This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011XG1210(03)
Council conclusions of 2 December 2011 on prevention, early diagnosis and treatment of chronic respiratory diseases in children
Conclusies van de Raad van 2 december 2011 over preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen
Conclusies van de Raad van 2 december 2011 over preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen
PB C 361 van 10.12.2011, p. 11–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 361/11 |
Conclusies van de Raad van 2 december 2011 over preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen
2011/C 361/05
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
1. |
BRENGT IN HERINNERING dat volgens artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd. Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid; |
2. |
HERINNERT AAN de conclusies van de Raad van 7 december 2010„Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels” (1); |
3. |
HERINNERT AAN de conclusies van de Raad van 2 juni 2004 over astma bij kinderen (2); |
4. |
HERINNERT AAN de politieke verklaring van de bijeenkomst op hoog niveau van de Algemene Vergadering over de voorkoming en beheersing van niet-overdraagbare aandoeningen, die op 19 september 2011 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen (3); |
5. |
HERINNERT AAN het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging: |
6. |
HERINNERT AAN Aanbeveling 2009/C 296/02 van de Raad van 30 november 2009 betreffende rookvrije ruimten (4); |
7. |
IS INGENOMEN met de bestaande netwerken en verenigingen, zoals het Europees Allergie- en Astma-netwerk (GA2LEN) en de Global Alliance against Respiratory Diseases (GARD), die respectievelijk in 2004 en 2006 zijn opgericht om onderzoek te doen naar de kwaal en ze terug te dringen, en verbetering te brengen in de vroegtijdige opsporing en juiste behandeling van chronische ademhalingsziekten in de EU; |
8. |
IS INGENOMEN met de resultaten van de volgende conferenties:
|
9. |
WIJST EROP dat chronische ademhalingsziekten de meest voorkomende niet-overdraagbare ziekten onder kinderen zijn; |
10. |
WIJST EROP dat astma en allergische rhinitis de meest voorkomende chronische ademhalingsziekten onder kinderen zijn en dat astma de meest frequente reden vormt voor spoedopnames en ziekenhuisopnames van kinderen; |
11. |
WIJST EROP dat de prevalentie van ademhalingsziekten onder kinderen in de Europese Unie de afgelopen decennia is toegenomen, maar dat het toezicht in de EU op de prevalentie en ernst van ziektes, de soorten ziektes en de wijzigingen in de blootstelling aan allergenen en irriterende stoffen tekortschiet; |
12. |
WIJST EROP dat het niet diagnosticeren en niet behandelen van chronische ademhalingsziekten bij kinderen een economische en sociale last vormen, die kan worden beperkt met behulp van preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling; |
13. |
NEEMT NOTA VAN het bestaan van ongelijkheden met betrekking tot de toegang tot preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen, zowel tussen als binnen EU-lidstaten; |
14. |
BEKLEMTOONT dat de grootste risicofactoren voor de ontwikkeling van chronische ademhalingsziekten een combinatie zijn van genetische aanleg en contact met ingeademde stoffen en deeltjes uit de omgeving, bijvoorbeeld door omgevingstabaksrook, slechte luchtkwaliteit binnenshuis en luchtvervuiling buitenshuis; |
15. |
BEKLEMTOONT dat de prenatale omstandigheden en de omstandigheden in de vroege kindertijd van invloed zijn op de gezondheid van de volwassene; daarom is het van belang dat zwangere vrouwen en kinderen worden beschermd tegen de negatieve gevolgen van omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan tabaksrook; |
16. |
IS ZICH ERVAN BEWUST dat permanente gezondheidseducatie van kinderen, ouders en leerkrachten alsmede de opleiding van gezondheidswerkers van doorslaggevend belang zijn voor de preventie en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen. Aldus worden het bewustzijn en de focus op gezondheid onder individuele personen bevorderd en wordt de monitoring van chronische ziekten door gezondheidswerkers vergemakkelijkt; |
17. |
IS ZICH ERVAN BEWUST dat zelfmanagement en het laten meebeslissen van kinderen over gezondheidszorgkwesties die hen betreffen, rekening houdend met hun leeftijd en rijpheid, alsmede de actieve betrokkenheid van de ouders en het gezin, belangrijk zijn voor de preventie en behandeling van chronische ademhalingsziekten bij kinderen; |
18. |
IS ZICH ERVAN BEWUST dat preventie, vroegtijdige diagnose en behandeling van chronische ademhalingsziekten positieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind en voor de levenskwaliteit, en bijdragen tot een actieve en gezonde kindertijd en tot gezond ouder worden. Daarom is het belangrijk nieuwe hulpmiddelen te ontwikkelen met het oog op de verbetering van de preventie, de vroegtijdige diagnose en de behandeling van ademhalingsziekten bij kinderen; daartoe moet gebruik worden gemaakt van „kindvriendelijke gezondheidszorg” en moet voor gezondheid een plaats worden ingeruimd op alle beleidsterreinen, waarbij met name gedacht moet worden aan volksgezondheid, onderwijs, milieu, onderzoek, werkgelegenheid en sociaal beleid; |
19. |
VERZOEKT de lidstaten:
|
20. |
VERZOEKT de lidstaten en de Commissie:
|
21. |
VERZOEKT de Europese Commissie:
|
(1) PB C 74 van 8.3.2011, blz. 4.
(2) Doc. 9507/04 (Presse 163)
(3) A/RES/66/2 (A/66/L.1) van de Verenigde Naties.
(4) PB C 296 van 5.12.2009, blz. 4.
(5) Vgl. voetnoot 4.