EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011PC0770

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van liften en veiligheidscomponenten voor liften

/* COM/2011/0770 definitief - 2011/0354 (COD) */

52011PC0770

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van liften en veiligheidscomponenten voor liften /* COM/2011/0770 definitief - 2011/0354 (COD) */


TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel

Algemene context, motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel wordt ingediend in het kader van de tenuitvoerlegging van het "goederenpakket", dat in 2008 is vastgesteld. Het maakt deel uit van een pakket voorstellen om tien productrichtlijnen op één lijn te brengen met Besluit nr. 768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten.

De harmonisatiewetgeving van de Unie om het vrije verkeer van goederen te waarborgen heeft aanzienlijk bijgedragen tot de voltooiing en functionering van de eengemaakte markt. De wetgeving is op een hoog beschermingsniveau gebaseerd, biedt marktdeelnemers de middelen om conformiteit aan te tonen en waarborgt aldus door vertrouwen in de producten het vrije verkeer.

Richtlijn 95/16/EG is een voorbeeld van deze harmonisatiewetgeving van de Unie en waarborgt het vrije verkeer van liften en veiligheidscomponenten voor liften. In deze richtlijn zijn de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen vastgelegd waaraan liften en veiligheidscomponenten voor liften moeten voldoen om op de EU-markt te mogen worden aangeboden. Fabrikanten moeten aantonen dat een lift of een veiligheidscomponent voor liften in overeenstemming met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen is ontworpen en vervaardigd, en moeten de CE-markering op de lift of de veiligheidscomponent aanbrengen.

Uit ervaring met de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn in de uitvoering en handhaving van deze wetgeving – in meerdere sectoren – bepaalde zwakke punten en inconsistenties gebleken, die hebben geleid tot:

– de aanwezigheid op de markt van niet-conforme of gevaarlijke producten en dientengevolge een zeker gebrek aan vertrouwen in de CE-markering;

– concurrentienadelen voor marktdeelnemers die aan de wetgeving voldoen, ten opzichte van marktdeelnemers die de regels omzeilen;

– ongelijke behandeling in geval van niet-conforme producten en verstoring van de concurrentie tussen marktdeelnemers als gevolg van verschillende handhavingspraktijken;

– uiteenlopende praktijken bij de aanwijzing van conformiteitsbeoordelingsinstanties door nationale autoriteiten;

– problemen met de kwaliteit van bepaalde aangemelde instanties.

Bovendien is het regelgevingskader steeds ingewikkelder geworden, aangezien vaak verschillende wetgeving gelijktijdig op een en hetzelfde product van toepassing is. Inconsistenties in deze wetgeving maken het voor marktdeelnemers en autoriteiten steeds moeilijker om die wetgeving op de juiste wijze te interpreteren en toe te passen.

Om deze horizontale tekortkomingen in de harmonisatiewetgeving van de Unie, die in verschillende industriesectoren zijn waargenomen, te verhelpen, is in 2008 als onderdeel van het goederenpakket het nieuwe wetgevingskader vastgesteld. Dit heeft ten doel de bestaande regels aan te scherpen en aan te vullen en de praktische aspecten van de uitvoering en handhaving te verbeteren. Het nieuwe wetgevingskader (NWK) bestaat uit twee elkaar aanvullende instrumenten: Verordening (EG) nr. 765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht en Besluit nr. 768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten.

In de NWK-verordening zijn regels voor accreditatie (een instrument voor de beoordeling van de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties) en eisen voor de organisatie en de goede uitvoering van het markttoezicht en de controle van producten uit derde landen vastgelegd. Deze regels zijn sinds 1 januari 2010 rechtstreeks in alle lidstaten van toepassing.

Het NWK-besluit omvat een gemeenschappelijk kader voor de productharmonisatiewetgeving van de EU. Dit kader bestaat uit vaak gebruikte bepalingen in de EU-productwetgeving (bv. definities, verplichtingen voor marktdeelnemers, aangemelde instanties, vrijwaringsmechanismen). Deze gemeenschappelijke bepalingen zijn aangescherpt om te waarborgen dat de richtlijnen in de praktijk doeltreffender kunnen worden toegepast en gehandhaafd. Er zijn nieuwe elementen toegevoegd, zoals verplichtingen voor importeurs, die cruciaal zijn om de veiligheid van producten op de markt te verbeteren.

De bepalingen van het NWK-besluit en de NWK-verordening vullen elkaar aan en hangen nauw samen. Het NWK-besluit bevat de overeenkomstige verplichtingen voor marktdeelnemers en aangemelde instanties, zodat markttoezichtautoriteiten en autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor aangemelde instanties, de hun door de NWK-verordening opgelegde taken naar behoren kunnen verrichten en zodat de EU-productwetgeving doeltreffend en consistent kan worden gehandhaafd.

In tegenstelling tot de NWK-verordening zijn de bepalingen van het NWK-besluit niet rechtstreeks van toepassing. Om te waarborgen dat alle economische sectoren die onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallen, van de verbeteringen van het NWK profiteren, moeten de bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande productwetgeving worden opgenomen.

Uit een enquête na de vaststelling van het goederenpakket in 2008 is gebleken dat de harmonisatiewetgeving van de Unie betreffende producten binnen de daaropvolgende drie jaar grotendeels moest worden herzien, niet alleen om de problemen aan te pakken die zich in alle sectoren voordeden, maar ook om sectorspecifieke redenen. Een dergelijke herziening zou automatisch ook stroomlijning van de desbetreffende wetgeving met het NWK-besluit omvatten, aangezien het Parlement, de Raad en de Commissie zich ertoe hebben verplicht de bepalingen ervan zo veel mogelijk in toekomstige productwetgeving te gebruiken om het regelgevingskader optimale samenhang te geven.

Voor een aantal andere harmonisatierichtlijnen van de Unie, waaronder Richtlijn 95/16/EG, was binnen deze periode geen revisie om sectorspecifieke redenen voorzien. Om ervoor te zorgen dat de problemen in verband met niet-conformiteit en aangemelde instanties desalniettemin in deze sectoren worden aangepakt, en in het belang van de samenhang van het totale regelgevingskader voor producten, is besloten deze richtlijnen in één pakket op één lijn te brengen met het NWK-besluit.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Dit initiatief is in overeenstemming met de Akte voor de interne markt[1], waarin de nadruk is gelegd op de noodzaak om het vertrouwen van de consument in de kwaliteit van producten op de markt te herstellen en op het belang van aanscherping van het markttoezicht.

Bovendien ondersteunt het initiatief het beleid van de Commissie inzake betere regelgeving en vereenvoudiging van het regelgevingskader.

2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

Raadpleging van belanghebbende partijen

Het op één lijn brengen van de Richtlijn 95/16/EG met het NWK-besluit is besproken met nationale deskundigen die voor de uitvoering van deze richtlijn verantwoordelijk zijn, met de groep aangemelde instanties, met de groep administratieve samenwerking, met normalisatie-instanties, met vertegenwoordigers van de liftensector, alsook in bilaterale vergaderingen met organisaties die installateurs van liften, fabrikanten van liftcomponenten en kleine en middelgrote ondernemingen uit de liftindustrie vertegenwoordigen, met vakbonden en met organisaties van eigenaren van onroerend goed.

Van juni tot oktober 2010 is onder alle sectoren die bij dit initiatief betrokken zijn, een openbare raadpleging georganiseerd. Deze bestond uit vier specifieke vragenlijsten voor marktdeelnemers, autoriteiten, aangemelde instanties en gebruikers; de diensten van de Commissie hebben 300 antwoorden ontvangen. De resultaten zijn bekendgemaakt op:

http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/regulatory-policies-common-rules-for-products/new-legislative-framework/index_en.htm

Naast de algemene raadpleging is er een specifieke raadpleging van de kleine en middelgrote ondernemingen uitgevoerd. Via het Enterprise Europe Network zijn in mei-juni 2010 603 kleine en middelgrote ondernemingen geraadpleegd. De resultaten zijn beschikbaar op: http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/files/new-legislative-framework/smes_statistics_en.pdf

Uit het raadplegingsproces is gebleken dat het initiatief breed wordt gedragen. Men is unaniem van oordeel dat het markttoezicht en het systeem voor beoordeling van en toezicht op aangemelde instanties moeten worden verbeterd. De autoriteiten ondersteunen deze maatregel volledig, omdat het bestaande systeem hierdoor wordt versterkt en de samenwerking op EU-niveau wordt verbeterd. Het bedrijfsleven verwacht een gelijker speelveld als gevolg van doeltreffender optreden tegen producten die niet aan de wetgeving voldoen, alsmede een vereenvoudigingseffect door stroomlijning van de wetgeving. Er was enige bezorgdheid over sommige verplichtingen, die echter noodzakelijk zijn om de doeltreffendheid van het markttoezicht te vergroten. Deze maatregelen zullen geen significante kosten voor het bedrijfsleven met zich brengen en de voordelen die uit het verbeterde markttoezicht voortvloeien, zouden de kosten ruimschoots moeten compenseren.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

De effectbeoordeling van dit uitvoeringspakket bouwt grotendeels voort op de effectbeoordeling die voor het nieuwe wetgevingskader is uitgevoerd. Naast de deskundigheid die in die context is bijeengebracht en geanalyseerd, heeft er nadere raadpleging van sectorspecifieke deskundigen en belangengroepen, alsmede van horizontale deskundigen op het gebied van technische harmonisatie, conformiteitsbeoordeling, accreditatie en markttoezicht plaatsgevonden.

Voor bepaalde sectoren is een beroep gedaan op externe deskundigheid om basisgegevens te verkrijgen, waaronder studies met betrekking tot liften: (2004)[2] en (2007)[3].

Effectbeoordeling

Op basis van de verzamelde informatie heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd waarin drie opties zijn onderzocht en vergeleken.

Optie 1 - geen wijzigingen in de huidige situatie

Deze optie houdt in dat er geen wijzigingen van de huidige richtlijn worden voorgesteld en dat er uitsluitend van wordt uitgegaan dat de NWK-verordening tot bepaalde verbeteringen zal leiden.

Optie 2 - op één lijn brengen met het NWK-besluit door middel van niet-wetgevende maatregelen

In optie 2 wordt de mogelijkheid overwogen vrijwillige stroomlijning met de bepalingen van het NWK-besluit te stimuleren, bv. door ze als beste praktijken in richtsnoeren te presenteren.

Optie 3 - op één lijn brengen met het NWK-besluit door middel van wetgevende maatregelen

Deze optie bestaat uit het opnemen van de bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande richtlijnen.

Optie 3 heeft de voorkeur, omdat:

– hiermee het concurrentievermogen van ondernemingen en aangemelde instanties die hun verplichtingen serieus nemen, ten opzichte van degenen die zich niet aan het systeem houden, wordt verbeterd;

– hiermee de werking van de interne markt wordt verbeterd door gelijke behandeling van alle marktdeelnemers te waarborgen, met name van importeurs en distributeurs, alsmede van aangemelde instanties;

– hiermee geen significante kosten voor marktdeelnemers en aangemelde instanties gemoeid zijn en geen extra kosten of slechts verwaarloosbare kosten worden verwacht voor degenen die al verantwoordelijk handelen;

– deze optie doeltreffender wordt geacht dan optie 2: gezien de gebrekkige handhavingsmogelijkheden van optie 2 is het twijfelachtig of de positieve gevolgen zich met die optie werkelijk zullen voordoen;

– opties 1 en 2 geen oplossing bieden voor het probleem van inconsistenties in het regelgevingskader en derhalve geen positieve uitwerking hebben op de vereenvoudiging van het regelgevingskader.

3. Belangrijkste elementen van het voorstel 3.1. Horizontale definities

In het voorstel worden geharmoniseerde definities vastgelegd van termen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie vaak worden gebruikt en derhalve in die wetgeving een consistente betekenis moeten krijgen.

3.2. Verplichtingen van marktdeelnemers en traceerbaarsheidseisen

In het voorstel worden de verplichtingen van installateurs, fabrikanten en gemachtigden verduidelijkt en worden verplichtingen voor importeurs en distributeurs vastgelegd. Importeurs moeten controleren of de fabrikant de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd en technische documentatie heeft opgesteld. Zij moeten er ook bij de fabrikant op toezien dat deze technische documentatie op verzoek aan de autoriteiten kan worden verstrekt. Bovendien moeten importeurs controleren of de veiligheidscomponenten voor liften de juiste markering dragen en van de vereiste documenten vergezeld gaan. Zij moeten een kopie van de conformiteitsverklaring bewaren en hun naam en adres op het product aanbrengen, of, indien dit niet mogelijk is, op de verpakking of in de begeleidende documentatie. Distributeurs moeten controleren of liften en veiligheidscomponenten voor liften van de CE-markering en de naam van de fabrikant en, in voorkomend geval, van de importeur zijn voorzien en of zij van de vereiste documentatie en instructies vergezeld gaan.

Importeurs en distributeurs moeten met markttoezichtautoriteiten samenwerken en passende maatregelen nemen wanneer zij niet-conforme veiligheidscomponenten voor liften hebben geleverd.

Er worden voor alle marktdeelnemers aangescherpte traceerbaarheidsverplichtingen vastgelegd. Op liften moeten de naam en het adres van de installateur zijn aangebracht, alsmede een nummer om vast te stellen om welke lift het gaat en welke technische documentatie erbij hoort. Op veiligheidscomponenten voor liften moeten de naam en het adres van de fabrikant zijn aangebracht, alsmede een nummer om vast te stellen om welke veiligheidscomponent voor liften het gaat en welke technische documentatie erbij hoort. Wanneer een veiligheidscomponent voor liften wordt ingevoerd, moeten ook de naam en het adres van de importeur op de veiligheidscomponent voor liften zijn aangebracht. Bovendien moet iedere marktdeelnemer de autoriteiten kunnen meedelen van welke marktdeelnemer hij een lift of veiligheidscomponent voor liften heeft ontvangen of aan wie hij een lift of veiligheidscomponent voor liften heeft geleverd.

3.3. Geharmoniseerde normen

Overeenstemming met geharmoniseerde normen vestigt het vermoeden van conformiteit met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen. Op 1 juni 2011 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening betreffende Europese normalisatie[4] goedgekeurd waarin een horizontaal rechtskader voor Europese normalisatie wordt vastgelegd. Dat voorstel voor de verordening bevat onder andere bepalingen over normalisatieverzoeken van de Commissie aan Europese normalisatie-instellingen, over de procedure voor bezwaar tegen een geharmoniseerde norm en over deelname van belanghebbenden aan het normalisatieproces. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 95/16/EG die dezelfde aspecten betreffen, met het oog op de rechtszekerheid uit het onderhavige voorstel geschrapt.

De bepaling dat overeenstemming met geharmoniseerde normen het vermoeden van conformiteit vestigt, is gewijzigd om de reikwijdte van het vermoeden van conformiteit te verduidelijken wanneer normen slechts een deel van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen bestrijken.

3.4. Conformiteitsbeoordeling en CE-markering

In Richtlijn 95/16/EG zijn de conformiteitsbeoordelingsprocedures gekozen die installateurs moeten toepassen om aan te tonen dat de liften die zij installeren aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoen.

Het voorstel brengt deze procedures op één lijn met de geactualiseerde versies die in het NWK-besluit zijn vastgelegd. Sectorspecifieke elementen van de procedures zijn gehandhaafd. Er is ook een model voor de EU-conformiteitsverklaring opgenomen.

De algemene beginselen van de CE-markering zijn in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgelegd, terwijl de gedetailleerde bepalingen voor het aanbrengen van de CE-markering op liften en veiligheidscomponenten voor liften in dit voorstel zijn opgenomen.

3.5. Aangemelde instanties

In het voorstel worden de aanmeldingscriteria voor aangemelde instanties aangescherpt. Er wordt verduidelijkt dat dochterondernemingen of onderaannemers ook aan de aanmeldingseisen moeten voldoen. Er worden specifieke eisen voor aanmeldende autoriteiten vastgelegd en de procedure voor de aanmelding van aangemelde instanties wordt herzien. De bekwaamheid van een aangemelde instantie moet door een accreditatiecertificaat worden aangetoond. Wanneer geen accreditatie is gebruikt om de bekwaamheid van een aangemelde instantie te beoordelen, moet de aanmelding de documentatie bevatten waaruit blijkt op welke wijze de bekwaamheid van die instantie is beoordeeld. De lidstaten hebben de mogelijkheid tegen een aanmelding bezwaar te maken.

3.6. Markttoezicht en de vrijwaringsprocedure

In het voorstel wordt de bestaande vrijwaringsprocedure herzien. Er wordt een periode ingevoerd gedurende welke de lidstaten informatie kunnen uitwisselen wanneer wordt vastgesteld dat een niet-conforme lift of veiligheidscomponent voor liften in de handel is gebracht, en er wordt gespecificeerd welke stappen de betrokken autoriteiten moeten nemen. Een echte vrijwaringsprocedure (die leidt tot een besluit op het niveau van de Commissie over de vraag of een maatregel al dan niet gerechtvaardigd is) wordt alleen ingeleid wanneer een andere lidstaat bezwaar maakt tegen een maatregel die tegen een lift of een veiligheidscomponent voor liften is genomen. Wanneer er overeenstemming is over de beperkende maatregel, moeten alle lidstaten op hun grondgebied passende maatregelen nemen.

3.7. Comitéprocedure en gedelegeerde handelingen

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft een duidelijk onderscheid tussen gedelegeerde handelingen (artikel 290) en uitvoeringshandelingen (artikel 291) ingevoerd en de rol van comités verduidelijkt.

Richtlijn 95/16/EG voorzag in een permanent comité. Aangezien dit comité niet bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen zoals bepaald in artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betrokken is en volgens de nieuwe richtlijn geen uitvoeringshandelingen moeten worden vastgesteld, is deze bepaling in het voorstel geschrapt.

De Commissie zal overeenkomstig haar mededeling "Kader voor deskundigengroepen van de Commissie: horizontale voorschriften en openbaar register"[5] een deskundigenwerkgroep oprichten die de taken van het permanent comité van Richtlijn 95/16/EG zal uitvoeren om vragen in verband met de toepassing van de richtlijn te onderzoeken.

Het voorstel voert voor de Commissie de bevoegdheid in gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van veiligheidscomponenten voor liften in bijlage III aan de technische vooruitgang en nieuwe wetenschappelijke inzichten aan te passen.

4. Juridische elementen van het voorstel

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteitsbeginsel

De Unie en de lidstaten zijn samen bevoegd voor de interne markt. Het subsidiariteitsbeginsel is met name aan de orde bij de nieuwe bepalingen die bedoeld zijn om de effectieve handhaving van Richtlijn 95/16/EG te verbeteren, namelijk de verplichtingen voor importeurs en distributeurs, de traceerbaarheidsbepalingen, de bepalingen over de beoordeling en aanmelding van aangemelde instanties en de aangescherpte samenwerkingsverplichtingen in het kader van de herziene procedures voor markttoezicht en vrijwaring.

Uit ervaring met de handhaving van de wetgeving is gebleken dat maatregelen die op nationaal niveau werden genomen, tot uiteenlopende benaderingswijzen en een verschillende behandeling van marktdeelnemers in de EU hebben geleid, hetgeen het doel van deze richtlijn ondermijnt. Als er op nationaal niveau maatregelen worden getroffen om de problemen aan te pakken, houdt dit het risico in dat belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen worden opgeworpen. Bovendien zijn nationale maatregelen beperkt tot de territoriale bevoegdheid van een lidstaat. Gezien de toenemende internationalisatie van de handel stijgt het aantal grensoverschrijdende gevallen voortdurend. De gestelde doelen en met name een doeltreffender markttoezicht kunnen veel beter worden bereikt door gecoördineerd optreden op EU-niveau. Daarom is het zinvoller op EU-niveau maatregelen te treffen.

Ook het probleem van inconsistenties tussen de verschillende richtlijnen kan alleen door de EU-wetgever worden opgelost.

Evenredigheidsbeginsel

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de voorgestelde wijzigingen niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

De nieuwe of gewijzigde verplichtingen leiden niet tot onnodige lasten en kosten voor het bedrijfsleven, en in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, of voor overheidsinstanties. Voor wijzigingen met negatieve gevolgen kon op basis van de analyse van de gevolgen van de optie de meest evenredige oplossing voor de geconstateerde problemen worden gekozen. Bij een aantal wijzigingen wordt de duidelijkheid van de bestaande richtlijn vergroot, zonder dat belangrijke nieuwe eisen worden opgelegd waaraan extra kosten verbonden zijn.

Gebruikte wetgevingstechniek

Om de richtlijn met het NWK-besluit op één lijn te brengen zijn een aantal materiële wijzigingen van Richtlijn 95/16/EG noodzakelijk. Met het oog op de leesbaarheid van de gewijzigde tekst is voor de herschikkingstechniek gekozen overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[6].

De wijzigingen van Richtlijn 95/16/EG betreffen: de definities, de verplichtingen van marktdeelnemers, het vermoeden van conformiteit dat door geharmoniseerde normen wordt geboden, de conformiteitsverklaring, de CE-markering, de aangemelde instanties, de vrijwaringprocedure en de conformiteitsbeoordelingsprocedures.

Het voorstel wijzigt niet het toepassingsgebied van Richtlijn 95/16/EG en de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen.

5. Gevolgen voor de begroting

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

6. Aanvullende informatie

Intrekking van bestaande wetgeving

De vaststelling van het voorstel heeft de intrekking van Richtlijn 95/16/EG tot gevolg.

Europese Economische Ruimte

Het voorstel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

ê 95/16/EG (aangepast)

2011/0354 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van liften en veiligheidscomponenten voor liften

(Herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Ö betreffende de werking van de Europese Unie Õ, inzonderheid op en met name artikel 100 A Ö 114 Õ,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[7],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

ê 95/16/EG overweging 1

Overwegende dat het de taak van de Lid-Staten is op hun grondgebied zorg te dragen voor de veiligheid en de gezondheid van personen;

ê 95/16/EG overweging 2 (aangepast)

Overwegende dat de paragrafen 65 en 68 van het Witboek betreffende de voltooiing van de interne markt, dat in juni 1985 door de Europese Raad is goedgekeurd, voorzien in toepassing van de nieuwe aanpak op het gebied van de onderlinge aanpassing van de wetgevingen;

ê 95/16/EG overweging 3 (aangepast)

Overwegende dat Richtlijn 84/529/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake liften met elektrische, hydraulische of oleo-elektrische aandrijving[8] niet voor alle typen liften vrij verkeer mogelijk maakt; dat de dwingende bepalingen van de nationale stelsels voor de niet onder Richtlijn 84/529/EEG begrepen typen door de ongelijkheid ervan handelsbelemmeringen binnen de Gemeenschap vormen; dat derhalve de nationale bepalingen met betrekking tot liften moeten worden geharmoniseerd;

ê 95/16/EG overweging 4 (aangepast)

Overwegende dat Richtlijn 84/528/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gemeenschappelijke bepalingen voor hef- en verladingsapparatuur[9] als kaderrichtlijn dient voor twee bijzondere richtlijnen, namelijk Richtlijn 84/529/EEG en Richtlijn 86/663/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gemotoriseerde transportwerktuigen[10], die is ingetrokken bij Richtlijn 91/368/EEG van de Raad van 20 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 89/392/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende machines[11];

ò nieuw

(1) Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften[12] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

(2) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93[13] stelt regels vast inzake de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in de algemene beginselen inzake CE-markering. Om rechtszekerheid te waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en controle van liften en veiligheidscomponenten voor liften die de markt van de Unie binnenkomen, van toepassing zijn op liften en veiligheidscomponenten voor liften die onder deze richtlijn vallen. Deze richtlijn mag de lidstaten niet beletten te kiezen welke autoriteiten voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn.

(3) Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad[14] stelt een gemeenschappelijk kader van algemene beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om in alle wetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor het verhandelen van producten te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Richtlijn 95/16/EG moet derhalve aan dat besluit worden aangepast.

ê 95/16/EG overweging 5 (aangepast)

(4) Overwegende dat dDe Commissie Ö heeft Õ op 8 juni 1995 Aanbeveling 95/216/EG[15] betreffende een betere beveiliging van bestaande liften heeft aangenomen;.

ê 95/16/EG overweging 6 (aangepast)

Overwegende dat de essentiële eisen van de onderhavige richtlijn het beoogde veiligheidsniveau alleen waarborgen voor zover passende, uit Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming[16] gekozen overeenstemmingsbeoordelingsprocedures de naleving van die eisen waarborgen;

ê 95/16/EG overweging 7 (aangepast)

Overwegende dat liften, of bepaalde veiligheidscomponenten daarvan, die aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de onderhavige richtlijn voldoen alleen in de handel mogen worden gebracht, wanneer daarop duidelijk zichtbaar de CE-markering is aangebracht;

ê 95/16/EG overweging 8 (aangepast)

Overwegende dat de onderhavige richtlijn alleen algemene essentiële eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid geeft; dat het, teneinde het voor de fabrikanten gemakkelijker te maken om aan te tonen dat aan de essentiële eisen is voldaan, gewenst is dat er op het gebied van preventie van risico's die samenhangen met het ontwerp en de installatie van de liften geharmoniseerde Europese normen komen aan de hand waarvan tevens de overeenstemming met de essentiële eisen kan worden gecontroleerd; dat deze geharmoniseerde Europese normen worden opgesteld door particuliere instellingen en dat zij hun karakter van niet-verbindende tekst moeten behouden; dat de Europese Commissie voor normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) daarom erkend zijn als bevoegde instellingen voor de vaststelling van geharmoniseerde normen overeenkomstig de op 13 november 1984 ondertekende algemene richtsnoeren voor de samenwerking tussen de Commissie en deze beide instellingen; dat in de onderhavige richtlijn onder een geharmoniseerde norm wordt verstaan een technische specificatie die door één van beide of beide instellingen is aangenomen in opdracht van de Commissie, overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften[17] en uit hoofde van bovengenoemde algemene richtsnoeren;

ê 95/16/EG overweging 10 (aangepast)

Overwegende dat deze richtlijn opgesteld is om alle gevaren van liften voor de gebruikers en voor de in de constructie aanwezige personen te bestrijken; dat deze richtlijn derhalve moet worden beschouwd als een richtlijn in de zin van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde produkten[18];

ê 95/16/EG overweging 11(aangepast)

Overwegende dat op 20 december 1994 overeenstemming is bereikt over een „modus vivendi” tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de uitvoeringsmaatregelen van besluiten die volgens de procedure van artikel 189 B van het EG-Verdrag worden vastgesteld,

ò nieuw

(5) Het is de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemers dat liften en veiligheidscomponenten voor liften conform zijn met de gestelde eisen, in overeenstemming met de respectieve rol die zij vervullen in de toeleveringsketen, teneinde algemene belangen zoals gezondheid en veiligheid, en de consumenten in grote mate te beschermen en eerlijke mededinging op de markt van de Unie te waarborgen.

(6) Alle marktdeelnemers die een rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend liften en veiligheidscomponenten voor liften op de markt aanbieden die aan deze richtlijn voldoen. Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen.

