. Op 14 december 2010 heeft de Commissie een
aanvraag ontvangen voor de goedkeuring van het gebruik van melkzuur voor de
terugdringing van oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen en rundvlees. Op 26 juli 2011 heeft de Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid (EFSA) een gunstig advies uitgebracht over de beoordeling van
de veiligheid en werkzaamheid van melkzuur voor decontaminatie. De Commissie
heeft daarom maatregelen voorgesteld betreffende het gebruik van melkzuur voor
de terugdringing van oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Op 21 september 2012 is een ontwerpverordening van
de Commissie tot goedkeuring van het gebruik van melkzuur voor de terugdringing
van oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen voor advies voorgelegd aan het
Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Het comité heeft
over de ontwerpverordening van de Commissie geen advies uitgebracht, aangezien
noch voor noch tegen de voorgestelde maatregelen een gekwalificeerde
meerderheid werd bereikt. Derhalve dient de Commissie, overeenkomstig
artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004, en overeenkomstig
artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bij de Raad en het Parlement een
voorstel in voor een verordening van de Raad in betreffende de te nemen
maatregelen. De Raad heeft twee maanden om een standpunt in te nemen, waarna
het Parlement nog eens twee maanden heeft om een standpunt in te nemen. Indien
de Raad geen standpunt inneemt, wordt de verordening teruggezonden naar de
Commissie en is de Commissie wettelijk verplicht de maatregelen goed te keuren. Er werd geen
effectbeoordeling voorzien voor deze uitvoeringsverordening. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Na het gunstige wetenschappelijke advies van de
EFSA en rekening houdend met het feit dat melkzuur mogelijke microbiologische
contaminatie aanzienlijk kan verminderen, wordt het wenselijk geacht het
gebruik ervan goed te keuren voor de terugdringing van oppervlaktecontaminatie
van runderkarkassen. Een dergelijk gebruik moet evenwel aan bepaalde
voorwaarden worden onderworpen (concentratie, temperatuur enz.), zoals vermeld
in deel I van de bijlage bij deze verordening. Het gebruik van melkzuur voor
oppervlaktedecontaminatie moet worden beperkt tot hele of halve karkassen of
kwartieren op het niveau van het slachthuis en moet worden geïntegreerd in
goede hygiënepraktijken en op HACCP gebaseerde systemen. Bovendien mag het
gebruik ervan niets afdoen aan de plicht van de exploitant van het
levensmiddelenbedrijf om te voldoen aan de eisen van de wetgeving van de Unie
inzake levensmiddelenhygiëne – zoals vastgelegd in de Verordeningen (EG)
nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 2073/2005 – en mag
het niet worden beschouwd als een vervanging van goede hygiënische
slachtpraktijken en werkprocedures. 2012/0280 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het gebruik van melkzuur voor de
terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen (Voor de EER relevante tekst) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van
het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke
hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong[1], en met name artikel 3, lid 2, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EG)
nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004
inzake levensmiddelenhygiëne[2]
bevat algemene voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne voor exploitanten van
levensmiddelenbedrijven, waarbij met name rekening wordt gehouden met het
beginsel van de algemene toepassing van procedures die gebaseerd zijn op de
HACCP-beginselen (Hazard Analysis and Critical Control Points). (2) Verordening (EG)
nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van
dierlijke oorsprong voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast. De
verordening bepaalt dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven geen andere
stoffen dan drinkwater mogen gebruiken om de buitenkant van producten van
dierlijke oorsprong te reinigen, tenzij het gebruik van de stof is goedgekeurd
