Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011XG1220(03)

Conclusies van de Raad over culturele en creatieve vaardigheden en de rol daarvan bij de opbouw van het intellectueel kapitaal van Europa

PB C 372 van 20.12.2011, pp. 19–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 372/19


Conclusies van de Raad over culturele en creatieve vaardigheden en de rol daarvan bij de opbouw van het intellectueel kapitaal van Europa

2011/C 372/05

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

HERINNEREND AAN:

de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (1);

de conclusies van de Raad van 22 mei 2008 over interculturele competenties (2);

de conclusies van de Raad van 27 november 2009 over het stimuleren van een creatieve generatie: de creativiteit en het innoverend vermogen van kinderen en jongeren ontwikkelen door middel van culturele expressie en toegang tot cultuur (3);

het besluit van de Raad van 21 oktober 2010 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (4), in het bijzonder Richtsnoer 8;

de conclusies van de Raad over het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie”: in een snel veranderende wereld Europa door innoveren slagvaardiger transformeren (2010) (5);

de aanbeveling van de Raad van 28 juni 2011 inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten (6);

de conclusies van de Raad over de bijdrage van cultuur aan de uitvoering van de Europa 2020-strategie (2011) (7),

de verdere politieke context, zoals die wordt geschetst in bijlage I bij deze conclusies, alsmede de op de conferentie „Competences in Culture” (Warschau, 18-20 juli 2011) gepresenteerde beste praktijken en onderbouwing (8).

IS VAN MENING DAT

culturele en creatieve vaardigheden de sleutelcompetentie van cultureel bewustzijn en culturele expressie (9) alsmede interculturele competenties (10) omvatten.

BEKLEMTOONT DAT:

culturele en creatieve vaardigheden onder meer het vermogen inhouden om een cultuur te verwerven, te gebruiken en te veranderen, en daardoor van vitaal belang zijn voor de bloei van diverse culturen in Europa en voor het in stand houden en beschermen van hun rijkdom;

cultureel bewustzijn en culturele expressie een sleutelcompetentie zijn met een belangrijke dimensie op het stuk van een leven lang leren, die als transversale competentie van essentieel belang is voor het aanleren van andere sleutelcompetenties voor een leven lang leren;

culturele en creatieve vaardigheden worden gesteund door diverse programma's in de lidstaten, en deze programma's bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van een veelheid aan beleidsgebieden;

er voor meer sectoroverschrijdende samenwerking echter gunstigere randvoorwaarden moeten worden geschapen voor het ontwikkelen van creatieve partnerschappen die steeds doeltreffender worden (11).

IS HET EROVER EENS dat culturele en creatieve vaardigheden een basis zijn voor creativiteit en innovatie, hetgeen bevorderlijk is voor slimme, duurzame en inclusieve groei. Die vaardigheden kunnen namelijk bijdragen tot:

het opbouwen van intellectueel kapitaal (12), dat steeds meer wordt beschouwd als een nieuwe bron van groei en concurrentievermogen in Europa;

alle vormen van innovatie, hoofdzakelijk niet-technologische en sociale innovatie (13), doordat zij effect hebben op productie en vraag, evenals op het ontwerp, de productie en het marktsucces van innoverende producten en diensten;

de ontwikkeling, en de maximalisering van de overloopeffecten, van de culturele en de creatieve sectoren, aangezien zij onderdeel zijn van de competenties van kunstenaars en scheppers, evenals van het publiek en de consument;

onderwijs, opleiding en voorbereiding op banen, ook die waarvoor hoge kwalificaties en sociale vaardigheden worden gevraagd, tot inzetbaarheid in alle relevante stadia van het leven en het effectieve functioneren en de ontwikkeling van bedrijven;

betere leerresultaten in het algemeen, het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en betere vooruitzichten op sociale insluiting, aangezien zij een belangrijk motiverend en socialiserend effect hebben en de leerlingen hun talenten laten ontdekken en ontwikkelen.

VERZOEKT DE LIDSTATEN:

beleidsmakers, culturele en onderwijsentiteiten, bedrijven en niet-gouvernementele organisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau bewust te maken van de rol die het ontwikkelen van culturele en creatieve vaardigheden, met name de sleutelcompetentie cultureel bewustzijn en culturele expressie, kan hebben, hen aan te zetten tot het erkennen van acties in dat verband, en onder hen de beste handelwijzen te verspreiden, met name met betrekking tot:

het verwerven van andere sleutelcompetenties voor een leven lang leren,

het terugdringen van voortijdig schoolverlaten,

het stimuleren van de inzetbaarheid en de productiviteit in het teken van een leven lang leren,

het verwezenlijken van de doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), in het bijzonder de vierde strategische doelstelling (14),

het bevorderen van creativiteit en innovatie, met name niet-technologische innovatie,

het uitstippelen van doeltreffende jongerenbeleidsmaatregelen,

het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleid inzake onderwijs voor jonge kinderen en van het zorgbeleid,

het verbeteren van de sociale samenhang en de integratie van andere doelgroepen,

het ontwikkelen van houdingen die een positief effect hebben op het sociale leven en het beroepsleven, het verbeteren van de vooruitzichten op sociale integratie en het bevorderen van een duurzame levensstijl;

op het geëigende niveau actie te ondernemen met het oog op het ontstaan van creatieve partnerschappen die culturele en creatieve vaardigheden moeten ontwikkelen;

vraagstukken van sociale en economische ontwikkeling aan te pakken door beter de methodologie te bestuderen die in langetermijnprogramma's van culturele en onderwijsentiteiten en niet-gouvernementele organisaties, ook bij experimentele onderwijsvormen, wordt gebruikt om scholen aantrekkelijker te maken en de motivatie van de leerlingen te stimuleren.