(7) De fabrikant en de installateur, die op de hoogte zijn van de details van het ontwerp- en productieproces, zijn het best geplaatst om de conformiteitsbeoordelingsprocedure volledig uit te voeren. De verplichting voor de conformiteitsbeoordeling moet daarom uitsluitend op de installateur of de fabrikant blijven rusten.

(8) Er moet worden gewaarborgd dat veiligheidscomponenten voor liften die vanuit derde landen in de Unie in de handel komen, aan de eisen van deze richtlijn voldoen, en met name dat de fabrikant adequate beoordelingsprocedures met betrekking tot deze veiligheidscomponenten voor liften heeft uitgevoerd. Bijgevolg moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat de veiligheidscomponenten voor liften die zij in de handel brengen aan de eisen van deze richtlijn voldoen en dat zij geen veiligheidscomponenten voor liften in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico inhouden. Er moet eveneens worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben plaatsgevonden en dat markering en documenten die de fabrikanten met betrekking tot veiligheidscomponenten voor liften opstellen ter beschikking staan van de toezichthoudende autoriteiten.

(9) De distributeur biedt een veiligheidscomponent voor liften pas aan op de markt nadat het door de fabrikant of de importeur in de handel is gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij met de veiligheidscomponent voor liften omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van de veiligheidscomponent voor liften.

(10) Wanneer importeurs een veiligheidscomponent voor liften in de handel brengen, moeten zij hun naam en contactadres op de veiligheidscomponent vermelden. Er moet in uitzonderingen hierop worden voorzien wanneer dit door de omvang of aard van de veiligheidscomponent voor liften niet mogelijk is. Een dergelijk geval is bijvoorbeeld wanneer de importeur de verpakking zou moeten openen om zijn naam en adres op de veiligheidscomponent voor liften te vermelden.

(11) Wanneer een marktdeelnemer een lift of een veiligheidscomponent voor liften onder zijn eigen naam of handelsmerk in de handel brengt of een lift of een veiligheidscomponent voor liften zodanig wijzigt dat de conformiteit met de eisen van deze richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als installateur of fabrikant worden beschouwd en de verplichtingen van de installateur of fabrikant op zich nemen.

(12) Omdat distributeurs en importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten, en moeten zij bereid zijn actief medewerking te verlenen door die autoriteiten alle nodige informatie over de veiligheidscomponenten voor liften te verstrekken.

(13) Het markttoezicht wordt eenvoudiger en doeltreffender wanneer gewaarborgd wordt dat liften of veiligheidscomponenten voor liften in de hele toeleveringsketen traceerbaar zijn. Een efficiënt traceringssysteem verlicht de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij marktdeelnemers dienen op te sporen die niet-conforme liften of veiligheidscomponenten voor liften op de markt hebben aangeboden.

(14) Deze richtlijn moet beperkt blijven tot het formuleren van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen. Om de beoordeling van de conformiteit van liften en veiligheidscomponenten voor liften met die eisen te vergemakkelijken, moet worden voorzien in een vermoeden van conformiteit voor liften en veiligheidscomponenten voor liften die voldoen aan geharmoniseerde normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. [../..] van het Europees Parlement en de Raad van […..] betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad[19] zijn vastgesteld om die eisen in gedetailleerde technische specificaties om te zetten. De essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn waarborgen het beoogde veiligheidsniveau alleen voor zover passende conformiteitsbeoordelingsprocedures de naleving van die eisen waarborgen.

(15) Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie] voorziet in een procedure voor bezwaren tegen geharmoniseerde normen die niet volledig aan de eisen van deze richtlijn voldoen.

(16) Er moet worden gezorgd voor conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen en de bevoegde instanties kunnen waarborgen dat op de markt aangeboden liften of veiligheidscomponenten voor liften aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoen. Besluit nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, uiteenlopend van de minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen.

(17) De installateur of de fabrikant moet een EU-conformiteitsverklaring opstellen waarin hij gedetailleerde informatie verstrekt over de conformiteit van een lift of een veiligheidscomponent voor liften met de eisen van de relevante harmonisatiewetgeving van de Unie.

(18) De CE-markering, waarmee de conformiteit van een lift of een veiligheidscomponent voor liften wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van het proces van conformiteitsbeoordeling in brede zin. In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen voor het gebruik van de CE-markering vastgesteld. In deze richtlijn moeten voorschriften met betrekking tot het aanbrengen van de CE-markering worden vastgesteld.

(19) Bij de in deze richtlijn beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures spelen conformiteitsbeoordelingsinstanties, die door de lidstaten bij de Commissie worden aangemeld, een rol.

(20) De ervaring heeft geleerd dat de in Richtlijn 95/16/EG vastgestelde criteria waaraan conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen om bij de Commissie aangemeld te kunnen worden, ontoereikend zijn om een uniform, hoog prestatieniveau van aangemelde instanties in de hele Unie te waarborgen. Het is echter essentieel dat alle aangemelde instanties hun functies op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties die willen worden aangemeld met het oog op het verlenen van conformiteitsbeoordelingsdiensten.

(21) Om bij de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling een samenhangend kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen, moeten ook eisen worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en andere instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en bij het toezicht op aangemelde instanties betrokken zijn.

(22) Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria vastgelegd in geharmoniseerde normen, dient zij te worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige eisen van deze richtlijn.

(23) Het in deze richtlijn beschreven systeem moet worden aangevuld door het accreditatiesysteem van Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, moet accreditatie ook met het oog op aanmelding worden gebruikt.

(24) Accreditatie die zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 765/2008 op transparante wijze georganiseerd is en het nodige vertrouwen in conformiteitscertificaten waarborgt, moet door de nationale autoriteiten in de hele Unie beschouwd worden als het geschiktste middel waarmee de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kan aangetoond worden. De nationale autoriteiten kunnen evenwel van oordeel zijn dat zij over de passende middelen beschikken om deze beoordeling zelf te verrichten. In dit geval moeten zij, om te waarborgen dat de beoordeling door andere nationale autoriteiten voldoende betrouwbaar is, aan de Commissie en de andere lidstaten het nodige bewijsmateriaal overleggen waaruit blijkt dat de beoordeelde conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de relevante regelgevingseisen voldoen.

(25) Conformiteitsbeoordelingsinstanties besteden veelal een deel van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit of maken gebruik van een ondergeschikte instantie. Om het beschermingsniveau te kunnen garanderen dat nodig is voor producten die in de Unie in de handel worden gebracht, is het essentieel dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als aangemelde instanties. Daarom is het belangrijk dat ook de activiteiten die door onderaannemers en dochterondernemingen worden verricht, worden betrokken in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden aangemeld en in het toezicht op reeds aangemelde instanties.

(26) De aanmeldingsprocedure moet efficiënter en transparanter worden, en met name worden aangepast aan nieuwe technologie, zodat de aanmelding online kan worden verricht.

(27) Omdat aangemelde instanties hun diensten in de gehele Unie kunnen aanbieden, moeten de andere lidstaten en de Commissie in staat worden gesteld bezwaren in te brengen tegen een aangemelde instantie. Daarom is het belangrijk te voorzien in een termijn waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als aangemelde instantie gaan functioneren.

(28) Uit concurrentieoogpunt is het cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures geen onnodige lasten voor marktdeelnemers creëren. Bij de technische uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsprocedures moet om dezelfde reden worden gezorgd voor consistentie, zodat de marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Dit kan het best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de aangemelde instanties.

(29) In Richtlijn 95/16/EG is al een vrijwaringsprocedure opgenomen, die uitsluitend wordt toegepast wanneer de lidstaten het niet eens zijn over de door een lidstaat genomen maatregelen. Om de transparantie te vergroten en tijdverlies te beperken, moet de bestaande vrijwaringsclausuleprocedure worden verbeterd teneinde de efficiëntie te vergroten en van de deskundigheid in de lidstaten te profiteren.

(30) Het bestaande systeem moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over voorgenomen maatregelen tegen liften of veiligheidscomponenten voor liften die een risico meebrengen voor de gezondheid en veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemene belangen. Deze procedure moet ook markttoezichtautoriteiten in staat stellen samen met de betrokken marktdeelnemers eerder tegen dergelijke liften en veiligheidscomponenten voor liften op te treden.

(31) Indien de lidstaten en de Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is, is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij niet nodig, behalve wanneer de niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een geharmoniseerde norm.

(32) Teneinde de lijst van veiligheidscomponenten voor liften te kunnen bijwerken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van aanpassingen van bijlage III bij deze richtlijn aan de technische vooruitgang en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.

(33) De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(34) Om een doeltreffende toepassing van deze richtlijn te kunnen controleren en waarborgen, moet van de lidstaten worden verlangd dat zij de Commissie een verslag over de toepassing van de richtlijn sturen. De Commissie moet een samenvatting van die verslagen opstellen en publiceren.

(35) De lidstaten moeten regels voor sancties op overtredingen van ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen vaststellen en ervoor zorgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(36) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk waarborgen dat liften en veiligheidscomponenten voor liften op de markt aan de eisen voldoen die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid en van andere algemene belangen bieden zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

ê 95/16/EG overweging 9 (aangepast)

ð nieuw

(37) Overwegende dat Ö Er moet Õ in een overgangsregeling moet worden voorzien waardoor de installateurs vóór de datum van tenuitvoerlegging van deze richtlijn vervaardigde liften nog in de handel kunnen brengen; ð liften die op grond van Richtlijn 95/16/EG al in de handel zijn gebracht, op de markt kunnen worden aangeboden en in bedrijf kunnen worden gesteld. ï

ò nieuw

(38) Er moet in een overgangsregeling worden voorzien waardoor veiligheidscomponenten voor liften die op grond van Richtlijn 95/16/EG al in de handel zijn gebracht, op de markt kunnen worden aangeboden.

(39) De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van de vorige richtlijn materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit de vorige richtlijn.

(40) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage XIII, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen en voor toepassing ervan onverlet te laten,

ê 95/16/EG (aangepast)

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Toepassingsgebied, in de handel brengen en vrij verkeer

Ö ALGEMENE BEPALINGEN Õ

Artikel 1 Ö Toepassingsgebied Õ

1. Deze richtlijn is van toepassing op vast opgestelde liften in gebouwen en bouwwerken Zij is ook van toepassing op de in deze liften gebruikte veiligheidscomponenten waarvan de lijst in bijlage IV is opgenomen.

ê 2006/42/EG, art. 24.1 (aangepast)

2. In deze richtlijn wordt onder "lift" verstaan: een hijs- of hefwerktuig dat bepaalde niveaus bedient met behulp van een drager die langs starre, ten opzichte van het horizontale vlak meer dan 15 graden hellende geleiders beweegt, en dat Ö die Õ bestemd Ö zijn Õ is voor vervoer van:

ê 2006/42/EG, art. 24.1

a)         - personen,;

b)         - personen en goederen,;

ê 2006/42/EG, art. 24.1 (aangepast)

c)         - alleen goederen indien de drager toegankelijk is, dat wil zeggen een persoon het Ö deze Õ zonder probleem kan betreden, en uitgerust is met bedieningsapparatuur in de drager of binnen het bereik van een persoon in de drager.

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö Deze richtlijn is ook van toepassing op de in deze liften gebruikte veiligheidscomponenten voor liften waarvan de lijst in bijlage III is opgenomen. Õ

ê 2006/42/EG, art. 24.1 (aangepast)

Hijs- en hefwerktuigen die een vaste baan volgen zelfs indien deze niet langs starre geleiders bewegen, worden beschouwd als liften die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.

ê 2006/42/EG, art. 24.1

3.2. Deze richtlijn is niet van toepassing op:

a)         - hijs- en hefwerktuigen met een maximumsnelheid van 0,15 m/s,;

b)         - bouwliften,;

c)         - kabelinstallaties, met inbegrip van kabelsporen,;

d)         - liften die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor militaire of politiële doeleinden,;

e)         - hijs- en hefwerktuigen van waaruit werkzaamheden verricht kunnen worden,;

f)          - mijnliften,;

g)         - hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van kunstenaars tijdens een optreden,;

h)         - hijs- en hefwerktuigen die in vervoermiddelen zijn ingebouwd,;

i)          - hijs- en hefwerktuigen die met een machine zijn verbonden en uitsluitend bestemd zijn om de toegang tot de werkplek, inclusief onderhouds- en inspectiepunten op de machine, mogelijk te maken,;

j)          - tandradbanen,;

k)         - roltrappen en rolpaden.

ê 95/16/EG (aangepast)

5.3. Indien voor een bepaalde lift Ö of veiligheidscomponent voor liften Õ de in deze richtlijn bedoelde risico's geheel of gedeeltelijk onder bijzondere richtlijnen Ö wetgeving van de Unie Õ vallen Ö en met name onder Richtlijn 2006/42/EG[20] en Richtlijn 2004/108/EG[21] Õ, is deze richtlijn voor die liften Ö of veiligheidscomponenten voor liften Õ en die risico's niet of niet meer van toepassing, zodra die bijzondere richtlijnen Ö wetgeving van de Unie Õ van toepassing Ö wordt Õ worden.

Artikel 2 [artikel R1 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Definities Õ

4. Ö Voor de toepassing Õ In de zin van deze richtlijn Ö wordt verstaan onder Õ:

2006/42/EG, art. 24.1 (aangepast)

Ö 1) "lift": een hijs- of hefwerktuig dat bepaalde niveaus bedient met behulp van een drager die langs starre, ten opzichte van het horizontale vlak meer dan 15 graden hellende geleiders beweegt, of een hijs- of hefwerktuig dat een vaste, ten opzichte van het horizontale vlak meer dan 15 graden hellende baan volgt zelfs indien het niet langs starre geleiders beweegt; Õ

2) Onder "drager" wordt verstaan: het deel van de lift waarop personen en/of goederen zich bevinden om naar boven of beneden gebracht te worden.;

ê 95/16/EG (aangepast)

3)- wordt onder "modellift" verstaan: een representatieve lift waarvan het technisch dossier laat zien hoe de essentiële veiligheidseisen Ö veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I Õ in acht worden genomen voor liften die zijn afgeleid van de met behulp van objectieve parameters gedefinieerde modellift en waarin identieke veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ worden gebruikt.;

4)- wordt onder "installateur van een lift" verstaan: de natuurlijke of rechtspersoon die de verantwoordelijkheid aanvaardt voor het ontwerp, de vervaardiging, de installatie en het in de handel brengen van de lift, die de CE-markering aanbrengt en de EG-verklaring van overeenstemming opstelt;

– vindt het in de handel brengen van de lift plaats wanneer de installateur de lift voor het eerst ter beschikking van de gebruiker stelt;

– wordt onder „veiligheidscomponent” verstaan: een component zoals genoemd in bijlage IV;

– wordt onder „fabrikant van de veiligheidscomponenten” verstaan: de natuurlijke of rechtspersoon die de verantwoordelijkheid aanvaardt voor het ontwerp en de vervaardiging van de veiligheidscomponenten, die de CE-markering aanbrengt en de EG-verklaring van overeenstemming opstelt;

ò nieuw

5) "op de markt aanbieden": het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een veiligheidscomponent voor liften met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie of verstrekken van een lift met het oog op gebruik op de markt van de Unie;

6) "in de handel brengen": het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een lift of een veiligheidscomponent voor liften;

7) "fabrikant": een natuurlijke of rechtspersoon die een veiligheidscomponent voor liften vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en de component onder zijn naam of handelsmerk verhandelt;

8) "gemachtigde": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;

9) "importeur": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een veiligheidscomponent voor liften uit een derde land in de Unie in de handel brengt;

10) "distributeur": een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die een veiligheidscomponent voor liften op de markt aanbiedt;

11) "marktdeelnemers": de fabrikant of zijn gemachtigde, de importeur of de distributeur van een veiligheidscomponent voor liften of de installateur;

12) "geharmoniseerde norm": geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie];

13) "technische specificatie": een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan een lift of een veiligheidscomponent voor liften moet voldoen;

14) "conformiteitsbeoordeling": het proces waarin wordt aangetoond of voor een lift of een veiligheidscomponent voor liften, een proces en een systeem voldaan is aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I;

15) "conformiteitsbeoordelingsinstantie": een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;

16) "terugroepen": maatregel waarmee wordt beoogd een veiligheidscomponent voor liften te doen terugkeren die al aan de installateur ter beschikking is gesteld;

17) "uit de handel nemen": maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een lift in de handel wordt gebracht of dat een veiligheidscomponent voor liften op de markt wordt aangeboden;

18) "CE-markering": een markering waarmee de installateur of de fabrikant aangeeft dat de lift of de veiligheidscomponent voor liften in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;

19) "harmonisatiewetgeving van de Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

Artikel 43

Ö Vrij verkeer Õ

1. De lidstaten Lid-Staten mogen het in de handel brengen ð op de markt aanbieden ï en het in bedrijf stellen op hun grondgebied van liften Ö die aan deze richtlijn voldoen Õ en/of ð het op de markt aanbieden van ï veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ die aan deze richtlijn voldoen Ö op hun grondgebied Õ niet verbieden, beperken of belemmeren.

2. De lidstaten Lid-Staten mogen het in de handel brengen van ð niet onder bijlage III vallende ï componenten niet verbieden, beperken of belemmeren, indien die componenten volgens een verklaring van de fabrikant of diens in de Gemeenschap Ö Unie Õ gevestigde gemachtigde ertoe bestemd zijn te worden ingebouwd in een lift waarop deze richtlijn van toepassing is.

3.5. De lidstaten Lid-Staten beletten niet dat op jaarbeurzen, exposities, Ö of Õ bij demonstraties enz. liften of veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ worden getoond die niet Ö aan deze richtlijn voldoen Õ met de geldende communautaire voorschriften in overeenstemming zijn, mits op een zichtbaar bord duidelijk is aangegeven dat Ö zij Õ die liften of veiligheidscomponenten niet aan de voorschriften voldoen en niet Ö worden aangeboden Õ te koop zijn voordat zij door de installateur van de lift of door de fabrikant van de veiligheidscomponenten of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde aan de voorschriften zijn aangepast. Bij demonstraties moeten de juiste veiligheidsmaatregelen worden genomen om de bescherming van personen te waarborgen.

4. Onverminderd de leden 1, 2 en 3, doet dDeze richtlijn Ö doet Õ geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten Lid-Staten om onder inachtneming van Ö de wetgeving van de Unie Õ het Verdrag eisen voor te schrijven die zij noodzakelijk achten ter bescherming van personen bij het in bedrijf stellen en het gebruik van de betrokken liften, mits die liften aan deze richtlijn blijven voldoen.

Artikel 42 Ö Het op de markt aanbieden Õ

1. De lidstaten Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat - de liften waarop deze richtlijn van toepassing is uitsluitend in de handel gebracht en in bedrijf gesteld kunnen worden, indien zij geen gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen en, in voorkomend geval, de veiligheid van goederen, wanneer zij op passende wijze worden geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt.;

Ö 2. De lidstaten treffen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat Õ - de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ waarop deze richtlijn van toepassing is, uitsluitend in de handel gebracht ð op de markt aangeboden ï en in bedrijf gesteld kunnen worden, indien de liften waarop zij worden aangebracht geen gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen en, in voorkomend geval, de veiligheid van goederen, wanneer zij op passende wijze worden geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt.

Artikel 53 Ö Essentiële veiligheids- en gezondheidseisen Õ

ê 95/16/EG

1. De liften waarop deze richtlijn van toepassing is, moeten voldoen aan de in bijlage I opgenomen essentiële veiligheids- en gezondheidseisen.

ê 95/16/EG (aangepast)

2. De vVeiligheidscomponenten Ö voor liften Õ waarop deze richtlijn van toepassing is, moeten voldoen aan de in bijlage I opgenomen essentiële veiligheids- en gezondheidseisen of zodanig zijn dat de liften waarop zij zijn aangebracht, aan Ö deze Õ dezelfde essentiële eisen voldoen.

Artikel 6 Ö Gebouwen of bouwwerken waarin liften worden geïnstalleerd Õ

1. 2. De lidstaten Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat degene die verantwoordelijk is voor de verwezenlijking van het gebouw of het bouwwerk en de installateur van de lift elkaar in kennis stellen van de nodige gegevens Ö verstrekken voor de goede werking en het veilige gebruik van de lift Õ en passende maatregelen treffen teneinde de goede werking en het veilige gebruik van de lift te waarborgen.

ê 95/16/EG

2. 3. De lidstaten Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat er in liftschachten geen leidingen of installaties aanwezig zijn die niet voor de werking of veiligheid van de lift vereist zijn.

ò nieuw

HOOFDSTUK II

Verplichtingen van marktdeelnemers

Artikel 7 [artikel R2 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van installateurs

1. Wanneer zij een lift in de handel brengen of in bedrijf stellen, waarborgen installateurs dat de lift werd ontworpen, vervaardigd, geïnstalleerd en beproefd overeenkomstig de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen beschreven in bijlage I.

2. Installateurs stellen het technisch dossier op en voeren de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure van artikel 16 uit of laten deze uitvoeren.

Wanneer met die procedure is aangetoond dat de lift aan de toepasselijke eisen voldoet, stelt de installateur een EU-conformiteitsverklaring op, zorgt hij ervoor dat deze de lift vergezelt en brengt hij de CE-markering aan.

3. De installateur bewaart het vereiste technisch dossier, de EU-conformiteitsverklaring en, indien van toepassing, de goedkeuringsbeslissing(en) gedurende tien jaar nadat de lift in de handel is gebracht.

4. Indien dit rekening houdend met de risico’s van een lift passend wordt geacht, onderzoeken installateurs met het oog op de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consumenten klachten en niet-conforme liften en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte van dergelijk toezicht.

5. Installateurs zorgen ervoor dat op de liften een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel is aangebracht.

6. Installateurs vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het contactadres. Het adres moet één enkele plaats aangeven waar de installateur kan worden gecontacteerd.

7. Installateurs zien erop toe dat de lift vergezeld gaat van de in bijlage I, punt 6.2, bedoelde gebruiksaanwijzingen, in een door de lidstaat waar de lift wordt geïnstalleerd bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.

8. Installateurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen geïnstalleerde lift niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om die lift conform te maken. Bovendien brengen installateurs, indien de lift een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij de lift hebben geïnstalleerd hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

9. Installateurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de lift aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen.

Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen geïnstalleerde liften.

Artikel 8 [artikel R2 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van fabrikanten

1. Wanneer zij veiligheidscomponenten voor liften in de handel brengen, waarborgen fabrikanten dat deze werden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen beschreven in bijlage I.

2. Fabrikanten stellen het vereiste technisch dossier op en voeren de conformiteitsbeoordelingsprocedure van artikel 15 uit of laten deze uitvoeren.

Wanneer met die procedure is aangetoond dat de veiligheidscomponent voor liften aan de toepasselijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoet, stelt de fabrikant een EU-conformiteitsverklaring op, zorgt hij ervoor dat deze de veiligheidscomponent voor liften vergezelt en brengt hij de CE-markering aan.

3. De fabrikant bewaart het technisch dossier, de EU-conformiteitsverklaring en, indien van toepassing, de goedkeuringsbeslissing(en) gedurende tien jaar nadat de veiligheidscomponent voor liften in de handel is gebracht.

4. Indien dit rekening houdend met de risico’s van een veiligheidscomponent voor liften passend wordt geacht, voeren fabrikanten met het oog op de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consumenten steekproeven uit op de op de markt aangeboden veiligheidscomponenten voor liften, onderzoeken zij klachten, niet-conforme veiligheidscomponenten voor liften en teruggeroepen veiligheidscomponenten voor liften en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs en installateurs op de hoogte van dergelijk toezicht.

5. Fabrikanten zorgen ervoor dat op hun veiligheidscomponenten voor liften een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel is aangebracht, of wanneer dit door de omvang of aard van de veiligheidscomponent voor liften niet mogelijk is, dat de vereiste informatie op de verpakking of in een bij de veiligheidscomponent voor liften gevoegd document is vermeld.

6. Fabrikanten vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het contactadres op de veiligheidscomponent voor liften, of wanneer dit niet mogelijk is, op op een etiket dat vast met de veiligheidscomponent voor liften is verbonden. Het adres moet één enkele plaats aangeven waar de fabrikant kan worden gecontacteerd.

7. Fabrikanten zien erop toe dat de veiligheidscomponent voor liften vergezeld gaat van het in bijlage I, punt 6.1, bedoelde instructieboek, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.

8. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebrachte veiligheidscomponent voor liften niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om die veiligheidscomponent voor liften conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen fabrikanten, indien de veiligheidscomponent voor liften een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij de veiligheidscomponent voor liften op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

9. Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de veiligheidscomponent voor liften aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen.

Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen in de handel gebrachte veiligheidscomponenten voor liften.

Artikel 9 [artikel R3 van Besluit nr. 768/2008/EG] Gemachtigden

1. Een fabrikant kan via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.

2. De verplichtingen uit hoofde van artikel 8, lid 1, en de opstelling van het in artikel 8, lid 2, bedoelde technisch dossier maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.

3. Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten:

a) hij houdt de EU-conformiteitsverklaring, indien van toepassing de goedkeuringsbeslissing(en) met betrekking tot het kwaliteitsborgingssysteem van de fabrikant, en het technisch dossier gedurende tien jaar nadat de veiligheidscomponent voor liften in de handel is gebracht, ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten;

b) hij verstrekt een bevoegde nationale autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de veiligheidscomponent voor liften aan te tonen;

c) hij verleent op verzoek van de bevoegde nationale autoriteiten medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van veiligheidscomponenten voor liften die onder het mandaat van de gemachtigde vallen.

Artikel 10 [artikel R4 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Verplichtingen van importeurs van veiligheidscomponenten voor liften

1. Importeurs brengen alleen veiligheidscomponenten voor liften in de handel die aan de gestelde eisen voldoen.

2. Alvorens een veiligheidscomponent voor liften in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant het technische dossier heeft opgesteld, dat de veiligheidscomponent voor liften voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de EU-conformiteitsverklaring en het instructieboek, en dat de fabrikant aan de eisen in artikel 8, leden 5 en 6, heeft voldaan.

Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een veiligheidscomponent voor liften niet conform is met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I, mag hij de veiligheidscomponent voor liften niet in de handel brengen alvorens deze conform is gemaakt. Wanneer de veiligheidscomponent voor liften een risico vertoont, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan bovendien op de hoogte.

3. Importeurs vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en contactadres op de veiligheidscomponent voor liften, of wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij de veiligheidscomponent gevoegd document.

4. Importeurs zien erop toe dat de veiligheidscomponent voor liften vergezeld gaat van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de consumenten en andere eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.

5. Importeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor de veiligheidscomponent voor liften verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de veiligheidscomponent met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I niet in het gedrang komt.

6. Indien dit rekening houdend met de risico’s van een veiligheidscomponent voor liften passend wordt geacht, voeren importeurs met het oog op de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consumenten steekproeven uit op de op de markt aangeboden veiligheidscomponenten voor liften, onderzoeken zij klachten, niet-conforme veiligheidscomponenten voor liften en teruggeroepen veiligheidscomponenten voor liften en houden zij daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs en installateurs op de hoogte van dergelijk toezicht.

7. Importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebrachte veiligheidscomponent voor liften niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om die veiligheidscomponent voor liften conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen importeurs, indien de veiligheidscomponent voor liften een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij de veiligheidscomponent voor liften op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

8. Importeurs houden gedurende tien jaar nadat de veiligheidscomponent voor liften in de handel is gebracht een kopie van de EU-conformiteitsverklaring en, indien van toepassing, de goedkeuringsbeslissing(en) ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat het technisch dossier op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.

9. Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van veiligheidscomponenten voor liften aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen in de handel gebrachte veiligheidscomponenten voor liften.

Artikel 11 [artikel R5 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van distributeurs

1. Distributeurs die een veiligheidscomponent voor liften op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de eisen van deze richtlijn.

2. Alvorens een veiligheidscomponent voor liften op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of de veiligheidscomponent voor liften voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de EU-conformiteitsverklaring en het instructieboek, en of de fabrikant en de importeur aan de eisen in artikel 8, leden 5 en 6, en artikel 10, lid 3, hebben voldaan.

Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een veiligheidscomponent voor liften niet conform is met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I, mag hij de veiligheidscomponent voor liften pas op de markt aanbieden nadat deze conform is gemaakt. Wanneer de veiligheidscomponent voor liften een risico vertoont, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur hiervan bovendien op de hoogte, evenals de markttoezichtautoriteiten.

3. Distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor de veiligheidscomponent voor liften verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de veiligheidscomponent met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I niet in het gedrang komt.

4. Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebrachte veiligheidscomponent voor liften niet conform is met deze richtlijn, zien erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om die veiligheidscomponent voor liften conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen distributeurs, indien de veiligheidscomponent voor liften een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij de veiligheidscomponent voor liften op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

5. Distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van veiligheidscomponenten voor liften aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen op de markt aangeboden veiligheidscomponenten voor liften.

Artikel 12 [artikel R6 van Besluit nr. 768/2008/EG] Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs of distributeurs

Een importeur of distributeur wordt voor de toepassing van deze richtlijn als een fabrikant beschouwd en hij moet aan de in artikel 8 vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij een veiligheidscomponent voor liften onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of een reeds in de handel gebrachte veiligheidscomponent voor liften zodanig wijzigt dat de conformiteit met de eisen van deze richtlijn in het gedrang kan komen.

Artikel 13 [artikel R7 van Besluit nr. 768/2008/EG] Identificatie van marktdeelnemers

Marktdeelnemers delen, op verzoek, aan de markttoezichtautoriteiten mee:

(a) welke marktdeelnemer een veiligheidscomponent voor liften aan hen heeft geleverd;

(b) aan welke marktdeelnemer zij een veiligheidscomponent voor liften hebben geleverd.

Marktdeelnemers moeten tot tien jaar nadat een veiligheidscomponent voor liften aan hen is geleverd en tot tien jaar nadat zij een veiligheidscomponent voor liften hebben geleverd, de in de eerste alinea bedoelde informatie kunnen verstrekken.

ê 95/16/EG (aangepast)

HOOFDSTUK III

Ö CONFORMITEIT VAN LIFTEN EN VEILIGHEIDSCOMPONENTEN VOOR LIFTEN Õ

Artikel 14 [artikel R8 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Vermoeden van conformiteit Õ

1. Liften en veiligheidscomponenten die zijn voorzien van de CE-markering en vergezeld gaan van de in bijlage II bedoelde EG-verklaring van overeenstemming worden door de Lid-Staten geacht in overeenstemming te zijn met alle voorschriften van deze richtlijn, inclusief de in hoofdstuk II bedoelde overeenstemmingsbeoordelingsprocedures.

Bij ontbreken van geharmoniseerde normen treffen de Lid-Staten de maatregelen die zij nodig achten om de betrokken partijen in kennis te stellen van de bestaande nationale technische normen en specificaties die van belang of nuttig worden geacht voor de juiste toepassing van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I.

ê 95/16/EG

2. Wanneer een nationale norm die de omzetting is van een geharmoniseerde norm waarvan de referentie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt, een of meer essentiële veiligheids- en gezondheidseisen omvat, wordt

–          de volgens die norm gebouwde lift geacht te voldoen aan de desbetreffende essentiële eisen,

            of

–          een volgens die norm vervaardigde veiligheidscomponent geschikt geacht om de lift waaraan hij op de juiste wijze wordt aangebracht, te doen beantwoorden aan de desbetreffende essentiële eisen.

De Lid-Staten maken de referenties bekend van de nationale normen die omzettingen zijn van de geharmoniseerde normen.

ê 95/16/EG (aangepast)

3. De Lid-Staten zien erop toe dat er passende maatregelen worden genomen om de sociale partners in staat te stellen op nationaal niveau invloed uit te oefenen op de opstelling van de geharmoniseerde normen en het gevolg dat daaraan wordt gegeven.

ò nieuw

1. Liften en veiligheidscomponenten voor liften die conform zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken, zoals beschreven in bijlage I.

[2. Wanneer een geharmoniseerde norm voldoet aan de eisen die zij bestrijkt en die worden beschreven in bijlage I of artikel 24, maakt de Commissie het referentienummer van die norm bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.]

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 815 Ö Conformiteitsbeoordelingsprocedure voor veiligheidscomponenten voor liften Õ

1. Alvorens veiligheidscomponenten als genoemd in bijlage IV in de handel te brengen dient de fabrikant van een veiligheidscomponent, of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde:

Ö Veiligheidscomponenten voor liften worden onderworpen aan een van de volgende conformiteitsbeoordelingsprocedures: Õ

              a)

         i) hetzij het model van de veiligheidscomponent een EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage V en produktiecontroles door een aangemelde instantie overeenkomstig bijlage XI te laten ondergaan;

         ii) hetzij het model van de veiligheidscomponent een EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage V te laten ondergaan en een kwaliteitsborgingssysteem overeenkomstig bijlage VIII voor de produktiecontrole toe te passen;

         iii) hetzij een systeem van volledige kwaliteitsborging overeenkomstig bijlage IX toe te passen;

Ö a) het model van de veiligheidscomponent voor liften ondergaat een EU-typeonderzoek zoals omschreven in bijlage IV, deel A, en de conformiteit met het type wordt gewaarborgd met steekproefcontroles van de veiligheidscomponenten voor liften zoals omschreven in bijlage IX; Õ

Ö b) het model van de veiligheidscomponent voor liften ondergaat een EU-typeonderzoek zoals omschreven in bijlage IV, deel A, en wordt onderworpen aan een systeem voor productkwaliteitsborging overeenkomstig bijlage VI; Õ

Ö c) een systeem voor volledige kwaliteitsborging zoals omschreven in bijlage VII. Õ

              b) de CE-markering op iedere veiligheidscomponent aan te brengen en een verklaring van overeenstemming op te stellen die de in bijlage II genoemde gegevens bevat; daarbij dienen de voorschriften van de gebruikte bijlage (naar gelang van het geval bijlage VIII, IX of XI) in aanmerking te worden genomen;

              c) gedurende tien jaar na de datum waarop de vervaardiging van de veiligheidscomponent wordt stopgezet een afschrift van de verklaring van overeenstemming te bewaren.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 16 Ö Conformiteitsbeoordelingsprocedure voor liften Õ

1.2. Alvorens een lift in de handel wordt gebracht, dient Ö Liften worden onderworpen aan Õ een van de volgende Ö conformiteitsbeoordelingsprocedures Õ procedures te zijn gevolgd:

              i) ofwel, indien de lift is ontworpen in overeenstemming met een lift die het EG-typeonderzoek van bijlage V heeft ondergaan, worden voor de bouw, de installatie en de keuring de volgende procedures toegepast:

– de eindcontrole van bijlage VI, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XII, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XIV.

              De procedureonderdelen betreffende de installatie en de keuring kunnen op dezelfde lift worden toegepast als die welke betrekking hebben op het ontwerp en de bouw;

              ii) ofwel, indien de lift is ontworpen in overeenstemming met een modellift die het EG-typeonderzoek van bijlage V heeft ondergaan, worden voor de bouw, de installatie en de keuring de volgende procedures toegepast:

– de eindcontrole van bijlage VI, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XII, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XIV;

              iii) ofwel, indien de lift is ontworpen in overeenstemming met een lift waarvoor een kwaliteitsborgingssysteem is gehanteerd dat voldoet aan de eisen van bijlage XIII, aangevuld met een controle van het ontwerp wanneer dit niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen, worden voor de bouw, de installatie en de keuring de volgende procedures toegepast:

– de eindcontrole van bijlage VI, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XII, of

– het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XIV;

              iv) ofwel wordt op de lift de eenheidskeuring van bijlage X toegepast door een aangemelde instantie;

              v) ofwel wordt op de lift het kwaliteitsborgingssysteem van bijlage XIII toegepast, aangevuld met een controle van het ontwerp wanneer dit niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen.

In de in de punten i), ii) en iii) genoemde gevallen dient de voor het ontwerp verantwoordelijke persoon aan de voor de bouw, de installatie en de proeven verantwoordelijke persoon alle nodige documentatie en gegevens te verstrekken voor een volstrekt veilig verloop van deze laatste verrichtingen.

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö a) indien de lift is ontworpen en vervaardigd in overeenstemming met een modellift die het EU-typeonderzoek van bijlage IV, deel B, heeft ondergaan, wordt voor de installatie en de keuring een van de volgende procedures toegepast: Õ

Ö i) de eindcontrole van bijlage V; Õ

Ö ii) het systeem voor productkwaliteitsborging van bijlage X; Õ

Ö iii) het systeem voor productiekwaliteitsborging van bijlage XII; Õ

Ö b) indien de lift is ontworpen en vervaardigd in overeenstemming met een modellift waarvoor een systeem voor volledige kwaliteitsborging overeenkomstig bijlage XI is toegepast, aangevuld met een controle van het ontwerp wanneer het ontwerp niet geheel aan de geharmoniseerde normen voldoet, wordt voor de installatie en de keuring een van de volgende procedures toegepast: Õ

Ö i) de eindcontrole van bijlage V; Õ

Ö ii) het systeem voor productkwaliteitsborging van bijlage X; Õ

Ö ii) het systeem voor productiekwaliteitsborging van bijlage XII; Õ

Ö c) de eenheidskeuringsprocedure van bijlage VIII; Õ

Ö d) het systeem voor volledige kwaliteitsborging van bijlage XI, aangevuld met een controle van het ontwerp wanneer het ontwerp niet geheel aan de geharmoniseerde normen voldoet. Õ

Ö 2. In de in lid 1, onder a) en b), genoemde gevallen moet de voor het ontwerp en de vervaardiging van de lift verantwoordelijke persoon aan de voor de installatie en de keuring van de lift verantwoordelijke persoon alle nodige documenten en gegevens verstrekken zodat deze laatste de lift correct en veilig kan installeren en keuren. Õ

ê 95/16/EG

3. In alle in lid 2 bedoelde gevallen

–          brengt de installateur de CE-markering op de lift aan en stelt hij een verklaring van overeenstemming op die de in bijlage II genoemde gegevens bevat; daarbij dient hij de voorschriften van de gebruikte bijlage (bijlage VI, X, XII, XIII of XIV, naar gelang van het geval) in aanmerking te nemen;

            bewaart de installateur van de lift gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de lift een afschrift van de verklaring van overeenstemming;

–          kunnen de Commissie, de Lid-Staten en de andere aangemelde instanties op hun verzoek van de installateur een afschrift verkrijgen van de verklaring van overeenstemming en van de verslagen over de proeven in verband met de eindcontrole.

4. a) Indien liften of veiligheidscomponenten met betrekking tot andere aspecten onder andere richtlijnen vallen die voorzien in het aanbrengen van de CE-markering, geeft de markering aan dat de lift of de veiligheidscomponent geacht wordt ook aan de voorschriften van die andere richtlijnen te voldoen.

            b) Indien echter in een of meer van deze richtlijnen de fabrikant gedurende een overgangsperiode de keuze van de toe te passen regeling wordt gelaten, geeft de CE-markering aan dat alleen aan de voorschriften van de door de installateur van de lift of de fabrikant van de veiligheidscomponent toegepaste richtlijnen is voldaan. In dat geval moeten de in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte referenties van de toegepaste richtlijnen worden vermeld op de door deze richtlijnen voorgeschreven documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzingen die bij de lift of de veiligheidscomponent zijn gevoegd.

5. Wanneer noch de installateur van de lift, noch de fabrikant van de veiligheidscomponent of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde heeft voldaan aan de voorschriften van de leden 1 tot en met 4, gelden deze voor een ieder die de lift of de veiligheidscomponent in de Gemeenschap in de handel brengt. Deze voorschriften gelden ook voor hem die de lift of de veiligheidscomponent voor eigen gebruik bouwt.

ê 95/16/EG (aangepast)

3. Alle variaties die zijn toegestaan tussen de modellift en de daarvan afgeleide liften moeten duidelijk (met de maximum- en minimumwaarden) in het technisch dossier worden aangegeven.

4. De onderlinge overeenkomst tussen een serie voorzieningen of inrichtingen die aan de essentiële veiligheidseisen Ö veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I Õ voldoen, mag met berekeningen en/of aan de hand van het ontwerp worden aangetoond.

Artikel 17 [artikel R10 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Ö EU-conformiteitsverklaring Õ

ò nieuw

1. In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I is voldaan.

2. De EU-conformiteitsverklaring komt qua structuur overeen met het model in bijlage II, bevat de in de desbetreffende modules van bijlage V, VIII, X, XI of XII vermelde elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar de lift of de veiligheidscomponent voor liften in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.

3. Indien voor de lift of de veiligheidscomponent voor liften uit hoofde van meer dan één handeling van de Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van de Unie opgesteld. In die verklaring moet duidelijk worden aangegeven om welke handelingen het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties.

4. Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van de veiligheidscomponent voor liften op zich en neemt de installateur de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van de lift op zich.

ê 95/16/EG (aangepast)

HOOFDSTUK III

CE-Markering

Artikel 18 [artikel R11 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Algemene beginselen van de CE-markering Õ

ò nieuw

De CE-markering is onderworpen aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 1910 [artikel R12 van Besluit nr. 768/2008/EG]  Ö Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering en andere markeringen Õ

1. De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de letters „CE”. In bijlage III is het te gebruiken model afgebeeld.

1.2. De CE-markering Ö wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar Õ moet duidelijk zichtbaar in Ö elke Õ iedere liftkooi worden aangebracht overeenkomstig punt 5 van bijlage I, en Ö wordt Õ moet ook op elk van de in bijlage IIIIV genoemde veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ worden aangebracht. Indien dit niet mogelijk is, Ö wordt Õ moet zij worden aangebracht op een etiket dat vast met de veiligheidscomponent is verbonden.

3. Op liften of veiligheidscomponenten mogen geen merktekens worden aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of de grafische vorm van de CE-markering. Andere merktekens mogen wel op liften of veiligheidscomponenten worden aangebracht, op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van de CE-markering er niet door worden verminderd.

4. Onverminderd artikel 7:

a)           is de installateur van de lift, de fabrikant van de veiligheidscomponent of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde verplicht, wanneer een Lid-Staat vaststelt dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, onder de door deze Lid-Staat gestelde voorwaarden het produkt in overeenstemming te brengen met de bepalingen inzake de CE-markering en aan de inbreuk een einde te maken;

b)           treft de Lid-Staat, indien de inbreuk voortduurt, alle nodige maatregelen om het in de handel brengen van de betrokken veiligheidscomponent te beperken of te verbieden dan wel het uit de handel te laten nemen, alsook het gebruik van de lift te verbieden, en de overige Lid-Staten hiervan volgens de procedure van artikel 7, lid 4, in kennis te stellen.

ò nieuw

2. De CE-markering wordt aangebracht voordat de liften of de veiligheidscomponenten voor liften in de handel wordt gebracht.

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö3. De CE-markering op liften wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die betrokken is bij de volgende conformiteitsbeoordelingsprocedures: Õ

Ö a) de eindcontrole van bijlage V of de goedkeuring van het kwaliteitsborgingssysteem (van bijlage X, XI of XII); Õ

Ö b) de eenheidskeuringsprocedure van bijlage VIII; Õ

Ö c) de goedkeuring van het systeem voor volledige kwaliteitsborging van bijlage XI. Õ

Ö 4. De CE-markering op veiligheidscomponenten voor liften wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die betrokken is bij de volgende conformiteitsbeoordelingsprocedures: Õ

Ö a) de goedkeuring van het systeem voor productkwaliteitsborging van bijlage VI; Õ

Ö b) de goedkeuring van het systeem voor volledige kwaliteitsborging van bijlage VII. Õ

ò nieuw

5. Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door die instantie zelf dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant of diens gemachtigde of door de installateur.

De CE-markering en, in voorkomend geval, het in de leden 3 en 4 bedoelde identificatienummer kunnen worden gevolgd door een pictogram of een ander teken dat een bijzonder risico of gebruik aanduidt.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 9

1. De Lid-Staten delen de Commissie en de overige Lid-Staten mee welke instanties zij met de in artikel 8 bedoelde procedure hebben belast, met welke specifieke taken en onderzoekprocedures deze instanties zijn belast en welk identificatienummer de Commissie hun vooraf heeft toegekend.

De Commissie maakt de lijst van deze instanties met hun identificatienummer en de taken waarvoor zij zijn aangemeld ter informatie bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij zorgt voor de bijwerking van die lijst.

2. Bij de beoordeling van de aangemelde instanties passen de Lid-Staten de criteria van bijlage VII toe. De instanties die voldoen aan de beoordelingscriteria van de betreffende geharmoniseerde normen worden geacht aan de genoemde criteria te voldoen.

3. Een Lid-Staat die een instantie heeft aangemeld moet die aanmelding ongedaan maken, indien hij vaststelt dat die instantie niet meer aan de criteria van bijlage VII beantwoordt. Hij stelt de Commissie en de overige Lid-Staten daarvan onverwijld in kennis.

ò nieuw

HOOFDSTUK IV

Aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties

Artikel 20 [artikel R13 van Besluit nr. 768/2008/EG] Aanmelding

De instanties die bevoegd zijn om conformiteitsbeoordelingstaken van derden uit hoofde van deze richtlijn te verrichten, worden door de lidstaten bij de Commissie en de andere lidstaten aangemeld.

Artikel 21 [artikel R14 van Besluit nr. 768/2008/EG] Aanmeldende autoriteiten

1. De lidstaten wijzen een aanmeldende autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de instelling en uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en het toezicht op de aangemelde instanties, met inbegrip van de naleving van artikel 26.

2. De lidstaten kunnen de beoordeling en het toezicht als bedoeld in lid 1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 laten uitvoeren door een nationale accreditatie-instantie, zoals gedefinieerd in die verordening.

3. Wanneer de aanmeldende autoriteit de beoordeling, de aanmelding of het toezicht als bedoeld in lid 1 delegeert of op andere wijze toevertrouwt aan een instantie die geen overheidsinstantie is, is deze instantie een rechtspersoon en voldoet zij mutatis mutandis aan de eisen die zijn vastgesteld in artikel 22. Bovendien moet deze instantie maatregelen treffen om de aansprakelijkheid voor haar activiteiten te dekken.

4. De aanmeldende autoriteit is volledig aansprakelijk voor de taken die de in lid 3 vermelde instantie verricht.

Artikel 22 [artikel R15 van Besluit nr. 768/2008/EG] Eisen voor aanmeldende autoriteiten

1. Een aanmeldende autoriteit is zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met conformiteitsbeoordelingsinstanties voordoen.

2. Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd en functioneert zodanig dat de objectiviteit en onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn.

3. Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet de beoordeling hebben verricht.

4. Een aanmeldende autoriteit verricht geen activiteiten die worden uitgevoerd door conformiteitsbeoordelingsinstanties en verleent geen adviesdiensten op commerciële basis of in concurrentie en biedt evenmin aan dergelijke activiteiten te verrichten of dergelijke adviezen te verlenen.

5. Een aanmeldende autoriteit waarborgt dat de verkregen informatie vertrouwelijk wordt behandeld.

6. Een aanmeldende autoriteit beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar behoren uit te voeren.

Artikel 23 [artikel R16 van Besluit nr. 768/2008/EG] Informatieverplichting voor aanmeldende autoriteiten

De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van hun procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en voor het toezicht op aangemelde instanties, en van alle wijzigingen daarin.

De Commissie maakt deze informatie openbaar.

Artikel 24 [artikel R17 van Besluit nr. 768/2008/EG] Eisen in verband met aangemelde instanties

1. Om te kunnen worden aangemeld moeten conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de eisen in de leden 2 tot en met 11 voldoen.

2. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar nationaal recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.

3. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of liften of veiligheidscomponenten voor liften.

Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers en/of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het gebruik of het onderhoud van de door haar beoordeelde liften of veiligheidscomponenten voor liften, kan als een dergelijke instantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten aangetoond worden.

4. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de door hen beoordeelde veiligheidscomponenten voor liften, noch de gemachtigde van een van deze partijen.

Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de door hen beoordeelde liften.

Dit belet echter niet het gebruik van beoordeelde liften of veiligheidscomponenten voor liften die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of het gebruik van de liften of veiligheidscomponenten voor liften voor persoonlijke doeleinden.

Een eventuele uitwisseling van technische informatie tussen fabrikant of installateur en keuringsinstantie wordt door deze bepaling niet uitgesloten.

Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van deze liften of veiligheidscomponenten voor liften.

Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn aangemeld in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor adviesdiensten.

Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten.

5. Conformiteitsbeoordelingsinstanties en hun personeel voeren de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen beïnvloeden, inzonderheid van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.

6. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die in de artikelen 15 en 16 aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.

De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of elke categorie liften of veiligheidscomponenten voor liften waarvoor zij is aangemeld over:

a) het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;

b) beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van deze procedures worden gewaarborgd. Zij beschikt over een gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;

c) procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve complexiteit van de technologie van de lift of veiligheidscomponent voor liften in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.

Zij beschikt over de middelen die nodig zijn om de technische en administratieve taken in verband met de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.

7. Het voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verantwoordelijke personeel beschikt over:

a) een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld;

b) een bevredigende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;

c) voldoende kennis over en inzicht in de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Unie en de relevante nationale wetgeving;

d) de bekwaamheid om certificaten, dossiers en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.

8. De onpartijdigheid van de conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, moet worden gewaarborgd.

De beloning van de hoogste leidinggevenden en het beoordelingspersoneel van de conformiteitsbeoordelingsinstantie hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.

9. Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid op basis van het nationale recht door de staat wordt gedekt of de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordeling.

10. Het personeel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan het kennisneemt bij de uitoefening van haar taken uit hoofde van de artikelen 15 en 16 of bepalingen van nationaal recht die daaraan uitvoering geven, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd.

11. Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan of zorgen ervoor dat hun beoordelingspersoneel op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten.

Zij nemen deel aan of zijn vertegenwoordigd in de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties voor liften die is opgericht uit hoofde van artikel 36, en hanteren de als gevolg van de werkzaamheden van die groep gedane aanbevelingen als algemene richtsnoeren.

Artikel 25 [artikel R18 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Vermoeden van conformiteit van een aangemelde instantie

Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen in artikel 24 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.

Artikel 26 [artikel R20 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Dochterondernemingen en uitbesteding door aangemelde instanties

1. Wanneer de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen in artikel 24 voldoet, en brengt zij de aanmeldende autoriteit hiervan op de hoogte.

2. Aangemelde instanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar deze gevestigd zijn.

3. Activiteiten mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.

4. Aangemelde instanties houden alle relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de door de onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van de artikelen 15 en 16 uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de aanmeldende autoriteit.

Artikel 27 [artikel R22 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Verzoek om aanmelding

1. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is.

2. Het verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsprocedures voor liften of veiligheidscomponenten voor liften waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn en, indien dit bestaat, van een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen in artikel 24.

3. Wanneer de betrokken conformiteitsbeoordelingsinstantie geen accreditatiecertificaat kan overleggen, verschaft zij de aanmeldende autoriteit alle bewijsstukken die nodig zijn om haar conformiteit met de eisen in artikel 24 te verifiëren en te erkennen en daar geregeld toezicht op te houden.

Artikel 28 [artikel R23 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Aanmeldingsprocedure

1. Aanmeldende autoriteiten mogen uitsluitend conformiteitsbeoordelingsinstanties aanmelden die aan de eisen in artikel 24 hebben voldaan.

2. Zij verrichten de aanmelding bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem.

3. Bij de aanmelding worden de conformiteitsbeoordelingsprocedures voor liften of veiligheidscomponenten voor liften en de bekwaamheidsattestatie uitvoerig beschreven.

4. Wanneer een aanmelding niet gebaseerd is op een accreditatiecertificaat als bedoeld in artikel 27, lid 2, verschaft de aanmeldende autoriteit de Commissie en de andere lidstaten de bewijsstukken waaruit de bekwaamheid van de conformiteitsbeoordelingsinstantie blijkt, evenals de regeling die waarborgt dat de instantie regelmatig wordt gecontroleerd en zal blijven voldoen aan de eisen van artikel 24.

5. De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie en de andere lidstaten binnen twee weken na een aanmelding indien een accreditatiecertificaat wordt gebruikt en binnen twee maanden na een aanmelding indien geen accreditatiecertificaat wordt gebruikt, geen bezwaren hebben ingediend.

Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van deze richtlijn als aangemelde instantie beschouwd.

6. De Commissie en de andere lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.

Artikel 29 [artikel R24 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties

1. De Commissie kent aan aangemelde instanties een identificatienummer toe.

Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de instantie uit hoofde van diverse handelingen van de Unie is aangemeld.

2. De Commissie maakt de lijst van uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties openbaar, onder vermelding van de toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld.

De Commissie zorgt voor de bijwerking van deze lijst.

Artikel 30 [artikel R25 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Wijzigingen van de aanmelding

1. Wanneer een aanmeldende autoriteit heeft geconstateerd of vernomen dat een aangemelde instantie niet meer aan de eisen in artikel 24 voldoet of haar verplichtingen niet nakomt, wordt de aanmelding door de aanmeldende autoriteit beperkt, geschorst of ingetrokken, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen. Zij brengt de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte.

2. Wanneer de aanmelding wordt beperkt, geschorst of ingetrokken, of de aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, doet de aanmeldende lidstaat het nodige om ervoor te zorgen dat de dossiers van die instantie hetzij door een andere aangemelde instantie worden behandeld, hetzij aan de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en markttoezichtautoriteiten op hun verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld.

Artikel 31 [artikel R26 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties

1. De Commissie onderzoekt alle gevallen waarin zij twijfelt of in kennis wordt gesteld van twijfels over de bekwaamheid van een aangemelde instantie of over de vraag of een aangemelde instantie nog aan de eisen voldoet en haar verantwoordelijkheden nakomt.

