This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0887
Joint Proposal for a COUNCIL REGULATION concerning restrictive measures in view of the situation in Syria and repealing Regulation (EU) No 442/2011
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011
/* COM/2011/0887 definitief - 2011/0433 (NLE) */
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 /* COM/2011/0887 definitief - 2011/0433 (NLE) */
TOELICHTING (1)
Op 9 mei 2011 stelde de Raad
Verordening (EU) nr. 442/2011[1]
betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië vast. (2)
De Raad verruimde het toepassingsgebied van de
maatregelen tegen Syrië bij verordeningen van 2 september 2011, 23 september
2011, 13 oktober 2011 en 14 november 2011, en wijzigde de lijsten van beoogde
personen en entiteiten en breidde deze uit bij een aantal opeenvolgende
uitvoeringsverordeningen. Verdere maatregelen, die niet onder de wetgeving van
de Unie vallen, worden in de betreffende GBVB-besluiten van de Raad
uiteengezet. (3)
In het licht van de voortdurende brute repressie en
schending van de mensenrechten door de regering van Syrië heeft de Raad thans
Besluit 2011/782/GBVB van de Raad vastgesteld, waarin wordt opgeroepen tot
nieuwe maatregelen, met name een verbod op de uitvoer van uitrusting voor
toezicht op telecommunicatie voor gebruik door het Syrische regime, een verbod
op deelname aan bepaalde infrastructuurprojecten en investeringen daarin,
alsook aanvullende beperkingen op de overdracht van middelen en de verstrekking
van financiële diensten. (4)
Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is
EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging, om te garanderen dat zij
in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast. (5)
Gezien de omvang van de nieuwe wijzigingen en de
diverse andere maatregelen die ten aanzien van Syrië reeds werden getroffen, is
het dienstig alle maatregelen in een nieuwe verordening te consolideren,
waarbij Verordening (EU) nr. 442/2011 wordt ingetrokken en vervangen. 2011/0433 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in het
licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr.
442/2011 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 215, Gezien Besluit 2011/782/GBVB van de Raad
betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië[2],
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en
de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Op 9 mei 2011 stelde de Raad
Verordening (EU) nr. 442/2011[3]
betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië vast. (2)
De Raad verruimde het toepassingsgebied van de
maatregelen tegen Syrië bij verordeningen van 2 september 2011, 23 september
2011, 13 oktober 2011 en 14 november 2011, en wijzigde de lijsten van beoogde
personen en entiteiten en breidde deze uit bij een aantal opeenvolgende
uitvoeringsverordeningen. Verdere maatregelen, die niet onder de wetgeving van
de Unie vallen, worden in de betreffende GBVB-besluiten van de Raad
uiteengezet. (3)
In het licht van de voortdurende brute repressie en
schending van de mensenrechten door de regering van Syrië worden bij Besluit
2011/782/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië[4] aanvullende maatregelen
vastgesteld, met name een verbod op de uitvoer van uitrusting voor toezicht op
telecommunicatie voor gebruik door het Syrische regime, een verbod op deelname
aan bepaalde infrastructuurprojecten en investeringen daarin, alsook
aanvullende beperkingen op de overdracht van middelen en de verstrekking van
financiële diensten. (4)
Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is
EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging, om te garanderen dat zij
in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast. (5)
Gezien de omvang van de nieuwe wijzigingen en de
diverse andere maatregelen die ten aanzien van Syrië reeds werden getroffen, is
het dienstig alle maatregelen in een nieuwe verordening te consolideren,
waarbij Verordening (EU) nr. 442/2011 wordt ingetrokken en vervangen. (6)
Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin
deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in
werking te treden, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: HOOFDSTUK I DEFINITIES Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt
verstaan onder: a) "bijkantoor"
van een financiële instelling of kredietinstelling: een onderneming die een
juridisch afhankelijk onderdeel is van een financiële instelling of een
kredietinstelling en rechtstreeks alle of enkele transacties van de betrokken
financiële instelling of kredietinstelling uitvoert; b) "tussenhandeldiensten": i) het onderhandelen over of regelen van
transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologie
van een derde land aan een ander derde land, of ii) het verkopen of aankopen van goederen
en technologie in derde landen met het oog op de overbrenging ervan naar een
ander derde land. c) "contract
of transactie": elke verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop
van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen
tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder
"contract" tevens begrepen alle - ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf
staande - met name financiële garanties of contragaranties en kredieten,
alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband
houdende bepalingen; d) "kredietinstelling":
een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van Richtlijn
2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende
de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen[5], met inbegrip van bijkantoren
ervan binnen of buiten de Unie; e) "aardolie en aardolieproducten":
de producten die zijn opgesomd in bijlage IV; f) "economische middelen":
activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die
geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of
diensten te verkrijgen; g) "financiële instelling": i) een onderneming, andere dan een
kredietinstelling, die een of meer van de operaties verricht als bedoeld in de
punten 2 tot en met 12 en 14 en 15 van bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG, met
inbegrip van de activiteiten van wisselkantoren (bureaux de change); ii) een verzekeringsmaatschappij die over
een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2002/83/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering[6], in zoverre zij activiteiten verricht
die door die richtlijn worden bestreken; iii) een beleggingsonderneming als
gedefinieerd in punt 1 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor
financiële instrumenten[7]; iv) een collectieve beleggingsonderneming
die haar rechten van deelname of aandelen op de markt brengt; of v) een verzekeringstussenpersoon als
gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling[8], met uitzondering van de
tussenpersonen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 7, van genoemde richtlijn,
indien zij levensverzekeringsdiensten en andere diensten in verband met
beleggingen verrichten; alsook de bijkantoren ervan binnen en buiten de
Unie. h) "bevriezing van economische
middelen": het voorkómen van het gebruiken van economische middelen om op
enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar
niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren
ervan; i) "bevriezing van
tegoeden": het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken,
corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als
gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit,
onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het
gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer
van een beleggingsportefeuille; j) "tegoeden": financiële
activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt
tot: i) contanten, cheques, geldvorderingen,
wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; ii) deposito’s bij financiële instellingen
of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en
schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren,
obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten; iv) interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende
uit of gegenereerd door activa; v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of
andere financiële verplichtingen; vi) kredietbrieven, cognossementen,
koopbrieven; vii) bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen; k) "goederen":
ook artikelen, materieel en uitrusting; l) "verzekering": een
overeenkomst waarbij een of meer natuurlijke of rechtspersonen zich tegen
betaling ertoe verbinden een of meer andere personen een in de overeenkomst
bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt; m) "herverzekering": de activiteit die bestaat in het aanvaarden
van risico's die door een verzekeringsonderneming of een
herverzekeringsonderneming worden overgedragen, of, voor de
assuradeursvereniging die bekend staat als „association of underwriters known
as Lloyd’s”, tevens de activiteit die bestaat in het aanvaarden door een andere
verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming dan bedoelde vereniging,
van risico's welke door een lid van Lloyd's worden overgedragen; n) "Syrische kredietinstelling of
financiële instelling": i) in Syrië gevestigde kredietinstellingen
en financiële instellingen, inclusief de centrale bank van Syrië; ii) onder artikel 37 vallende bijkantoren
en dochtermaatschappijen van in Syrië gevestigde kredietinstellingen en
financiële instellingen; iii) niet onder artikel 37 vallende
bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Syrië gevestigde
kredietinstellingen en financiële instellingen; iv) niet in Syrië gevestigde
kredietinstellingen en financiële instellingen, maar die onder zeggenschap
staan van een of meer personen of entiteiten die gevestigd zijn in Syrië. o) "Syrische persoon, entiteit of
lichaam": i) de staat Syrië en elke overheidsinstantie
van Syrië; ii) een natuurlijke persoon die in Syrië
verblijft of woont; iii) een rechtspersoon, entiteit of lichaam
met officiële zetel in Syrië; iv) een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Syrië, die of dat
direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde
personen of lichamen. p) "technische bijstand":
alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling,
vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening;
technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies,
opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten;
met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand; q) "grondgebied van de Unie":
het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder
de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim; r) "geldovermaking":
transactie die door een betalingsdienstaanbieder langs elektronische weg wordt
uitgevoerd voor rekening van een betaler met de bedoeling bij een
betalingsdienstaanbieder gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde,
ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn. De
termen "betaler", "begunstigde" en "betalingsdienstaanbieder"
hebben dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij
geldovermakingen te voegen informatie over de betaler[9]. HOOFDSTUK II BEPERKINGEN
OP DE UITVOER EN DE INVOER Artikel 2 1.
Er geldt een verbod op: a) de directe of indirecte verkoop,
levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in
Syrië of voor gebruik in Syrië van de in bijlage I opgenomen uitrusting die
voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die
uitrusting van oorsprong is uit de Unie; b) het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of
tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild. 2.
Lid 1 is niet van toepassing op beschermende
kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en helmen, die door personeel van
de Verenigde Naties (VN), personeel van de Unie of haar lidstaten,
vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en
ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor
persoonlijk gebruik tijdelijk naar Syrië wordt uitgevoerd. 3.
In afwijking van lid 1 kunnen de in bijlage III
genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte
voorwaarden toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer
van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits
zij vaststellen dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor
humanitaire doeleinden of beschermend gebruik. Artikel 3 4.