overeenkomstig die verordening. (3) Daarnaast stelt Verordening
(EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake
microbiologische criteria voor levensmiddelen[3]
de microbiologische criteria voor bepaalde micro-organismen en de
uitvoeringsbepalingen vast waaraan exploitanten van levensmiddelenbedrijven
moeten voldoen bij de toepassing van de algemene en specifieke
hygiënemaatregelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 852/2004. De
verordening bepaalt dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor moeten
zorgen dat levensmiddelen voldoen aan die microbiologische criteria. (4) Op 14 december 2010 heeft de
Commissie een aanvraag ontvangen voor de goedkeuring van het gebruik van
melkzuur voor de terugdringing van oppervlaktecontaminatie van karkassen en
vlees van runderen. (5) Op 26 juli 2011 heeft de
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ("EFSA" genoemd) een
wetenschappelijk advies uitgebracht over de beoordeling van de veiligheid en
werkzaamheid van melkzuur voor de verwijdering van microbiële
oppervlaktecontaminatie van karkassen, deelstukken en snijresten van runderen[4]. (6) In het advies concludeert de
EFSA dat de behandelingen met melkzuur voor decontaminatie geen
veiligheidsrisico inhouden, mits de gebruikte stof voldoet aan de specificaties
van levensmiddelenadditieven. Verder concludeert de EFSA dat behandelingen met
melkzuur een aanzienlijke vermindering van de microbiologische verontreiniging
opleveren in vergelijking met een situatie waarin geen behandeling of een
behandeling met drinkwater plaatsvindt, en dat het onwaarschijnlijk is dat deze
behandelingen zouden bijdragen aan de ontwikkeling van microbiële resistentie. (7) De EFSA adviseert dat
exploitanten van levensmiddelenbedrijven de antimicrobiële werkzaamheid van
dergelijke behandelingen valideren in hun specifieke verwerkingscondities en
het melkzuurgehalte, de temperatuur van toepassing en andere factoren die van
invloed zijn op de werkzaamheid ervan als een decontaminatiemiddel, verifiëren.
De EFSA concludeerde in haar advies ook dat dit gebruik van melkzuur geen
negatieve gevolgen voor het milieu had. (8) Volgens het EFSA-advies zal
het restgehalte dat als gevolg van een melkzuurbehandeling door het rundvlees
wordt geabsorbeerd, niet hoger liggen dan 190 mg/kg. Dit wordt beschouwd
als een restgehalte in vergelijking met het actieve gehalte dat noodzakelijk is
om microbiële oppervlaktecontaminatie terug te dringen. Bovendien heeft het
geen technologische gevolgen voor het eindproduct. Daarnaast is het restgehalte
aan melkzuur dat wordt gebruikt om de microbiële verontreiniging aan de
buitenkant terug te dringen, te verwaarlozen in vergelijking met het
melkzuurgehalte dat van nature in rundvlees aanwezig is en houdt het geen veiligheidsrisico
in. In bepaalde vleesbereidingen zijn melkzuurzouten toegelaten als
levensmiddelenadditief voor conserveringsdoeleinden. Daarbij worden gewoonlijk
niveaus van 20 000 mg/kg toegepast. Het gebruik van melkzuur met als
doel de microbiële verontreiniging aan de buitenkant te verminderen, is
derhalve duidelijk te onderscheiden van het gebruik van de stof als
levensmiddelenadditief. (9) In het licht van het
EFSA-advies , rekening houdend met het feit dat melkzuur mogelijke
microbiologische contaminatie aanzienlijk kan terugdringen, moet het gebruik
ervan ter terugdringing van de oppervlaktebesmetting worden goedgekeurd. Een
dergelijk gebruik moet evenwel aan bepaalde voorwaarden worden onderworpen. Het
gebruik ervan moet worden beperkt tot hele of halve karkassen of kwartieren op
het niveau van het slachthuis en moet worden geïntegreerd in goede
hygiënepraktijken en op HACCP gebaseerde systemen. (10) Verordening (EU)
nr. 231/2012 van de Commissie tot vaststelling van de specificaties van de
in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het
Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven[5] stelt specificaties voor
levensmiddelenadditieven vast met betrekking tot met name de herkomst ervan,
zuiverheidseisen en eventuele andere noodzakelijke informatie. (11) Overeenkomstig het EFSA-advies
