This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0288
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on entrusting the Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) with certain tasks related to the protection of intellectual property rights, including the assembling of public and private sector representatives as a European Observatory on Counterfeiting and Piracy
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectueleeigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en particuliere sector als Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectueleeigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en particuliere sector als Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij
/* COM/2011/0288 definitief - 2011/0135 (COD) */
/* COM/2011/0288 definitief - 2011/0135 (COD) */ Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectueleeigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en particuliere sector als Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Creativiteit, kennis en innovatie zijn de aanjagers van onze toekomstige groei. Daarom is in de Europa 2020-strategie[1] slimme groei vastgesteld als een van de drie prioriteiten van de toekomstige beleidsvorming van de Commissie. Eveneens wordt daarin benadrukt dat de EU-onderzoeksprestaties een stimulans nodig hebben, dat innovatie en kennisoverdracht moeten worden bevorderd en dat ervoor gezorgd dient te worden dat innovatieve ideeën kunnen worden omgezet in nieuwe producten en diensten die tot groei en hoogwaardige banen leiden. De Commissie zet zich in voor het steunen van deze doelen door een hoogwaardige intellectuele-eigendomscultuur (IE)[2] tot stand te brengen. Een bedreiging voor een geslaagd IE-beleid en daardoor voor groei en concurrentievermogen is de toename in de afgelopen jaren van het aantal inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Zo schatte de OESO in 2009 de waarde van de internationale handel in nagemaakte of door piraterij verkregen goederen in 2007 op 250 miljard VS-dollar (USD), hetgeen meer is dan het BBP van 150 economieën[3]. Ook uit door de EU-douaneautoriteiten gepubliceerde cijfers blijkt een duidelijke toename van activiteiten in de douanesector, met een stijging van het aantal geregistreerde gevallen van 26 704 in 2005 tot 43 572 in 2009, dat wil zeggen een stijging in vijf jaar met ongeveer 60%[4]. Ten aanzien van piraterij (of online-inbreuken op auteursrechten) is de economische invloed in dit stadium minder duidelijk vanwege de zeer recente aard van dit verschijnsel. Het meest recente bedrijvenonderzoek is in 2010 uitgevoerd door de in Parijs gevestigde TERA Consultants in opdracht van de International Chamber of Commerce’s Business Action to Stop Counterfeiting and Piracy (BASCAP). Uit dat onderzoek komt naar voren dat er in de EU in 2008 10 miljard EUR en meer dan 185 000 banen verloren gingen door piraterij in de muziek-, film- en tv-wereld en in de software-industrie[5]. In verscheidene door het bedrijfsleven en internationale organisaties gepubliceerde onderzoeken wordt de gestage groei van handel in nagemaakte of door piraterij verkregen goederen bevestigd en wordt de conclusie getrokken dat dit: - de investeringen in innovatie in significante mate beperkt en tot vermindering van de werkgelegenheid leidt[6]; - de gezondheid en veiligheid van Europese consumenten bedreigt[7]; - ernstige problemen voor Europese mkb-ondernemingen oplevert[8]; - tot verminderde belastinginkomsten leidt vanwege een daling van bij de fiscus aangegeven verkoopcijfers[9]; - aantrekkelijk is voor de georganiseerde misdaad[10]. Een van de belangrijkste door de Raad[11] en de Commissie in 2009[12] gelanceerde initiatieven om deze bedreiging het hoofd te bieden, was de oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij ("het Waarnemingscentrum") ter verbetering van het inzicht in inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (IER). Conform het verzoek van de Raad in 2008 is het Waarnemingscentrum in zijn huidige vorm een expertisecentrum zonder rechtspersoonlijkheid dat door de Commissiediensten