Er geldt een verbod op: a) het direct of indirect verlenen van
technische bijstand in verband met goederen en technologie die op de
gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie[10] (hierna
"gemeenschappelijke lijst van militaire goederen" genoemd) zijn
opgenomen, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en
gebruiken van op die lijst opgenomen goederen, aan personen, entiteiten of
lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië; b) het direct of indirect verlenen van technische
bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage I opgenomen
uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan
personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië; c) het direct of indirect verlenen van
financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie die
op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I zijn
opgenomen, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en
exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van
deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische
bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in
Syrië; d) het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) tot en met c)
bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild. 5.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 zijn de
daarin opgenomen verbodsbepalingen niet van toepassing op de verlening van
technische bijstand, financiering en financiële bijstand in verband met: ·
technische bijstand die alleen is bedoeld voor
steun aan de Troepenmacht van de Verenigde Naties voor het toezicht op het
troepenscheidingsakkoord (UNDOF); ·
niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting
die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld
voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele
opbouw van de VN en de Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Unie en
de VN; of ·
andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die zijn
uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend
bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de EU en haar lidstaten in
Syrië; mits dergelijke verlening van bijstand vooraf is
goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van een lidstaat, als genoemd op de
websites die zijn vermeld in bijlage III. Artikel 4 6.
Het is verboden de in bijlage V vermelde uitrusting
of programmatuur, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te
verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar Syrische
personen, entiteiten of lichamen, tenzij de bevoegde autoriteit van de
relevante lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage III worden
vermeld, daartoe voorafgaandelijk toestemming heeft gegeven. 7.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als
genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, verlenen geen
toestemming als bedoeld in lid 1, indien zij redelijke gronden hebben om aan te
nemen dat de bedoelde uitrusting of programmatuur door het Syrische regime of
namens dat regime voornamelijk zal worden gebruikt voor toezicht op of
interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken in Syrië. 8.
Bijlage V omvat alleen uitrusting of programmatuur
die kan worden gebruikt voor toezicht op of interceptie van
internetcommunicatie of telefoongesprekken, Artikel 5 Er geldt een verbod op: (a)
het direct of indirect verlenen van technische
bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de uitrusting en programmatuur
genoemd in bijlage V, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden
en gebruiken van de uitrusting genoemd in bijlage V, of in verband met het
leveren, installeren, inwerkingstellen of actualiseren van programmatuur
genoemd in bijlage V, aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; (b)
het direct of indirect verlenen van financiering of
financiële bijstand in verband met de uitrusting en programmatuur als genoemd
in bijlage V aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; (c)
het verlenen van diensten van enige aard voor
toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet aan, of die direct of
indirect ten goede komen aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; en (d)
het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a), b) of
c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild; tenzij de bevoegde autoriteit van de relevante
lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daartoe
voorafgaandelijk toestemming heeft gegeven, op basis van artikel 4, lid 2. Artikel 6 De verbodsbepalingen van de artikelen 4 en 5
verhinderen niet het nakomen van een verplichting die is ontstaan krachtens een
contract dat vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gesloten, mits de
personen of entiteiten die zich op dit artikel willen beroepen, de bevoegde
autoriteit van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als genoemd op de
websites die in bijlage III worden vermeld, daarvan op voorhand in kennis
hebben gesteld. Artikel 7 Er geldt een verbod op: a) de invoer van aardolie of aardolieproducten naar de Unie
indien deze: i) van oorsprong zijn uit Syrië; of ii) werden uitgevoerd uit Syrië. b) de aankoop van aardolie of
aardolieproducten die zich bevinden in Syrië of die van oorsprong zijn uit Syrië; c) het vervoer van aardolie of
aardolieproducten die van oorsprong zijn uit Syrië of die vanuit Syrië naar een
ander land worden uitgevoerd; d) het direct of indirect verlenen van
financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten,
alsook verzekering en herverzekering, in verband met de verbodsbepalingen van
de punten a), b) en c); en e) de bewuste en opzettelijke deelname
aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de punten
a), b), c), of d) opgenomen verbodsbepalingen direct of indirect worden
omzeild. Artikel 8 De in artikel 7 genoemde verbodsbepalingen
zijn niet van toepassing op: a) de
uitvoering, op of vóór 15 november 2011, van een verplichting die voortvloeit
uit een overeenkomst die is gesloten vóór 2 september 2011, mits de natuurlijke
personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die de bedoelde verplichting
willen nakomen, de betrokken activiteit of transactie uiterlijk zeven werkdagen
op voorhand gemeld hebben bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin zij
zijn gevestigd, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld;
of b) de
aankoop van aardolie of aardolieproducten die uit Syrië werden uitgevoerd vóór
2 september 2011, of, indien de uitvoer geschiedde overeenkomstig het bepaalde
in punt a), op of vóór 15 november 2011. Artikel 9 1.
Het is verboden de in bijlage VI vermelde
uitrusting of programmatuur direct of indirect te verkopen, te leveren, over te
dragen aan of uit te voeren naar Syrische personen, entiteiten of lichamen of
bestemd voor gebruik in Syrië. 2.
Bijlage VI bevat de lijst van essentiële uitrusting
en technologie voor de volgende sectoren van de aardolie- en aardgasindustrie
in Syrië: a) aardolie- en aardgasexploratie; b) aardolie- en aardgasproductie; c) raffinage; d) vloeibaarmaking van aardgas. 3.
Bijlage VI omvat geen producten die zijn opgenomen
in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I. Artikel 10 Er geldt een verbod op: (a)
het direct of indirect verlenen van technische
bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de uitrusting en technologie
genoemd in bijlage VI, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden
en gebruiken van goederen genoemd in bijlage V, aan Syrische personen,
entiteiten of lichamen; (b)
het direct of indirect verlenen van financiering of
financiële bijstand in verband met de uitrusting en technologie als genoemd in
bijlage VI aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; en (c)
het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) of b)
bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild. Artikel 11 1.
De verbodsbepalingen van de artikelen 9 en 10
verhinderen niet het nakomen van een verplichting die is ontstaan krachtens een
contract dat vóór de inwerkingtreding van deze verordening is gegund of
gesloten, mits de personen of entiteiten die zich op dit artikel willen
beroepen, de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als
genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daarvan op voorhand
in kennis hebben gesteld. 2.
In de zin van dit artikel geldt een contract als
"gegund" aan een persoon of entiteit, indien uitdrukkelijke
schriftelijke bevestiging van de gunning van dat contract aan de persoon of
entiteit in kwestie door de andere contracterende partij is overgelegd, na de
afsluiting van een formele gunningsprocedure. Artikel 12 Er geldt een verbod op de directe of indirecte
verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar de Centrale Bank van Syrië
van nieuwe Syrische bankbiljetten en munten die in de Europese Unie zijn
gedrukt of geslagen. HOOFDSTUK III BEPERKINGEN
OP DE DEELNAME AAN INFRASTRUCTUURPROJECTEN Artikel 13 1.
Er geldt een verbod op: (a)
de deelname, direct of indirect, aan enig project
voor de bouw of installatie in Syrië van nieuwe infrastructuur voor de
productie van elektriciteit; en (b)
de verlening, direct of indirect, van financiële of
technische bijstand in verband met enig project als genoemd onder a). 2.
Deze verbodsbepaling verhindert niet het nakomen
van een verplichting die is ontstaan krachtens een contract dat vóór de
inwerkingtreding van deze verordening is gesloten, mits de personen of
entiteiten die zich op dit artikel willen beroepen, de bevoegde autoriteit van
de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als genoemd op de websites die in
bijlage III worden vermeld, daarvan op voorhand in kennis hebben gesteld. 3.
In de zin van dit artikel geldt
"deelname" aan een project als de beschikbaarstelling van materiaal
dat in een dergelijk project wordt gebruikt. HOOFDSTUK IV BEPERKINGEN
OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN Artikel 14 1. Er geldt een verbod op: a) het toekennen van financiële leningen of
kredieten aan de in lid 2 bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen; b) het verwerven of vergroten van een deelname in de in lid 2
bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen; c) het oprichten van een joint venture met de in lid 2 bedoelde Syrische
personen, entiteiten of lichamen; d) het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a), b) of c)
bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild. 2. Het in lid 1 gestelde verbod
geldt voor alle Syrische personen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn
bij: a) de exploratie, productie of raffinage van
aardolie; of b) de bouw of installatie van nieuwe
infrastructuur voor de productie van elektriciteit. 3. Uitsluitend voor de
toepassing van lid 2 wordt verstaan onder: "exploratie van aardolie": onder meer de
exploratie naar, de prospectie naar en het beheer van aardoliereserves, alsmede
het leveren van diensten op het gebied van de geologie in verband met deze
reserves; "raffinage": het verwerken, behandelen
of marktklaar maken van aardolie met het oog op de verkoop van brandstoffen aan
de eindverbruiker. 4. Het verbod van lid 1: a) geldt onverminderd de uitvoering van een
verplichting die voortvloeit uit een contract of overeenkomst met betrekking
tot de exploratie, productie of raffinage van aardolie, gesloten vóór 23
september 2011; b) vormt geen belemmering voor het vergroten van een deelname met
betrekking tot de exploratie, productie of raffinage van aardolie, indien deze
vergroting valt onder een verplichting die is overeengekomen vóór 23 september
2011. HOOFDSTUK V BEVRIEZEN
VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN Artikel 15 1. Alle tegoeden en economische
middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder
zeggenschap staan van de in bijlagen II en II bis genoemde
natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.
