This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0195
Proposal for a COUNCIL DECISION on the position to be taken by the European Union in the EEA Joint Committee concerning an amendment to Protocol 31 (on cooperation in specific fields outside the four freedoms) and Protocol 37 (containing the list provided for in Article 101) to the EEA Agreement
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst
/* COM/2012/0195 final - 2012/0097 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst /* COM/2012/0195 final - 2012/0097 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Met het oog op de nodige rechtszekerheid en
homogeniteit van de interne markt moet het Gemengd Comité van de EER alle
relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de
EER-overeenkomst opnemen en het voor de EER-EVA-staten mogelijk maken aan voor
de EER relevante EU-acties, -activiteiten of -programma's deel te nemen. Volgens artikel 78 van de EER-overeenkomst
versterken en verbreden de overeenkomstsluitende partijen de samenwerking in het
kader van de werkzaamheden van de Unie op het gebied van onder andere onderzoek
en technologische ontwikkeling. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van
de EER (dat aan het voorstel voor een besluit van de Raad is gehecht) beoogd de
wijziging van Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden
buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst
bevat) bij de EER-overeenkomst. Het betreft Verordening (EU) nr. 912/2010
van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting
van het Europese GNSS-Agentschap, tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 1321/2004 van de Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma’s
voor radionavigatie per satelliet en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad. Voor de tenuitvoerlegging van deze wet worden
verschillende aanpassingen voorgesteld: (a)
Liechtenstein neemt niet deel aan noch draagt
financieel bij in het GNSS-Agentschap; (b)
De deelname van IJsland in de GNSS-programma's moet
tijdelijk worden opgeschort door economische moeilijkheden. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Overeenkomstig
artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de
Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst stelt de
Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het
standpunt van de Unie vast. De Commissie dient het ontwerpbesluit van het
Gemengd Comité van de EER bij de Raad in met het oog op de vaststelling van het
standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in
het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten. 2012/0097 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd
Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van Protocol
31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden)
en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de
EER-overeenkomst DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 172 en artikel 218, lid 9, Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de
Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[1], en met name artikel 1, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Protocol 31 bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna "de
EER-overeenkomst" genoemd) bevat specifieke bepalingen en regelingen
betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden. (2) Het is wenselijk om de
samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst uit
te breiden door opneming van Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees
Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese
GNSS-Agentschap, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de
Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma’s voor
radionavigatie per satelliet en tot wijziging van Verordening (EG)
nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad[2]. (3) Protocol nr. 31 bij de
Overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd, teneinde bedoelde uitgebreide
samenwerking mogelijk te maken. Wat betreft de deelname van Noorwegen moet er
rekening worden gehouden met de Samenwerkingsovereenkomst inzake
satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en Noorwegen[3], en meer bepaald artikel 6
inzake veiligheid. Vanwege economische problemen moet de deelname van IJsland
aan de GNSS-programma’s echter voorlopig worden opgeschort. (4) Voor de goede werking van de
Overeenkomst moet Protocol 37 bij de Overeenkomst worden uitgebreid door
opneming van de Raad voor de veiligheidsaccreditatie voor Europese
GNSS-systemen en de Raad van Bestuur opgericht bij Verordening (EU) nr.
912/2010, en moet Protocol 31 worden gewijzigd voor het vaststellen van de
procedures voor deelneming. (5) Het door de Unie in het
Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet worden gebaseerd op het
aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het door de
Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met
betrekking tot de voorgestelde wijziging van Protocol 31 en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst
wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd
Comité van de EER. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE Ontwerp
(6.3.2012) BESLUIT
VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER
Nr. van tot
wijziging van Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden
buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst
bevat) bij de EER-overeenkomst HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER, Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna "de
Overeenkomst" genoemd, en met name de artikelen 86, 98 en 101, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij
Besluit nr. .../… van het Gemengd Comité van de EER van …[4]. (2)
Protocol 37 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij
Besluit nr. .../… van het Gemengd Comité van de EER van …[5]. (3)
Het is wenselijk om de samenwerking tussen de
overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst uit te breiden door opneming
van Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad
van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap, tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad inzake de
beheersstructuren van de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet
en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees
Parlement en de Raad[6]. (4)
Protocol nr. 31 bij de Overeenkomst moet dan ook
worden gewijzigd, teneinde bedoelde uitgebreide samenwerking mogelijk te maken.