wordt beheerd. Zijn rol is tweevoudig: (i) gaan functioneren als het centraal punt voor het verzamelen, monitoren en rapporteren van informatie en gegevens over alle IER-inbreuken en (ii) worden gebruikt als platform voor samenwerking tussen vertegenwoordigers van nationale overheden en belanghebbende partijen om ideeën en expertise uit te wisselen over beste praktijken, gezamenlijke handhavingstrategieën te ontwikkelen en aanbevelingen voor beleidsmakers op te stellen. Het beheer van het Waarnemingscentrum omvat een reeks taken en activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de Commissiediensten worden uitgevoerd. Het Waarnemingscentrum wordt momenteel geleid door drie ambtenaren van de Commissie (twee administrateurs en een assistent), die daarnaast al het beleidswerk met betrekking tot het Waarnemingscentrum uitvoeren. In de meest recente resolutie van de Raad inzake het Waarnemingscentrum werden verdere verantwoordelijkheden daaraan toegevoegd, door de uitnodiging aan het Waarnemingscentrum om de behoefte aan implementatie van opleidingsingsprogramma's op EU-niveau voor betrokkenen bij de bestrijding van namaak en piraterij te beoordelen[13]. In een resolutie van het Europees Parlement van september 2010 is het Waarnemingscentrum bovendien verzocht wetenschappelijke onderzoeksgegevens aangaande namaak en IER-regelgeving te verzamelen[14]. Ten slotte is er in een onlangs in opdracht van het directoraat-generaal Handel van de Commissie gepubliceerd onderzoek aanbevolen dat het Waarnemingscentrum het centraal contactpunt met de Commissie wordt voor derde partijen en een internationaal contactpunt voor de totstandkoming en verspreiding van beste praktijken[15]. Terwijl de huidige situatie van het Waarnemingscentrum geschikt was voor de startfase van het project, waarin het institutionele kader via raadplegingen en vergaderingen werd ontwikkeld, is er geen ruimte voor uitbreiding van de opdracht van het Waarnemingscentrum en de ontwikkeling van zijn operationele werkzaamheden die allebei een duurzame infrastructuur vereisen wat betreft personele middelen, financiering en IT-benodigdheden, evenals toegang tot de noodzakelijke expertise. - Consistentie met andere beleidsdomeinen en doelen van de EU De doelstellingen van het voorstel zijn in overeenstemming met bestaand EU-beleid en -strategieën, zoals Europa 2020[16]. Deze doelstellingen passen ook binnen de hoofdprioriteiten en voorstellen van de Commissie met betrekking tot haar IER-strategie voor Europa[17]. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING - Raadpleging van betrokken partijen Vanaf het begin is de structuur en financiering van het Waarnemingscentrum regelmatig besproken, zowel op de vier tot dusver gehouden bijeenkomsten van het Waarnemingscentrum[18] als in specialistische subgroepvergaderingen waarin sinds september 2009 vertegenwoordigers van een aantal particuliere organisaties binnen het Waarnemingscentrum worden samengebracht. Leden van het Europees Parlement worden op de hoogte gehouden van het werk van en de ontwikkelingen bij het Waarnemingscentrum. In 2010 is bij twee afzonderlijke gelegenheden door het overlegforum van het Europees Parlement over namaak, smokkel en georganiseerde misdaad openlijk de toekomst van het Waarnemingscentrum besproken en in het bijzonder een mogelijke overgang van het Waarnemingscentrum naar het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM). Eveneens op politiek niveau nam de Raad, in reactie op de twee mededelingen van de Commissie inzake het Waarnemingscentrum[19] twee resoluties[20] aan waarin de oprichting van het Waarnemingscentrum positief is ontvangen en aan de Commissie is gevraagd om de rol en taken ervan toe te lichten. Voorts heeft het Europees Parlement op 22 september 2010 een verslag goedgekeurd over de mededeling van de Commissie van 2009 waarin zij zich voorstander toont van een grotere betrokkenheid van het BHIM bij handhavingskwesties[21]. De gedachte van het toewijzen van enkele handhavingsactiviteiten aan het BHIM is positief ontvangen door gebruikers van het Europese handelsmerkenstelsel, die