2. Aan of ten behoeve van de in
bijlagen II en II bis genoemde natuurlijke personen of
rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische
middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld. 3. Het is verboden bewust en opzettelijk
deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de
leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild. Artikel 16 1. De bijlagen II
en II bis bestaan uit het volgende: a) Bijlage II omvat een lijst van natuurlijke
personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig
artikel 15, lid 1, van Besluit 2011/273/GBVB door de Raad zijn
geïdentificeerd als verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie tegen de
burgerbevolking in Syrië, alsmede natuurlijke personen, rechtspersonen,
entiteiten en lichamen die van het regime profiteren of het ondersteunen, of
natuurlijke personen, rechtspersonen en entiteiten die banden met hen
onderhouden, op wie of waarop artikel 21 niet van toepassing is; b) Bijlage II bis omvat een lijst
van entiteiten die overeenkomstig artikel 15, lid 1, van
Besluit 2011/273/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als entiteiten die
banden onderhouden met de personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor
de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, alsmede met de
personen of entiteiten die van het regime profiteren of het ondersteunen, op
wie of waarop artikel 21 van toepassing is. 2. In de bijlagen II en II bis
worden de redenen vermeld waarom een persoon, entiteit of lichaam in de lijst
is opgenomen. 3. De bijlagen II en II bis
bevatten tevens, indien beschikbaar, de informatie die nodig is om de betrokken
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen
kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en
geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht,
adres (indien bekend) en functie of beroep.
Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die
informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie,
registratienummer en plaats van vestiging. Artikel 17 In afwijking van artikel 15 kunnen de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten, aangeduid op de in bijlage III vermelde
websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de
vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de
beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij
hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen: (a)
noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor
de basisbehoeften van de in de bijlagen II en II bis genoemde personen en de
leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor
levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische
behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en openbare voorzieningen; (b)
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van
redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de
verlening van juridische diensten; (c)
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van
honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden
of economische middelen; (d)
noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone
lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de
andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming
geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke
toestemming moet worden gegeven; of de desbetreffende lidstaat stelt de andere
lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit
lid is gegeven, uiterlijk vier weken na de toestemming. Artikel 18 In afwijking van artikel 15 kunnen de in
bijlage III genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven
voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien
aan volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de betrokken tegoeden of economische middelen zijn
het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat
is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 15 bedoelde persoon, entiteit
of lichaam in bijlage II of II bis is opgenomen, of van een justitieel,
administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert; (b)
de betrokken tegoeden of economische middelen
zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een
dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijke uitspraak geldig
zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de
rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen; (c)
het retentierecht of het justitiële vonnis is niet
ten behoeve van een in bijlage II of II bis genoemde persoon, entiteit of
lichaam; en (d)
de erkenning van het retentierecht of de uitspraak
is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de
Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel gegeven toestemming. Artikel 19 In afwijking van artikel 15 kunnen de in
bijlage III genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen
passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde
bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan in bijlage II en
II bis opgenomen personen, entiteiten of lichamen, of voor de
beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan in
bijlage II en II bis opgenomen personen, entiteiten of lichamen, indien zij
zulks noodzakelijk achten voor de levering van aardolie, aardgas of
elektriciteit aan de burgerbevolking in Syrië. Lidstaten die toestemming
verlenen op grond van dit artikel, stellen de andere lidstaten en de Commissie
binnen twee weken daarvan in kennis. Artikel 20 1.
Artikel 15, lid 2, is niet van toepassing op de
bijboeking op bevroren rekeningen van: a) interesten of andere inkomsten op die
rekeningen; of b) betalingen die verschuldigd zijn uit
hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of
ontstaan vóór de datum waarop deze verordening op de betrokken rekeningen van
toepassing werd, mits deze interesten, andere inkomsten en
betalingen overeenkomstig artikel 15, lid 1, worden bevroren. 2.
Artikel 15, lid 2, vormt geen belemmering voor de
creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of
kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van
een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of
lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens
worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de
relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke
verrichtingen. Artikel 21 In afwijking van artikel 15 en mits een
betaling verschuldigd is door in bijlage II of II bis vermelde personen,
entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen
is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop
zij zijn aangewezen, kunnen de op de websites in bijlage III vermelde bevoegde
autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden,
toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of
economische middelen, mits de betaling niet direct of indirect ten goede komt
van een persoon of entiteit als bedoeld in artikel 15. Artikel 22 In afwijking van artikel 15, lid 1,
kan een in bijlage II bis vermelde entiteit gedurende twee maanden
nadat zij in de lijst is opgenomen, betalingen verrichten met bevroren tegoeden
of economische middelen die zij na de datum van opname in de lijst heeft
ontvangen, mits: (a)
de betaling verschuldigd is op grond van een
handelscontract; en (b)
de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat
heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect ten goede komt van
een in bijlage II of bijlage II bis vermelde persoon of
entiteit. Artikel 23 De bevriezing van tegoeden of economische
middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te
stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming
is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid
van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die
maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het
bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van
nalatigheid zijn bevroren of ingehouden. HOOFDSTUK VI BEPERKINGEN
OP DE OVERDRACHT VAN KAPITAAL EN OP FINANCIËLE DIENSTEN Artikel 24 De Europese Investeringsbank (EIB): (a)
mag geen bedragen uitkeren of betalingen verrichten
in het kader van of in verband met bestaande leningsovereenkomsten tussen de
staat Syrië of een overheidsinstantie van Syrië en de EIB; en (b)
schorst alle in Syrië uit te voeren bestaande
overeenkomsten inzake de verstrekking van technische bijstand voor projecten
die door middel van onder a) bedoelde leningsovereenkomsten worden
gefinancierd en die de bedoeling hebben de staat Syrië of een
overheidsinstantie van Syrië direct of indirect ten goede te komen. Artikel 25 Er geldt een verbod op: a) de verkoop of aankoop van
overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn
uitgegeven na de inwerkingtreding van deze verordening, direct of indirect, aan
of van een van de volgende instanties: i) Syrië of de Syrische regering, overheidsorganen,
-bedrijven en -agentschappen; ii) een in Syrië gevestigde
kredietinstelling of financiële instelling; iii) een natuurlijke persoon of
rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een
rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i) of ii); iv) een rechtspersoon, entiteit of lichaam
die of dat eigendom is van of onder zeggenschap staat van een persoon, entiteit
of lichaam als bedoeld onder i), ii) of iii); b) het verlenen van
tussenhandeldiensten met betrekking tot overheidsobligaties of door de overheid
gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na de inwerkingtreding van deze
verordening aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a); c) het verlenen van steun aan een
persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a) met het oog op het uitgeven
van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties, door het
verlenen van tussenhandeldiensten, advertering of enige andere dienstverlening
met betrekking tot deze obligaties. Artikel 26 1. Voor kredietinstellingen en
financiële instellingen die vallen onder artikel 37, is het verboden: a) een nieuwe bankrekening te openen bij een
Syrische kredietinstelling of financiële instelling; b) een nieuwe correspondentbankrelatie aan
te gaan met een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling;
c) een nieuwe vertegenwoordiging in Syrië te
openen of een bijkantoor of dochtermaatschappij in Syrië op te richten; d) een nieuwe joint venture op te richten
met een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling. 2. Er geldt een verbod op: a) het toestaan van de opening van een
vertegenwoordiging of van de oprichting van een bijkantoor of
dochtermaatschappij in de Unie van een in Syrië gevestigde kredietinstelling of
financiële instelling; b) het sluiten van overeenkomsten voor of
namens een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling,
betreffende de opening van een vertegenwoordiging of de oprichting van een
bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie; c) het verlenen van een vergunning voor het
aanvangen en uitoefenen van werkzaamheden voor een kredietinstelling of van
enige andere activiteit waarvoor voorafgaande toestemming vereist is, door een
vertegenwoordiging, bijkantoor of dochtermaatschappij van een in Syrië
gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, indien de
vertegenwoordiging, het bijkantoor of de dochtermaatschappij niet actief was
vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening; d) het verwerven dan wel vergroten van een
deelname, of het verwerven van enig ander eigendomsrecht in een
kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 36 door
een Syrische kredietinstelling of financiële instelling. Artikel 27 1. Er geldt een verbod op: a) het aanbieden van verzekering of
