This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011XC1007(01)
Summary of Commission Decision of 8 December 2010 relating to a proceeding under Article 101 of the Treaty on the Functioning of the European Union and Article 53 of the Agreement on the European Economic Area (Case COMP/39.309 — LCD) (notified under document C(2010) 8761 final) Text with EEA relevance
Samenvatting van het besluit van de Commissie van 8 december 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/39.309 — LCD) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8761 definitief) Voor de EER relevante tekst
Samenvatting van het besluit van de Commissie van 8 december 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/39.309 — LCD) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8761 definitief) Voor de EER relevante tekst
PB C 295 van 7.10.2011, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 295/8 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie
van 8 december 2010
inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst
(Zaak COMP/39.309 — LCD)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8761 definitief)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
2011/C 295/05
I. INLEIDING
(1) |
Op 8 december 2010 heeft de Commissie een besluit vastgesteld in een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 maakt de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit (waaronder de opgelegde sancties) bekend, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake bescherming van hun bedrijfsgeheimen. |
(2) |
Een niet-vertrouwelijke versie van het besluit is te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/competition/cartels/cases/cases.html |
(3) |
Het besluit is gericht tot de volgende rechtspersonen die tot zes ondernemingen behoren: Samsung Electronics Co. Ltd. en Samsung Electronics Taiwan Co. Ltd., LG Display Co., Ltd. en LG Display Taiwan Co., Ltd., AU Optronics Corporation, Chimei InnoLux Corporation, Chunghwa Picture Tubes, Ltd., HannStar Display Corporation. |
II. DE LCD-INDUSTRIE
(4) |
De producten waarop de inbreuken betrekking hebben, zijn grote lcd-schermen voor tv en IT-toepassingen (monitors en notebooks). Lcd-schermen bestaan uit een onderste glasplaat een dunnefilmtransistor of TFT (thin film transistor), een bovenste glasplaat (kleurenfilter) en geïnjecteerd vloeibaar kristal tussen beide glasplaten, dat voor een lichtbron wordt geplaatst om als scherm te dienen van een elektronisch toestel. |
III. PROCEDURE
(5) |
Samsung heeft op […] een verzoek om immuniteit ingediend onder de voorwaarden van de clementieregeling 2002 (1). Op […] diende LG Display een verzoek om immuniteit/clementie in. |
(6) |
Op 7 december 2006 heeft de Commissie haar onderzoek ingeleid door tot alle betrokken partijen verzoeken om inlichtingen op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) te richten. |
(7) |
Op […] heeft AU Optronics een clementieverzoek ingediend, waarna de onderneming bewijsmateriaal verstrekte. |
(8) |
De mededeling van punten van bezwaar werd op 27 mei 2009 verzonden. De hoorzitting werd op 22 en 23 september 2009 gehouden. |
(9) |
Op […] diende LG Display een clementieverzoek in op grond van de clementieregeling 2002 (zogenaamde „gedeeltelijke immuniteit”), met betrekking tot haar deelname aan het kartel in […] 2006. |
IV. WERKING VAN HET KARTEL
(10) |
Tussen 5 oktober 2001 en 1 februari 2006 hebben de adressaten van dit besluit concurrentieverstorende overeenkomsten gesloten om rechtstreeks of zijdelings prijzen in de sector van lcd-schermen vast te leggen. De rechtstreekse prijsafspraken omvatten overeenkomsten inzake prijsstijgingen, prijsvorken en/of minimumprijzen. De zijdelingse prijsafspraken waren het resultaat van regelmatige en nauwgezette uitwisseling van informatie over prijzen, vraag, productie en capaciteit voor het verleden, het heden en de toekomst. |
(11) |
Het bewijsmateriaal waarop de Commissie haar bevindingen baseert, bestaat o.a. uit notulen van ongeveer 60 maandelijkse vergaderingen waaraan de zes ondernemingen tijdens de periode in kwestie hebben deelgenomen. |
V. SANCTIES
1. Basisbedrag van de geldboete
(12) |
Overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie voor de berekening van geldboeten uit 2006 (3) zal de Commissie, om het basisbedrag van de op te leggen boete vast te stellen, uitgaan van de waarde van de op de desbetreffende geografische markt in de EER verkochte goederen of diensten van de onderneming die verband houden met de inbreuk. |
(13) |
De Commissie nam als basis de gemiddelde jaarwaarde van de lcd-schermen die de aan het kartel deelnemende ondernemingen rechtstreeks naar de EER verkochten. Dat omvatte verkopen naar de EER aan zowel afnemers van lcd-schermen als afnemers van televisies, monitors en notebooks waarbij het lcd-scherm binnen het eigen concern verder verwerkt werd door de kartelonderneming. |
(14) |
Rekening houdende met de aard van de inbreuk en de geografische reikwijdte van het kartel werd het percentage voor het variabele bedrag en het aanvullende bedrag („toetredingsrecht”) op 16 % vastgelegd. |
(15) |
Het kartel duurde voor alle ondernemingen 4 jaar, 3 maanden en 25 dagen, behalve voor Hannstar (4 jaar, 3 maanden en 1 dag). Het variabele bedrag werd voor alle partijen met 4,25 jaar vermenigvuldigd, behalve voor LGD. Die onderneming kreeg ten dele „gedeeltelijke immuniteit” voor de omzet in 2006, wat een multiplicator van 4,16 jaar opleverde. |
2. Aanpassingen van het basisbedrag
(16) |
De Commissie hield geen rekening met verzwarende of verzachtende omstandigheden, maar in het geval van Samsung werd op grond van punt 30 van de richtsnoeren van de Commissie voor de berekening van geldboeten van 2006 een afschrikkingsfactor van 1,2 toegepast. |
3. Toepassing van het 10 %-omzetplafond
(17) |
Het definitieve bedrag van de afzonderlijke geldboeten dat voor de toepassing van de clementieregeling was berekend, bedroeg minder dan 10 % van de wereldwijde omzet van de ondernemingen waaraan het besluit was gericht. |
4. Toepassing van de clementieregeling van 2006: immuniteit en vermindering van geldboeten
(18) |
Samsung was de eerste onderneming die inlichtingen en bewijsmateriaal heeft verstrekt die aan de voorwaarden van punt 8, onder a), van de clementieregeling van 2002 voldeden. De aan Samsung op te leggen boete werd met 100 % verminderd. |
(19) |
LG Display kreeg 50 % vermindering en „gedeeltelijke immuniteit” voor 2006. |
(20) |
AU Optronics kreeg 20 % vermindering. |
(21) |
Hoewel Chunghwa Picture Tubes niet formeel om clementie heeft verzocht, kreeg de onderneming 5 % vermindering in het licht van de toegevoegde waarde van haar bewijsmateriaal. |
VI. BESLUIT
(22) |
De adressaten van het besluit en de duur van hun deelname aan de inbreuk waren als volgt:
|
(23) |
Voor de voormelde inbreuk werden de volgende geldboeten opgelegd:
|
(1) Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3).
(2) PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.
(3) Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd (PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2).