2. De aanmeldende lidstaat verstrekt de Commissie op verzoek alle informatie over de grondslag van de aanmelding of het op peil houden van de bekwaamheid van de betrokken instantie.

3. Alle gevoelige informatie die de Commissie in het kader van haar onderzoek ontvangt, wordt door haar vertrouwelijk behandeld.

4. Wanneer de Commissie vaststelt dat een aangemelde instantie niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet, brengt zij de aanmeldende lidstaat daarvan op de hoogte en verzoekt zij deze lidstaat de nodige corrigerende maatregelen te nemen, en zo nodig de aanmelding in te trekken.

Artikel 32 [artikel R27 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Operationele verplichtingen van aangemelde instanties

1. Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in de artikelen 15 en 16.

2. De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de marktdeelnemers onnodig te belasten. De aangemelde instantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de lift of veiligheidscomponent voor liften en het massa- of seriële karakter van het productieproces.

Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat de liften of veiligheidscomponenten voor liften voldoen aan de bepalingen van deze richtlijn.

3. Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een installlateur of een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen in bijlage I of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen, verlangt zij van die installlateur of fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen conformiteitscertificaat.

4. Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat of een goedkeuring naargelang het geval, vaststelt dat een lift of een veiligheidscomponent voor liften niet meer conform is, verlangt zij van de installateur of de fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij het certificaat of de goedkeuring of trekt zij het certificaat of de goedkeuring in.

5. Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten of goedkeuring(en) door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.

Artikel 33 [artikel 4, lid 7, van Besluit nr. 768/2008/EG]

Beroep tegen besluiten van aangemelde instanties

De lidstaten voorzien in een beroepsprocedure tegen besluiten van de aangemelde instanties.

Artikel 34 [artikel R28 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Informatieverplichting voor aangemelde instanties

1. Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:

(a) elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten of goedkeuringen;

(b) omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor aanmelding;

(c) informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen;

(d) op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.

2. Aangemelde instanties verstrekken de andere uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor liften of veiligheidscomponenten voor liften verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten.

Artikel 35 [artikel R29 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Uitwisseling van ervaringen

De Commissie voorziet in de organisatie van de uitwisseling van ervaringen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.

Artikel 36 [artikel R30 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Coördinatie van aangemelde instanties

De Commissie zorgt voor passende coördinatie en samenwerking tussen instanties die zijn aangemeld uit hoofde van deze richtlijn in de vorm van een coördinatiegroep van aangemelde instanties voor liften.

De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen aangemelde instanties rechtstreeks of via aangestelde vertegenwoordigers aan de werkzaamheden van die groep deelnemen.

HOOFDSTUK V

Markttoezicht in de Unie en controle van liften of veiligheidscomponenten voor liften die de markt van de Unie binnenkomen, en vrijwaringsprocedures

Artikel 37

Markttoezicht in de Unie en controle van liften of veiligheidscomponenten voor liften die de markt van de Unie binnenkomen

Artikel 15, lid 3, en de artikelen 16 tot en met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van toepassing op liften en veiligheidscomponenten voor liften.

Artikel 38 [artikel R31 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Procedure voor liften of veiligheidscomponenten voor liften die op nationaal niveau een risico vertonen

1. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat maatregelen hebben genomen krachtens artikel 20 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een onder deze richtlijn vallende lift of veiligheidscomponent voor liften een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of, in voorkomend geval, voor de veiligheid van goederen vormt, voeren zij een beoordeling van de lift of de veiligheidscomponent voor liften uit in het licht van alle in deze richtlijn vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.

Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij de in de eerste alinea bedoelde beoordeling vaststellen dat een lift niet aan de eisen van deze richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de installateur dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om de lift met deze eisen conform te maken binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico.

Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij de in de eerste alinea bedoelde beoordeling vaststellen dat een veiligheidscomponent voor liften niet aan de eisen van deze richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om de veiligheidscomponent voor liften binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, conform te maken, uit de handel te nemen of terug te roepen.

De markttoezichtautoriteiten brengen de desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte.

Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede en de derde alinea genoemde maatregelen.

2. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemers hebben verlangd.

3. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken liften en veiligheidscomponenten voor liften die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.

4. Wanneer de installateur niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het in hun lidstaat in de handel brengen of in bedrijf stellen te beperken.

Wanneer de desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, derde alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van de veiligheidscomponent voor liften te verbieden of te beperken, dan wel de veiligheidscomponent voor liften in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.

De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.

5. De in lid 4 bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de niet-conforme lift of veiligheidscomponent voor liften te identificeren en om de oorsprong van de niet-conforme lift of veiligheidscomponent voor liften, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende marktdeelnemers. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft:

            a) de lift of de veiligheidscomponent voor liften voldoet niet aan de in bijlage I vastgestelde essentiële veiligheids- en gezondheidseisen;

            b) tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 14 wordt verwezen als normen die een vermoeden van conformiteit vestigen.

6. De andere lidstaten dan die welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van de lift of veiligheidscomponent voor liften waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens zijn met de aangemelde nationale maatregel.

7. Indien binnen twee maanden na de ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.

8. De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van de betrokken lift of veiligheidscomponent voor liften onmiddellijk de passende beperkende maatregelen worden genomen.

Artikel 39 [artikel R32 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Vrijwaringsprocedure van de Unie

1. Wanneer na voltooiing van de procedure in artikel 38, leden 3 en 4, bezwaren tegen een maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Aan de hand van die evaluatie besluit de Commissie of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.

De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.

2. Indien de nationale maatregel met betrekking tot een lift gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om het in de handel brengen of in bedrijf stellen van de niet-conforme lift op hun grondgebied te beperken.

Indien de nationale maatregel met betrekking tot een veiligheidscomponent voor liften gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om de niet-conforme veiligheidscomponent voor liften uit de handel te nemen.

De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis.

Indien de nationale maatregel niet gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in.

3. Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de niet-conformiteit van de lift of de veiligheidscomponent voor liften wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 38, lid 5, onder b), van deze richtlijn, past de Commissie de procedure toe van artikel 8 van Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie].

Artikel 40 [artikel R33 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Conforme liften of veiligheidscomponenten voor liften die toch een risico voor de gezondheid en veiligheid meebrengen

1. Wanneer een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 38, lid 1, vaststelt dat een lift of een veiligheidscomponent voor liften die conform is met deze richtlijn toch een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemene belangen meebrengt, verlangt deze lidstaat van de desbetreffende marktdeelnemer dat hij alle passende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de lift of de veiligheidscomponent voor liften dat risico niet meer meebrengt wanneer hij in de handel wordt gebracht, of om binnen een door de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, de veiligheidscomponent voor liften uit de handel te nemen of terug te roepen of het in de handel brengen of in bedrijf stellen van de lift te beperken.

2. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken liften of veiligheidscomponenten voor liften die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.

3. De lidstaat brengt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de liften of veiligheidscomponenten voor liften te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van de liften of veiligheidscomponenten voor liften, de aard van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen.

4. De Commissie treedt onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en beoordeelt de nationale maatregelen die zijn genomen. Aan de hand van die beoordeling besluit de Commissie of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd is, en stelt zij zo nodig passende maatregelen voor.

5. De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.

Artikel 41 [artikel R34 van Besluit nr. 768/2008/EG]

Formele niet-conformiteit

1. Onverminderd artikel 38 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de installateur of de fabrikant, distributeur of importeur van een veiligheidscomponent voor liften dat deze een einde maakt aan de niet-conformiteit:

a) de CE-markering is in strijd met artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of de artikelen 18 en 19 van deze richtlijn aangebracht;

b) de CE-markering is niet aangebracht;

c) de EU-conformiteitsverklaring is niet opgesteld;

d) de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld;

e) het in bijlage IV, delen A en B, en de bijlagen VII, VIII en XI bedoelde technisch dossier is niet beschikbaar of onvolledig.

2. Wanneer de in lid 1 bedoelde niet-conformiteit voortduurt, neemt de betrokken lidstaat alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van de liften of veiligheidscomponenten voor liften te beperken of te verbieden, of de veiligheidscomponenten voor liften terug te roepen of uit de handel te nemen.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 6

1. Wanneer een Lid-Staat of de Commissie van mening is, dat de in artikel 5, lid 2, bedoelde geharmoniseerde normen niet geheel voldoen aan de relevante in artikel 3 bedoelde essentiële eisen, legt de Commissie of de Lid-Staat de kwestie met een toelichting voor aan het bij Richtlijn 83/189/EEG ingestelde comité. Het comité brengt met spoed advies uit.

Afhankelijk van het advies van het comité deelt de Commissie de Lid-Staten mede of de betrokken normen uit de in artikel 5, lid 2, bedoelde publikaties moeten worden verwijderd.

ê 95/16/EG

2. De Commissie kan volgens de procedure van lid 3 alle dienstige maatregelen nemen teneinde de eenvormige praktische toepassing van deze richtlijn te verzekeren.

ê 1882/2003, art. 1 en bijlage I.10 (nieuw)

3. De Commissie wordt bijgestaan door een permanent comité, hierna „het comité” te noemen.

Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG[22] van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

ê 95/16/EG

4. Het permanent comité kan ook ieder vraagstuk betreffende de toepassing van deze richtlijn onderzoeken dat hem door zijn voorzitter, op diens initiatief of op initiatief van een Lid-Staat, wordt voorgelegd.

Artikel 7

1. Wanneer een Lid-Staat vaststelt dat een lift of veiligheidscomponent die voorzien is van de CE-markering en overeenkomstig zijn gebruiksdoel wordt gebruikt, de gezondheid en de veiligheid van personen en, in voorkomend geval, de veiligheid van goederen in gevaar dreigt te brengen, neemt hij alle nodige maatregelen om die lift of die veiligheidscomponent uit de handel te nemen, het in de handel brengen en het in bedrijf stellen ervan te verbieden of het vrije verkeer ervan te beperken.

De Lid-Staat stelt de Commissie onmiddellijk van deze maatregel in kennis en geeft de redenen van zijn besluit aan, met name of de niet-overeenstemming voortvloeit uit:

a)         het niet beantwoorden aan de in artikel 3 bedoelde essentiële eisen;

b)         een verkeerde toepassing van de in artikel 5, lid 2, bedoelde normen;

c)         een leemte in de in artikel 5, lid 2, bedoelde normen zelf.

2. De Commissie treedt zo spoedig mogelijk met de betrokken partijen in overleg. Wanneer de Commissie na dit overleg vaststelt:

- dat de maatregel gerechtvaardigd is, deelt zij dit onverwijld mede aan de Lid-Staat die de maatregel heeft getroffen, en tevens aan de overige Lid-Staten. Wanneer het in lid 1 bedoelde besluit het gevolg is van een leemte in de normen, legt de Commissie, indien de Lid-Staat die de maatregel heeft getroffen voornemens is deze te handhaven, deze aangelegenheid na overleg met de betrokken partijen voor aan het in artikel 6, lid 1, bedoelde comité, en leidt zij de in artikel 6, lid 1, bedoelde procedure in;

- dat de maatregel niet gerechtvaardigd is, stelt zij de Lid-Staat die de maatregel heeft getroffen, alsook de installateur van de lift en de fabrikant van de veiligheidscomponenten of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde daarvan onmiddellijk in kennis.

3. Wanneer liften of veiligheidscomponenten die niet aan de eisen voldoen de CE-markering dragen, neemt de bevoegde Lid-Staat passende maatregelen tegen degene die de markering heeft aangebracht, en stelt hij de Commissie en de overige Lid-Staten daarvan in kennis.

4. De Commissie zorgt ervoor dat de Lid-Staten op de hoogte worden gehouden van het verloop en de resultaten van de procedure.

ò nieuw

HOOFDSTUK VI

BEVOEGDHEIDSDELEGATIE

Artikel 42

Bevoegdheidsdelegatie

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot aanpassingen van bijlage III aan de technische vooruitgang en nieuwe wetenschappelijke inzichten.

Artikel 43

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 42 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de in artikel 49 bedoelde datum [datum van inwerkingtreding van de richtlijn].

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 42 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een overeenkomstig artikel 42 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

ê 95/16/EG (aangepast)

HOOFDSTUK IVVII

Ö OVERGANGS- EN Õ SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Ieder krachtens deze richtlijn genomen besluit dat leidt tot beperking van

- het in de handel brengen en/of het in bedrijf stellen en/of het gebruik van een lift

- het in de handel brengen en/of het in bedrijf stellen van een veiligheidscomponent

wordt nauwkeurig gemotiveerd. Het wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbende ter kennis gebracht met vermelding van de rechtsmiddelen die volgens de in de betrokken Lid-Staat geldende wetgeving openstaan, alsmede van de termijnen waarbinnen deze rechtsmiddelen moeten worden ingesteld.

ò nieuw

Artikel 44

Sancties

De lidstaten stellen regels vast voor sancties op overtredingen van de ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast.

De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

De lidstaten delen deze bepalingen uiterlijk op [de in artikel 46, lid 1, tweede alinea, bedoelde datum] aan de Commissie mede en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 12

De Commissie treft de nodige maatregelen opdat de gegevens over alle ter zake dienende besluiten die op de tenuitvoerlegging van deze richtlijn betrekking hebben, beschikbaar worden gesteld.

Artikel 45 Ö Overgangs- en slotbepalingen Õ

ò nieuw

De lidstaten belemmeren niet dat liften of veiligheidscomponenten voor liften die onder Richtlijn 95/16/EG vallen en in overeenstemming met die richtlijn zijn, op de markt worden aangeboden of in bedrijf worden gesteld, wanneer zij vóór [de in artikel 46, lid 1, tweede alinea, bedoelde datum] in de handel zijn gebracht.

Uit hoofde van Richtlijn 95/16/EG verstrekte conformiteitscertificaten blijven uit hoofde van deze richtlijn geldig, tenzij zij voor die datum vervallen.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

Artikel 46  Ö Omzetting Õ

1. De lidstaten Lid-Staten dragen er zorg voor dat vóór 1 januari 1997 Ö dienen uiterlijk op Õ ð [dag (doorgaans de laatste dag van de maand)/maand/jaar = twee jaar na de goedkeuring van deze richtlijn] ï de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen worden aangenomen en bekendgemaakt Ö vast te stellen en bekend te maken Õ om aan deze richtlijn te voldoen Ö aan de artikelen [artikel 2, leden 5 tot en met 19, de artikelen 7 tot en met 14, de artikelen 17 en 18, artikel 19, lid 5, de artikelen 20 tot en met 45, artikel 46, lid 1, de artikelen 47 tot en met 49] en de bijlagen [bijlage II, deel A, punten f), k), l) en m), bijlage II, deel B, punten d), j), k) en l), bijlage IV, deel A, punten 2.e), 3.c), 3.e) en 3.g), punten 4.b) tot en met e), punten 5 tot en met 9, bijlage IV, deel B, punten 2.e), 3.c), 3.e) en 3.h), punten 4.c) tot en met e), punt 5, tweede tot en met vierde alinea, punten 6 tot en met 9, bijlage V, punt 3.3.b), punten 6 en 7, bijlage VI, punten 3.1 a) tot en met c), punt 3.3, vierde en vijfde alinea, punt 4.3, punten 6 en 7, bijlage VII, punten 3.1.a) en b), 3.1.d) en 3.1.f), punt 3.3, punt 4.2, punt 6, punten 3.c), d) en g), punt 4, bijlage IX, punten 3.a) tot en met d), bijlage X, punten 3.1a) en 3.1.e), punt 3.4, punten 6 en 7, bijlage XI, punten 3.1.a) tot en met c), punt 3.1.e), punten 3.3.3 en 3.3.4, punten 3.4 en 3.5, punt 5.b), punt 6, bijlage XII, punt 3.1.a), punt 3.3, punt 6] [de artikelen en bijlagen die ten opzichte van de vroegere richtlijn materieel zijn gewijzigd] Õ. Zij stellen Ö delen Õ de Commissie daarvan Ö de tekst van die bepalingen Õ onverwijld in kennis Ö mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn Õ.

ð Zij passen die bepalingen toe vanaf [dag (doorgaans de eerste dag van de maand)/maand/jaar = de dag na de in de eerste alinea genoemde datum]. ï

Wanneer de lidstaten Lid-Staten deze Ö die Õ bepalingen vaststellen Ö aannemen Õ, wordt in die bepalingen Ö zelf Õ naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen Ö ervan naar deze richtlijn verwezen Õ. Ö In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Õ De regels voor deze Ö die Õ verwijzing Ö en de formulering van die vermelding Õ worden vastgesteld door de lidstaten Lid-Staten.

Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 juli 1997.

2. De Lid-Staten staan tot en met 30 juni 1999

– het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van liften en

– het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van veiligheidscomponenten

die voldoen aan de op de datum van vaststelling van deze richtlijn op hun grondgebied geldende voorschriften, toe.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.2. De lidstaten Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de Ö belangrijkste Õ bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 1647 Ö Verslaglegging Õ

ê 95/16/EG

Uiterlijk op 30 juni 2002 onderzoekt de Commissie, in overleg met het in artikel 6, lid 3, bedoelde comité en aan de hand van verslagen van de Lid-Staten, hoe de in deze richtlijn vastgestelde procedures hebben gefunctioneerd en dient zij eventueel passende wijzigingsvoorstellen in.

ò nieuw

De lidstaten leggen de Commissie [uiterlijk op … en vervolgens om de vijf jaar] een verslag over de toepassing van deze richtlijn voor.

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 1348 Ö Intrekking Õ

De Richtlijnen 84/528/EEG en 84/529/EEG worden met ingang van 1 juli 1999 ingetrokken.

Artikel 14

Deze richtlijn is een richtlijn in de zin van artikel 2, lid 3, van Richtlijn 89/106/EEG, ten aanzien van alle aspecten die verband houden met de installatie van een lift.

ê 95/16/EG

ð nieuw

ð Richtlijn 95/16/EG, zoals gewijzigd bij de in bijlage XIII, deel A, genoemde besluiten, wordt met ingang van de in artikel 46, lid 1, tweede alinea, van deze richtlijn genoemde datum ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage XIII, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen. ï

ð Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage XIV. ï

ê 95/16/EG (aangepast)

Artikel 49  Ö Inwerkingtreding Õ

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

ðDeze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. ï

Ö De artikelen [artikel 1, artikel 2, leden 1 tot en met 5, de artikelen 3 tot en met 6, de artikelen 15 en 16, artikel 19, leden 1 tot en met 4, artikel 45, artikel 46, lid 2, artikel 50] en de bijlagen [bijlage I, bijlage II, deel A, punten a) tot en met e) en g) tot en met j), bijlage II, deel B, punten a), b), c) en e) tot en met i), bijlage III, bijlage IV, deel A, punten 1, 2.a) tot en met d), 3.a) en b), 3.d), 3.f), 3.h) en i), bijlage IV, deel A, punt 4.a), punten 10 en 11, bijlage IV, deel B, punten 1, 2.a) tot en met d), 3.a) en b), 3.d), 3.f) en g), 3.i) en j), punten 4.a) en b), punt 5, eerste alinea, punten 10 en 11, bijlage V, punten 1 tot en met 3.2, punt 3.3.a), punten 3.4 en 5, bijlage VI, punten 1 en 2, punten 3.1.d) tot en met f), punt 3.2, punt 3.3, eerste tot en met derde alinea, punten 3.4 tot en met 4.2, punt 5, bijlage VII, punten 1 en 2, punten 3.1.c), 3.1.e), punt 3.2, punt 3.4, punt 4.1, punten 4.3 tot en met 5, punt 7, bijlage VII, punten 1 en 2, punten 3.a en b), 3.e en f), 3.h), punten 5 en 6, bijlage IX, punten 1 en 2, punten 4 tot en met 7, bijlage X, punten 1 en 2, punten 3.1.b) tot en met d), punten 3.2 en 3.3, punten 4 en 5, bijlage XI, punten 1 en 2, punt 3.1.d), punt 3.2, punt 3.3.1, punt 4, punten 5.a), 5.c) en 5.d), punt 7, bijlage XII, punten 1 en 2, punten 3.1.b) tot en met d), punt 3.2, punt 3.4, punten 4 en 5, punt 7] [de artikelen en bijlagen die ongewijzigd zijn ten opzichte van de vorige richtlijn] zijn van toepassing met ingang van [de in artikel 46, lid 1, tweede alinea, genoemde datum]. Õ

ê 95/16/EG

Artikel 5017

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten Lid-Staten.

Gedaan te […],

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE I

ESSENTIËLE VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSEISEN BETREFFENDE HET ONTWERP EN DE BOUW VAN LIFTEN EN VEILIGHEIDSCOMPONENTEN

OPMERKINGEN VOORAF

1. De verplichtingen, vervat in de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen, zijn alleen van toepassing indien het betrokken gevaar Ö risico Õ zich voordoet bij de lift of de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ waarom het gaat bij gebruik op de door de installateur van de lift of de fabrikant van de veiligheidscomponenten bedoelde wijze.

2. De in de richtlijn vermelde essentiële veiligheids- en gezondheidseisen zijn dwingend. Gezien de stand van de techniek is het evenwel mogelijk dat de gestelde doelstellingen niet worden bereikt. In dat geval moeten deze doelstellingen bij ontwerp en bouw van de lift of de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ zoveel mogelijk worden nagestreefd.

3. De fabrikant van de veiligheidscomponent en de installateur van de lift hebben de plicht een risicoanalyse te verrichten teneinde na te gaan welke risico's voor hun produckt relevant zijn; zij dienen vervolgens bij het ontwerp en de bouw van het produckt met die analyse rekening te houden.

ê 95/16/EG

4. Overeenkomstig artikel 14 zijn de essentiële eisen van Richtlijn 89/106/EEG die niet in onderhavige richtlijn zijn opgenomen op liften van toepassing.

ê 95/16/EG (aangepast)

1. ALGEMENE EISEN

1.1. Toepassing van Richtlijn 89/392/EEG, zoals gewijzigd bij de Richtlijnen 91/368/EEG, 93/44/EEG en 93/68/EEG2006/42/EG

Wanneer het betrokken gevaar Ö risico Õ bestaat en niet in deze bijlage wordt behandeld, zijn de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I bij Richtlijn 89/392/EEG 2006/42/EG[23] van het Europees Parlement en de Raad van toepassing. De essentiële Ö veiligheids- en gezondheidseisen Õ eis van punt 1.1.2 van bijlage I bij van Richtlijn 89/392/EEG 2006/42/EG is Ö zijn Õ in elk geval van toepassing.

ê 2006/42/EG, art. 24.2

1.2. Drager:

De drager van iedere lift moet uit een kooi bestaan. Deze kooi moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat zij qua ruimte en sterkte berekend is op het maximale aantal personen en de nominale belasting van de lift die door de installateur zijn vastgesteld.

Wanneer de lift bedoeld is voor het vervoer van personen en de afmetingen ervan dit mogelijk maken, moeten het ontwerp en de bouw van de kooi zodanig zijn dat de toegang en het gebruik door gehandicapten niet door de structurele eigenschappen van de kooi worden belemmerd of verhinderd en dat de nodige aanpassingen kunnen worden aangebracht om hun het gebruik te vergemakkelijken.

ê 95/16/EG (aangepast)

1.3. Ophang- en draagmiddelen

De ophang- en/of draagmiddelen van de kooi, de bevestiging en de uiteinden daarvan, moeten zodanig zijn gekozen en ontworpen dat, rekening houdende met de gebruiksomstandigheden, de gebruikte materialen en de fabricageomstandigheden, een voldoende algeheel veiligheidsniveau wordt gegarandeerd en het risico dat de kooi valt zo klein mogelijk is.

Wanneer de kooi is opgehangen met behulp van kabels of kettingen, moeten er ten minste twee onafhankelijke kabels of kettingen zijn, elk met eigen bevestigingsmiddelen. Deze kabels en kettingen mogen geen andere verbindingen of splitsen bevatten dan die welke voor bevestiging of lusvorming nodig zijn.

1.4. Belastingsbegrenzing (inclusief te hoge snelheid)

1.4.1. Liften moeten zodanig zijn ontworpen, gebouwd en geïnstalleerd dat geen opdracht tot bewegen kan worden gegeven zolang de belasting de nominale waarde overschrijdt.

1.4.2. Liften moeten uitgerust zijn met een snelheidsbegrenzer.

Deze eisen zijn niet van toepassing op liften waarbij een te hoge snelheid ingevolge het ontwerp van het aandrijfsysteem niet mogelijk is.

1.4.3. Snelle liften moeten uitgerust zijn met een inrichting voor het controleren en regelen van de snelheid.

1.4.4. Liften waarbij gebruik wordt gemaakt van frictieschijven moeten zo zijn ontworpen dat de kabels gelijkmatig over de schijf blijven lopen.

1.5. Machine

1.5.1. Iedere personenlift moet een eigen machine hebben. Deze eis geldt niet voor liften waarbij het tegengewicht vervangen is door een tweede kooi.

1.5.2. De installateur van de lift moet ervoor zorgen dat de machine en de bijbehorende voorzieningen van een lift alleen voor onderhoud en in noodgevallen toegankelijk zijn.

1.6. Bedieningsorganen

1.6.1. De bedieningsorganen in liftkooien die bestemd zijn voor gebruik door gehandicapten zonder begeleider moeten op passende wijze zijn ontworpen en op passende plaatsen worden aangebracht.

1.6.2. De functie van de bedieningsorganen moet duidelijk zijn aangegeven.

1.6.3. De oproepcircuits van een liftbatterij mogen gemeenschappelijk of gekoppeld zijn.

1.6.4. De elektrische apparatuur moet zodanig geïnstalleerd en geschakeld zijn dat:

a)- verwisselingen met niet tot de lift behorende circuits uitgesloten zijn;

b)- de energievoorziening onder belasting geschakeld kan worden;

c)- de bewegingen van de lift afhankelijk zijn van veiligheidsmechanismen die in een bedieningscircuit met eigen veiligheid zijn opgenomen;

d)- een defect in de elektrische installatie niet tot een gevaarlijke toestand leidt.

2. GEVAREN Ö RISICO'S Õ VOOR PERSONEN BUITEN DE KOOI

2.1. De lift moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de toegang tot de ruimte waarin de kooi zich verplaatst onmogelijk is, behalve voor onderhoud en in noodgevallen. Voordat een persoon zich in deze ruimte begeeft, moet normaal gebruik van de lift onmogelijk worden gemaakt.

2.2. De lift moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat er geen gevaar van verplettering bestaat, wanneer de kooi zich in één van de uiterste standen bevindt.

Dit is het geval, wanneer er een vrije ruimte of schuilruimte voorbij de uiterste standen aanwezig is.

In uitzonderlijke gevallen evenwel, met name wanneer bovengenoemde oplossing in bestaande gebouwen niet uitvoerbaar is en mits de lidstaten Lid-Staten in de gelegenheid worden gesteld hiermee vooraf in te stemmen, kunnen andere passende middelen worden gebruikt om dit risico te voorkomen.

2.3. De in- en uitgangen van de kooi moeten voorzien zijn van schachtdeuren waarvan de mechanische sterkte is afgestemd op de beoogde gebruiksomstandigheden.