herverzekering aan: i) Syrië of de Syrische regering,
overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen; of ii) een natuurlijke persoon of
rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een
rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i); b) het bewust en opzettelijk deelnemen aan
activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde
verbodsbepaling wordt omzeild. 2. Lid 1, onder a), onder i), is
niet van toepassing op het verstrekken aan in de Unie gevestigde Syrische
personen, entiteiten of lichamen van een verplichte verzekering of van een
verzekering jegens derden. 3. Lid 1, onder a), onder ii),
is niet van toepassing op het verstrekken van verzekeringen, waaronder
ziektekosten- en reisverzekeringen, aan personen die als particulier handelen,
met uitzondering van de op de lijst van de bijlagen II en II bis opgenomen
personen, noch op de daarop betrekking hebbende herverzekeringen. Lid 1, onder a), onder ii), laat onverlet dat
verzekeringen of herverzekeringen kunnen worden verstrekt aan de eigenaar van
een vaar-, vlieg- of voertuig dat gehuurd wordt door een persoon, entiteit of
lichaam als bedoeld in lid 1, punt a), onder i), mits laatstgenoemde niet is
opgenomen in de lijsten in bijlagen II en II bis. Voor de toepassing van lid 1, punt a), onder ii),
wordt een persoon, entiteit of lichaam geacht niet te handelen op aanwijzing
van een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i), indien deze
aanwijzing bedoeld is voor het aanleggen, het laden en lossen of de veilige
doorreis van een vaar- of vliegtuig dat zich tijdelijk in de Syrische wateren
of het Syrische luchtruim bevindt. 4. Bij dit artikel wordt de
uitbreiding of verlenging verboden van verzekerings- of
herverzekeringsovereenkomsten die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van
deze verordening (behalve wanneer er een voorafgaandelijke contractuele
verplichting bestaat om een polis uit te breiden of te vernieuwen), maar niet
de naleving van overeenkomsten die vóór die datum zijn gesloten, onverminderd
artikel 15, lid 2. HOOFDSTUK VII ALGEMENE
EN SLOTBEPALINGEN Artikel 28 Geen vorderingen, ook niet tot
schadeloosstelling of soortgelijke vergoedingen, bijvoorbeeld op grond van
schuldvergelijking, van boetebedingen, van een garantie, van verlenging of
betaling van een obligatie, van een financiële garantie, waaronder op grond van
kredietbrieven en soortgelijke instrumenten, in verband met een overeenkomst of
transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of
gedeeltelijk werd geraakt door maatregelen overeenkomstig deze verordening,
worden toegewezen aan de regering van Syrië, haar overheidsinstanties,
vennootschappen en agentschappen, noch aan enige persoon of entiteit die namens
of ten behoeve van haar optreedt. Artikel 29 De in deze verordening neergelegde
verbodsbepalingen leiden niet tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien deze niet
wisten of redelijkerwijs niet konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou
vormen op dat verbod. Artikel 30 1. Onverminderd de geldende
voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht: a) alle informatie die de naleving van deze
verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die
overeenkomstig artikel 15 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de
bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of
gevestigd zijn, zoals aangegeven op de lijst van websites van bijlage III, en
deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen;
alsmede b) samen te werken met deze bevoegde
autoriteit bij de verificatie van deze informatie. 2. Overeenkomstig dit artikel
verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de
doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen. Artikel 31 1. De lidstaten mogen alle
maatregelen nemen die zij noodzakelijk achten om ervoor te zorgen dat toepasselijke
internationale, EU- of nationale wettelijke verplichtingen inzake gezondheid en
veiligheid van werknemers en bescherming van het milieu worden nageleefd
wanneer de samenwerking met een Syrische persoon, entiteit of lichaam door de
uitvoering van deze verordening kan worden beïnvloed. 2. De verbodsbepalingen als
bedoeld in artikel 15, lid 2, en artikel 27, zijn niet van toepassing op de
krachtens lid 1 genomen maatregelen. 3. De lidstaten stellen elkaar
vooraf in kennis van maatregelen die zij nemen krachtens lid 1. Artikel 32 De lidstaten en de Commissie stellen elkaar
onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en
wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie
waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken,
handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken. Artikel 33 De Commissie is bevoegd om bijlage III te
wijzigen op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie. Artikel 34 1. Wanneer de Raad besluit een
natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de
in artikel 15, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II of bijlage
II bis dienovereenkomstig. 2. De Raad stelt de in lid 1
bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis
van zijn besluit, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door
een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke personen,
rechtspersonen, entiteiten en lichamen daarover opmerkingen kunnen indienen. 3. Indien er opmerkingen worden
ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de
Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon, rechtspersoon, de
entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis. 4. De lijsten in de
bijlagen II en II bis wordt met regelmatige tussenpozen en ten
minste om de 12 maanden opnieuw bezien. Artikel 35 1. De lidstaten stellen de
voorschriften vast betreffende sancties op inbreuken op de bepalingen van deze
verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze
voorschriften ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten
doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. 2. De lidstaten delen deze
voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee aan de
Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan. Artikel 36 Waar er in deze verordening sprake is van een
meldingsplicht, of anderszins van de verplichting de Commissie te informeren of
met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de
andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage III. Artikel 37 Deze verordening is van toepassing: a) op het grondgebied van de Unie, met
inbegrip van haar luchtruim; b) aan boord van vliegtuigen of
vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen; c) op alle zich op of buiten het
grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat
zijn; d) op alle volgens het recht van een
lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen; e) op alle rechtspersonen, entiteiten
of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie
verrichte zakelijke transacties. Artikel 38 Verordening (EU) nr. 442/2011 wordt
ingetrokken. Artikel 39 Deze verordening treedt in werking op de dag
van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE I Lijst van uitrusting die zouden kunnen
worden gebruikt voor binnenlandse repressie, bedoeld in de artikelen 2 en 3 1. De volgende vuurwapens,
munitie en toebehoren: 1.1 vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of
ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen; 1.2 munitie speciaal ontworpen voor de
vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen
onderdelen; 1.3 vuurwapenvizieren die niet vallen onder de
gemeenschappelijke lijst van militaire goederen. 2. Bommen en granaten die niet
vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen. 3. De volgende voertuigen: 3.1 voertuigen uitgerust met een waterkanon,
die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing; 3.2 voertuigen die speciaal zijn ontworpen of
aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren; 3.3 voertuigen die speciaal zijn ontworpen of
aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel
met bescherming tegen kogels; 3.4 voertuigen die speciaal zijn ontworpen
voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden; 3.5 voertuigen die speciaal zijn ontworpen om
mobiele barrières op te werpen; 3.6 voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5
vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing. Opmerking 1: Dit punt is niet van toepassing
op voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding. Opmerking 2: Voor de toepassing van punt 3.5
omvat de term "voertuigen" ook opleggers en aanhangwagens. 4. De volgende explosieven en
aanverwante uitrusting: 4.1 uitrusting en toestellen die speciaal
ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met
inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en
slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering
van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek
commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen
functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van
explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van
airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van
sprinklerinstallaties); 4.2 ladingen voor directionele explosies die
niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen; 4.3 de volgende andere explosieven die niet
onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante
stoffen: a. amatol; b. nitrocellulose (met een stikstofgehalte
van meer dan 12,5%); c. nitroglycol; d. penta-erythritoltetranitraat (PETN); e. picrylchloride; f. 2,4,6-trinitrotolueen (TNT). 5. De volgende beschermende
uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van
militaire goederen: 5.1 lichaamspantsering met bescherming tegen
kogels en/of messteken; 5.2 kogel- en/of fragmentatiebestendige
helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en
kogelbestendige schilden. Aantekening: Dit punt heeft geen betrekking op: –
uitrusting speciaal ontworpen voor sportactiviteiten; –
uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op
het werk. 6. Simulatieapparatuur die niet
onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen valt, voor
opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen
programmatuur. 7. Nachtzicht- en
thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen die niet onder de
gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen. 8. Scheermesprikkeldraad. 9. Militaire messen,
gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm. 10. Productieapparatuur die
speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen. 11. Specifieke technologie voor de
ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde
goederen. BIJLAGE II Lijst van natuurlijke personen,
rechtspersonen, entiteiten of lichamen bedoeld in artikel 15 en in artikel 16,