VERZOEKT DE COMMISSIE OM:

bij het uitvoeren van haar huidige en toekomstige acties en programma's, zonder vooruit te lopen op de besprekingen over het toekomstige meerjarig financieel kader:

creatieve partnerschappen ter stimulering van culturele en creatieve vaardigheden te steunen,

aandacht te hebben voor de specifieke behoeften en het specifieke belang van steun voor culturele en creatieve kleine en micro-ondernemingen, vooral pas opgerichte of door jonge ondernemers geleide ondernemingen,

meer steun te verlenen aan mobiliteit en grensoverschrijdende opleidingen (en opleidingen voor opleiders) in het ontwikkelen van samenwerking tussen cultuur en onderwijs voor kunstenaars, onderwijzers, jeugdwerkers, jeugdleiders en vrijwilligers,

regelmatig informatie te verstrekken over onderzoek en studies, uitgevoerd in het kader van onderzoeks- en innovatieprogramma's van de EU, met een belang voor Europese samenwerking op het gebied van cultuur,

bij de uitvoering van het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie”, met inbegrip van het Europees Forum inzake toekomstgerichte activiteiten, culturele en creatieve vaardigheden in aanmerking te nemen als een factor bij de huidige maatschappelijke uitdagingen, bij de ontwikkeling van het intellectueel kapitaal van Europa en bij maatschappelijke vernieuwing,

met de lidstaten samen te onderzoeken hoe bestaande indicatoren kunnen worden verbeterd, met bijzondere aandacht voor creativiteit, innovatie en ondernemerschap (15),

teneinde de ontwikkeling van culturele en creatieve vaardigheden en de positieve effecten daarvan te stimuleren.

VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE BINNEN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEIDSGEBIEDEN en zonder vooruit te lopen op de besprekingen over het toekomstig meerjarig financieel kader:

de integratie en erkenning te versterken van het potentieel van cultureel bewustzijn en culturele expressie in leren gedurende het gehele leven, in jeugdbeleid en jeugdprogramma's, en bijvoorbeeld werk te maken van een betere erkenning van zulke vaardigheden die zijn verkregen door niet-formeel en informeel onderwijs,

in hun samenwerking met derde landen een hogere prioriteit te geven aan intercultureel leren en aan creatieve partnerschappen, vooral in jeugdprogramma's,

volledig gebruik te maken van bestaande informatienetwerken om betere informatie te verstrekken over activiteiten die bedoeld zijn om de culturele en creatieve vaardigheden van jonge mensen te ontwikkelen,

in te zien dat culturele en creatieve vaardigheden mede ten grondslag liggen aan duurzame banen en maatschappelijke vernieuwing teneinde volledig gebruik te maken van de mogelijkheden die het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en het Europees Sociaal Fonds bieden,

waar passend de culturele infrastructuur (16) door investeren nog verder te verbeteren, onder meer via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling,

meer onderzoek te doen naar de mogelijke en daadwerkelijke effecten die culturele en creatieve vaardigheden hebben op de beleidsthema's vermeld bij de eerste stip onder „verzoekt de lidstaten om”,

te bewerkstelligen dat de groepen deskundigen voor cultuur en onderwijs en andere deskundigengroepen, waaronder die van de open coördinatiemethode (OCM), de in bijlage II bij deze conclusies geschetste maatregelen treffen,

bij te dragen aan de OCM-voortgangsrapportage in het kader van het EU-Jongerenrapport 2012, waarin de eerste driejarige activiteitencyclus van de EU-strategie voor jongeren wordt beoordeeld, en vervolgverslagen op het actiegebied creativiteit en cultuur,

informatie uit te wisselen over het effect van deze Raadsconclusies, ook in het kader van het eindverslag over de resultaten van het werkplan voor cultuur 2011-2014.


(1)  PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.

(2)  PB C 141 van 7.6.2008, blz. 14.

(3)  PB C 301 van 11.12.2009, blz. 9.

(4)  PB L 308 van 24.11.2010, blz. 46.

(5)  17165/10.

(6)  PB C 191 van 1.7.2011, blz. 1.

(7)  PB C 175 van 15.6.2011, blz. 1.

(8)  http://competencesinculture.pl/en/

(9)  „Erkenning van het belang van de creatieve expressie van ideeën, ervaringen en emoties in diverse vormen, waaronder muziek, podiumkunsten, literatuur en beeldende kunsten.” Aanbeveling 2006/962/EG inzake sleutelvaardigheden voor een leven lang leren vermeldt voorts de essentiële kennis, vaardigheden en attitudes in verband met die competentie.