Een inrichting voor onderlinge vergrendeling moet het onmogelijk maken dat bij normaal bedrijf:

a)- de kooi, al dan niet na een daartoe gegeven signaal, in beweging komt terwijl niet alle schachtdeuren gesloten en vergrendeld zijn;

b)- een schachtdeur wordt geopend wanneer de kooi nog niet stilstaat en wanneer zij zich buiten een voorgeschreven stopzone bevindt.

Bewegingen waarbij de liftvloer met de vloer van de bediende stopplaats op gelijke hoogte wordt gebracht, zijn binnen bepaalde zones evenwel toegestaan met geopende deuren, mits de snelheid van deze bewegingen onder controle blijft.

3. GEVAREN Ö RISICO'S Õ VOOR PERSONEN IN DE KOOI

3.1. Liftkooien moeten volledig afgesloten zijn met volle wanden (vloer en plafond incluis), met uitzondering van de ventilatieopeningen, en voorzien zijn van volle deuren. De deuren van de kooien moeten zo zijn ontworpen en geïnstalleerd dat de kooi geen andere dan de in punt 2.3, derde alinea, bedoelde bewegingen kan maken als de deuren niet gesloten zijn, en dat zij stopt als de deuren opengaan.

Bij een stilstand tussen twee stopplaatsen moeten de deuren van de kooien gesloten en vergrendeld blijven, indien er gevaar bestaat voor een val tussen de kooi en de schacht of bij afwezigheid van een schacht.

3.2. Voor het geval van een storing in de energietoevoer of een onderdeel moet de lift voorzieningen bezitten die de vrije val of ongecontroleerde bewegingen van de kooi naar boven verhinderen.

De vanginrichting van de kooi moet onafhankelijk van de ophangmiddelen van de kooi zijn.

Deze inrichting moet in staat zijn de kooi bij nominale belasting en bij de door de installateur van de lift bepaalde maximumsnelheid tot stilstand te brengen. In geen enkele beladingstoestand mag de kooi door de werking van deze inrichting zodanig tot stilstand komen dat een voor de gebruikers gevaarlijke vertraging wordt veroorzaakt.

3.3. Tussen de bodem van de schacht en de vloer van de kooi moeten buffers zijn aangebracht.

In dat geval moet de in punt 2.2 voorgeschreven vrije ruimte gemeten zijn met de buffers volledig ingedrukt.

Deze eis geldt niet voor liften waarvan de kooi ingevolge het ontwerp van het aandrijfsysteem onmogelijk in de in punt 2.2 bedoelde vrije ruimte kan binnendringen.

3.4. De liften moeten zo zijn ontworpen en gebouwd dat zij niet in beweging kunnen worden gebracht indien de in punt 3.2 bedoelde voorzieningen niet bedrijfsklaar zijn.

4. ANDERE RISICO'S

4.1. Indien zij gemotoriseerd zijn, moeten de schachtdeuren, de kooideuren of beide samen, voorzien zijn van een inrichting die eventuele klemming tussen de bewegende deuren voorkomt.

4.2. Wanneer schachtdeuren, ook die met glazen delen, moeten bijdragen tot de brandveiligheid van het gebouw, moeten zij een adequate brandwerendheid hebben, die gekenmerkt wordt door hun onvervormbaarheid en hun isolatie-eigenschappen (niet-uitbreiding van de vlammen) en de warmtetransmissie (thermische straling).

4.3. Eventuele tegengewichten moeten zo zijn geïnstalleerd dat zij in geen geval met de kooi in botsing kunnen komen of daarop kunnen vallen.

4.4. De liften moeten zijn uitgerust met voorzieningen om in de kooi opgesloten personen te bevrijden en te evacueren.

4.5. De kooien moeten zijn uitgerust met communicatiemiddelen voor verkeer in twee richtingen waardoor voortdurend een verbinding tot stand kan worden gebracht met een dienst die snel kan ingrijpen Ö hulpdienst Õ.

4.6. Liften moeten zo zijn ontworpen en gebouwd dat zij bij overschrijding van de door de installateur van de lift voorgeschreven maximumtemperatuur in de machinekamer de aan de gang zijnde bewegingen kunnen voltooien, maar geen nieuwe bedieningscommando's uitvoeren.

4.7. Kooien moeten zo zijn ontworpen en gebouwd dat voor de passagiers ook bij langdurige stilstand een toereikende ventilatie is gewaarborgd.

4.8. Bij gebruik van de lift of wanneer een deur wordt geopend moet er voldoende licht in de kooi zijn; ook moet er een noodverlichting aanwezig zijn.

4.9. De in punt 4.5 bedoelde communicatiemiddelen en de in punt 4.8 bedoelde noodverlichting moeten zodanig zijn ontworpen en gebouwd, dat zij zelfs na het uitvallen van de normale stroomvoorziening kunnen blijven werken. Zij moeten voldoende lang in werking blijven om een normaal ingrijpen van hulpdiensten mogelijk te maken.

4.10. Het besturingscircuit van liften die bij brand kunnen worden gebruikt, moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de bediening van bepaalde stopplaatsen kan worden belet en prioritaire bediening van de lift door hulpdiensten mogelijk is.

5. MARKERING

5.1. Behalve de voor elke machine overeenkomstig punt 1.7.3 van bijlage I bij van Richtlijn 89/392/EEG 2006/42/EG vereiste minimumaanwijzingen moet elke kooi zijn voorzien van een goed zichtbare plaat waarop duidelijk de in kilogram uitgedrukte nominale belasting en het maximaal toegelaten aantal personen staan vermeld.

5.2. Indien de lift zo is ontworpen dat opgesloten personen zich zonder hulp van buiten uit de kooi kunnen bevrijden, moeten de desbetreffende instructies duidelijk leesbaar in de kooi zijn aangebracht.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

6. GEBRUIKSAANWIJZINGEN

6.1. De in bijlage IVIII bedoelde veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ moeten vergezeld gaan van een instructieboek dat is gesteld in een officiële ð door de betrokken lidstaat bepaalde ï taal ð die de consumenten en andere eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen ï van de Lid-Staat van de installateur van de lift of een andere door hem aanvaarde in de Gemeenschap gesproken taal, opdat Ö de volgende werkzaamheden op doeltreffende wijze en zonder gevaar kunnen plaatsvinden: Õ

a)- montage;,

b)- aansluiting;,

c)- afstelling;

d)- en het onderhoud.

op doeltreffende wijze en zonder gevaar kunnen plaatsvinden.

6.2. Elke lift moet vergezeld gaan van een documentatie ð gebruiksaanwijzingen ï die gesteld zijnis in ð een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de consumenten en andere eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen ï de officiële taal (of talen) van de Gemeenschap die overeenkomstig het Verdrag kan (kunnen) worden bepaald door de Lid-Staat waar de lift wordt geïnstalleerd. Deze documentatie ð gebruiksaanwijzingen ï omvatten ten minste Ö de volgende documenten Õ:

ê 95/16/EG

a)- een instructieboek dat de voor normaal gebruik benodigde tekeningen en schema's bevat, alsmede die voor onderhoud, inspectie, reparatie, periodieke controle en de in punt 4.4 bedoelde hulpverlening;

b)- een liftboek waarin de reparaties en eventueel de periodieke controles kunnen worden opgetekend.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE II

A. Inhoud van de EG-verklaring van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaring Õ voor veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ [24]

De EG-verklaring van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaring voor veiligheidscomponenten voor liften wordt opgesteld in dezelfde taal als het in bijlage I, punt 6.1, bedoelde instructieboek, wordt getypt of in drukletters geschreven en bevat Õ moet de volgende gegevens bevatten:

Ö a) handelsnaam Õ - naam en Ö volledig Õ adres van de fabrikant van de veiligheidscomponenten[25],;

b)- in voorkomend geval, naam Ö handelsnaam Õ en adres van zijn in de Gemeenschap Ö Unie Õ gevestigde gemachtigde[26],;

c)- beschrijving van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ, type- of serie-aanduiding, serienummer indien aanwezig,;

d)- veiligheidsfunctie van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ indien deze niet duidelijk uit de beschrijving blijkt,;

e)- bouwjaar van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ,;

f)- alle relevante bepalingen waaraan de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ voldoet,;

ò nieuw

g) een verklaring dat de veiligheidscomponent voor liften conform is met alle relevante harmonisatiewetgeving van de Unie;

ê 95/16/EG (aangepast)

h)- indien van toepassing, de referentie Ö referentie(s) Õ van de gebruikte geharmoniseerde normen Ö norm(en) Õ,;

i)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die het EG Ö EU Õ-typeonderzoek heeft verricht overeenkomstig artikel 15, onder a) en b), 8, lid 1, onder a), punten i) en ii), Ö en Õ indien van toepassing, de referentie van het door die aangemelde instantie afgegeven certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek,;

j)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die de produktiecontrole Ö conformiteitsbeoordelingsprocedure Õ heeft uitgevoerd overeenkomstig artikel 15, onder a) 8, lid 1, onder a), punt ii),;

k)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die het door de fabrikant Ö gebruikte Õ toegepaste kwaliteitsborgingssysteem heeft gecontroleerd Ö goedgekeurd Õ overeenkomstig artikel 15, onder b) en c) 8, lid 1, onder a), punt iii),;

identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de fabrikant van de veiligheidscomponenten of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde te binden.

Ö l) naam en functie van de persoon die bevoegd is om namens de fabrikant of zijn in de Unie gevestigde gemachtigde de verklaring te ondertekenen; Õ

ò nieuw

m) plaats en datum van ondertekening;

n) handtekening.

ê 95/16/EG (aangepast)

B. Inhoud van de EG-verklaring van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaring Õ voor geïnstalleerde liften[27]

De EG-verklaring van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaring voor liften wordt opgesteld in dezelfde taal als het in bijlage I, punt 6.2, bedoelde instructieboek, wordt getypt of in drukletters geschreven en bevat Õ moet de volgende gegevens bevatten:

Ö a) handelsnaam Õ naam en Ö volledig Õ adres van de installateur van de lift[28],;

b)- beschrijving van de lift, type- of serie-aanduiding, serienummer en adres waar de lift is geïnstalleerd,;

ê 95/16/EG

c)- jaar waarin de lift is geïnstalleerd,;

d)- alle relevante bepalingen waaraan de lift voldoet,;

ò nieuw

e) een verklaring dat de lift conform is met alle relevante harmonisatiewetgeving van de Unie;

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

f)- indien van toepassing, de referentie Ö referentie(s) Õ van de gebruikte geharmoniseerde normen Ö norm(en) Õ,;

g)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die het EG Ö EU Õ-typeonderzoek heeft verricht van het model van de lift overeenkomstig artikel 16, lid 1), onder a), 8, lid 2, punten i) en ii), Ö en Õ indien van toepassing, de referentie van het Ö door die aangemelde instantie afgegeven Õ certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek,;

h)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die de keuring van de lift Ö eenheidskeuring Õ heeft verricht overeenkomstig artikel 16, lid 1), onder c) 8, lid 2, punt iv),;

i)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die de eindcontrole van de lift heeft verricht overeenkomstig artikel 16, lid 1), onder a), punt i), en artikel 16, lid 1), onder b), punt i) 8, lid 2, eerste streepje van de punten i), ii) en iii),;

j)- indien van toepassing, naam, adres en identificatienummer van de aangemelde instantie die de controle van het door de installateur gebruikte kwaliteitsborgingssysteem heeft verricht ð goedgekeurd ï overeenkomstig artikel 16, lid 1), onder a), punten ii) en iii), artikel 16, lid 1), onder b), punten ii) en iii), en artikel 16, lid 1), onder d) 8, lid 2, tweede en derde streepje van de punten i), ii), iii) en v),;

– identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is om de installateur van de lift te binden.

Ö k) naam en functie van de persoon die bevoegd is om namens de installateur de verklaring te ondertekenen; Õ

ò nieuw

l) plaats en datum van ondertekening;

m) handtekening.

ê 95/16/EG

BIJLAGE III

DE CE-MARKERING VAN OVEREENSTEMMING

De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de initialen CE in de volgende grafische vorm:

Bij verkleining of vergroting van de CE-markering moeten de verhoudingen van bovenstaande afbeelding in acht worden genomen.

De onderscheiden onderdelen van de CE-markering moeten nagenoeg dezelfde hoogte hebben, die minimaal 5 mm bedraagt. Bij veiligheidscomponenten van geringe grootte mag van deze minimumafmeting worden afgeweken.

De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die optreedt in het kader van de

– in artikel 8, lid 1, onder a), punt ii) of iii), bedoelde procedures

– in artikel 8, lid 2, bedoelde procedures.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE IIIIV

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1, LID 1, EN IN ARTIKEL 8, LID 1,15 BEDOELDE VEILIGHEIDSCOMPONENTEN Ö VOOR LIFTEN Õ

ê 95/16/EG

1. Grendelinrichtingen van schachtdeuren.

ê 95/16/EG

2. In bijlage I, punt 3.2, bedoelde vanginrichtingen die de vrije val van de kooi of ongecontroleerde bewegingen naar boven moeten verhinderen.

ê 95/16/EG

3. Snelheidsbegrenzers.

ê 95/16/EG (aangepast)

4. a) Energieopnemende buffers met

i)- hetzij niet-lineaire karakteristiek, Ö of Õ

ii)- hetzij terugslagdemping.

b) Energieafvoerende buffers.

ê 95/16/EG

5. Veiligheidsinrichtingen op vijzels van de hydraulische circuits wanneer deze als vanginrichtingen worden gebruikt.

ê 95/16/EG (aangepast)

6. Elektrische veiligheidsinrichtingen in de vorm van veiligheidsschakelaars Ö veiligheidscircuits Õ met elektronische componenten.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

BIJLAGE IVV

EG Ö EU Õ-TYPEONDERZOEK Ö VOOR LIFTEN EN VEILIGHEIDSCOMPONENTEN VOOR LIFTEN Õ

(Module B)

A. EG Ö EU Õ-typeonderzoek van veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ

1. Het EG Ö Met "EU Õ-typeonderzoek" Ö wordt Õ is de procedure door middel waarvan ð dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure ï Ö bedoeld waarin Õ een aangemelde instantie vaststelt en verklaart dat een lift waarop op de juiste wijze een representatief exemplaar van een veiligheidscomponent Ö voor liften Õ wordt aangebracht, aan de betreffende bepalingen Ö eisen Õ van de richtlijn zal kunnen voldoen.

2. De aanvraag om Ö voor Õ een EG Ö EU Õ-typeonderzoek wordt door de fabrikant van de veiligheidscomponent of door zijn in de Gemeenschap Ö Unie Õ gevestigde gemachtigde ingediend bij de ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze.

De aanvraag omvat:

a)-          naam en adres van de fabrikant van de veiligheidscomponent, en, naam en adres van zijn gemachtigde indien de aanvraag door laatstgenoemde is Ö wordt Õ ingediend Ö door zijn gemachtigde Õ, Ö ook diens naam en adres Õ alsmede de plaats waar de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ zijn vervaardigd;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)-          een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een andere aangemelde instantie Ö is ingediend Õ;

ê 95/16/EG

c)-          een technisch dossier;

ê 95/16/EG (aangepast)

d)-          een representatief exemplaar van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ of vermelding van de plaats waar dit kan worden onderzocht. De aangemelde instantie kan onder opgave van redenen extra exemplaren aanvragen Ö meer monsters verlangen als dit voor het testprogramma nodig is Õ.

ò nieuw

(e) het bewijsmateriaal voor de geschiktheid van het technisch ontwerp. Hierin worden de gevolgde documenten vermeld, in het bijzonder wanneer de desbetreffende geharmoniseerde normen niet volledig zijn toegepast. Zo nodig worden ook de resultaten vermeld van tests die door een geschikt laboratorium van de fabrikant of namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander laboratorium zijn verricht.

ê 95/16/EG (aangepast)

3. Aan de hand van het technisch dossier moet kunnen worden beoordeeld of de veiligheidscomponent Ö voor liften conform Õ in overeenstemming is met de eisen van de richtlijn en geschikt is om de lift waarop hij op de juiste wijze is aangebracht te doen beantwoorden aan de bepalingen ervan Ö betreffende eisen van de richtlijn Õ.

Voor zover nodig voor de overeenstemmingsbeoordeling dient hHet technisch dossier Ö dient Õ de volgende stukken te bevatten:

a)- een algemene beschrijving van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ, met inbegrip van het gebruiksterrein (met name de eventuele snelheidsgrenzen, de belasting, de energie) en de gebruiksomstandigheden (met name plaatsen waar ontploffingsgevaar bestaat, slecht weer);

ê 95/16/EG

b)- ontwerp- en fabricagetekeningen of -schema's;

ò nieuw

c) toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema’s en van de werking van de veiligheidscomponent voor liften;

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö d) een lijst van Õ de beoogde essentiële Ö veiligheids- en gezondheidseisen Õ eis(en) en de oplossing die is gekozen om daaraan te voldoen (b.v. geharmoniseerde norm);

ò nieuw

e) een lijst van de geheel of gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, en indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, een beschrijving van de wijze waarop aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn is voldaan. Bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen wordt in het technisch dossier gespecificeerd welke delen zijn toegepast;

ê 95/16/EG (aangepast)

f)- eventueel de resultaten van de door Ö of voor Õ de fabrikant uitgevoerde of uitbestede proeven Ö tests Õ of berekeningen;

ò nieuw

g) testrapporten;

ê 95/16/EG (aangepast)

h)- een exemplaar van de montage-instructies Ö het instructieboek Õ voor de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

i)- de maatregelen die bij de fabricage zullen worden genomen om ervoor te zorgen dat in serie vervaardigde veiligheidscomponenten Ö voor liften conform zijn Õ met het type overeenstemmen.

ê 95/16/EG

4. De aangemelde instantie:

ê 95/16/EG (aangepast)

onderzoekt het technisch dossier, teneinde na te gaan of hiermee aan de beoogde doelstellingen wordt voldaan;

Ö a) onderzoekt het technisch dossier om te beoordelen of het technisch ontwerp van de veiligheidscomponent voor liften geschikt is; Õ

ò nieuw

b) stelt in overleg met de aanvrager de plaats vast waar de onderzoeken en tests zullen worden uitgevoerd;

ê 95/16/EG (aangepast)

– onderzoekt de veiligheidscomponent om na te gaan of deze overeenkomstig het technisch dossier is vervaardigd;

Ö c) controleert of het (de) representatieve exempla(a)r(en) overeenkomstig het technisch dossier is (zijn) vervaardigd en stelt vast welke elementen overeenkomstig de specificaties van geharmoniseerde normen zijn ontworpen, alsook welke elementen zijn ontworpen zonder toepassing van de specificaties van die normen; Õ

– voert passende controles alsook de nodige proeven uit of laat deze uitvoeren, om na te gaan of de door de fabrikant van de veiligheidscomponent gekozen oplossingen aan de eisen van de richtlijn voldoen en of de veiligheidscomponent naar behoren kan functioneren wanneer deze op de juiste wijze op een lift is aangebracht.

Ö d) verricht de nodige onderzoeken en tests, of laat die verrichten om, ingeval de fabrikant heeft gekozen voor de specificaties uit de relevante geharmoniseerde normen, te controleren of deze op de juiste wijze zijn toegepast; Õ

Ö e) verricht de nodige onderzoeken en tests, of laat die verrichten om, ingeval de specificaties uit de relevante geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, te controleren of de door de fabrikant gekozen oplossingen aan de desbetreffende essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn voldoen. Õ

ò nieuw

De aangemelde instantie stelt een evaluatieverslag op over de verrichte onderzoeken, controles en tests en de resultaten daarvan. Onverminderd haar verplichtingen jegens de aanmeldende autoriteiten maakt de aangemelde instantie de inhoud van het verslag uitsluitend met instemming van de fabrikant geheel of gedeeltelijk openbaar.

ê 95/16/EG (aangepast)

5. Indien het representatieve exemplaar van de veiligheidscomponent voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van de richtlijn, verstrekt de aangemelde instantie aan de aanvrager een certificaat van EG-typeonderzoek. Het certificaat bevat de naam en het adres van de fabrikant van de veiligheidscomponent, de conclusies van de controle, de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat en de nodige gegevens voor de identificatie van het goedgekeurde type.

De Commissie, de Lid-Staten en de andere aangemelde instanties kunnen een kopie van het certificaat verkrijgen, alsmede, op met redenen omkleed verzoek, een kopie van het technisch dossier en van de verslagen van de uitgevoerde onderzoeken, berekeningen of proeven. Indien de aangemelde instantie weigert een certificaat van EG-typeonderzoek aan de fabrikant af te geven, motiveert zij deze weigering uitvoerig. Er moet in een beroepsprocedure worden voorzien.

Ö 5. Indien het (de) representatieve exempla(a)r(en) van de veiligheidscomponent voor liften voldoet (voldoen) aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn, verstrekt de aangemelde instantie de fabrikant een certificaat van EU-typeonderzoek. Het certificaat bevat de naam en het adres van de fabrikant van de veiligheidscomponent en, indien van toepassing, van zijn gemachtigde, de conclusies van het typeonderzoek, de eventuele voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat en de noodzakelijke gegevens voor de identificatie van het goedgekeurde type. Õ

ò nieuw

Het certificaat kan vergezeld gaan van een of meer bijlagen.

Wanneer het (de) representatieve exempla(a)r(en) niet aan de toepasselijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn voldoet (voldoen), weigert de aangemelde instantie een certificaat van EU-typeonderzoek te verstrekken en brengt zij de aanvrager hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering.

De aangemelde instantie bewaart tot 15 jaar na de datum van afgifte van het certificaat van EU-typeonderzoek een kopie van het certificaat, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier en het evaluatieverslag.

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö 6. De aangemelde instantie volgt de ontwikkeling van de algemeen erkende stand van de techniek; indien het goedgekeurde type vanwege deze ontwikkeling mogelijk niet meer aan de toepasselijke eisen van de richtlijn voldoet, beoordeelt zij of nader onderzoek nodig is. Als dit het geval is, stelt de aangemelde instantie de fabrikant daarvan in kennis. Õ

6. De fabrikant van de veiligheidscomponent of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde brengt de aangemelde instantie op de hoogte van alle, zelfs geringe, wijzigingen die hij in de goedgekeurde veiligheidscomponent heeft aangebracht of overweegt aan te brengen, met inbegrip van nieuwe, niet in het oorspronkelijke technisch dossier aangegeven uitbreidingen of varianten (zie punt 3, eerste streepje). De aangemelde instantie onderzoekt de wijzigingen en deelt de aanvrager mede of het certificaat van EG-typeonderzoek nog geldig is[29].

Ö 7. De fabrikant of zijn gemachtigde brengt de aangemelde instantie op de hoogte van alle wijzigingen van het goedgekeurde type die van invloed kunnen zijn op de conformiteit van de veiligheidscomponent voor liften met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn of de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat van EU-typeonderzoek. Õ

7. Elke aangemelde instantie deelt aan de Lid-Staten alle nuttige informatie mede met betrekking tot:

– de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft afgegeven;

– de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft ingetrokken.

Elke aangemelde instantie deelt bovendien aan de andere aangemelde instanties alle nuttige informatie mede met betrekking tot de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft ingetrokken.

Ö De aangemelde instantie onderzoekt de wijzigingen en deelt de aanvrager mede of het certificaat van EU-typeonderzoek nog geldig is dan wel of nadere onderzoeken, controles en tests nodig zijn. Naargelang van het geval verstrekt de aangemelde instantie een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van EU-typeonderzoek of verlangt zij dat een nieuwe aanvraag voor een EU-typeonderzoek wordt ingediend. Õ

Ö 8. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte certificaten en aanvullingen daarop. Õ

ÖElke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, ingetrokken, geschorste of anderszins beperkte certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte certificaten en aanvullingen daarop. Õ

Ö 9. De Commissie, de lidstaten en de andere aangemelde instanties kunnen op verzoek een kopie van de certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop ontvangen. De Commissie en de lidstaten kunnen op verzoek een kopie van het technisch dossier en van het verslag over de door de aangemelde instantie verrichte onderzoeken, controles en tests ontvangen. Õ

8. 10. Het certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek, de dossiers Ö documenten Õ en de correspondentie in verband met de EG Ö EU Õ-typeonderzoekprocedure worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door die instantie aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

9. 11. Gedurende tien jaar na de laatste datum van fabricage van de veiligheidscomponent bewaart dDe fabrikant van de veiligheidscomponent of zijn gemachtigde Ö bewaart gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de laatste veiligheidscomponent voor liften Õ naast het technisch dossier ook een Ö kopie Õ afschrift van het certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek ð , de bijlagen ï en van de aanvullingen daarop Ö , samen met het technisch dossier Õ.

ê 95/16/EG (aangepast)

Indien noch de fabrikant van een veiligheidscomponent, noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap Ö Unie Õ is gevestigd, is de persoon die met het in de Gemeenschap Ö Unie Õ in de handel brengen van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ is belast, degene die het technisch dossier ter beschikking moet houden.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

B. EG Ö EU Õ-typeonderzoek van een lift Ö liften Õ

1. Het EG Ö Met "EU Õ-typeonderzoek" Ö wordt Õ is de procedure door middel waarvan ð dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure ï Ö bedoeld waarin Õ een aangemelde instantie vaststelt en verklaart dat een modellift of een lift waarvoor in geen enkele uitbreiding of variant is voorzien, aan de Ö betreffende eisen Õ bepalingen van de richtlijn voldoet.

2. De aanvraag om Ö voor Õ een EG Ö EU Õ-typeonderzoek wordt door de installateur van de lift ingediend bij een Ö één enkele Õ aangemelde instantie van zijn keuze.

De aanvraag omvat:

a)- naam en adres van de installateur van de lift;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)- een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een andere aangemelde instantie Ö is ingediend Õ;

ê 95/16/EG

c)- een technisch dossier;

ê 95/16/EG

d)- de vermelding van de plaats waar de modellift kan worden onderzocht. Deze moet de einddelen omvatten en een bereik van minstens drie niveaus hebben (boven-, beneden- en tussenniveau).;

ò nieuw

e) het bewijsmateriaal voor de geschiktheid van het technisch ontwerp. Hierin worden de gevolgde documenten vermeld, in het bijzonder wanneer de desbetreffende geharmoniseerde normen niet volledig zijn toegepast. Zo nodig worden ook de resultaten vermeld van tests die door een geschikt laboratorium van de liftenfabrikant of namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander laboratorium zijn verricht.

ê 95/16/EG (aangepast)

3. Aan de hand van het technisch dossier moet kunnen worden beoordeeld of de lift aan de bepalingen Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen Õ van de richtlijn voldoet en inzicht kunnen worden verkregen in het ontwerp en de werking.

