This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0570
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signing, on behalf of the European Union, of the Trade Agreement between the European Union and Colombia and Peru
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru
/* COM/2011/0570 definitief - 2011/0245 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru /* COM/2011/0570 definitief - 2011/0245 (NLE) */
TOELICHTING 1. Achtergrond Bijgaand voorstel
is het rechtsinstrument waarbij machtiging wordt verleend voor de ondertekening
van een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru. - Voorstel voor een besluit van de
Raad betreffende de ondertekening van de handelsovereenkomst. De
onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap van Naties (hierna
Andesgemeenschap genoemd) over een associatieovereenkomst tussen regio's met
betrekking tot een politieke dialoog, samenwerking en handel gingen in juni
2007 van start nadat de Raad in april van dat jaar machtiging voor de
onderhandelingen had verleend. Helaas leidde onenigheid tussen de Andeslanden
over de behandeling van een aantal belangrijke handelsaspecten in de beoogde
overeenkomst in juni 2008 tot schorsing van de besprekingen. Derhalve legde de
Commissie de Raad op 17 december 2008 een aanbeveling voor om de machtiging te
wijzigen en verder te onderhandelen over een handelsovereenkomst met de landen
van de Andesgemeenschap die wel verder wilden. Op 19 januari
2009 verleende de Raad de Commissie machtiging om te onderhandelen over een
meerpartijenhandelsovereenkomst met de landen die onze algemene doelstelling
van een evenwichtige, ambitieuze, alomvattende overeenkomst in overeenstemming
met de WTO-regels delen. De presidenten van Colombia, Ecuador en Peru
bevestigden in januari 2009 hun bereidheid in brieven aan voorzitter Barroso.
Bolivia, dat uiterst kritisch ten aanzien van de nieuwe opzet was, toonde geen
belangstelling voor deelname aan de onderhandelingen. Daarom werden in januari
2009 nieuwe onderhandelingen over een meerpartijenhandelsovereenkomst geopend
tussen de EU en Colombia, Ecuador en Peru. Na vier ronden schorste Ecuador zijn
deelname aan de besprekingen, waarna de onderhandelingen alleen met Peru en
Colombia werden voortgezet. Deze werden in mei 2010 met succes afgesloten, en
– na een juridische analyse – werd de tekst van de
handelsovereenkomst met Colombia en Peru op 23 maart 2011 geparafeerd. Overeenkomstig de
onderhandelingsrichtsnoeren bereikte de Commissie de doelstellingen:
afschaffing van hoge tarieven, uit de weg ruimen van technische
handelsbelemmeringen, liberalisering van de dienstenmarkten, bescherming van
waardevolle geografische aanduidingen uit de EU, openstelling van de markten
voor overheidsaanbestedingen, opneming van verbintenissen over de handhaving
van arbeids- en milieunormen en het aanbieden van doeltreffende, snelle
procedures voor de beslechting van geschillen. Derhalve werd het doel bereikt
om verder te gaan dan de WTO-verbintenissen en ervoor te zorgen dat voor de EU
dezelfde voorwaarden gelden als voor concurrenten uit de regio, zoals de VS. Bovendien biedt
de overeenkomst de EU de gelegenheid Colombia en Peru een anker te bieden om
hun hervormingen in de wereldeconomie te integreren, hun welvaart te verhogen
en hun groei te consolideren, zodat de leefomstandigheden van hun bevolking
kunnen worden verbeterd. In een toetredingsclausule worden andere leden van de
Andesgemeenschap gestimuleerd aan de handelsovereenkomst deel te nemen zodra
zij zich daartoe in staat achten. De EU-lidstaten werden via het Comité
handelspolitiek van de Raad mondeling en schriftelijk in kennis gesteld van de
onderhandelingen met Colombia, Peru en – totdat het zijn deelname
schorste – Ecuador. Ook de Commissie internationale handel van het
Europees Parlement is regelmatig over de ontwikkelingen op de hoogte gehouden.