in het kader van een uitvoerige evaluatie van het handelsmerkenstelsel in Europa waren geraadpleegd[22]. Tijdens een nadere bespreking in Brussel op 2 en 3 december 2010[23] in een specifieke workshop van de pan-Europese topconferentie 2010 inzake intellectuele-eigendomsrechten bleek er brede instemming voor deze gedachte te bestaan. Het voorstel is eveneens positief ontvangen door de bestuursorganen van het BHIM, de raad van bestuur en de begrotingscommissie[24] tijdens de vergaderingen in november 2010. Gezien deze specifieke, gerichte en doorlopende raadplegingsprocedure werd de organisatie van een aanvullende standaardraadpleging niet nodig geacht. - Effectbeoordeling Bij de effectbeoordeling werd gekeken naar drie verschillende opties, die elk in een aantal subopties zijn onderverdeeld. Bij optie 1 zouden de Commissiediensten het Waarnemingscentrum blijven beheren, maar zij zouden daartoe de beschikking krijgen over aanzienlijk meer middelen. Bij suboptie 1a zou het werk geheel of in zeer grote mate intern worden verricht, terwijl bij optie 1b het werk grotendeels zou worden uitbesteed. De tweede onderzochte optie bestond erin de taken van het Waarnemingscentrum te laten uitvoeren door een door de particuliere sector geleid initiatief dat, hetzij geheel door de particuliere sector zou worden bekostigd (suboptie 2a), hetzij door een Commissiesubsidie (suboptie 2b) of door een publiek-privaat partnerschap (PPP, suboptie 2c). De derde geanalyseerde optie van de effectbeoordeling bestond erin de taken van het Waarnemingscentrum te laten uitvoeren door een nieuw op te richten EU-agentschap (suboptie 3a) of door een reeds bestaand agentschap, in het bijzonder het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) in Alicante. Optie 1a (meer personeel bij DG MARKT) werd als niet uitvoerbaar gezien vanwege het huidige nulgroeibeleid van de Commissie[25]. Ook optie 2a werd niet als realistisch beschouwd, aangezien er geen indicaties zijn dat de particuliere sector bereid is een dergelijke verplichting op zich te nemen. Optie 1b (uitbesteding op commerciële basis) en 2b (uitvoering van taken door middel van een door het bedrijfsleven geleid initiatief) werden beoordeeld als uitvoerbare, maar ongeschikte oplossingen, aangezien daarbij waarschijnlijk geen sprake zou zijn van toegang tot informatie die door de autoriteiten van de lidstaten en particuliere belanghebbenden als gevoelig wordt beschouwd, en aangezien in het geval van optie 2b het risico van ongelijke posities (of zelfs uitsluiting) voor verschillende belanghebbenden aanzienlijke problemen zou veroorzaken bij het realiseren van de algemene doelstellingen van het Waarnemingscentrum. Deze nadelen zouden deels vermeden kunnen worden bij optie 2c (PPP), hetgeen echter voor de EU-begroting jaarlijkse kosten van tussen de 2,41 miljoen EUR en 2,98 miljoen EUR in de eerste twee jaar zouden meebrengen en tussen de 2,61 miljoen EUR en 3,07 miljoen EUR vanaf het derde jaar, afhankelijk van de aard van de te ontwikkelen IT-systemen. Optie 3a (een nieuw EU-agentschap) zou volgens de effectbeoordeling een geschikte oplossing bieden om het Waarnemingscentrum operationeel te maken. Deze optie zou echter substantiële kosten voor de EU-begroting meebrengen: tussen de 4,33 miljoen EUR en 5,33 miljoen EUR in de eerste twee jaar en tussen de 5,5 miljoen EUR en 6,28 miljoen EUR vanaf het derde jaar, en bovendien een aanzienlijke vertraging met zich brengen bij het operationeel maken van het agentschap. Optie 3b (het toewijzen van de taken aan een bestaand EU-agentschap, bij voorkeur het BHIM) zou het Waarnemingscentrum toegang verschaffen tot expertise, middelen en financiering en een snelle operationalisering mogelijk maken. In begrotingstermen zou het een kostenefficiënte oplossing vormen (met totale kosten tussen de 3,3 miljoen EUR en 4,3 miljoen EUR in de eerste twee jaar en tussen de 4,74 miljoen EUR en 5,52 miljoen EUR vanaf het derde jaar) en de mogelijkheid bieden tot kostendekking door financiële bronnen buiten de EU-begroting. In de effectbeoordeling is daarom geconcludeerd dat overdracht van het Waarnemingscentrum aan het BHIM de voorkeursoptie is, aangezien het laatstgenoemde over deugdelijke financiering en structuren beschikt en in staat is om, zodra de basisverordening is aangepast, in overeenstemming met de doelstellingen van het Waarnemingscentrum te presteren. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL - Samenvatting van de voorgestelde maatregel Voorgesteld wordt het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt te belasten met de taken en activiteiten die verband houden met het beheer van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij, met inbegrip van taken en activiteiten met betrekking tot auteursrechten en naburige rechten en octrooien. Deze taken dienen in de toekomst het volgende in te houden: - het leveren van onafhankelijke gegevens en beoordelingen over de reikwijdte en omvang van namaak en piraterij binnen de interne markt; - het uitwisselen en stimuleren van beste praktijken met betrekking tot de overheden; - het verspreiden van de beste strategieën voor de particuliere sector; - het bewust maken van de bevolking; - het in samenwerking met andere internationale en Europese instellingen en agentschappen evalueren van de behoefte aan en ontwikkeling van Europese opleidingsprogramma's voor overheden die betrokken zijn bij de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; - het verrichten van onderzoek naar technische instrumenten ter bestrijding van namaak en piraterij; en - het bevorderen van internationale samenwerking en het bieden van technische ondersteuning aan overheden in derde landen. De activiteiten in het kader van de tenuitvoerlegging van deze taken dienen het volgende te omvatten: - het organiseren van vergaderingen van de vertegenwoordigers die als het Waarnemingscentrum bijeenkomen en van zijn subgroepen; - het organiseren van vergaderingen van andere deskundigen; - het in kaart brengen en organiseren van seminars en opleidingen over IER-inbreuken en methoden ter bestrijding van dergelijke inbreuken; - het uitvoeren van studies naar de reikwijdte en gevolgen van namaak en piraterij en het opstellen van jaarverslagen over ontwikkelingen en trends, en van sectorale verslagen waarin de situatie van de verschillende bedrijfstakken en productiesectoren wordt geanalyseerd; - het verrichten van onderzoek naar technische instrumenten ter bestrijding van namaak en piraterij; - het ontwikkelen van databanken voor de opslag en analyse van gegevens over de reikwijdte en de gevolgen van IER-inbreuken, nationale jurisprudentie inzake dergelijke inbreuken en bestaande opleidingsmaatregelen, en systemen ter verbetering van de toegang van de overheden en particuliere belanghebbenden tot informatie en om snelle uitwisseling van informatie tussen hen mogelijk te maken. - Rechtsgrondslag Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) vormt de specifieke grondslag voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt. De taken waarmee het BHIM op grond van deze verordening is belast, hebben eveneens betrekking op de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten volgens het nationale recht van de lidstaten, en kunnen worden gezien als ondersteuning van de wetgeving van de Unie op dit gebied. Artikel 118, eerste alinea, van het VWEU geeft het recht om maatregelen vast te stellen voor de invoering van Europese titels om een eenvormige bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten in de hele Unie te bewerkstellingen, en voor de instelling van op het niveau van de Unie gecentraliseerde machtigings-, coördinatie- en controleregelingen. Daarom vormen de artikelen 114 en 118, eerste alinea, samen de geschikte rechtsgrondslag voor dit voorstel. - Subsidiariteitsprincipe Veel van de activiteiten waarmee het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij is belast, zijn van grensoverschrijdende aard en betreffen alle 27 lidstaten; zij kunnen daarom niet effectief door afzonderlijke lidstaten worden uitgevoerd. Voor zover er sprake is van een behoefte aan bilaterale samenwerking tussen twee lidstaten, is in afzonderlijke gevallen theoretisch