Voor zover nodig voor de overeenstemmingsbeoordeling dient hHet technisch dossier Ö dient Õ de volgende stukken te bevatten:

a)- een algemene beschrijving van de modellift. In het technisch dossier moeten Ö waarin Õ duidelijk alle Ö toegestane variaties van de modellift Õ uitbreidingsmogelijkheden worden vermeld die de voor onderzoek aangeboden modellift biedt (zie Ö zoals bedoeld in Õ artikel 21, lid 34);

ê 95/16/EG

b)- ontwerp- en fabricagetekeningen of -schema's;

ò nieuw

c) toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema’s en van de werking van de modellift;

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö d) een lijst van Õ de beoogde essentiële Ö veiligheids- en gezondheids Õeis(en) en de oplossing die is gekozen om daaraan te voldoen (b.v. geharmoniseerde norm);

ò nieuw

e) een lijst van de geheel of gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, en indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, een beschrijving van de wijze waarop aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn is voldaan. Bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen wordt in het technisch dossier gespecificeerd welke delen zijn toegepast;

ê 95/16/EG (aangepast)

f)- een Ö kopie Õ afschrift van de EG-verklaringen van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaringen Õ van de Ö in Õ bij de vervaardiging van de lift Ö modellift Õ gebruikte veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

g)- eventueel de resultaten van de door Ö of voor Õ de fabrikant Ö installateur Õ uitgevoerde of uitbestede proeven Ö tests Õ of berekeningen;

ò nieuw

h) testrapporten;

ê 95/16/EG (aangepast)

i)- een exemplaar van de gebruiksaanwijzing Ö het instructieboek Õ van de lift;

j)- de maatregelen die bij het installeren zullen worden genomen om ervoor te zorgen dat de in serie vervaardigde liften in overeenstemming Ö conform Õ zijn met de bepalingen Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen Õ van de richtlijn.

ê 95/16/EG

4. De aangemelde instantie:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- onderzoekt het technisch dossier, teneinde na te gaan of hiermee aan de beoogde doelstellingen wordt voldaan Ö om te beoordelen of het technisch ontwerp van de modellift geschikt is Õ;

ò nieuw

b) stelt in overleg met de installateur de plaats vast waar de onderzoeken en tests zullen worden uitgevoerd;

ê 95/16/EG (aangepast)

– onderzoekt de modellift, om na te gaan of deze overeenkomstig het technisch dossier is vervaardigd;

ò nieuw

c) onderzoekt de modellift om na te gaan of deze overeenkomstig het technisch dossier is vervaardigd en stelt vast welke elementen overeenkomstig de specificaties van de relevante geharmoniseerde normen zijn ontworpen, alsook welke elementen zijn ontworpen zonder toepassing van de specificaties van die normen;

ê 95/16/EG (aangepast)

– voert passende controles alsook de nodige proeven uit of laat deze uitvoeren, om na te gaan of de door de installateur van de lift gekozen oplossingen aan de eisen van de richtlijn voldoen en of ook de lift daarmee aan die eisen kan voldoen.

ò nieuw

d) verricht de nodige onderzoeken en tests, of laat die verrichten om, ingeval de installateur heeft gekozen voor de specificaties uit de relevante geharmoniseerde normen, te controleren of deze op de juiste wijze zijn toegepast;

e) verricht de nodige onderzoeken en tests, of laat die verrichten om, ingeval de specificaties uit de relevante geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, te controleren of de door de installateur gekozen oplossingen aan de desbetreffende essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn voldoen.

De aangemelde instantie stelt een evaluatieverslag op over de verrichte onderzoeken, controles en tests en de resultaten daarvan. Onverminderd haar verplichtingen jegens de aanmeldende autoriteiten maakt de aangemelde instantie de inhoud van het verslag uitsluitend met instemming van de liftenfabrikant geheel of gedeeltelijk openbaar.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

5. Indien de modellift voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van de richtlijn ð essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I ï, verstrekt de aangemelde instantie aan de aanvrager Ö installeur Õ een certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek. Het certificaat bevat de naam en het adres van de installateur van de lift, de conclusies van de controle Ö het EU-typeonderzoek Õ, de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat en de nodige Ö noodzakelijke Õ gegevens voor de identificatie van het Ö de Õ goedgekeurde type Ö modellift Õ.

Indien de aangemelde instantie weigert een certificaat van EG-typeonderzoek aan de fabrikant af te geven, motiveert zij deze weigering uitvoerig. Er moet in een beroepsprocedure worden voorzien.

6. De installateur van de lift brengt de aangemelde instantie op de hoogte van alle, zelfs geringe, wijzigingen die hij in de goedgekeurde lift heeft aangebracht of wenst aan te brengen, met inbegrip van nieuwe, niet in het oorspronkelijke technisch dossier aangegeven uitbreidingen of varianten (zie punt 3, eerste streepje). De aangemelde instantie onderzoekt de wijzigingen en deelt de aanvrager mede of het certificaat van EG-typeonderzoek nog geldig is[30].

7. Elke aangemelde instantie deelt aan de Lid-Staten alle nuttige informatie mede met betrekking tot:

– de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft afgegeven;

– de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft ingetrokken.

Elke aangemelde instantie deelt bovendien aan de andere aangemelde instanties alle nuttige informatie mede met betrekking tot de certificaten van EG-typeonderzoek die zij heeft ingetrokken.

ò nieuw

Het certificaat kan vergezeld gaan van een of meer bijlagen.

Wanneer de modellift niet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet, weigert de aangemelde instantie een certificaat van EU-typeonderzoek te verstrekken en brengt zij de installateur hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering.

De aangemelde instantie bewaart gedurende 15 jaar na de datum van afgifte van het certificaat van EU-typeonderzoek een kopie van het certificaat, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier en het evaluatieverslag.

6. De aangemelde instantie volgt de ontwikkeling van de algemeen erkende stand van de techniek; indien het goedgekeurde type vanwege deze ontwikkeling mogelijk niet meer aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet, beoordeelt zij of nader onderzoek nodig is. Als dit het geval is, stelt de aangemelde instantie de installateur daarvan in kennis.

7. De installateur brengt de aangemelde instantie op de hoogte van alle wijzigingen van het goedgekeurde type, met inbegrip van niet in het oorspronkelijke technisch dossier aangegeven variaties, die van invloed kunnen zijn op de conformiteit van de lift met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I of de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat.

De aangemelde instantie onderzoekt de wijzigingen en deelt de installateur mede of het certificaat van EU-typeonderzoek nog geldig is dan wel of nadere onderzoeken, controles en tests nodig zijn. Naargelang van het geval verstrekt de aangemelde instantie een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van EU-typeonderzoek of verlangt zij dat een nieuwe aanvraag voor een EU-typeonderzoek wordt ingediend.

8. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte certificaten en aanvullingen daarop.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, ingetrokken, geschorste of anderszins beperkte certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte certificaten en aanvullingen daarop.

ê 95/16/EG (aangepast)

9. De Commissie, de lidstaten Lid-Staten en de andere aangemelde instanties kunnen Ö op verzoek Õ een kopie van Ö de certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop ontvangen Õ het certificaat verkrijgen, alsmede, op met redenen omkleed. Ö De Commissie en de lidstaten kunnen op Õ verzoek, een kopie van het technisch dossier en van de verslagen van Ö het verslag over Õ de uitgevoerde Ö door de aangemelde instantie verrichte Õ onderzoeken, berekeningen of proeven Ö controles en tests ontvangen Õ.

8.10. Het certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek, de dossiers Ö documenten Õ en de correspondentie in verband met de EG Ö EU Õ-typeonderzoekprocedure worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door die instantie aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

9.11. Ö De installateur bewaart Õ gGedurende Ö ten minste Õ tien jaar na de vervaardiging Ö het in de handel brengen Õ van de laatste met de modellift overeenkomende lift bewaart de installateur van de lift naast het technisch dossier ook een Ö kopie Õ afschrift van het certificaat van EG Ö EU Õ-typeonderzoek ð , de bijlagen ï en van de aanvullingen daarop Ö , samen met het technisch dossier Õ.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE VVI

EINDCONTROLE Ö VOOR LIFTEN Õ

1. De eindcontrole is de procedure door middel waarvan de installateur van de lift die voldoet aan de verplichtingen uit hoofde van punt 2 zich ervan vergewist en verklaart dat de lift die in de handel wordt gebracht aan de eisen van de richtlijn voldoet. De installateur van de lift brengt in de kooi van elke lift de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op.

Ö 1. Met "eindcontrole" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin een aangemelde instantie vaststelt en verklaart dat een geïnstalleerde lift die onder een certificaat van EU-typeonderzoek valt of die volgens een goedgekeurd systeem voor volledige kwaliteitsborging ontworpen en vervaardigd is, aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet. Õ

2. De installateur van de lift neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de lift die in handel wordt gebracht overeenstemt met de modellift omschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de daarop van toepassing zijnde essentiële veiligheids- en gezondheidseisen.

Ö 2. Verplichtingen van de installateur Õ

Ö 2.1. De installateur neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de lift die wordt geïnstalleerd voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I en overeenkomt met: Õ

Ö a)   een goedgekeurd type als beschreven in een certificaat van EU-typeonderzoek; of Õ

Ö b)   een lift die ontworpen en vervaardigd is volgens een systeem voor volledige kwaliteitsborging overeenkomstig bijlage XI en het certificaat van EU-ontwerponderzoek indien het ontwerp niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen. Õ

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö2.2. De installateur stelt een EU-conformiteitsverklaring op en brengt de CE-markering aan in de kooi van elke lift die aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn voldoet. Õ

Ö 3. Eindcontrole Õ

5. De aangemelde instantie ontvangt documentatie bestaande uit:

Ö 3.1 De installateur verstrekt de aangemelde instantie de volgende documenten: Õ

a)- de overzichtstekening van de lift;

b)- de tekeningen en schema's die nodig zijn voor de eindcontrole, met name de schema's van de bedieningscircuits;

c)- een exemplaar van Ö de Õ het instructieboek bedoeld in bijlage I, punt 6.2 Ö , bedoelde gebruiksaanwijzingen Õ.

De aangemelde instantie mag geen gedetailleerde tekeningen of nauwkeurige inlichtingen eisen die niet nodig zijn voor het controleren van de overeenstemming Ö conformiteit Õ van de Ö geïnstalleerde Õ lift die in de handel zal worden gebracht met de in het certificaat van EG-typeonderzoek beschreven modellift.

Ö 3.2 Een door de installateur gekozen aangemelde instantie verricht de eindcontrole van de geïnstalleerde lift die in de handel zal worden gebracht, teneinde de conformiteit van de lift met de toepasselijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn te controleren. Õ

Ö Passende onderzoeken en tests als omschreven in de in artikel 14 bedoelde relevante geharmoniseerde norm(en) worden verricht om na te gaan of de lift met de toepasselijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn in overeenstemming is. Bij ontbreken van dergelijke geharmoniseerde normen bepaalt de betrokken aangemelde instantie welke daarmee gelijkstaande tests moeten worden verricht. Õ

4. De eindcontrole van de lift die in de handel zal worden gebracht wordt verricht door of op last van een door de installateur van de lift gekozen aangemelde instantie. Passende controles en proeven als omschreven in de in artikel 5 bedoelde relevante norm(en) of daarmee gelijkstaande proeven worden verricht om na te gaan of de lift met de desbetreffende eisen van de richtlijn in overeenstemming is.

Deze controles en proeven hebben met name betrekking op:

a)           onderzoek van de documentatie om na te gaan of de lift in overeenstemming is met de overeenkomstig bijlage V, onderdeel B, goedgekeurde modellift;

Ö 3.3. Bij de onderzoeken gaat het ten minste om een van de volgende onderzoeken: Õ

Ö a) onderzoek van de in punt 3.1 bedoelde documenten om te controleren of de geïnstalleerde lift overeenkomt met de modellift waarvoor overeenkomstig bijlage IV, onder B, een certificaat van EU-typeonderzoek is afgegeven; Õ

ò nieuw

b) onderzoek van de in punt 3.1 bedoelde documenten om te controleren of de geïnstalleerde lift overeenkomt met de lift die ontworpen en vervaardigd is volgens een goedgekeurd systeem voor volledige kwaliteitsborging overeenkomstig bijlage XI en, indien het ontwerp niet geheel voldoet aan de geharmoniseerde normen, volgens het certificaat van EU-ontwerponderzoek.

ê 95/16/EG (aangepast)

Ö 3.4. Bij de tests gaat het ten minste om een van de volgende tests: Õ

ê 95/16/EG

a)- de werking van de lift in onbelaste toestand en onder maximale belasting om na te gaan of de veiligheidsinrichtingen (vanginrichtingen, vergrendelingen, … enz.) goed zijn gemonteerd en naar behoren functioneren;

b)- de werking van de lift onder maximale belasting en in onbelaste toestand om na te gaan of de veiligheidsvoorzieningen bij het uitvallen van de energietoevoer naar behoren functioneren;

c)- statische beproeving met een belasting van 1,25-maal de nominale belasting.

De nominale belasting is de in bijlage I, punt 5, bedoelde belasting.

ê 95/16/EG (aangepast)

Na afloop van deze proeven Ö tests Õ dient de aangemelde instantie zich ervan te vergewissen dat er geen vervormingen of beschadigingen zijn opgetreden die bij het gebruik van de lift gevaar kunnen opleveren.

Ö 4. Indien de geïnstalleerde lift voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I, brengt de aangemelde instantie haar identificatienummer aan naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 19 of doet zij dit aanbrengen, en stelt zij een verklaring van eindcontrole op waarin de verrichte onderzoeken en tests zijn vermeld. Õ

6. Indien de lift voldoet aan de bepalingen van de richtlijn, brengt de aangemelde instantie haar identificatienummer aan naast de CE-markering overeenkomstig bijlage III of doet dit aanbrengen, en stelt een verklaring van eindcontrole op waarin de verrichte controles en proeven zijn vermeld.

ê 95/16/EG

De aangemelde instantie vult de desbetreffende bladzijden in van het in bijlage I, punt 6.2, bedoelde liftboek.

ê 95/16/EG (aangepast)

Indien de aangemelde instantie weigert een verklaring van eindcontrole af te geven, motiveert zij deze weigering uitvoerig en geeft zij aan hoe alsnog goedkeuring kan worden verkregen Ö welke corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn Õ. Wanneer de installateur van de lift opnieuw een verzoek om eindcontrole doet, moet Ö richt Õ hij zijn verzoek aan dezelfde aangemelde instantie richten.

7. De verklaring van eindcontrole, de dossiers en de correspondentie in verband met de EG-goedkeuringsprocedure worden gesteld in een officiële taal van de Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

Ö 5. De verklaring van eindcontrole, de documenten en de correspondentie in verband met de goedkeuringsprocedure van de eindcontrole worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal. Õ

6. 3. Gedurende tien jaar na het in de handel brengen van een Ö de Õ lift bewaart de installateur van de lift een Ö kopie Õ afschrift van de EG-verklaring van overeenstemming Ö EU-conformiteitsverklaring Õ en van de in punt 6 bedoelde verklaring van eindcontrole.

ò nieuw

7. De Commissie en de lidstaten kunnen op verzoek een kopie van de verklaring van eindcontrole ontvangen.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE VII

DOOR DE LID-STATEN TE HANTEREN MINIMUMCRITERIA BIJ DE AANMELDING VAN INSTANTIES

1. De instantie, haar directeur en het personeel dat met de uitvoering van de keuring is belast mogen niet de ontwerper, de constructeur, de leverancier, de fabrikant van de veiligheidscomponenten zijn, noch de installateur van de liften die zij controleren, noch de gemachtigde van één der genoemde personen. Evenzo mogen de instantie, haar directeur en het personeel belast met het toezicht op de in artikel 8 bedoelde kwaliteitsborgingssystemen niet de ontwerper, de constructeur, de leverancier, of de fabrikant van de veiligheidscomponenten zijn, noch de installateur van de liften die zij controleren, noch de gemachtigde van één van deze partijen. Zij mogen bij het ontwerpen, de bouw, de verkoop of het onderhoud van deze veiligheidscomponenten of de installatie van deze liften noch rechtstreeks, noch als gemachtigden optreden. Uitwisseling van technische gegevens tussen de fabrikant van de veiligheidscomponenten of de installateur van de lift en de instantie wordt door deze bepaling niet uitgesloten.

2. De instantie en het personeel belast met de controle moeten de controle of het toezicht met de grootste mate van beroepsintegriteit en technische bekwaamheid uitvoeren; zij dienen vrij te zijn van elke pressie en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun beoordeling of de uitslagen van hun controle kunnen beïnvloeden — in het bijzonder van personen of groepen personen die belang hebben bij de resultaten van de controle of het toezicht.

3. De instantie dient te beschikken over het nodige personeel en de nodige middelen om de met de uitvoering van de controles en het toezicht verbonden technische en administratieve taken naar behoren te vervullen; tevens dient de instantie toegang te hebben tot het nodige materieel voor bijzondere keuringen.

4. Het personeel dat met de controles is belast, moet:

een goede technische en beroepsopleiding hebben genoten; een behoorlijke kennis bezitten van de voorschriften betreffende de controles die het verricht, en voldoende ervaring met deze controles hebben; de vereiste bekwaamheid bezitten om op grond van de verrichte controles certificaten, verslagen en rapporten op te stellen.

5. De onafhankelijkheid van het personeel dat met de controles is belast, moet gewaarborgd zijn. De bezoldiging van de functionarissen mag niet afhangen van het aantal controles dat zij verrichten, noch van de uitslagen daarvan.

6. De instantie dient een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te sluiten, tenzij deze wettelijke aansprakelijkheid op grond van het nationale recht door de overheid wordt gedekt of de controles rechtstreeks door de Lid-Staat worden verricht.

7. Het personeel van de instantie is gebonden door het beroepsgeheim ten aanzien van al hetgeen het heeft vernomen bij de uitoefening van zijn taak in het kader van de richtlijn of van de bepalingen van intern recht die daaraan uitvoering geven (behalve tegenover de bevoegde overheidsinstanties van de Staat waarin de instantie haar werkzaamheden uitoefent).

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

BIJLAGE VIVIII

PRODUCKTKWALITEITSBORGING Ö voor veiligheidscomponenten voor lIFTEN Õ

(Module E)

De produktkwaliteitsborging is de procedure door middel waarvan de fabrikant van de veiligheidscomponent die voldoet aan de verplichtingen van punt 2 zich ervan vergewist en verklaart dat de veiligheidscomponenten in overeenstemming zijn met het type als beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en voldoen aan de eisen van de richtlijn die op die produkten van toepassing zijn, en dat een lift waarop de veiligheidscomponent op de juiste wijze wordt aangebracht aan de bepalingen van de richtlijn zal kunnen voldoen.

De fabrikant van de veiligheidscomponent of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4.

2. De fabrikant maakt voor de eindcontrole van de veiligheidscomponent en de proeven gebruik van een goedgekeurd kwaliteitsborgingssysteem zoals omschreven in punt 3, en is onderworpen aan het toezicht bedoeld in punt 4.

Ö 1. Met "productkwaliteitsborging voor veiligheidscomponenten voor liften" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin een aangemelde instantie het productkwaliteitsborgingssysteem van een fabrikant beoordeelt om na te gaan of de veiligheidscomponenten voor liften worden vervaardigd en gecontroleerd in overeenstemming met het in het certificaat van EU-typeonderzoek beschreven type en voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I, en of een lift waarop zij op de juiste wijze worden aangebracht aan die eisen zal kunnen voldoen. Õ

Ö 2. Verplichtingen van de fabrikant Õ

Ö 2.1. De fabrikant past op de eindcontrole en de beproeving van de veiligheidscomponent voor liften een goedgekeurd productkwaliteitsborgingssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. Õ

Ö 2.2. De fabrikant of zijn in de Unie gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent voor liften de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. Õ

3. Kwaliteitsborgingssysteem Ö Productkwaliteitsborgingssysteem Õ

3.1. De fabrikant van de veiligheidscomponent Ö of zijn gemachtigde Õ dient voor de betreffende veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ bij een ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag in tot beoordeling van zijn kwaliteitsborgingssysteem Ö het productkwaliteitsborgingssysteem in Õ.

Deze aanvraag omvat:

ò nieuw

a) naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres;

b) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend;

c) informatie over de ruimten waar de eindcontrole en de beproeving van de veiligheidscomponenten voor liften worden verricht;

ê 95/16/EG (aangepast)

d)- alle relevante informatie over de beoogde Ö te vervaardigen Õ veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

e)- de documentatie over het Ö product Õkwaliteitsborgingssysteem;

f)- Ö het Õ (de) technisch(e) Ö dossier(s) Õ documentatie met betrekking tot de goedgekeurde Ö te vervaardigen Õ veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ en afschriften Ö een kopie Õ van Ö het certificaat ( Õde certificatenÖ ) Õ van EG Ö EU Õ-typeonderzoek.

3.2. In het kader van het Ö product Õkwaliteitsborgingssysteem wordt iedere veiligheidscomponent Ö voor liften gecontroleerd Õ onderzocht en worden er passende proeven Ö tests Õ als bepaald in de in artikel 514 bedoelde relevante normen of daarmee gelijkstaande proeven Ö tests Õ verricht, teneinde de overeenstemming Ö conformiteit Õ met de desbetreffende eisen van de richtlijn Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I Õ na te gaan.

Alle door de fabrikant van de veiligheidscomponenten gevolgde beginselen Ö vastgestelde gegevens Õ, eisen en bepalingen moeten Ö dienen Õ systematisch en ordelijk Ö geordend bijeen te Õ worden aangegeven Ö gebracht Õ in een documentatie van Ö document met Õ schriftelijk vastgelegde maatregelen, procedures en instructies. Ö Aan de hand van Õ Dde documentatie over Ö van Õ het kwaliteitsborgingssysteem moeten ervoor zorgen dat de kwaliteitsprogramma's, -plannen, -handleidingen Ö handboeken Õ en -rapporten door iedereen op dezelfde manier Ö dossiers eenduidig kunnen Õ worden geïnterpreteerd.

ê 95/16/EG

Zij dient met name een behoorlijke beschrijving te bevatten van:

a)           de kwaliteitsdoelstellingen;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)           het organisatieschema van de onderneming, Ö en Õ de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding op het gebied van Ö met betrekking tot Õ de kwaliteit van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

c)           de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die na de fabricage worden verricht Ö uitgevoerd Õ;

d)           de middelen om controle Ö toezicht Õ uit te oefenen op de doeltreffende werking van het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ;

ê 95/16/EG (aangepast)

e)           de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen en keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ, om na te Ö controleren Õ gaan of dit voldoet Ö het Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan, wanneer Ö het gaat om productkwaliteitsborgingssystemen waarbij Õ de desbetreffende Ö relevante Õ geharmoniseerde norm wordt toegepast[31].

Ten minste één lid van het beoordelingsteam dient, als assessor, Ö auditteam moet Õ ervaring te hebben in het beoordelen Ö met beoordelingen Õ van de technologie op het gebied van hijs- en hefwerktuigen Ö en op de hoogte zijn van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I Õ.

De beoordelingsprocedure omvat een bezoek aan de installaties van de fabrikant Ö ruimten waar de eindcontrole en de beproeving Õ van de veiligheidscomponenten Ö voor liften worden verricht Õ.

ê 95/16/EG (aangepast)

De fabrikant van de veiligheidscomponenten wordt van de beslissing in kennis gesteld. De kennisgeving bevat de conclusies van het onderzoek en het met redenen omklede beoordelingsbesluit.

Ö De fabrikant wordt van de beslissing in kennis gesteld. In deze kennisgeving zijn de conclusies van het onderzoek opgenomen, evenals het met redenen omklede beoordelingsverslag. Õ

ò nieuw

De fabrikant brengt onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces op de veiligheidscomponenten voor liften het identificatienummer van de aangemelde instantie aan naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 19.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.4. De fabrikant van de veiligheidscomponenten verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.

Ö De fabrikant of zijn in de Unie gevestigde gemachtigde brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ heeft goedgekeurd, wordt door de fabrikant van de veiligheidscomponenten of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitsborgingssysteem.

De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitsborgingssysteem nog steeds voldoet Ö productkwaliteitsborgingssysteem blijft voldoen Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.

Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö opgenomen, evenals Õ en het met redenen omkleede Ö beoordelingsverslag Õ beoordelingsbesluit.

4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie

4.1. Het toezicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat Ö controleren of Õ de fabrikant van de veiligheidscomponent naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ.

4.2. De fabrikant verleent de aangemelde instantie Ö voor inspectiedoeleinden Õ met het oog op de controle toegang tot de Ö ruimten waar de eindcontrole, tests en opslag worden verricht, Õ controle-, beproevings- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:

a)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ;

b)- Ö het Õ (de) technisch(e) Ö dossier(s) Õ documentatie;

ê 95/16/EG (aangepast)

c)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke controles Ö audits Õ om erop toe te Ö controleren of Õ zien dat de fabrikant van de veiligheidscomponenten het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ onderhoudt en toepast, en verstrekt de fabrikant van de veiligheidscomponenten ð en, indien van toepassing, zijn gemachtigde ï een Ö auditverslag Õ controleverslag.

4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de fabrikant van de veiligheidscomponent Ö ruimten waar de eindcontrole en de beproeving van veiligheidscomponenten voor liften worden verricht Õ.

Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig proeven Ö tests Õ verrichten of laten verrichten om zich van de goede werking van Ö te controleren of Õ het kwaliteitsborgingssysteem te vergewissen Ö productkwaliteitsborgingssysteem goed functioneert Õ;. zZij verstrekt de fabrikant van de veiligheidscomponenten ð en, indien van toepassing, zijn gemachtigde ï een verslag van het bezoek en, Ö indien tests zijn verricht Õ voor zover van toepassing, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.

5. De fabrikant houdt gedurende Ö een periode van Õ tien jaar na Ö nadat Õ de laatste datum van fabricage van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ ð in de handel is gebracht ï het Ö de Õ volgende Ö gegevens Õ ter beschikking van de nationale autoriteiten:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- Ö het Õ (de) in punt 3.1, onder f) tweede alinea, derde streepje, bedoelde documentatie Ö technisch(e) dossier(s) Õ;

ò nieuw

b) de in punt 3.1, onder e), bedoelde documentatie;

ê 95/16/EG (aangepast)

c)- de in punt 3.4, tweede alinea, bedoelde wijzigingen;

d)- de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.

6. Iedere aangemelde instantie stelt de andere aangemelde instanties in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van goedkeuringen van kwaliteitsborgingssystemen.

ò nieuw

6. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van verleende, geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of ingetrokken goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen.

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van de verleende goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen.

7. De documenten en de correspondentie in verband met het productkwaliteitsborgingssysteem worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE VIIIX

VOLLEDIGE KWALITEITSBORGING Ö voor veiligheidscomponenten voor lIFTEN Õ

(Module H)

1. De volledige kwaliteitsborging is de procedure door middel waarvan de fabrikant van de veiligheidscomponent die voldoet aan de verplichtingen uit hoofde van punt 2 zich ervan vergewist en verklaart dat de veiligheidscomponenten voldoen aan de eisen van de richtlijn die daarop van toepassing zijn, en dat een lift waarop de veiligheidscomponent op de juiste wijze wordt aangebracht aan de bepalingen van de richtlijn zal kunnen voldoen.