Zowel de Raad als het Europees parlement kregen gedurende het gehele proces
inzage in de volledige tekst van het onderhandelingsresultaat. In oktober 2009
werden de potentiële economische, sociale en milieu-effecten van de
overeenkomst uitvoerig op hun duurzaamheid beoordeeld, waarna de resultaten van
dit onderzoek werden gepubliceerd. 2. Aard
en werkingssfeer van de overeenkomst Dankzij de handelsovereenkomst tussen de EU,
Colombia en Peru kunnen marktdeelnemers uit de EU ten volle profijt trekken van
de mogelijkheden en van de ontluikende complementariteiten tussen onze
economieën. Gedurende de tenuitvoerlegging van de overeenkomst worden
EU-exporteurs van industrie- en visserijproducten naar Peru en Colombia
geleidelijk van de betaling van douanerechten bevrijd. De overeenkomst voldoet
aan de voorwaarden van artikel XXIV van de GATT (afschaffing van douanerechten
en andere handelsbeperkende maatregelen ten aanzien van praktische de gehele
handel tussen de partijen): zij bestrijkt 99% van de EU-uitvoer (binnen 10 jaar
100% van onze handel in industrieproducten; ongeveer 85% van de
landbouwproducten na 17 jaar). Bovendien maakt de overeenkomst de ontmanteling
van enkele problematische niet-tarifaire handelsbelemmeringen mogelijk. Peru en
Colombia zullen hunnerzijds profiteren van aanzienlijke nieuwe
toegangsmogelijkheden op de EU-markt, in het bijzonder voor hun belangrijkste
landbouwproducten ‑ bananen, suiker en rum ‑, en verder
zal de EU bij de inwerkingtreding van de overeenkomst een volledige
vrijstelling verlenen voor industrie- en visserijproducten van oorsprong uit
Colombia en Peru. Wat diensten, recht van vestiging en
overheidsopdrachten betreft, is de overeenkomst een van de meest ambitieuze die
de Commissie ooit heeft bereikt. Zij omvat omvangrijke verbintenissen ten
aanzien van alle belangrijke sectoren (met name financiële diensten,
telecommunicatie en vervoer), in het bijzonder wat de grensoverschrijdende
dienstverlening en het recht van vestiging betreft, terwijl er een bevredigende
oplossing is gekomen voor de zorgen van de EU ten aanzien van de tijdelijke
aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken (vorm van dienstverlening 4).
Wat de overheidsopdrachten betreft, heeft de EU verbintenissen met redelijk
lage drempels gekregen van instellingen van de centrale overheid en van lagere
overheden. De overeenkomst bevat ook een aantal regels
die verder gaan dan de in multilateraal verband overeengekomen standaarden, met
name op het gebied van de intellectuele eigendom (zo worden 205 geografische
aanduidingen uit de EU beschermd en worden voorwaarden inzake
gegevensbescherming verduidelijkt), duurzame ontwikkeling (de overeenkomst is
op het punt van arbeid en milieu ten minste gelijkwaardig aan SAP+ en bevat
specifieke verbintenissen met betrekking tot duurzame visserij), mededinging
(regels met betrekking tot monopolies en staatsondernemingen – transparantieverplichtingen
inzake subsidies), technische handelsbelemmeringen (WTO+-elementen op het
gebied van markttoezicht, transparantie bij regelgevingsprocedures en regels
voor de etikettering en het gebruik van merktekens), sanitaire en fytosanitaire
maatregelen (WTO+-maatregelen over dierenwelzijn, regionalisering, goedkeuring
van uitvoerinrichtingen, inspecties ter plaatse en invoercontroles), enzovoort.
Bovendien worden in het kader van de overeenkomst een handelscomité en een
aantal subcomités opgericht, zodat overleg over specifieke handelsproblemen met
betrekking tot de verschillende titels van de overeenkomst mogelijk is. Een
belangrijke toegevoegde waarde van de overeenkomst is derhalve dat in
aanvulling op de uit het WTO-kader voortspruitende regels een beleid van open
markten en de inachtneming van internationaal overeengekomen optimale
praktijken wordt vastgelegd en gestimuleerd, en dat tegelijkertijd wordt
gezorgd voor een transparant, niet-discriminerend en voorspelbaar kader voor
marktdeelnemers en investeerders uit de EU ‑ in het bijzonder door
de in de overeenkomst opgenomen bilaterale regeling voor geschillenbeslechting.