Wat betreft de deelname van Noorwegen moet er rekening worden gehouden met de
Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en
haar lidstaten en Noorwegen[7],
en meer bepaald artikel 6 inzake veiligheid. Vanwege economische problemen moet
de deelname van IJsland aan de GNSS-programma’s echter voorlopig worden
opgeschort. (5)
Voor de goede werking van de Overeenkomst moet
Protocol 37 bij de Overeenkomst worden uitgebreid door opneming van de Raad
voor de veiligheidsaccreditatie voor Europese GNSS-systemen en de Raad van
Bestuur opgericht bij Verordening (EU) nr. 912/2010, en moet Protocol 31 worden
gewijzigd voor het vaststellen van de procedures voor deelneming, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Artikel 1 (Onderzoek en technologische ontwikkeling)
van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd: 1. De tekst van lid 8 wordt vervangen
door: "(a) De EVA-staten nemen volledig deel in
het Europees GNSS-Agentschap, hierna het "Agentschap" genoemd, dat is
opgericht bij het volgende besluit van de Unie: - 32010 R 0912: Verordening (EU)
nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september
2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap, tot intrekking van
Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad inzake de beheersstructuren van
de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet en tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L
276 van 20.10.2010, blz. 11). (b) De EVA-staten dragen financieel bij aan
de onder a) bedoelde werkzaamheden overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a),
van de Overeenkomst en Protocol nr. 32 bij dezelfde Overeenkomst. (c) De EVA-staten nemen volwaardig, doch
zonder stemrecht, deel aan de werkzaamheden van de Raad van Bestuur van het
Agentschap en in de Raad voor de veiligheidsaccreditatie voor Europese
GNSS-systemen van het Agentschap. (d) Het Agentschap bezit
rechtspersoonlijkheid. Het geniet in alle lidstaten de ruimste
handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen
wordt toegekend. (e) De betrokken EVA-staten passen op het Agentschap
het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese
Gemeenschappen toe. (f) In afwijking van artikel 12, lid 2,
onder a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden
van de Europese Unie kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige
burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de directeur van het
Agentschap in dienst worden genomen (g) Krachtens artikel 79, lid 3, van de
Overeenkomst is deel VII van de Overeenkomst (Bepalingen inzake de
instellingen), met uitzondering van de delen 1 en 2 van hoofdstuk 3, van
toepassing op dit lid. (h) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het
Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek
tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de
toepassing van deze verordening, eveneens van toepassing voor alle documenten
van het Agentschap betreffende de EVA-staten. (i) Wat IJsland betreft, wordt dit lid
opgeschort tot het Gemengd Comité van de EER een ander besluit treft. (j) Dit lid is niet van toepassing op
Liechtenstein." 2. In punt a) van lid 8a wordt het
volgende toegevoegd: ", gewijzigd bij: - 32010 R 0912 : Verordening (EU)
nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 (PB L
276 van 20.10.2010, blz. 11)." Artikel 2 Protocol 37 bij de Overeenkomst wordt als
volgt gewijzigd: 1. De teksten van punten 30 en 31
worden geschrapt. 2. De volgende punten worden ingevoegd: "34. De Raad voor de
veiligheidsaccreditatie voor Europese GNSS-systemen (Verordening (EU) nr.
912/2010). 35. De Raad van Bestuur (Verordening (EU) nr.
912/2010)." Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag
volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER
zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst[8]. Dit besluit treedt in werking op 1 januari
2012. Artikel 4 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER‑deel
van en in het EER‑supplement bij het Publicatieblad van de Europese
Unie. Gedaan te Brussel, Voor het Gemengd Comité van de EER De
Voorzitter
De secretarissen
van het Gemengd Comité van de EER
[1] PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6. [2] PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11. [3] PB L 283 van 29.10.2010, blz. 12. [4] PB L ... [5] PB L … [6] PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11. [7] PB L 283 van 29.10.2010, blz. 12. [8] [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.]
[Grondwettelijke vereisten aangegeven.]