De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4.

2. De fabrikant past voor ontwerp, fabricage, eindcontrole van de veiligheidscomponenten en keuring een goedgekeurd kwaliteitsborgingssysteem toe als omschreven in punt 3, en is onderworpen aan het toezicht als omschreven in punt 4.

Ö 1. Met "volledige kwaliteitsborging voor veiligheidscomponenten voor liften" wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij een aangemelde instantie het systeem voor volledige kwaliteitsborging van een fabrikant beoordeelt om na te gaan of de veiligheidscomponenten voor liften zo worden ontworpen, vervaardigd, gecontroleerd en beproefd dat zij voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I, en of een lift waarop zij op de juiste wijze worden aangebracht aan die eisen zal kunnen voldoen. Õ

Ö 2.1. De fabrikant past op het ontwerp, de fabricage, de eindcontrole en de beproeving van veiligheidscomponenten voor liften een goedgekeurd systeem voor volledige kwaliteitsborging als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. Õ

Ö 2.2. De fabrikant of zijn in de Unie gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent voor liften de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4. Õ

3. Kwaliteitsborgingssysteem Ö Systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

3.1. De fabrikant Ö of zijn gemachtigde Õ dient bij een ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag tot beoordeling van zijn kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ in. Deze aanvraag omvat:

ò nieuw

a) naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres;

b) informatie over de ruimten waar de veiligheidscomponenten voor liften worden ontworpen, vervaardigd, gecontroleerd en beproefd;

ê 95/16/EG (aangepast)

c)- alle relevante informatie over de Ö te vervaardigen Õ veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

ò nieuw

d) een technisch dossier overeenkomstig bijlage IV, onder A, punt 3, voor één model van elke categorie te vervaardigen veiligheidscomponenten voor liften als omschreven in bijlage III;

ê 95/16/EG (aangepast)

e)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ;.

ò nieuw

f) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.2. Dit systeem moet waarborgen dat de veiligheidscomponenten voldoen aan de desbetreffende bepalingen van de richtlijn en dat de liften waarop zij op de juiste wijze zijn aangebracht, aan genoemde bepalingen zullen kunnen voldoen.

3.2. Alle door de fabrikant gevolgde beginselen Ö vastgestelde gegevens Õ, eisen en bepalingen moeten Ö dienen Õ systematisch en ordelijk Ö geordend bijeen te Õ worden aangegeven Ö gebracht Õ in een documentatie van Ö document met Õ schriftelijk vastgelegde maatregelen, procedures en instructies.

Ö Aan de hand van deze Õ De documentatie over Ö van Õ het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ moeten ervoor zorgen dat de maatregelen inzake procedure en kwaliteit Ö kwaliteitsbepalende beleidsmaatregelen en procedures Õ, zoals kwaliteitsprogramma's, -plannen, -handleidingen Ö handboeken Õ en -rapporten, door iedereen op dezelfde manier Ö dossiers, eenduidig kunnen Õ worden geïnterpreteerd.

De documentatie bevat Ö dient Õ met name een behoorlijke beschrijving Ö te bevatten Õ van:

a)- de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot Ö het Õ ontwerp- en Ö de Õ produktkwaliteit van Ö de Õ veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

b)- de Ö specificaties van het Õ technische ontwerp-specificaties, met inbegrip van de normen die zullen worden toegepast en, indien de in artikel 514 bedoelde normen Ö niet of Õ niet volledig worden toegepast, de middelen die zullen worden aangewend om te waarborgen Ö waarmee wordt gewaarborgd Õ dat wordt voldaan aan de essentiële eisen van de richtlijn die op de veiligheidscomponenten van toepassing zijn Ö veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I wordt voldaan Õ;

c)- de controle- en keuringstechnieken voor het ontwerp, de proceédés en systematische maatregelen die zullen worden toegepast bij het ontwerpen van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ;

d)- de overeenkomstige Ö daarbij gebruikte Õ fabricage-, kwaliteitscontrole- Ö kwaliteitsbeheersings- Õ en kwaliteitsborgingstechnieken en –proceédés, alsmede de in dat verband systematisch toe te passen maatregelen;

e)- de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die voor, tijdens en Ö of Õ na de fabricage worden verricht en de frequentie waarmee dat zal gebeuren;

f)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.;

g)- de middelen om controle uit te oefenen op het bereiken van de vereiste ontwerp- en producktkwaliteit, alsmede op Ö en Õ de doeltreffende werking van het kwaliteitsborgingssysteem.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ, om na te Ö controleren Õ gaan of dit voldoet Ö het Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan, wanneer Ö het gaat om kwaliteitsborgingssystemen waarbij Õ de desbetreffende Ö relevante Õ geharmoniseerde norm wordt toegepast[32].

Ten minste één lid van het beoordelingsteam dient, als assessor, Ö auditteam moet Õ ervaring te hebben in het beoordelen Ö met beoordelingen Õ van de technologie op het gebied van liften ð en op de hoogte zijn van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I ï. De beoordelingsprocedure omvat een bezoek aan de installaties van de fabrikant.

ò nieuw

Het auditteam evalueert het (de) in punt 3.1 bedoelde technisch(e) dossier(s) om te controleren of de fabrikant zich bewust is van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat de veiligheidscomponenten voor liften aan deze eisen voldoen.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

De fabrikant van de veiligheidscomponenten ð en, indien van toepassing, zijn gemachtigde ï wordten van de beslissing in kennis gesteld. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek en het Ö de beoordeling opgenomen, evenals de Õ met redenen omkleede Ö goedkeuringsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.

ò nieuw

De fabrikant brengt onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces op de veiligheidscomponenten voor liften het identificatienummer van de aangemelde instantie aan naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 19.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.4. De fabrikant van de veiligheidscomponenten verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.

Ö De fabrikant of zijn gemachtigde brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ heeft goedgekeurd, wordt door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het systeem.

De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitsborgingssysteem nog voldoet Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging blijft voldoen Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.

Zij stelt de fabrikant in kennis van haar beslissing Ö in kennis Õ. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek en het Ö de beoordeling opgenomen, evenals de Õ met redenen omkleede Ö goedkeuringsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.

4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie

4.1. Het toezicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat Ö controleren of Õ de fabrikant van de veiligheidscomponenten naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ.

4.2. De fabrikant van de veiligheidscomponenten verschaft Ö verleent Õ de aangemelde instantie met het oog op de controle Ö voor inspectiedoeleinden Õ toegang tot de ontwerp-, fabricage-, controle-, beproevings- Ö test- Õ en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:

a)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ;

b)- de kwaliteitsrapporten die Ö kwaliteitsdossiers als bedoeld Õ in het kader van het ontwerpgedeelte Ö deel Õ van het kwaliteitsborgingssysteem moeten worden opgemaakt Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging dat betrekking heeft op het ontwerp Õ, zoals resultaten van analyses, berekeningen, keuringen Ö tests Õ, enz.;

ò nieuw

c) de technische dossiers voor de vervaardigde veiligheidscomponenten voor liften;

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

d)- de kwaliteitsrapporten die Ö kwaliteitsdossiers als bedoeld Õ in het kader van het fabricagegedeelte Ö deel Õ van het kwaliteitsborgingssysteem moeten worden opgemaakt Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging dat betrekking heeft op de fabricage Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.

4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke controles Ö audits Õ om erop toe te zien dat Ö controleren of Õ de fabrikant van de veiligheidscomponenten het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ onderhoudt en toepast, en verstrekt de fabrikant van de veiligheidscomponenten een Ö auditverslag Õ controleverslag.

4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de fabrikant van de veiligheidscomponenten Ö brengen Õ. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig proeven Ö tests Õ verrichten of laten verrichten, om Ö te controleren of Õ zich van de goede werking van het kwaliteitsborgingssysteem te vergewissen Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging goed functioneert Õ. Zij verstrekt de fabrikant van de veiligheidscomponenten een verslag van het bezoek en, voor zover van toepassing Ö indien tests zijn verricht Õ, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.

5. Ö De fabrikant of zijn gemachtigde houdt Õ Ggedurende Ö een periode van Õ tien jaar na Ö nadat Õ de laatste datum van fabricage van de veiligheidscomponent Ö voor liften Õ ð in de handel is gebracht ï houdt de fabrikant van de veiligheidscomponenten of zijn gemachtigde de volgende gegevens ter beschikking van de nationale autoriteiten:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- de in punt 3.1, onder e), tweede alinea, tweede streepje, bedoelde documentatie;

ò nieuw

b) het in punt 3.1, onder d), bedoelde technisch dossier;

ê 95/16/EG

c)- de in punt 3.4, tweede alinea, bedoelde wijzigingen;

d)- de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.

ê 95/16/EG (aangepast)

Indien noch de fabrikant van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ, noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap Ö Unie Õ is gevestigd, is de persoon die met het in de Gemeenschap Ö Unie Õ in de handel brengen van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ is belast, degene die de technische documentatie ter beschikking moet houden.

6. Iedere aangemelde instantie stelt de andere aangemelde instanties in kennis van alle relevante informatie over afgifte en intrekking van goedkeuringen van kwaliteitssystemen.

ò nieuw

6. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van verleende, geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of ingetrokken goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen.

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van de verleende goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging.

De aangemelde instantie bewaart tot 15 jaar na de datum van afgifte van de goedkeuringsbeslissing een kopie van de beslissing, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier.

ê 95/16/EG (aangepast)

7. De dossiers Ö documenten Õ en de correspondentie in verband met de volledige kwaliteitsborging worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

BIJLAGE VIIIX

EENHEIDSKEURING Ö VOOR LIFTEN Õ

(Module G)

1. De eenheidskeuring is de procedure door middel waarvan de installateur van een lift zich ervan vergewist en verklaart dat de lift die in de handel wordt gebracht en waarvoor de in punt 4 bedoelde verklaring van overeenstemming is afgegeven, voldoet aan de eisen van de richtlijn. De installateur van de lift brengt in de liftkooi de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op.

Ö1. Met "eenheidskeuring" wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij een aangemelde instantie beoordeelt of een geïnstalleerde lift aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet. Õ

Ö 2. Verplichtingen van de installateur Õ

Ö 2.1 De installateur brengt in de kooi van de lift de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. Õ

2. 2.2. De installateur van de lift dient de aanvraag voor de eenheidskeuring in bij een ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze.

ê 95/16/EG

De aanvraag omvat:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- naam en adres van de installateur van de lift,;

b)- alsmede de plaats waar de lift is geïnstalleerd;

ê 95/16/EG

c)- een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een andere aangemelde instantie;

d)- een technisch dossier.

ê 95/16/EG (aangepast)

3. Aan de hand van het technisch dossier moet kunnen worden beoordeeld of de lift aan de eisen van deze richtlijn voldoet, en moet inzicht kunnen worden verkregen in het ontwerp, de installatie en de werking van de lift. Ö Aan de hand van het technisch dossier kan worden beoordeeld of de lift aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet. Õ

ê 95/16/EG (aangepast)

Voor zover dit voor de overeenstemmingsbeoordeling noodzakelijk is, moet hHet technisch dossier Ö bevat ten minste Õ het volgende bevatten:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- een algemene beschrijving van de lift;

ê 95/16/EG

b)- ontwerp- en fabricagetekeningen of -schema's;

ê 95/16/EG (aangepast)

– de beoogde essentiële eisen en de oplossing die is gekozen om daaraan te voldoen (bij voorbeeld geharmoniseerde norm);

ò nieuw

c) toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema’s en van de werking van de lift;

d) een lijst van de geheel of gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, en indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, een beschrijving van de wijze waarop aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I is voldaan. Bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen wordt in het technisch dossier gespecificeerd welke delen zijn toegepast;

ê 95/16/EG (aangepast)

e)- afschriften Ö een kopie Õ van de certificaten van EG Ö EU Õ-typeonderzoek voor de Ö in de lift Õ gebruikte veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ.;

f)- eventueel de resultaten van de Ö door of voor de installateur uitgevoerde tests Õ keuringen of berekeningen die de installateur van de lift heeft verricht of laten verrichten;

ò nieuw

g) testverslagen;

ê 95/16/EG (aangepast)

h)- een exemplaar van de Ö in bijlage I, punt 6.2, bedoelde Õ gebruiksaanwijzingen van de lift.;

4. De aangemelde instantie onderzoekt het technisch dossier en de lift, en verricht de nodige proeven Ö tests Õ als omschreven in de relevante norm(en) als bedoeld in artikel 514 Ö van de richtlijn bedoelde relevante norm(en) Õ, of daarmee gelijkstaande proeven Ö tests Õ om na te gaan of de lift in overeenstemming Ö conform Õ is met de relevante eisen Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen Õ van Ö bijlage I Õ deze richtlijn. Ö De tests omvatten ten minste de in bijlage V, punt 3.4, onder e), bedoelde tests. Õ

Indien de lift voldoet aan de bepalingen van deze richtlijn, brengt de aangemelde instantie naast de CE-markering overeenkomstig bijlage III haar identificatienummer aan of laat dit aanbrengen, en stelt met betrekking tot de uitgevoerde beproevingen een certificaat van overeenstemming op.

Ö Indien de lift aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet, stelt de aangemelde instantie met betrekking tot de uitgevoerde tests een conformiteitscertificaat op. De aangemelde instantie brengt naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 21 haar identificatienummer aan of laat dit aanbrengen. Õ

De aangemelde instantie vult de desbetreffende bladzijden in van het in bijlage I, punt 6.2, bedoelde liftboek.

Indien de aangemelde instantie weigert een certificaat van overeenstemming Ö conformiteitscertificaat Õ af te geven, moet Ö motiveert Õ zij deze weigering uitvoerig motiveren en Ö geeft zij aan welke nodige corrigerende maatregelen moeten worden genomen Õ aangeven op welke manier dit certificaat van overeenstemming alsnog kan worden verkregen. Wanneer de installateur van de lift opnieuw een keuring Ö eenheidskeuring Õ aanvraagt, moet Ö doet Õ hij dit bij dezelfde aangemelde instantie doen.

ò nieuw

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van het conformiteitscertificaat.

ê 95/16/EG (aangepast)

5. Het certificaat van overeenstemming Ö conformiteitscertificaat Õ, de dossiers Ö documenten Õ en de correspondentie in verband met de eenheidskeuringsprocedure worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

6. De installateur van de lift bewaart het technisch dossier en een afschrift Ö kopie Õ van het certificaat van overeenstemming Ö conformiteitscertificaat Õ gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de lift.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE IXXI

OVEREENSTEMMING Ö CONFORMITEIT Õ MET HET TYPE EN STEEKPROEVEN

Ö VOOR VEILIGHEIDSCOMPONENTEN VOOR LIFTEN Õ

(Module Ö F Õ C)

1. In het kader van deze procedure vergewist de fabrikant van de veiligheidscomponenten of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde zich ervan en verklaart dat de veiligheidscomponenten overeenstemmen met het in het certificaat van EG-typeonderzoek beschreven type, dat zij voldoen aan de eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn en dat een lift waarop zij op de juiste wijze zijn aangebracht aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn zal kunnen voldoen.

Ö 1. Met "conformiteit met het type en steekproeven" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin een aangemelde instantie controles van veiligheidscomponenten voor liften verricht om na te gaan of zij conform zijn met het in het certificaat van EU-typeonderzoek beschreven type, of zij voldoen aan de toepasselijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van deze richtlijn en of een lift waarop zij op de juiste wijze zijn aangebracht aan die eisen zal kunnen voldoen. Õ

De fabrikant van de veiligheidscomponenten of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op.

2. De fabrikant van de veiligheidscomponenten neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces waarborgt dat de vervaardigde veiligheidscomponenten in overeenstemming zijn met het type als omschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en met de eisen van de richtlijn die op deze componenten van toepassing zijn.

Ö 2. Verplichtingen van de fabrikant Õ

Ö 2.1. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricageproces waarborgt dat de vervaardigde veiligheidscomponenten voor liften conform zijn met het in het certificaat van EU-typeonderzoek beschreven type en met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I. Õ

Ö 2.2. De fabrikant of zijn in de Unie gevestigde gemachtigde brengt op elke veiligheidscomponent voor liften de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. Õ

Ö 3. De fabrikant of zijn gemachtigde dient bij één enkele aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag tot steekproefcontrole in.

De aanvraag omvat: Õ

ò nieuw

a) naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres;

b) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend;

c) alle relevante informatie over de vervaardigde veiligheidscomponenten voor liften;

d) informatie over de ruimten waar monsters van de veiligheidscomponenten voor liften kunnen worden genomen.

ê 95/16/EG (aangepast)

4. Een door de fabrikant van de veiligheidscomponenten gekozen Ö De Õ aangemelde instantie verricht met willekeurige tussenpozen controles op de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ of laat deze verrichten. De aangemelde instantie neemt aan het einde van de fabricageketen een adequaat monster van de veiligheidscomponenten, dat aan een onderzoek wordt onderworpen en waarop passende proeven Ö tests Õ als omschreven in de in artikel 514 bedoelde relevante norm(en) of daarmee gelijkstaande proeven Ö tests Õ worden verricht teneinde na te gaan of de producktie met de desbetreffende eisen van de richtlijn in overeenstemming Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I conform Õ is. Ingeval een of meer van de gecontroleerde veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ daarvan afwijken, neemt de aangemelde instantie passende maatregelen.

Alle aangemelde instanties die met deze procedure belast zijn, stellen in gemeenschappelijk overleg vast van welke elementen bij de controle van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ gebruik zal worden gemaakt. Daarbij nemen zij de essentiële kenmerken van de in bijlage IIIIV bedoelde veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ in aanmerking.

Ö De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van het conformiteitscertificaat. Õ

De fabrikant brengt onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces het identificatienummer van die instantie aan.

Ö 6. De fabrikant brengt onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces op de veiligheidscomponenten voor liften het identificatienummer van de aangemelde instantie aan naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 19. Õ

3. De fabrikant van de veiligheidscomponenten of zijn gemachtigde bewaart een afschrift van de EG-verklaring van overeenstemming gedurende tien jaar na de laatste datum van fabricage van de veiligheidscomponent.

Ö De fabrikant of zijn gemachtigde bewaart gedurende een periode van tien jaar nadat de laatste veiligheidscomponent is vervaardigd een kopie van de EU-conformiteitsverklaring. Õ

Indien noch de fabrikant van de veiligheidscomponent, noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap Ö Unie Õ is gevestigd, is de persoon die met het in de Gemeenschap Ö Unie Õ in de handel brengen van de veiligheidscomponenten Ö voor liften Õ is belast, degene die de technische documentatie ter beschikking moet houden.

5.7. De dossiers Ö documenten Õ en de correspondentie met betrekking tot de in punt 4 bedoelde procedure van steekproefcontrole worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

BIJLAGE XXII

PRODUCKTKWALITEITSBORGING Ö VOOR Õ LIFTEN

(Module E)

1. De produktkwaliteitsborging is de procedure door middel waarvan de installateur van een lift die voldoet aan de verplichtingen van punt 2 zich ervan vergewist en verklaart dat de geïnstalleerde liften in overeenstemming zijn met het type beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en voldoen aan de eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn.

De installateur van een lift brengt op elke lift de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4.

2. De installateur van een lift maakt voor de eindcontrole van de lift en de keuring gebruik van een goedgekeurd kwaliteitsborgingssysteem zoals omschreven in punt 3, en is onderworpen aan het toezicht bedoeld in punt 4.

Ö 1. Met "productkwaliteitsborging" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin een aangemelde instantie het productkwaliteitsborgingssysteem van een installateur beoordeelt om na te gaan of de geïnstalleerde liften conform zijn met het in het certificaat van EU-typeonderzoek beschreven type of met een lift die ontworpen en vervaardigd is door een installateur die een systeem voor volledige kwaliteitsborging gebruikt overeenkomstig bijlage XI, en of zij voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I. Õ

Ö 2. Verplichtingen van de installateur Õ

Ö 2.1. De installateur past op de eindcontrole en de beproeving van de lift een goedgekeurd productkwaliteitsborgingssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. Õ

Ö 2.2. De installateur brengt op elke lift de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. Õ

3. Kwaliteitsborgingssysteem Ö Productkwaliteitsborgingssysteem Õ

3.1. De installateur van een lift dient voor de liften bij een ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag voor Ö tot Õ beoordeling van zijn kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ in.

De aanvraag omvat:

ò nieuw

a)         naam en adres van de installateur;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)- alle relevante informatie over de beoogde Ö te installeren Õ liften;

c)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ;

d)- de Ö het Õ technische Ö dossier van Õ documentatie over de Ö te installeren Õ goedgekeurde liften en afschriften van de certificaten van EG-typeonderzoek.;

ò nieuw

e) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.2. In het kader van het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ wordt iedere lift onderzocht en worden er passende proeven Ö tests Õ als omschreven in de in artikel 514 bedoelde relevante normen of daarmee gelijkstaande proeven Ö tests Õ verricht, teneinde de overeenstemming Ö conformiteit Õ met de desbetreffende eisen van de richtlijn Ö essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I Õ te controleren.

Alle door de installateur van een lift gevolgde beginselen Ö vastgestelde gegevens Õ, eisen en bepalingen moeten Ö dienen Õ systematisch en ordelijk Ö geordend bijeen te Õ worden aangegeven Ö gebracht Õ in een documentatie van Ö document met Õ schriftelijk vastgelegde maatregelen, procedures en instructies. Ö Aan de hand van Õ Dde documentatie over Ö van Õ het kwaliteitsborgingssysteem moeten ervoor zorgen dat de kwaliteitsprogramma's, -plannen, -handleidingen Ö handboeken Õ en -rapporten door iedereen op dezelfde manier Ö dossiers eenduidig kunnen Õ worden geïnterpreteerd.

ê 95/16/EG (aangepast)

Zij dient met name een behoorlijke beschrijving te bevatten van:

a)-          de kwaliteitsdoelstellingen;

b)-          het organisatieschema, Ö en Õ de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de kwaliteit van de liften;

ê 95/16/EG (aangepast)

c)-          de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die vóór het in de handel brengen worden verricht Ö uitgevoerd Õ. Deze proeven Ö tests Õ omvatten ten minste de in bijlage VI, punt 43.3, onder b), voorgeschreven proeven Ö tests Õ;

d)-          de middelen om controle Ö toezicht Õ uit te oefenen op de doeltreffende werking van het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ;

ê 95/16/EG (aangepast)

e)-          de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten over Ö betreffende Õ de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ, om na te Ö controleren Õ gaan of dit voldoet Ö het Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan, wanneer het gaat om kwaliteitsborgingssystemen Ö productkwaliteitsborgingssystemen Õ waarbij de desbetreffende Ö relevante Õ geharmoniseerde norm wordt toegepast[33].

Ten minste één lid van het beoordelingsteam dient, als assessor, Ö auditteam moet Õ ervaring te hebben in het beoordelen Ö met beoordelingen Õ van de technologie op het gebied van liften ð en op de hoogte zijn van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I ï. De beoordelingsprocedure omvat een bezoek aan de installaties van de installateur van een lift en een bezoek aan een bouwplaats Ö plaats waar een lift wordt geïnstalleerd Õ.

De installateur van een lift wordt van de beslissing in kennis gesteld. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö opgenomen, evenals de Õ en het met redenen omklede Ö goedkeuringsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.

3.4. De installateur van een lift verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.

Ö De installateur brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ heeft goedgekeurd, wordt door de installateur van een lift op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitsborgingssysteem.

De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitsborgingssysteem nog steeds voldoet Ö productkwaliteitsborgingssysteem blijft voldoen Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.

Zij stelt de installateur van een lift van haar beslissing in kennis. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö de beoordeling opgenomen, evenals de Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.

ò nieuw

De aangemelde instantie brengt naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 21 haar identificatienummer aan of laat dit aanbrengen.

ê 95/16/EG (aangepast)

4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie

4.1. Het toezicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat Ö controleren of Õ de installateur van een lift naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ.

4.2. De installateur van een lift verleent de aangemelde instantie Ö voor inspectiedoeleinden Õ met het oog op de controle toegang tot de controle- en Ö testruimten Õ beproevingsruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:

a)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ;

b)- Ö het Õ (de) technisch(e) Ö dossier(s) Õ documentatie;

ê 95/16/EG (aangepast)

c)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.

ê 95/16/EG (aangepast)

4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke controles Ö audits Õ om erop toe te zien dat Ö controleren of Õ de installateur van een lift het kwaliteitsborgingssysteem onderhoudt en toepast, en verstrekt de installateur van een lift een Ö auditverslag Õ controleverslag.

ê 95/16/EG

4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan plaatsen waar een lift wordt geïnstalleerd.

ê 95/16/EG (aangepast)

Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig proeven Ö tests Õ verrichten of laten verrichten om zich van de goede werking van Ö te controleren of Õ het kwaliteitsborgingssysteem Ö productkwaliteitsborgingssysteem Õ en van de lift Ö goed functioneren Õ te vergewissen;. zZij verstrekt de installateur van een lift een verslag van het bezoek en, Ö indien tests zijn verricht Õ voor zover van toepassing, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.

5. De installateur van een lift houdt gedurende Ö een periode van Õ tien jaar na Ö nadat Õ de laatste datum van fabricage van de lift Ö is geïnstalleerd de Õ het volgende Ö gegevens Õ ter beschikking van de nationale autoriteiten:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- de in punt 3.1, onder c), tweede alinea, derde streepje, bedoelde documentatie;

ò nieuw

b) het in punt 3.1, onder d), bedoelde technisch dossier;

ê 95/16/EG

c)- de in punt 3.4, tweede alinea, bedoelde wijzigingen;

d)- de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.

ê 95/16/EG (aangepast)

6. Iedere aangemelde instantie stelt de andere aangemelde instanties in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van goedkeuringen van kwaliteitsborgingssystemen.

ò nieuw

6. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van verleende, geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of ingetrokken goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen.

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van de verleende goedkeuringen van productkwaliteitsborgingssystemen.

7. De documenten en de correspondentie in verband met de productkwaliteitsborgingsprocedure worden gesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

BIJLAGE XIXIII

VOLLEDIGE KWALITEITSBORGING Ö PLUS ONTWERPONDERZOEK voor lIFTEN Õ

(Module H)

1. De volledige kwaliteitsborging is de procedure door middel waarvan de installateur van een lift die aan de verplichtingen van punt 2 voldoet, zich ervan vergewist en verklaart dat de liften voldoen aan de eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn.

De installateur brengt op iedere lift de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4.

2. De installateur van een lift hanteert een goedgekeurd kwaliteitsborgingssysteem voor ontwerp, vervaardiging, montage, installatie, eindcontrole en keuring van de liften als omschreven in punt 3 en is onderworpen aan het toezicht omschreven in punt 4.