De overeenkomst omvat ook een titel over
technische bijstand en de opbouw van handelscapaciteit; deze heeft ten doel het
concurrentievermogen en de innovatie te bevorderen en de handel en de
technologieoverdracht tussen de partijen te vergemakkelijken. Alle door de
handelsovereenkomst bestreken gebieden vallen onder de bevoegdheid van de EU en
meer in bijzonder onder het toepassingsgebied van artikel 91, artikel 100, lid
2, en artikel 207 VWEU. Daarom moet de overeenkomst worden ondertekend door de
Europese Unie ingevolge een besluit van de Raad op basis van artikel 218, lid
5, VWEU. 3. Procedures De Commissie acht de resultaten van de
onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad: –
machtiging te verlenen voor de ondertekening,
namens de Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese
Unie en Colombia en Peru. 2011/0245 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de
Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en
Colombia en Peru DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, artikel 207, lid
4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 5, Gezien het voorstel van de Commissie[1], Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 19 januari 2009 heeft de
Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over
een meerpartijenhandelsovereenkomst met de lidstaten van de Andesgemeenschap
die eveneens een ambitieuze, alomvattende en evenwichtige handelsovereenkomst
wilden sluiten. (2) Na afloop van de
onderhandelingen werd op 23 maart 2011 een handelsovereenkomst tussen de
Europese Unie en Colombia en Peru, hierna "de overeenkomst" genoemd,
geparafeerd. (3) De overeenkomst dient namens
de Europese Unie te worden ondertekend, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De ondertekening
van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Colombia en Peru wordt
namens de Europese Unie goedgekeurd behoudens de sluiting van die overeenkomst. De tekst van de overeenkomst is aan dit
besluit gehecht. Artikel 2 Het secretariaat-generaal van de Raad zal de
door de onderhandelaar over de overeenkomst aangewezen persoon (personen) de
bevoegdheid verlenen die overeenkomst namens de Europese Unie te ondertekenen. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, […] Voor
de Raad De
voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR
VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE
BEGROTING 1. BENAMING VAN HET VOORSTEL BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening,
namens de Europese Gemeenschap, van de handelsovereenkomst tussen de Europese
Unie en Colombia en Peru 2. BEGROTINGSONDERDELEN Hoofdstuk en artikel: 12 0 Begroot bedrag voor het einde van de
uitvoeringsperiode 3. FINANCIËLE GEVOLGEN ¨ Het voorstel heeft geen financiële gevolgen x Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar
wel voor de ontvangsten, namelijk: (in miljoen euro, tot op 1 decimaal) || || Begrotings-onderdeel || Ontvangsten[2] || Periode van 12 maanden vanaf dd/mm/jjjj || [Jaar n] Artikel … || Gevolgen voor eigen middelen || || 137,5 Artikel … || Gevolgen voor eigen middelen || || Situatie na de actie || [n+1] || [n+2] || [n+3] || [n+4] || [n+5] Artikel … || || || || || Artikel … || || || || || 4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN De douanewetgeving van de EU is ontworpen om
een correcte toepassing van alle EU-maatregelen op douanegebied, waaronder de
in deze handelsovereenkomst neergelegde tariefpreferenties, te waarborgen; de
overeenkomst bevat voorts de nodige bepalingen over de toepassing van
preferentiële oorsprongsregels en administratieve samenwerking (bijlage II),
hulp bij onderzoeken (bijlage V) en de mogelijkheid om, na overleg, in geval
van fraude en onregelmatigheden met betrekking tot de preferentiële behandeling
de tariefpreferenties tijdelijk te schorsen (bijlage III). 5. ANDERE OPMERKINGEN De schatting is gebaseerd op de gemiddelde
invoer in de periode 2007-2009 en betreft het jaarlijkse verlies aan
ontvangsten als gevolg van: 1) de volledige tenuitvoerlegging van de
overeengekomen tariefpreferenties in de handelsovereenkomst, tien jaar na de inwerkingtreding
ervan, en 2) de initiële omvang van de toegekende tariefcontingenten. De jaren
voordien zal het verlies aan ontvangsten geringer zijn, ook al wegens de
waarschijnlijke toename van de invoer van producten waarvoor de rechten in
stappen worden verlaagd, waardoor het verlies gedeeltelijk zal worden
gecompenseerd. [1] PB C van, blz.. [2] Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten,
suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z.
na aftrek van 25% aan inningskosten.