lid 1, onder a) A. Personen || Naam || Identificatiegegevens || Redenen || Datum van opneming op de lijst 1. || Bashar Al-Assad || Geboren op 11 september 1965 in Damascus; diplomatiek paspoort nr. D1903 || President van de republiek; opdrachtgever en coördinator van het harde optreden tegen demonstranten. || 23.5.2011 2. || Maher (ook bekend als Mahir) Al-Assad || Geboren op 8 december 1967; diplomatiek paspoort nr. 4138 || Commandant van de vierde pantserdivisie, lid van het centraal comité van de Baath-partij, sterke man van de Republikeinse Garde; broer van president Bashar Al-Assad; belangrijkste opdrachtgever van het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 3. || Ali Mamluk (ook bekend als Mamlouk) || Geboren op 19 februari 1946 in Damascus; diplomatiek paspoort nr. 983 || Hoofd van de Syrische algemene inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 4. || Muhammad Ibrahim Al-Sha’ar (ook bekend als Mohammad Ibrahim Al-Chaar) || || Minister van Binnenlandse Zaken; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 5. || Atej (ook bekend als Atef, Atif) Najib || || Voormalig hoofd politieke veiligheidsdienst in Dera'a; neef van president Bashar Al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 6. || Hafiz Makhluf (ook bekend als Hafez Makhlouf) || Geboren op 2 april 1971 in Damascus; diplomatiek paspoort nr. 2246 || Kolonel en hoofd van een eenheid van de algemene inlichtingendienst, afdeling Damascus; neef van president Bashar Al-Assad; een van de getrouwen van Mahir al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 7. || Muhammad Dib Zaytun (ook bekend als Mohammed Dib Zeitoun) || Geboren op 20 mei 1951 in Damascus; diplomatiek paspoort nr. D000001300 || Hoofd van de politieke veiligheidsdienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 9.5.2011 8. || Amjad Al-Abbas || || Hoofd van de politieke veiligheid in Banyas, betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten in Baida. || 9.5.2011 9. || Rami Makhlouf || Geboren op 10 juli 1969 in Damascus, paspoort nr. 454224 || Syrisch zakenman. Geassocieerd met Mahir Al-Assad; neef van president Bashar Al-Assad; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk. || 9.5.2011 10. || Abd Al-Fatah Qudsiyah || Geboren in 1953 in Hama; diplomatiek paspoort nr. D0005788 || Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 9.5.2011 11. || Jamil Hassan || || Hoofd inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 9.5.2011 12. || Rustum Ghazali || Geboren op 3 mei 1953 in Dara’a; diplomatiek paspoort nr. D000000887 || Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst voor het plattelandsgebied rond Damascus; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 9.5.2011 13. || Fawwaz Al-Assad || Geboren op 18 juni 1962 in Kerdala; paspoort nr. 88238 || Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie. || 9.5.2011 14. || Munzir Al-Assad || Geboren op 1 maart 1961 in Latakia; paspoort nr. 86449 en nr. 842781 || Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie. || 9.5.2011 15. || Asif Shawkat || Geboren op 15 januari 1950 in Al-Madehleh, Tartus || Adjunct-stafchef voor veiligheid en verkenning; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 16. || Hisham Ikhtiyar || Geboren in 1941 || Hoofd van het Syrische bureau van nationale veiligheid; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 17. || Faruq Al Shar’ || Geboren op 10 december 1938 || Vicepresident van Syrië; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 18. || Muhammad Nasif Khayrbik || Geboren op 10 april 1937 (of 20 mei 1937) in Hama, diplomatiek paspoort nr. 0002250 || Plaatsvervangend vicepresident van Syrië belast met nationale veiligheidszaken; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 19. || Mohamed Hamcho || Geboren op 20 mei 1966; paspoort nr. 002954347 || Zwager van Mahir Al-Assad; zakenman en lokaal vertegenwoordiger van verscheidene buitenlandse bedrijven; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk. || 23.5.2011 20. || Iyad (ook bekend als Eyad) Makhlouf || Geboren op 21 januari 1973 in Damascus; paspoort nr. N001820740 || Broer van Rami Makhlouf en officier van de algemene inlichtingendienst, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 21. || Bassam Al Hassan || || Adviseur van de president voor strategische zaken; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 23.5.2011 22. || Dawud Rajiha || || Stafchef van de strijdkrachten, verantwoordelijk voor de betrokkenheid van het leger bij het harde optreden tegen vreedzame demonstranten. || 23.5.2011 23. || Ihab (ook bekend als Ehab, Iehab) Makhlouf || Geboren op 21 januari 1973 in Damascus; paspoort nr. N002848852 || Vicepresident van SyriaTel en zaakwaarnemer voor het VS-bedrijf van Rami Makhlouf; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk. || 23.5.2011 24. || Zoulhima Chaliche (Dhu al-Himma Shalish) || Geboren in 1951 of 1946 in Kerdaha. || Hoofd van de presidentiële lijfwacht; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten; volle neef van president Bashar Al-Assad. || 23.6.2011 25. || Riyad Chaliche (Riyad Shalish) || || Directeur van het Military Housing Establishment; financieringsbron van het regime; volle neef van president Bashar Al-Assad. || 23.6.2011 26. || Brigadier Commander Mohammad Ali Jafari (ook bekend als Ja'fari, Aziz; ook bekend als Jafari, Ali; ook bekend als Jafari, Mohammad Ali; ook bekend als Ja'fari, Mohammad Ali; ook bekend als Jafari-Najafabadi, Mohammad Ali) || Geboren op 1 september 1957 in Yazd, Iran. || Algemeen bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. || 23.6.2011 27. || Major General Qasem Soleimani (ook bekend als Qasim Soleimany) || || Bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, IRGC - Qods, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. || 23.6.2011 28. || Hossein Taeb (ook bekend als Taeb, Hassan; ook bekend als Taeb, Hosein; ook bekend als Taeb, Hossein; ook bekend als Taeb, Hussayn; ook bekend als Hojjatoleslam Hossein Ta'eb) || Geboren in 1963 in Teheran, Iran. || Plaatsvervangend bevelhebber inlichtingen van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. || 23.6.2011 29. || Khalid Qaddur || || Zakenpartner van Maher Al-Assad; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 30. || Ra'if Al-Quwatli (ook bekend als Ri'af Al-Quwatli) || || Zakenpartner van Maher Al-Assad; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 31. || Mohammad Mufleh || || Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. || 1.8.2011 32. || Major General Tawfiq Younes || || Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. || 1.8.2011 33. || Mr Mohammed Makhlouf (ook bekend als Abu Rami) || Geboren in Latakia, Syrië op 19 oktober 1932 || Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf. || 1.8.2011 34. || Ayman Jabir || Geboren in Latakia || Verbonden met Mahir al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities. || 1.8.2011 35. || General Ali Habib Mahmoud || Geboren in Tartous, 1939. Benoemd tot minister van Defensie op 3 juni 2009 || Minister van Defensie. Verantwoordelijk voor (operaties van) de Syrische strijdkrachten die betrokken zijn bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking. || 1.8.2011 36. || Hayel Al-Assad || || Adjunct van Maher Al-Assad, hoofd van de militaire politie-eenheid van de vierde divisie van het leger, betrokken bij de repressie. || 23.8.2011 37. || Ali Al-Salim || || Directeur van de dienst aankopen van het Syrische ministerie van Defensie, langs welke alle wapenaankopen van het Syrische leger verlopen. || 23.8.2011 38. || Nizar Al-Assad (نزار الأسد) || Neef van Bashar Al-Assad; voorheen hoofd van de ‘Nizar Oilfield Supplies’ || Zeer nauwe banden met belangrijke overheidsfunctionarissen. Financiert de Shabiha in de regio Latakia. || 23.8.2011 39. || Brigadier-General Rafiq Shahadah || || Hoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI), afdeling 293 (Binnenlandse Zaken) in Damascus. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Damascus. Adviseur van president Bashar Al-Assad voor strategische aangelegenheden en militaire inlichtingen. || 23.8.2011 40. || Brigadier-General Jamea Jamea (Jami Jami) || || Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Dayr az-Zor. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Dayr az-Zor en Alboukamal. || 23.8.2011 41. || Hassan Bin-Ali Al-Turkmani || Geboren in 1935 in Aleppo || Plaatsvervangend vicepresident, voormalig minister van Defensie, speciaal gezant van president Bashar Al-Assad. || 23.8.2011 42. || Muhammad Said Bukhaytan || || Assistent-regionaal secretaris van de Socialistische Arabische Baath-Partij sedert 2005, van 2000 tot 2005 directeur nationale veiligheid van de regionale Baath-partij. Voormalig gouverneur van Hama (1998-2000). Nauwe bondgenoot van president Bashar Al-Assad en Maher Al-Assad. Belangrijke besluitvormer binnen het regime met betrekking tot onderdrukking van de burgerbevolking. || 23.8.2011 43. || Ali Douba || || Verantwoordelijk voor de moordpartij in Hama in 1980, teruggeroepen naar Damascus als speciaal adviseur van president Bashar Al-Assad. || 23.8.2011 44. || Brigadier-General Nawful Al-Husayn || || Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Idlib. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in de provincie Idlib. || 23.8.2011 45. || Brigadier Husam Sukkar || || Presidentieel adviseur voor veiligheidszaken. Presidentieel adviseur van de veiligheidsdiensten voor onderdrukking van en geweld tegen de burgerbevolking. || 23.8.2011 46. || Brigadier-General Muhammed Zamrini || || Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Homs. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Homs. || 23.8.2011 47. || Lieutenant-General Munir Adanov (Adnuf) || || Plaatsvervangend hoofd generale staf, afdeling operaties en opleiding van het Syrische leger. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië. || 23.8.2011 48. || Brigadier-General Ghassan Khalil || || Hoofd inlichtingenafdeling van directoraat algemene inlichtingen (GID). Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië. || 23.8.2011 49. || Mohammed Jabir || Geboren in Latakia || Shabiha-militie. Bondgenoot van Maher Al-Assad bij de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities. || 23.8.2011 50. || Samir Hassan || || Nauwe zakenpartner van Maher Al-Assad. Verleent economische steun aan het Syrische regime. || 23.8.2011 51. || Fares Chehabi (Fares Shihabi) || || Voorzitter van de Kamer van koophandel en industrie van Aleppo. Financieringsbron van het regime. || 2.9.2011 52. || Emad Ghraiwati || Geboren in maart 1959 in Damascus, Syrië || Voorzitter van de Kamer van industrie van Damascus (Zuhair Ghraiwati Sons). Financieringsbron van het regime. || 2.9.2011 53. || Tarif Akhras || Geboren in 1949 in Homs, Syrië || Stichter van de Akhras Group (grondstoffen, handel, verwerking en logistiek), Homs. Financieringsbron van het regime. || 2.9.2011 54. || Issam Anbouba || Geboren in 1949 in Latakia, Syrië || Voorzitter van Issam Anbouba Est. for agro-industry. Financieringsbron van het regime. || 2.9.2011 55. || Tayseer Qala Awwad || Geboren in 1943 in Damascus || Minister van Justitie. Geassocieerd met het Syrische regime, onder meer door de ondersteuning van het beleid en de praktijken van dat regime inzake het willekeurig aanhouden en vasthouden. || 23.9.2011 56. || Dr Adnan Hassan Mahmoud || Geboren in 1966 in Tartous || Minister van Voorlichting. Geassocieerd met het Syrische regime, onder meer door het ondersteunen en uitdragen van het voorlichtingsbeleid van dat regime. || 23.9.2011 57. || Major General Jumah Al-Ahmad || || Bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. || 14.11.2011 58. || Colonel Lu’ai al-Ali || || Hoofd van de militaire inlichtingendienst van Syrië, afdeling Dera'a. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Dera'a. || 14.11.2011 59. || Lt. General Ali Abdullah Ayyub || || Adjunct-chef generale staf (militair en burgerlijk personeel). Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. || 14.11.2011 60. || Lt. General Jasim al-Furayj || || Hoofd generale staf. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. || 14.11.2011 61. || General Aous (Aws) ASLAN || Geboren in 1958 || Bataljonschef van de Republikeinse Garde. Een van de getrouwen van Mahir Al-Assad en van president Al-Assad. Heeft deel aan het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië. || 14.11.2011 62. || General Ghassan Belal || || Generaal, voert het bevel over het veiligheidsbureau van de vierde divisie. Adviseur van Mahir Al-Assad en coördinator van de veiligheidsoperaties. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië. || 14.11.2011 63. || Abdullah Berri || || Leidt de milities van de Berri-clan. Verantwoordelijk voor de regeringsgezinde milities die betrokken zijn bij de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Aleppo. || 14.11.2011 64. || George Chaoui || || Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. || 14.11.2011 65. || Major General Zuhair Hamad || || Adjunct-chef van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. || 14.11.2011 66. || Amar Ismael || || Civiele functionaris - Hoofd van het elektronisch leger van Syrië (inlichtingendienst van de landmacht). Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. || 14.11.2011 67. || Mujahed Ismail || || Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. || 14.11.2011 68. || Saqr Khayr Bek || || Viceminister van Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijk voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Syrië. || 14.11.2011 69. || Major General Nazih || || Adjunct-directeur van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. || 14.11.2011 70. || Kifah Moulhem || || Bataljonscommandant in de vierde divisie. Verantwoordelijk voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Dair Al-Zor. || 14.11.2011 71. || Major General Wajih Mahmud || || Commandant 18e pantserdivisie. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Homs. || 14.11.2011 72. || Bassam Sabbagh || Geboren op 24 augustus 1959 in Damascus. Adres: Kasaa, Anwar al Attar Street, al Midani building, Damascus. Syrisch paspoort nr. 004326765 afgegeven op 2 november 2008, geldig tot november 2014. Lid van de balie van Parijs. || Leidt advocatenkantoor Sabbagh en partners (Damascus). Juridisch en financieel adviseur en zaakvoerder van Rami Makhluf en Khaldoun Makhlouf. Partner van Bachar Al-Assad bij de financiering van een vastgoedproject in Lattakia. Verstrekt financiële bijstand aan het regime. || 14.11.2011 73. || Lt. General Mustafa Tlass || || Adjunct-chef generale staf (logistiek en bevoorrading). Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. || 14.11.2011 74. || Major General Fu’ad Tawil || || Adjunct-chef inlichtingendienst Syrische luchtmacht. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. || 14.11.2011 75. || Mohammad Al-Jleilati || Geboren in 1945 in Damascus || Minister van Financiën. Verantwoordelijk voor de Syrische economie. || 1.12.2011 76. || Dr. Mohammad Nidal Al-Shaar || Geboren in 1956 in Aleppo || Minister van Economie en Handel. Verantwoordelijk voor de Syrische economie. || 1.12.2011 77. || Lt. General Fahid Al-Jassim || || Stafchef. Militair betrokken bij de repressie in Homs. || 1.12.2011 78. || Major General Ibrahim Al-Hassan || || Vicestafchef. Militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 79. || Brigadier Khalil Zghraybih || || 14e divisie. Militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 80. || Brigadier Ali Barakat || || 103e brigade van de Republikeinse Garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 81. || Brigadier Talal Makhluf || || 103e brigade van de Republikeinse Garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 82. || Brigadier Nazih Hassun || || Inlichtingendienst Syrische luchtmacht. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 83. || Captain Maan Jdiid || || Presidentiële garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 84. || Muahmamd Al-Shaar || || Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 85. || Khald Al-Taweel || || Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011 86. || Ghiath Fayad || || Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. || 1.12.2011
B. Entiteiten || Naam || Identificatiegegevens || Redenen || Datum van opneming op de lijst 1. || Bena Properties || || Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 2. || Al Mashreq Investment Fund (AMIF) (ook bekend als Sunduq Al Mashrek Al Istithmari) || P.O. Box 108, Damascus Tel.: +963 11 2110059 / 11 2110043 Fax: +963 933333149 || Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 3. || Hamcho International (Hamsho International Group) || Baghdad Street, P.O. Box 8254, Damascus Tel.: +963 11 2316675 Fax: +963 11 2318875 Website: www.hamshointl.com E-mail: info@hamshointl.com en hamshogroup@yahoo.com || Onder zeggenschap van Mohammed Hamcho of Hamsho; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 4. || Military Housing Establishment (ook bekend als MILIHOUSE) || || Maatschappij voor openbare werken onder zeggenschap van Riyad Shalish en het ministerie van Defensie; financieringsbron van het regime. || 23.6.2011 5. || Political Security Directorate || || Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. || 23.8.2011 6. || General Intelligence Directorate || || Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. || 23.8.2011 7. || Military Intelligence Directorate || || Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. || 23.8.2011 8. || Air Force Intelligence Agency || || Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. || 23.8.2011 9. || IRGC Qods Force (Quds Force) || Teheran, Iran || De Qods-divisie is een gespecialiseerd onderdeel van de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC). De Qods-divisie levert uitrusting en verleent steun om het Syrische regime te helpen de protesten in het land de kop in te drukken. De Qods-divisie heeft de Syrische veiligheidsdiensten technische bijstand, uitrusting en ondersteuning verstrekt om de burgerprotestbewegingen te onderdrukken. || 23.8.2011 10. || Mada Transport || Bijkantoor van Cham Holding Sehanya Dara'a Highway, PO Box 9525 Tel: +963 11 99 62 || Economische entiteit die het regime financiert. || 2.9.2011 11. || Cham Investment Group || Bijkantoor van Cham Holding Sehanya Dara'a Highway, PO Box 9525 Tel.: +963 11 99 62 || Economische entiteit die het regime financiert. || 2.9.2011 12. || Real Estate Bank || Insurance Bldg - Yousef Al-Azmeh Square, Damascus P.O. Box: 2337 Damascus Syrian Arab Republic Tel.: +963 11 2456777 en 2218602 Fax: +963 11 2237938 en 2211186 E-mail: Publicrelations@reb.sy, Website: www.reb.sy || Overheidsbank die het regime financiert. || 2.9.2011 13. || Addounia TV (ook bekend als Dounia TV) || Tel.: +963 11 5667274, +963 11 5667271, Fax: +963 11 5667272 Website: http://www.addounia.tv || Addounia TV heeft aangezet tot geweld tegen de burgerbevolking van Syrië. || 23.9.2011 14. || Cham Holding || Cham Holding Building Daraa Highway - Ashrafiyat Sahnaya Rif Dimashq – Syria P.O Box 9525 Tel.: +963 11 9962 +963 11 668 14000 +963 11 673 1044 Fax: +963 (11) 673 1274 E-mail: info@chamholding.sy Website: www.chamholding.sy || Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; grootste holding van Syrië, trekt profijt uit het regime en ondersteunt het. || 23.9.2011 15. || El-Tel Co. (El-Tel Middle East Company) || Address: Dair Ali Jordan Highway, P.O.Box 13052, Damascus – Syria Tel.: +963 11 2212345 Fax: +963 11 44694450 E-mail: sales@eltelme.com Website: www.eltelme.com || Vervaardiging en levering van telecommunicatieapparatuur voor het leger. || 23.9.2011 16. || Ramak Constructions Co. || Adres: Dara'a Highway, Damascus, Syria Tel.: +963 11 6858111 Mobiel: +963 933 240231 || Bouw van legerkazernes, grenspostgebouwen en andere gebouwen ten behoeve van het leger. || 23.9.2011 17. || Souruh Company (ook bekend als SOROH Al Cham Company) || Adres: Adra Free Zone Area Damascus – Syria Tel.: +963 11 5327266 Mobiel: +963 933 526812 +963 932 878282 Fax: +963 11 5316396 E-mail: sorohco@gmail.com Website: http://sites.google.com/site/ sorohco || Investeringen in plaatselijke militaire industriële projecten waarbij onderdelen van wapens en aanverwante producten worden vervaardigd. Rami Makhlouf is voor 100% eigenaar van het bedrijf. || 23.9.2011 18. || Syriatel || Thawra Street, Ste Building 6th Floor, BP 2900 Tel.: +963 11 61 26 270 Fax: +963 11 23 73 97 19 E-mail: info@syriatel.com.sy; Website: http://syriatel.sy/ || Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime. Middels een licentieovereenkomst betaalt het bedrijf 50% van zijn winst aan de regering. || 23.9.2011 19. || Cham Press TV || Al Qudsi building, 2nd Floor - Baramkeh - Damascus Tel.: +963 11 2260805 Fax: +963 11 2260806 E-mail: mail@champress.com Website: www.champress.net || Televisiekanaal dat deelneemt aan desinformatiecampagnes en oproept tot geweld tegen demonstranten || 1.12.2011 20. || Al Watan || Al Watan Newspaper - Damascus – Duty Free Zone Tel.: +963 11 2137400 Fax: +963 11 2139928 || Dagblad dat deelneemt aan desinformatiecampagnes en oproept tot geweld tegen demonstranten || 1.12.2011 21. || Centre d’études et de recherches syrien (CERS) (CERS, Centre d’Etude et de Recherche Scientifique; SSRC, Scientific Studies and Research Center; Centre de Recherche de Kaboun) || Barzeh Street, PO Box 4470, Damascus || Verleent steun aan het Syrische leger voor de aanschaf van uitrusting die rechtstreeks wordt gebruikt voor het toezicht op en de repressie van demonstranten. || 1.12.2011 22. || Business Lab || Maysat Square, Al Rasafi Street Bldg. 9, PO Box 7155, Damascus Tel.: +963 11 2725499 Fax: +963 11 2725399 || Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige uitrusting door CERS. || 1.12.2011 23. || Industrial Solutions || Baghdad Street 5, PO Box 6394, Damascus Tel./fax: +963 11 4471080 || Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige uitrusting door CERS. || 1.12.2011 24. || Mechanical Construction Factory (MCF) || P.O. Box 35202, Industrial Zone, Al-Qadam Road, Damascus || Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige uitrusting door CERS. || 1.12.2011 25. || Syronics – Syrian Arab Co. for Electronic Industries || Kaboon Street, P.O.Box 5966, Damascus Tel.:+963 11 5111352 Fax:+963 11 5110117 || Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige uitrusting door CERS. || 1.12.2011 26. || Handasieh – Organization for Engineering Industries || P.O.Box 5966,Abou Bakr Al- Seddeq St., Damascus en PO BOX 2849 Al-Moutanabi Street, Damascus en PO BOX 21120 Baramkeh, Damascus Tel.: +963 11 2121816 – +963 11 2121834 – +963 11 2214650 – +963 11 2212743 – +963 11 5110117 || Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige uitrusting door CERS. || 1.12.2011 27. || Syria Trading Oil Company (Sytrol) || Prime Minister Building, 17 Street Nissan, Damascus, Syria. || Overheidsbedrijf dat verantwoordelijk is voor alle olie-uitvoer uit Syrië. Financieringsbron van het regime. || 1.12.2011 28. || General Petroleum Corporation (GPC) || New Sham - Building of Syrian Oil Company, PO Box 60694, Damascus, Syria BOX: 60694 Tel.: +963 11 3141635 Fax: +963 11 3141634 E-mail: info@gpc-sy.com || Oliebedrijf in de hand van de overheid. Financieringsbron van het regime. || 1.12.2011 29. || Al Furat Petroleum Company || Dummar - New Sham - Western Dummer 1st. Island -Property 2299- AFPC Building P.O. Box 7660 Damascus – Syria. Tel.: +963 11 6183333, +963 11 31913333 Fax: +963 11 6184444, +963 11 31914444 E-mail: afpc@afpc.net.sy || Joint venture voor 50% in bezit van GPC. Financieringsbron van het regime. || 1.12.2011 BIJLAGE II bis Lijst van entiteiten of lichamen bedoeld in