moet melkzuur dat wordt gebruikt voor de terugdringing van de
oppervlaktecontaminatie van runderkarkassen voldoen aan de specificaties voor
melkzuur die zijn vastgelegd in de wetgeving van de Unie. Waar melkzuur wordt
gebruikt voor de terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie
overeenkomstig deze verordening, moet dit melkzuur voldoen aan de specificaties
van Verordening (EU) nr. 231/2012. (12) Het gebruik van melkzuur voor
de terugdringing van microbiologische oppervlaktecontaminatie van hele of halve
karkassen of kwartieren van runderen mag niets afdoen aan de plicht van de
exploitant van het levensmiddelenbedrijf om te voldoen aan de voorschriften van
de wetgeving van de Unie inzake levensmiddelenhygiëne, zoals vastgesteld in de
Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG)
nr. 2073/2005, en mag geenszins worden beschouwd als een vervanging voor
goede hygiënische praktijken en operationele procedures of als alternatief voor
de naleving van de voorschriften van die verordeningen. (13) Het Permanent Comité voor de
voedselketen en de diergezondheid heeft binnen de door zijn voorzitter
vastgestelde termijn geen advies uitgebracht. De in deze verordening vervatte
maatregelen moeten daarom door de Raad worden vastgesteld, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen
melkzuur gebruiken voor de terugdringing van oppervlaktecontaminatie van hele
of halve karkassen of kwartieren van runderen op het niveau van het slachthuis,
onder de in de bijlage bij deze verordening vastgestelde voorwaarden. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE Deel I – Voorwaarden voor het gebruik van
melkzuur voor de terugdringing van oppervlaktecontaminatie van hele of halve
karkassen of kwartieren van runderen op het niveau van het slachthuis 1. Melkzuuroplossingen mogen
uitsluitend worden vervaardigd van melkzuur dat voldoet aan de specificaties
vervat in Verordening (EU) nr. 231/2012. 2. Melkzuuroplossingen: a) mogen alleen worden toegepast op hele of
halve karkassen of kwartieren van vlees van als huisdier gehouden runderen (met
inbegrip van de soorten Bubalus en Bison) op het niveau van het
slachthuis; b) mogen alleen worden toegepast door
verstuiving of verneveling met een melkzuuroplossing van 2 % tot 5 %
in drinkwater bij temperaturen van maximaal 55°C; c) moeten worden toegepast onder beheerste
en controleerbare voorwaarden die zijn geïntegreerd in een op HACCP gebaseerd
beheersysteem, met inbegrip van ten minste de criteria van deel II. 3. Melkzuuroplossingen mogen niet
worden toegepast op karkassen die zichtbaar verontreinigd zijn met
uitwerpselen. 4. De toepassing van
melkzuuroplossingen mag niet leiden tot onomkeerbare fysieke verandering van
het vlees. Deel II – Minimale HACCP-criteria en
controleparameters 1. De bemonstering van de karkassen ter
beoordeling van de naleving van de microbiologische criteria in de zin van
Verordening (EG) nr. 2073/2005 wordt uitgevoerd voorafgaand aan de
toepassing van melkzuuroplossingen op de hele of halve karkassen of
kwartieren.. 2. Het melkzuurgehalte gedurende de
behandeling moet, als onderdeel van het HACCP-plan, worden geverifieerd aan de
hand van periodieke monitoring en worden gedocumenteerd en geregistreerd. 3. De temperatuur van de
melkzuuroplossing gedurende de behandeling moet, als onderdeel van het
HACCP-plan, constant worden gecontroleerd door instrumentele metingen en worden
gedocumenteerd en geregistreerd. Deel III – informatie over de behandeling Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die
een slachthuis beheren waar melkzuuroplossingen worden gebruikt voor de
terugdringing van microbiële oppervlaktecontaminatie van hele of halve
karkassen of kwartieren, stellen de exploitant van het levensmiddelenbedrijf
die de behandelde hele of halve karkassen of kwartieren op de hoogte van dit
gebruik. Deze informatie wordt schriftelijk vastgelegd. [1] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55. [2] PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1. [3] PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1. [4] EFSA Journal 2011; 9(7):2317. [5] PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1.