Ö 1. Met "volledige kwaliteitsborging plus ontwerponderzoek voor liften" wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij een aangemelde instantie het systeem voor volledige kwaliteitsborging van een installateur en, waar nodig, het ontwerp van de liften beoordeelt om na te gaan of de geïnstalleerde liften voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I. Õ

Ö 2. Verplichtingen van de installateur Õ

Ö 2.1. De installateur past op het ontwerp, de fabricage, de montage, de installatie, de eindcontrole en de beproeving van liften een goedgekeurd systeem voor volledige kwaliteitsborging als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. Õ

Ö 2.2. De installateur brengt op elke lift de CE-markering aan en stelt een EU-conformiteitsverklaring op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4. Õ

3. Kwaliteitsborgingssysteem Ö Systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ

3.1. De installateur dient bij een ð één enkele ï aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag voor Ö tot Õ beoordeling van zijn kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ in.

De aanvraag omvat:

ò nieuw

a)         naam en adres van de installateur;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)- alle relevante informatie over de Ö te installeren Õ liften en met name die welke het mogelijk maakt het verband tussen het ontwerp en de werking van de lift te begrijpen en de overeenstemming met de eisen van de richtlijn te beoordelen;

ê 95/16/EG

c)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem.;

ò nieuw

d) een technisch dossier overeenkomstig bijlage IV, onder B, voor één modellift;

e) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.2. Het kwaliteitsborgingssysteem moet waarborgen dat de liften in overeenstemming zijn met de eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn.

Alle door de installateur van een lift gevolgde beginselen Ö vastgestelde gegevens Õ, eisen en bepalingen moeten Ö dienen Õ systematisch en ordelijk Ö geordend bijeen te Õ worden aangegeven Ö gebracht Õ in een documentatie van Ö document met Õ schriftelijk vastgelegde maatregelen, procedures en instructies. Ö Aan de hand van Õ Ddeze documentatie over Ö van Õ het kwaliteitsborgingssysteem moeten ervoor zorgen dat de maatregelen inzake procedure en kwaliteit, zoals kwaliteitsprogramma's, -plannen, -handleidingen Ö handboeken Õ en -rapporten door iedereen op dezelfde manier Ö dossiers eenduidig kunnen Õ worden geïnterpreteerd.

De documentatie bevat Ö dient Õ met name een behoorlijke beschrijving Ö te bevatten Õ van:

a)- de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot Ö het Õ ontwerpkwaliteit en Ö de Õ kwaliteit van de liften;

b)- de Ö specificaties van het Õ technische ontwerp-specificaties, met inbegrip van de normen die worden toegepast en, indien de in artikel 514 bedoelde normen Ö niet of Õ niet volledig worden toegepast, de middelen die zullen worden aangewend om te waarborgen Ö waarmee wordt gewaarborgd Õ dat wordt voldaan aan de Ö toepasselijke Õ essentiële eisen Ö veiligheids- en gezondheidseisen Õ van de richtlijn die op de liften van toepassing zijn Ö wordt voldaan Õ;

c)- de controle- en keuringstechnieken voor het ontwerp, de proceédés en Ö de Õ systematische maatregelen die zullen worden toegepast bij de uitvoering van de Ö het Õ ontwerpen van de liften;

d)- de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die bij ontvangst van materialen, componenten en gemonteerde delen zullen worden verricht;

e)- de overeenkomstige Ö daarbij gebruikte Õ montage-, installatie- en kwaliteitscontroletechnieken en -proceédés Ö , alsmede Õ en de in dat verband systematisch toe te passen maatregelen;

f)- de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die vóór (controle van de wijze van installatie: liftschacht, plaats van de machine, enz.), tijdens en na de installatie worden verricht (deze proeven Ö tests Õ omvatten ten minste de in bijlage VVI, punt 3.44, onder e)b), voorgeschreven proeven Ö tests Õ);

g)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.;

h)- de middelen om controle uit te oefenen op het bereiken van de vereiste ontwerp- en installatiekwaliteit en de doeltreffende werking van het kwaliteitsborgingssysteem.

3.3. Controle van het ontwerp

3.3.1. Wanneer het ontwerp niet helemaal strookt met de geharmoniseerde normen, onderzoekt de aangemelde instantie of het ontwerp voldoet aan de Ö de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I Õ bepalingen van de richtlijn en verstrekt zij de installateur, indien dit het geval is, een certificaat van EG Ö EU Õ-ontwerponderzoek waarin de grenzen van de geldigheid van dat certificaat en de noodzakelijke gegevens voor identificatie van het goedgekeurde ontwerp zijn opgenomen.

ò nieuw

3.3.2. Wanneer het ontwerp niet aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet, weigert de aangemelde instantie een certificaat van ontwerponderzoek te verstrekken en brengt zij de installateur hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering.

De aangemelde instantie volgt de ontwikkeling van de algemeen erkende stand van de techniek; indien het goedgekeurde ontwerp vanwege deze ontwikkeling mogelijk niet meer aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I voldoet, beoordeelt zij of nader onderzoek nodig is. Als dit het geval is, stelt de aangemelde instantie de installateur daarvan in kennis.

De installateur houdt de aangemelde instantie die het certificaat van EU-ontwerponderzoek heeft verstrekt op de hoogte van alle wijzigingen van het goedgekeurde ontwerp die van invloed kunnen zijn op de conformiteit met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I of de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat. Dergelijke wijzigingen vereisen een aanvullende goedkeuring — van de aangemelde instantie die het certificaat van EU-ontwerponderzoek heeft verstrekt — in de vorm van een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van EU-ontwerponderzoek.

3.3.3. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken certificaten van EU-ontwerponderzoek en aanvullingen daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte certificaten van EU-ontwerponderzoek en aanvullingen daarop.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, ingetrokken, geschorste of anderszins beperkte certificaten van EU-ontwerponderzoek en aanvullingen daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte certificaten en aanvullingen daarop.

De Commissie, de lidstaten en de andere aangemelde instanties kunnen op verzoek een kopie van de certificaten van EU-ontwerponderzoek en aanvullingen daarop ontvangen. De Commissie en de lidstaten kunnen op verzoek een kopie van de technische dossiers en van de resultaten van het door de aangemelde instantie verrichte onderzoek ontvangen.

3.3.4. De installateur houdt gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de lift een kopie van het certificaat van EU-ontwerponderzoek, de bijlagen en aanvullingen, samen met het technisch dossier, ter beschikking van de nationale autoriteiten.

ê 95/16/EG (aangepast)

ð nieuw

3.4. Controle van het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ

De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ om na te Ö controleren Õ gaan of dit voldoet Ö het Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan wanneer Ö het gaat om systemen voor volledige kwaliteitsborging waarbij Õ de desbetreffende Ö relevante Õ geharmoniseerde norm wordt toegepast[34].

Ten minste één lid van het beoordelingsteam dient, als assessor, Ö auditteam moet Õ ervaring te hebben in het beoordelen Ö met beoordelingen Õ van de technologie op het gebied van liften ð en op de hoogte zijn van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I ï. De beoordelingsprocedure omvat een bezoek aan de installaties van de installateur van een lift en een bezoek aan een plaats waar een lift wordt geïnstalleerd.

ò nieuw

Het auditteam evalueert het in punt 3.1 bedoelde technisch dossier om te controleren of de installateur zich bewust is van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat de lift aan deze eisen voldoet.

ê 95/16/EG (aangepast)

De installateur van een lift wordt van de beslissing in kennis gesteld. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö de beoordeling opgenomen, evenals Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsverslag Õ beoordelingsbesluit.

3.5. De installateur van een lift verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.

Ö De installateur brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ heeft goedgekeurd, wordt door de installateur op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitsborgingssysteem.

De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitsborgingssysteem nog steeds voldoet Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging blijft voldoen Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.

Zij stelt de installateur van een lift van haar beslissing in kennis. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö de beoordeling opgenomen, evenals de Õ en het met redenen omklede Ö goedkeuringsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.

ò nieuw

De aangemelde instantie brengt naast de CE-markering overeenkomstig de artikelen 18 en 21 haar identificatienummer aan of laat dit aanbrengen.

ê 95/16/EG (aangepast)

4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie

4.1. Het toezicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat Ö controleren of Õ de installateur van een lift naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ.

4.2. De installateur van een lift verleent de aangemelde instantie Ö voor inspectiedoeleinden Õ met het oog op de controle toegang tot de ontwerp-, fabricage-, montage-, installatie-, controle-, beproevings- Ö test- Õ en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:

a)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging Õ;

b)- de kwaliteitsrapporten die Ö kwaliteitsdossiers als bedoeld Õ in het kader van het ontwerpgedeelte Ö deel Õ van het kwaliteitsborgingssysteem moeten worden opgemaakt Ö dat betrekking heeft op het ontwerp Õ, zoals resultaten van analyses, berekeningen, keuringen Ö tests Õ, enz.;

c)- de kwaliteitsrapporten die Ö kwaliteitsdossiers als bedoeld Õ in het kader van het gedeelte Ö deel Õ van het kwaliteitsborgingssysteem dat betrekking heeft op de inontvangstneming van leveringen en op de installatie moeten worden opgemaakt, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.

4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke controles Ö audits Õ om erop toe te zien dat Ö controleren of Õ de installateur van een lift het kwaliteitsborgingssysteem onderhoudt en toepast, en verstrekt de installateur een Ö auditverslag Õ controleverslag.

4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de installateur van een lift of aan de plaats waar een lift wordt geïnstalleerd. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig proeven Ö tests Õ verrichten of laten verrichten om Ö te controleren of Õ zich van de goede werking van het kwaliteitsborgingssysteem te vergewissen Ö systeem voor volledige kwaliteitsborging goed functioneert Õ. Zij verstrekt de installateur van een lift een verslag van het bezoek en, voor zover van toepassing Ö indien tests zijn verricht Õ, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.

5. De installateur van een lift houdt gedurende een periode van tien jaar na het in de handel brengen van Ö nadat Õ de lift Ö in de handel is gebracht Õ de volgende gegevens ter beschikking van de nationale autoriteiten:

a)- de in punt 3.1, onder c) tweede alinea, tweede streepje, bedoelde documentatie;

ò nieuw

b) het in punt 3.1, onder d), bedoelde technisch dossier;

ê 95/16/EG

c)- de in punt 3.5, tweede alinea, bedoelde wijzigingen;

d)- de in punt 3.5, laatste alinea, en in de punten 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.

ê 95/16/EG (aangepast)

Indien de installateur niet in de Gemeenschap Ö Unie Õ is gevestigd, rust deze verplichting op de aangemelde instantie.

6. Iedere aangemelde instantie stelt de andere aangemelde instanties in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van goedkeuringen van kwaliteitsborgingssystemen.

ò nieuw

6. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van verleende, geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of ingetrokken goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging.

De aangemelde instantie bewaart tot 15 jaar na de datum van afgifte van de goedkeuringsbeslissing een kopie van de beslissing, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier.

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van de verleende goedkeuringen van systemen voor volledige kwaliteitsborging.

ê 95/16/EG (aangepast)

7. De dossiers Ö documenten Õ en de briefwisseling Ö correspondentie Õ in verband met de Ö procedures voor Õ volledige kwaliteitsborgingsprocedures worden opgesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

ê 95/16/EG (aangepast)

BIJLAGE XIIXIV

PRODUCKTIEKWALITEITSBORGING Ö VOOR LIFTEN Õ

(Module D)

1. De produktiekwaliteitsborging is de procedure door middel waarvan de installateur van een lift die voldoet aan de verplichtingen van punt 2 zich ervan vergewist en verklaart dat de liften in overeenstemming zijn met het type beschreven in het certificaat van EG-typeonderzoek en voldoen aan de eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn. De installateur brengt op elke lift de CE-markering aan en stelt een EG-verklaring van overeenstemming op. De CE-markering gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht omschreven in punt 4.

2. De installateur van een lift maakt voor de produktie, de installatie, de eindcontrole van de lift en de keuring gebruik van een goedgekeurd kwaliteitsborgingssysteem zoals omschreven in punt 3, en is onderworpen aan het toezicht bedoeld in punt 4.

Ö 1. Met "productiekwaliteitsborging voor liften" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin een aangemelde instantie het productiekwaliteitsborgingssysteem van een installateur beoordeelt om na te gaan of de geïnstalleerde liften conform zijn met het in het certificaat van EU-typeonderzoek beschreven type of met een lift die ontworpen en vervaardigd is door een installateur die een systeem voor volledige kwaliteitsborging overeenkomstig bijlage XI gebruikt, en of zij voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van bijlage I. Õ

Ö 2. Verplichtingen van de installateur Õ

Ö 2.1. De installateur past op de fabricage, de montage, de installatie, de eindcontrole en de beproeving van liften een goedgekeurd productiekwaliteitsborgingssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. Õ

Ö 2.2. De installateur brengt op elke lift de CE-markering aan en stelt een schriftelijke conformiteitsverklaring op. Õ

3. Kwaliteitsborgingssysteem Ö Productiekwaliteitsborgingssysteem Õ

3.1. De installateur dient bij een aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag voor Ö tot Õ beoordeling van zijn kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ in.

De aanvraag omvat:

ò nieuw

a)         naam en adres van de installateur;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)- alle relevante informatie over de Ö te installeren Õ liften;

c)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ;

d)- de Ö het Õ technische Ö dossier van de te installeren liften Õ documentatie betreffende het goedgekeurde type en een afschrift van het certificaat van EG-typeonderzoek.;

ò nieuw

e) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend.

ê 95/16/EG (aangepast)

3.2. Het kwaliteitsborgingssysteem moet waarborgen Ö waarborgt Õ dat de liften in overeenstemming Ö conform Õ zijn met de Ö toepasselijke Õ eisen van de richtlijn die erop van toepassing zijn.

ê 95/16/EG (aangepast)

Alle door de installateur van een lift gevolgde beginselen Ö vastgestelde gegevens Õ, eisen en bepalingen moeten Ö dienen Õ systematisch en ordelijk Ö geordend bijeen te Õ worden Ö gebracht Õ aangegeven in een Ö document met Õ documentatie van schriftelijk vastgelegde maatregelen Ö beleidsmaatregelen Õ, procedures en instructies. Ö Aan de hand van de Õ Deze documentatie over Ö van Õ het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ moeten ervoor zorgen dat de kwaliteitsprogramma's, -plannen, -handleidingen Ö handboeken Õ en -rapporten door iedereen op dezelfde manier Ö dossiers eenduidig kunnen Õ worden geïnterpreteerd.

Zij bevat Ö dient Õ met name een behoorlijke beschrijving Ö te bevatten Õ van:

ê 95/16/EG

a)- de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de kwaliteit van de liften;

ê 95/16/EG (aangepast)

b)- de fabricage-procédés, de kwaliteitscontrole- Ö kwaliteitsbeheersings- Õ en kwaliteitsborgingstechnieken Ö en -procedés Õ, alsmede de in dat verband systematisch toe te passen technieken en maatregelen;

c)- de onderzoeken en proeven Ö tests Õ die vooóór, tijdens en Ö of Õ na de fabricage worden verricht[35];

d)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.;

e)- de middelen om controle Ö toezicht Õ uit te oefenen op het bereiken van de vereiste kwaliteit van de liften en de doeltreffende werking van het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ.

3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ om na te Ö controleren Õ gaan of dit voldoet Ö het Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan wanneer het gaat om kwaliteitssystemen Ö kwaliteitsborgingssystemen Õ waarbij de desbetreffende Ö relevante Õ geharmoniseerde norm wordt toegepast[36].

Ten minste één lid van het beoordelingsteam dient, als assessor, Ö auditteam moet Õ ervaring te hebben in het beoordelen Ö met beoordelingen Õ van de technologie op het gebied van liften Ö en op de hoogte zijn van de eisen van bijlage I Õ.

De beoordelingsprocedure omvat een inspectiebezoek aan de installaties van de installateur Ö en een bezoek aan een plaats waar een lift wordt geïnstalleerd Õ.

De installateur wordt van de beslissing in kennis gesteld. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö de beoordeling opgenomen, evenals Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsverslag Õ beoordelingsbesluit.

3.4. De installateur verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.

Ö De installateur brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ heeft goedgekeurd, wordt door de installateur op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitsborgingssysteem.

De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitsborgingssysteem nog steeds voldoet Ö productiekwaliteitsborgingssysteem blijft voldoen Õ aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling Ö noodzakelijk Õ is vereist.

Zij stelt de installateur van haar beslissing in kennis. Ö In deze Õ De kennisgeving Ö zijn Õ bevat de conclusies van het onderzoek Ö de beoordeling opgenomen, evenals Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsverslag Õ beoordelingsbesluit.

4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie

4.1. Het toezicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat Ö controleren of Õ de installateur naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ.

4.2. De installateur verleent de aangemelde instantie Ö voor inspectiedoeleinden Õ met het oog op de controle toegang tot de fabricage-, controle-, montage-, installatie-, beproevings- Ö test- Õ en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:

a)- de documentatie over het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ;

Ö b) het (de) technisch(e) dossier(s); Õ

c)- de kwaliteitsrapporten Ö kwaliteitsdossiers Õ, zoals controleverslagen, keuringsgegevens, Ö test- en Õ ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel enz.

4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke controles Ö audits Õ om erop toe te zien dat Ö controleren of Õ de installateur het kwaliteitsborgingssysteem Ö productiekwaliteitsborgingssysteem Õ onderhoudt en toepast, en verstrekt de installateur een Ö auditverslag Õ controleverslag.

4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de installateur Ö brengen Õ. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig proeven Ö tests Õ verrichten of laten verrichten om Ö te controleren of Õ zich van de goede werking van het kwaliteitsborgingssysteem te vergewissen Ö productiekwaliteitsborgingssysteem goed functioneert. Õ; zZij verstrekt de installateur een verslag van het bezoek en, voor zover van toepassing Ö indien tests zijn verricht Õ, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.

5. De installateur houdt gedurende Ö een periode van Õ tien jaar na Ö nadat Õ de laatste datum van fabricage van het produkt Ö lift is vervaardigd de Õ het volgende Ö gegevens Õ ter beschikking van de nationale autoriteiten:

ê 95/16/EG (aangepast)

a)- de in punt 3.1, onder c) tweede alinea, tweede streepje, bedoelde documentatie;

ò nieuw

b) het in punt 3.1, onder d), bedoelde technisch dossier;

ê 95/16/EG

c)- de in punt 3.4, tweede alinea, bedoelde wijzigingen;

d)- de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.

ò nieuw

6. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen van productiekwaliteitsborgingssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van verleende, geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen van productiekwaliteitsborgingssystemen.

Elke aangemelde instantie brengt de andere aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of ingetrokken goedkeuringen van productiekwaliteitsborgingssystemen alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen van productiekwaliteitsborgingssystemen.

De aangemelde instantie verstrekt de Commissie en de lidstaten op verzoek een kopie van de verleende goedkeuringen van productiekwaliteitsborgingssystemen.

ê 95/16/EG (aangepast)

6. Iedere aangemelde instantie stelt de andere aangemelde instanties in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van goedkeuringen van kwaliteitsborgingssystemen.

7. ÖDe Õ dossiers Ö documentatie Õ en de briefwisseling Ö correspondentie Õ in verband met de producktiekwaliteitsborgingsprocedures worden opgesteld in een officiële taal van de lidstaat Lid-Staat waar de aangemelde instantie is gevestigd of in een door haar aanvaarde taal.

é

BIJLAGE XIII

Deel A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 213 van 7.9.1995, blz. 1) ||

Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1) || Uitsluitend bijlage I, punt 10)

Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24) || Uitsluitend artikel 24

Deel B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht [en toepassing]

Richtlijn || Omzettingstermijn || Toepassingsdatum

95/16/EG || 1 januari 1997 || 1 juli 1997[37]

2006/42/EG, art. 24 || 29 juni 2008 || 29 december 2009

BIJLAGE XIV

Concordantietabel

Richtlijn 95/16/EG || Deze richtlijn

Artikel 1, lid 1 || Artikel 1, lid 1, eerste alinea

­__ || Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 1, lid 2, eerste alinea || __

Artikel 1, lid 2, tweede alinea || __

Artikel 1, lid 2, derde alinea || Artikel 2, lid 2

Artikel 1, lid 3 || Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 4, eerste alinea, eerste streepje || Artikel 2, lid 4

Artikel 1, lid 4, eerste alinea, tweede, derde en vierde streepje || __

Artikel 1, lid 4, eerste alinea, vijfde streepje || Artikel 2, lid 3

Artikel 1, lid 4, tweede alinea || Artikel 16, lid 3

Artikel 1, lid 4, derde alinea || Artikel 16, lid 4

Artikel 1, lid 5 || Artikel 1, lid 3

_ || Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 1, eerste streepje || Artikel 4, lid 1

Artikel 2, lid 1, tweede streepje || Artikel 4, lid 2

Artikel 2, lid 2 || Artikel 6, lid 1

Artikel 2, lid 3 || Artikel 6, lid 2

Artikel 2, lid 4 || Artikel 3, lid 4

Artikel 2, lid 5 || Artikel 3, lid 3

Artikel 3, eerste alinea || Artikel 5, lid 1

Artikel 3, tweede alinea || Artikel 5, lid 2

Artikel 4, lid 1 || Artikel 3, lid 1

Artikel 4, lid 2 || Artikel 3, lid 2

__ || Artikelen 7 tot en met 14

Artikel 5 || __

Artikel 6, leden 1 en 2 || __

Artikel 6, leden 3 en 4 || Artikel 42

Artikel 7 || __

__ || Artikelen 37 tot en met 41

_ || Artikel 43

Artikel 8, lid 1, onder a) || Artikel 15

Artikel 8, lid 1, onder b) en c) || __

Artikel 8, lid 2 || Artikel 16

__ || Artikel 17

Artikel 8, leden 3, 4 en 5 || __

__ || Artikel 18

Artikel 9 || __

Artikel 10, lid 1 || __

Artikel 10, lid 2 || Artikel 19, lid 1

Artikel 10, leden 3 en 4 || __

__ || Artikel 19, leden 2 tot en met 5

__ || Artikelen 20 tot en met 45

Artikel 11 || __

__ || Artikel 44

Artikel 12 || __

Artikel 13 || __

Artikel 14 || __

Artikel 15, leden 1 en 2 || __

Artikel 15, lid 3 || Artikel 46, lid 2

__ || Artikel 46, lid 1

Artikel 16 || _

__ || Artikelen 47 tot en met 49

Artikel 17 || Artikel 50

Bijlage I || Bijlage I

Bijlage II, deel A || Bijlage II, deel A

Bijlage II, deel B || Bijlage II, deel B

Bijlage III || __

Bijlage IV || Bijlage III

Bijlage V, deel A || Bijlage IV, deel A

Bijlage V, deel B || Bijlage IV, deel B

Bijlage VI || Bijlage V

Bijlage VII || __

Bijlage VIII || Bijlage VI

Bijlage IX || Bijlage VII

Bijlage X || Bijlage VIII

Bijlage XI || Bijlage IX

Bijlage XII || Bijlage X

Bijlage XIII || Bijlage XI

Bijlage XIV || Bijlage XII

__ || Bijlage XIII

__ || Bijlage XIV

[1]               Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2011) 206 definitief.

[2]               Evaluation of the application of the Lifts Directive (95/16/EC), eindverslag aan de Europese Commissie (DG ENTR) van juni 2004. [In de studie werd de werking van Richtlijn 95/16/EG onderzocht in zeven lidstaten: België, Duitsland, Finland, Italië, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.]

[3]               Technical Assessment of Means of Preventing the Crushing Risk on Lifts subject to Directive 95/16/EC, verslag nr. ME/07/07 (2007). [Doel van de studie was na te gaan of de beschikbare oplossingen om het gevaar van verplettering te voorkomen, andere dan een vrije ruimte of schuilruimte, een gelijkwaardig veiligheidsniveau kunnen bieden.]

[4]               Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad. COM(2011) 315 definitief.

[5]               C(2010) 7649 definitief.

[6]               PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1-3.

[7]               PB C […].

[8]               PB nr. L 300 van 19. 11. 1984, blz. 86. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/486/EEG (PB nr. L 270 van 2. 10. 1990, blz. 21).

[9]               PB nr. L 300 van 19. 11. 1984, blz. 72. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/665/EEG (PB nr. L 382 van 31. 12. 1988, blz. 42).

[10]             PB nr. L 384 van 31. 12. 1986, blz. 12.

[11]             PB nr. L 198 van 22. 7. 1991, blz. 16.

[12]             PB L 213 van 7.9.1995, blz. 1.

[13]             PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.

[14]             PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82.

[15]             PB nr. L 134 van 20. 6. 1995, blz. 37.

[16]             PB nr. L 220 van 30. 8. 1993, blz. 23.

[17]             PB nr. L 109 van 26. 4. 1983, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB nr. L 100 van 19. 4. 1994, blz. 30).

[18]             PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 12.

[19]             PB C […] van [datum], blz. […].

[20]             PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24.

[21]             PB L 390 van 31.12.2004, blz. 24.

[22]             Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

[23]             PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24.

[24]             Deze getypte of in drukletters geschreven verklaring moet zijn opgesteld in dezelfde taal als het in bijlage I, punt 6.1, bedoelde instructieboek.

[25]             Handelsnaam en volledig adres; in geval van een gemachtigde ook de handelsnaam en het adres van de fabrikant van de veiligheidscomponenten vermelden.

[26]             Handelsnaam en volledig adres; in geval van een gemachtigde ook de handelsnaam en het adres van de fabrikant van de veiligheidscomponenten vermelden.

[27]             Deze getypte of in drukletters geschreven verklaring moet zijn opgesteld in dezelfde taal als het in bijlage I, punt 6.2, bedoelde instructieboek.

[28]             Handelsnaam en volledig adres.

[29]             Indien de aangemelde instantie het nodig acht, kan zij een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van EG-typeonderzoek verstrekken of verlangen dat er een nieuwe aanvraag wordt ingediend.

[30]             Indien de aangemelde instantie het nodig acht, kan zij een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van EG-typeonderzoek verstrekken of verlangen dat er een nieuwe aanvraag wordt ingediend.

[31]             Namelijk de geharmoniseerde norm EN 29003, zo nodig aangevuld om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van veiligheidscomponenten.

[32]             Namelijk de geharmoniseerde norm EN 29001, zo nodig aangevuld om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van veiligheidscomponenten.

[33]             Namelijk de geharmoniseerde norm EN 29003, zo nodig aangevuld om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van liften.

[34]             Namelijk de geharmoniseerde norm EN 29001, zo nodig aangevuld om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van liften.

[35]             Deze proeven Ö tests Õ omvatten ten minste de in bijlage V, punt 3.4VI, punt 4, onder b), voorgeschreven proeven Ö tests Õ.

[36]             Namelijk EN 29002, eventueel aangevuld om rekening te houden met de specifieke eigenschappen van liften.

[37]             De lidstaten staan tot en met 30 juni 1999 het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van liften en het in de handel brengen en het in bedrijf stellen van veiligheidscomponenten die voldoen aan de op de datum van vaststelling van deze richtlijn op hun grondgebied geldende voorschriften, toe. Zie artikel 15, lid 2, van Richtlijn 95/16/EG.

Top