artikel 15 en in artikel 16, lid 1, onder b) Entiteiten || Naam || Identificatiegegevens || Redenen || Datum van opneming op de lijst 1. || Commercial Bank of Syria || — Damascus Branch, P.O. Box 2231, Moawiya St., Damascus, Syria; – P.O. Box 933, Yousef Azmeh Square, Damascus, Syria; — Aleppo Branch, P.O. Box 2, Kastel Hajjarin St., Aleppo, Syria; SWIFT/BIC CMSY SY DA; alle kantoren wereldwijd [NPWMD] Website: http://cbs-bank.sy/En-index.php Tel: +963 11 2218890 Fax: +963 11 2216975 algemeen bestuur: dir.cbs@mail.sy || Overheidsbank die het regime financiert. || 13.10.2011 BIJLAGE III Lijst
van bevoegde autoriteiten in de lidstaten en adres voor communicatie met de
Europese Commissie (Aan te vullen
door de lidstaten) A. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten: BELGIË BULGARIJE TSJECHIË DENEMARKEN DUITSLAND ESTLAND IERLAND GRIEKENLAND SPANJE FRANKRIJK ITALIË CYPRUS LETLAND LITOUWEN LUXEMBURG HONGARIJE MALTA NEDERLAND OOSTENRIJK POLEN PORTUGAL ROEMENIË SLOVENIË SLOWAKIJE FINLAND ZWEDEN VERENIGD
KONINKRIJK B. Adres
voor kennisgevingen aan de Europese Commissie: Europese
Commissie Dienst
Instrumenten voor het buitenlands beleid CHAR
12/106 1049
Brussel België E-mail:
relex-sanctions@ec.europa.eu Tel.:
+(32 2) 295 55 85 BIJLAGE IV Lijst van aardolie en
aardolieproducten als bedoeld in artikel 7 GS-code Omschrijving 2709 00 Aardolie en ruwe olie uit
bitumineuze mineralen. 2710 Aardolie
en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten bevattende als
basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze
mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie (de aankoop in Syrië van kerosine/reactiemotorbrandstof
(GN-code 2710 19 21) is niet verboden, mits die brandstof alleen is bedoeld en
wordt gebruikt voor de voortzetting van de vlucht van het vliegtuig waarin de
brandstof wordt getankt). 2712 Vaseline;
paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet,
montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op
andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd. 2713 Petroleumcokes,
petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze
mineralen. 2714 Natuurlijk
bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand;
asfaltiet en asfaltsteen. 2715 00
00 Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van
petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld
bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt ("cut-back")) BIJLAGE V Uitrusting
of programmatuur die kan worden gebruikt voor het toezicht op en de interceptie
van internetcommunicatie en telefoongesprekken, als bedoeld in artikel 4 i) Systeem voor monitoring van wettig
aftappen; ii) Systemen voor deep packet
inspection; iii) Op afstand werkende forensische
programmatuur; iv) Uitrusting voor IMSI- / IMEI- / TMSI-monitoring;
v) Stoorapparatuur voor netwerken; vi) Audio-toezichtsystemen[11]; vii) Technologie voor patroonherkenning
met betrekking tot afbeeldingen, video, stem en spraak; viii) Technologie voor gegevensopslag; ix) Technologie voor het onderscheppen van
sms- en rfid-communicatie; x) Firewall- en monitoringsystemen
voor standaard- en merkgebonden VoIP-protocollen; en xi) Monitoringsystemen voor
satelliettelefonie en gegevenscontrole. BIJLAGE VI Lijst van de in artikel 9 bedoelde
essentiële uitrusting en technologie Algemene
aantekeningen 1. De doelstelling van het
verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de
uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer
verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van
de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere
doeleinden worden aangewend. N.B.: Of de verboden onderdelen als
voornaamste element moeten worden aangemerkt, dient te worden beoordeeld aan de
hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede
andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als
voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt. 2. Met goederen worden in deze
bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld. 3. De definitie van termen
tussen 'enkele aanhalingstekens' wordt gegeven in een technische noot bij de
betrokken post. 4. De definitie van termen
tussen "dubbele aanhalingstekens" kan worden gevonden in bijlage I
bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad. Algemene
technologieopmerking (ATO) 1. "Technologie" die
"noodzakelijk" is voor de "ontwikkeling", de
"productie" of het "gebruik" van verboden goederen is ook
verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen. 2. Het verbod geldt niet voor de
minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en
(controle) reparatie van goederen die niet verboden zijn of waarvan de uitvoer
op grond van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening is
toegestaan. 3. Het verbod op de overdracht
van "technologie" is niet van toepassing op informatie die "voor
iedereen beschikbaar" is, op "fundamenteel wetenschappelijk
onderzoek" en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie. Exploratie
en productie van ruwe aardolie en aardgas 1.A Uitrusting 1. Uitrusting voor geologische
bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal ontworpen en
aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren,
en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 2. Uitrusting voor geologische
bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal aangepast om
gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, tezamen met de
speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 3. Booruitrusting ontworpen voor
het boren in rotsformaties, specifiek voor de exploratie of de productie van
aardolie, aardgas en andere natuurlijke koolwaterstofmaterialen. 4. Boorijzers, boorpijpen, boorkragen,
centreeruitrusting, en andere uitrusting die speciaal is ontworpen voor gebruik
in boorputten van aardolie en aardgas. 5. Boorputkoppen,
veiligheidsafsluiters en kerstboom- of productiekleppen, alsook speciaal
ontworpen onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de API- en ISO-specificaties
voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische noot: a. Een "veiligheids- of
eruptieafsluiter" wordt tijdens het boorproces gewoonlijk op grondniveau
gebruikt (of bij onderwaterboren, op de zeebodem) om ongecontroleerd ontsnappen
van olie en/of gas uit de bron te voorkomen. b. Een "kerstboomklep of
productieklep" wordt gewoonlijk gebruikt om de uitstroom te controleren
van vloeistoffen uit het gemaakte boorgat, en wanneer de olie- en/of
gasproductie is gestart. c. In deze rubriek verwijst de term
"API- en ISO-specificatie" naar de specificaties 6A, 16A, 17D en 11IW
van het American Petroleum Institute en/of de specificaties 10423 en 13533 van
de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor
Normalisatie) voor veiligheidsafsluiters, boorputkoppen en kerstboomkleppen
voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. 6. Boor- en productieplatforms
voor ruwe aardolie en aardgas. 7. Vaartuigen en schepen
voorzien van boor- en/of aardolieverwerkingsuitrusting die worden gebruikt voor
de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke ontvlambare
materialen. 8. Vloeistof/gasafscheiders
(overeenkomstig API-specificatie 12J), speciaal ontworpen voor de productie uit
een aardolie- of aardgasbron, om de vloeibare olie te scheiden van water, en
gas te scheiden van vloeistoffen. 9. Gascompressoren met een
ontwerpdruk van 40 bar (PN 40 en/of ANSI 300) of meer en een aanzuigcapaciteit
van 300.000 Nm3/u of meer, voor de eerste verwerking en het transport van
aardgas, met uitzondering van gascompressoren voor CNG (samengedrukt
aardgas)-stations, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 10. Uitrusting voor de
productiecontrole onder water en de onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de
"API- en ISO-specificaties" voor gebruik in aardolie- en
aardgasbronnen. In 6D103 wordt onder "raket"
verstaan: In deze rubriek verwijst de term "API- en
ISO-specificaties" naar specificatie 17 F van het American Petroleum
Institute en/of specificatie 13268 van de International Standards Organisation
(Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor productiecontrolesystemen
onder water. 11. Pompen, gewoonlijk van hoge
capaciteit en hoge druk (meer dan 0,3 m3 per minuut en/of 40 bar),
die speciaal zijn ontworpen om boorgruis en/of cement in aardolie- en
aardgasbronnen te pompen. 1.B Test-
en inspectie-uitrusting 1. Uitrusting speciaal ontworpen
voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van boorsuspensie,
oliebroncement en andere materialen speciaal ontworpen en/of bereid voor
gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. 2. Uitrusting speciaal ontworpen
voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van steenmonsters,
vloeistof- en gasmonsters en andere materialen afkomstig uit een aardolie- en/of
aardgasbron hetzij tijdens of na het boren, hetzij van de daarmee verbonden
installaties voor eerste verwerking. 3. Uitrusting speciaal ontworpen
voor het vergaren en interpreteren van informatie over de fysische en
mechanische toestand van een aardolie- en/of aardgasbron, alsook voor de
bepaling van de lokale eigenschappen van de rotsformatie en het reservoir. 1.C Materiaal 1. Boorsuspensie, additieven
daarbij en componenten daarvan, speciaal bereid voor de stabilisatie van
aardolie- en aardgasbronnen tijdens het boren, terugwinning van boorsel aan de
oppervlakte, en het smeren en koelen van de booruitrusting in de bron. 2. Cement en andere materialen
overeenkomstig de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en
aardgasbronnen. In 6D103 wordt onder "raket"
verstaan: "API- en ISO-specificatie" verwijst
naar de specificatie 10A van het American Petroleum Institute of naar de
specificatie 10426 van de International Standards Organisation (Internationale
Organisatie voor Normalisatie) voor oliebroncement en andere materialen die
speciaal zijn bereid voor gebruik bij het cementeren van aardolie- en
aardgasbronnen. 3. Corrosiewering,
emulsiebehandeling, antischuimagentia, en andere chemicaliën die speciaal zijn
bereid voor gebruik bij het boren naar en de eerste verwerking van aardolie uit
aardolie- en/of aardgasbronnen. 1.D Programmatuur 1. "Programmatuur"
speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van gegevens van
seismische, elektromagnetische, magnetische of gravimetrische bestandsopnamen
met het oog op prospectie van aardolie- en aardgasbronnen. 2. "Programmatuur"
speciaal ontworpen voor het opslaan, analyseren en interpreteren van informatie
die is verkregen door het boren en de productie met het oog op evaluatie van de
fysische karakteristieken en het gedrag van aardolie- en aardgasvoorraden. 3. "Programmatuur"
speciaal ontworpen voor het "gebruik" van aardolieproductie- en
verwerkingsinstallaties of specifieke ondereenheden van dergelijke
installaties. 1.E Technologie 1. "Technologie" die
is "vereist" voor het "ontwikkelen",
"vervaardigen" of "gebruiken" van apparatuur, bedoeld in
1.A.01 – 1.A11. Raffinage
van aardolie en vloeibaarmaking van aardgas 2.A Uitrusting
1. Warmtewisselaars, als
hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor: a. Lamellen van warmtewisselaars met een
oppervlakte/volume-ratio groter dan 500 m2/m3, speciaal ontworpen voor de
voorkoeling van aardgas; b. Spiraalwarmtewisselaars, speciaal
ontworpen voor de vloeibaarmaking of voorkoeling van aardgas. 2. Cryogene pompen voor het
transport van media op een temperatuur van -120°C en met een
transportcapaciteit van meer dan 500 m³/uur en speciaal hiervoor ontworpen
onderdelen. 3. "Coldbox" en
"coldbox"-uitrusting niet gespecificeerd in 2.A.1. Technische opmerking: "Coldbox"-uitrusting verwijst naar
een speciaal ontworpen constructie, die specifiek is voor LNG-installaties en
het proces van vloeibaarmaking omvat. De "coldbox" omvat
warmtewisselaars, pijpleidingen, andere instrumenten en thermische isolatoren.