(10)  „De kennis, vaardigheden en attitudes die voor interculturele competenties van bijzonder belang zijn, houden verband met de volgende sleutelcompetenties: communicatie in vreemde talen, sociale en burgerschapscompetenties, cultureel bewustzijn en culturele expressie.” (Conclusies van de Raad van 22 mei 2008 over interculturele competenties).

(11)  „Creatieve partnerschappen tussen de culturele sector en sectoren als onderwijs en opleiding, het bedrijfsleven, onderzoek of de publieke sector, bieden de mogelijkheid creatieve competenties van de culturele sector naar andere sectoren door te geven.” (Bron: Conclusies over het Werkplan voor cultuur 2011-2014).

(12)  Intellectueel kapitaal kan worden omschreven als het totaal van immateriële activa van mensen, bedrijven, gemeenschappen, regio's en instellingen die, wanneer zij op de juiste manier worden ingezet, de bron kunnen zijn van huidige en toekomstige welvaart van het land. Intellectueel kapitaal is opgebouwd uit sociaal, personeel, relationeel en structureel kapitaal.

(13)  „Bij sociale innovatie gaat het erom de vindingrijkheid van charitatieve instellingen, verenigingen en sociale ondernemers aan te boren om nieuwe manieren te vinden voor het oplossen van sociale problemen waarop de markt en de publieke sector geen bevredigend antwoord hebben om gedragsveranderingen teweeg te brengen die nodig zijn om de grote sociale uitdagingen aan te pakken.” (Bron: Mededeling van de Commissie over het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie”).

(14)  Strategische doelstelling 4: innovatie en creativiteit (inclusief ondernemerschap) op alle onderwijs- en opleidingsniveaus bevorderen.

(15)  Zie bladzijde 6, punt 4, van de conclusies van de Raad van 12 mei 2009 betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding.

(16)  De culturele infrastructuur is — met zijn fysieke en zijn virtuele dimensie — een materiële basis voor culturele participatie en activiteit. Voorbeeld zijn toonzalen, musea, culturele centra, multifunctionele ruimten en de virtuele equivalenten daarvan in de digitale omgeving.


BIJLAGE I

Verdere politieke context:

Conclusies van de Raad van 12 mei 2009 betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”) (1)

Aanbeveling van de Raad van 13 juli 2010 betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie, in het bijzonder richtsnoer 4 (2)

Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het werkplan voor cultuur 2011-2014 (3)

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over de toegang van jongeren tot cultuur (4)

Resolutie van de Raad van 21 november 2008 betreffende een Europese strategie voor meertaligheid (5)

Conclusies van de Raad van 12 mei 2009 over cultuur als katalysator voor creativiteit en innovatie (6)

Resolutie van de Raad van 27 november 2009 over een nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) (7)

Final report of the Working Group on developing synergies with education, especially arts education and culture (8),

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie (9),

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen: een Europese bijdrage aan volledige werkgelegenheid” (10).


(1)  PB C 119 van 28.5.2009, blz. 2.

(2)  PB L 191 van 23.7.2010, blz. 28.

(3)  PB C 325 van 2.12.2010, blz. 1.

(4)  PB C 326 van 3.12.2010, blz. 2.

(5)  PB C 320 van 16.12.2008, blz. 1.

(6)  Doc. 8749/1/09 REV 1.

(7)  PB C 311 van 19.12.2009, blz. 1.

(8)  http://ec.europa.eu/culture/key-documents/doc/MOCedu_final_report_en.pdf

(9)  14035/10.

(10)  17066/1/10 REV 1.


BIJLAGE II

Specifieke maatregelen voor de deskundigengroepen, waaronder de werkgroepen van de open coördinatiemethode:

de toekomstige OCM-werkgroep bevordering van creatieve partnerschappen (1) houdt rekening met creatieve partnerschappen die cultureel bewustzijn en culturele expressie moeten stimuleren en met de bijdrage ervan aan het welslagen van het ET 2020 kader,

de toekomstige OCM-werkgroep ontwikkeling van de sleutelvaardigheid cultureel bewustzijn en culturele expressie (2) neemt deze conclusies in acht in de context van de verwerving van andere sleutelcompetenties voor een leven lang leren en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten,

deze twee werkgroepen wisselen de resultaten van hun werk uit met de bevoegde groepen in andere sectoren, zoals die voor de erkenning van informeel leren, leercompetentie en creatieve vaardigheden, maatschappelijke vaardigheden en actief burgerschap, mediageletterdheid, gebruik van ICT in het onderwijs, onderwijs in ondernemerschap en voortijdig schoolverlaten, en werken voor zover mogelijk met die groepen samen via uitwisseling van vergaderverslagen en bijeenkomsten van voorzitters,

alle respectieve groepen zijn actieve kanalen voor het verspreiden van de resultaten van beste handelwijzen en onderzoek in de lidstaten en in de EU.


(1)  Werkplan voor cultuur 2011-2014, prioriteit C.

(2)  Werkplan voor cultuur 2011-2014, prioriteit A.


Top