De temperatuur binnen de "coldbox" is lager dan -120°C (nodig voor de
condensatie van aardgas). De functie van de "coldbox" is de
thermische isolatie van de hierboven beschreven uitrusting. 4. Uitrusting voor
transportterminals van vloeibaar gas met een temperatuur beneden -120°C en
speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 5. Flexibele en niet-flexibele
verbindingsbuizen met een diameter groter dan 50 mm voor het transport van
media op een temperatuur -120°C. 6. Zeeschepen speciaal ontworpen
voor het transport van LNG. 7. Elektrostatische ontzilters,
speciaal ontworpen voor de verwijdering van contaminanten zoals zout, vaste
stoffen en water uit ruwe aardolie, alsook speciaal daarvoor ontworpen
onderdelen. 8. Alle kraakinstallaties, met
inbegrip van hydrokraakinstallaties en verkooksers, speciaal ontworpen voor de
omzetting van vacuüm gasoliën of vacuümresidu, alsook speciaal daarvoor
ontworpen onderdelen. 9. Waterstof-ontzwavelaars,
speciaal ontworpen voor het ontzwavelen van benzine, dieselfracties en
kerosine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 10. Katalytische reformatoren,
speciaal ontworpen voor de omzetting van ontzwavelde benzine naar superbenzine,
alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 11. Raffinaderijeenheden voor
C5-C6-isomerisatie, en raffinaderijeenheden voor het alkyleren van lichte
olefinen, ter verbetering van de octaanindex van koolwaterstoffracties. 12. Pompen, speciaal ontworpen
voor het transport van ruwe aardolie en brandstoffen, met een capaciteit van
50 m3/uur of meer, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 13. Buizen met een buitendiameter
van 0,2 m of meer en gemaakt uit een van de volgende materialen: a. Roestvrij staal met 23 of meer
gewichtspercenten chroom; b. Roestvrij staal en nikkellegeringen met
een PREN-waarde (weerstand tegen putcorrosie) die hoger is dan 33. Technische opmerking: De "PREN"-waarde (PREN - pitting
resistance equivalent number) geeft de weerstand aan van roestvrij staal en
nikkellegeringen tegen put- of spleetcorrosie. De PREN-waarde van roestvrij
staal en nikkellegeringen wordt voornamelijk bepaald door hun samenstelling,
voornamelijk: chroom, molybdeen en stikstof. De formule voor de berekening van
de PREN is: PRE = Cr + 3.3% Mo + 30% N 14. "Schrapers" (Pigs -
Pipeline Inspection Gauge(s)) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. Technische opmerking: "Schrapers" worden gewoonlijk
gebruikt voor de inwendige schoonmaak of inspectie van een pijplijn
(corrosietoestand of barsten) en worden voortgestuwd door de druk van het
product in de pijplijn. 15. Lanceer- en opvanginstallaties
voor schrapers voor de integratie of wegname van schrapers. 16. Tanks voor de opslag van ruwe
aardolie en brandstoffen met een volume dat groter is dan 1000 m3
(1.000.000 liter), als volgt, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: a. tank met vast dak; b. tank met drijvend dak. 17. Flexibele onderwaterpijpen,
speciaal ontworpen voor het transport van koolwaterstoffen en
injectievloeistoffen, water of gas, met een diameter van meer dan 50 mm. 18. Flexibele pijpen gebruikt voor
hogedruktoepassing aan de oppervlakte of onder water. 19. Isomerisatie-uitrusting,
speciaal ontworpen voor de productie van superbenzine op basis van toevoer van
lichte koolwaterstoffen, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 2.B Test-
en inspectie-uitrusting 1. Uitrusting speciaal ontworpen
voor het testen en analyseren van de kwaliteit (eigenschappen) van ruwe
aardolie en brandstoffen. 2. Interface-controlesystemen
speciaal ontworpen voor de controle en verbetering van het ontziltingsproces. 2.C Materiaal 1. Diëthyleenglycol (CAS
111-46-6), triethyleenglycol (CAS 112-27-6) 2. N-Methylpyrrolidon (CAS
872-50-4), Sulfolaan (CAS 126-33-0) 3. Zeolieten, van natuurlijke of
synthetische oorsprong, speciaal ontworpen voor wervelbedkrakers of voor de
zuivering en/of dehydratie van gas, waaronder aardgas. 4. Katalysatoren voor het kraken
en het omzetten van koolwaterstoffen, als volgt: a. Enkelvoudig metaal (platinagroep) op
type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch
reformeren; b. Gemengd metaal (platinagroep gecombineerd
met andere edelmetalen) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal
ontworpen voor katalytisch reformeren; c. Kobalt- en nikkelkatalysatoren met
toegevoegd molybdeen op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen
voor katalytisch ontzwavelen; d. Palladium-, nikkel-, chroom- en
wolfraamkatalysatoren op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen
voor katalytisch hydrokraken. 5. Benzineadditieven speciaal
bereid voor een groter octaangehalte van de benzine. Aantekening: Hieronder zijn begrepen
ethyl-tertiair-butylether (ETBE)(CAS 637-92-3) en methyl-tertiair-butylether
(MTBE)(CAS 1634-04-4). 2.D Programmatuur 1. "Programmatuur"
speciaal ontworpen voor het "gebruik" van LNG-installaties of
specifieke ondereenheden van dergelijke installaties. 2. "Programmatuur" speciaal
ontworpen voor de "ontwikkeling", de "productie" of het
"gebruik" van installaties (inclusief ondereenheden ervan) voor
olieraffinage. 2.E Technologie 1. "Technologie" voor
de conditionering en de zuivering van ruw aardgas (dehydratie, verzoeten,
verwijdering van verontreiniging). 2. "Technologie" voor
de vloeibaarmaking van aardgas, met inbegrip van "technologie" die is
vereist voor de "ontwikkeling", de "productie" of het
"gebruik" van LNG-installaties. 3. "Technologie" voor
het transport van vloeibaargemaakt aardgas. 4. "Technologie" die
is "vereist" voor de "ontwikkeling", de
"productie" of het "gebruik" van zeeschepen die speciaal
zijn ontworpen voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas. 5. "Technologie" voor
de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen 6. "Technologie" die
is "vereist" voor de "ontwikkeling", de
"productie" of het "gebruik" van een raffinaderij, zoals: 6.1. "Technologie" voor de omzetting
van lichte olefinen naar benzine; 6.2. Katalytisch reformerings- en
isomerisatietechnologie; 6.3. Technologie voor katalytisch en thermisch
kraken. [1] PB L 121 van 10.5.2011, blz.
1. [2] PB L 319 van 2.12.2011, blz. 56. [3] PB L 121 van 10.5.2011, blz.
1. [4] PB L 319 van 2.12.2011, blz.
56. [5] PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1. [6] PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1. [7] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. [8] PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3. [9] PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1. [10] PB C 86 van 18.3.2011, blz. 1. [11] Bandrecordertechnologie;
buismicrofoons, enz.