op dit niveau verbetering van de procedures mogelijk. Echter, gezien het feit dat de benodigde instrumenten en methoden in een dergelijk verband voor alle lidstaten dezelfde zouden zijn, lijkt het efficiënter ze op EU-niveau te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat de oplossingen niet op de eisen van afzonderlijke lidstaten worden toegesneden, maar dat alle lidstaten er baat bij hebben. Voorts dient de coördinatie, voor zover het betrekkingen met derde landen betreft, binnen de Commissiediensten en met andere EU- en internationale agentschappen op EU-niveau plaats te vinden. Ten slotte maakt, zoals blijkt uit de effectbeoordeling, het toewijzen van deze taken aan een bestaand EU-agentschap, en in het bijzonder aan het BHIM, synergieën met reeds lopende activiteiten mogelijk. Zo kan ook profijt worden getrokken van de reeds binnen het BHIM bestaande expertise op het punt van merken en modelrechten, en van de werkbetrekkingen die het BHIM met nationale IE-diensten onderhoudt. Deze werkbetrekkingen stellen het BHIM in staat de benodigde deskundigen bijeen te brengen om zijn nieuwe taken met succes uit te voeren. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel brengt geen kosten voor de EU-begroting mee. In plaats daarvan zou het voorstel besparingen van ongeveer 40 000 EUR opleveren als bepaalde kosten die momenteel ten laste van de EU-begroting komen, in de toekomst ten laste komen van de BHIM-begroting. 5. TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1 Dit artikel omvat een beschrijving van het onderwerp van het voorstel, namelijk de uitbreiding van de bevoegdheden van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) door dit te belasten met het doen functioneren van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij als een expertisecentrum voor specifieke taken en activiteiten. Artikel 2 In dit artikel worden de taken en activiteiten beschreven die het Bureau dient uit te voeren met betrekking tot het Waarnemingscentrum en die in zes hoofdcategorieën kunnen worden ondergebracht: - het verbeteren van het inzicht in de reikwijdte en de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten en de waarde van intellectuele eigendom, evenals het bevorderen van de kennis over beste praktijken in de publieke en de particuliere sector ter bestrijding van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; - het bewustmaken van de bevolking van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; - het vergroten van de expertise van personen die betrokken zijn bij de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten; - het vergroten van de kennis van technische instrumenten ter voorkoming en bestrijding van namaak en piraterij met inbegrip van tracking- en -tracingsystemen; - het verbeteren van online-uitwisseling van informatie over de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten tussen de overheden van de lidstaten die hierbij betrokken zijn, en het bevorderen van samenwerking met en tussen de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten, waaronder het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom; - het bevorderen van internationale samenwerking. Artikel 3 In dit artikel wordt verduidelijkt dat het Bureau de activiteiten ter vervulling van de in artikel 2 omschreven taken zal uitvoeren door gebruik te maken van zijn eigen begrotingsmiddelen. Artikel 4 In dit artikel worden het deelnemen aan en het organiseren van de bijeenkomsten van het Waarnemingscentrum behandeld. Het voorziet erin dat het Bureau deskundigen bijeenbrengt van overheidsdiensten, -organen en -organisaties die belast zijn met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, van de particuliere sector, het Europees Parlement en de Commissie. De vertegenwoordigers van de particuliere sector dienen zich bezig te houden met de economische sectoren die het meest door namaak worden getroffen. Onder hen dienen zich daarom vertegenwoordigers te bevinden van verschillende bedrijfstakken. Rechthebbenden, vertegenwoordigers van aanbieders van internetdiensten en telecommunicatiemaatschappijen dienen te zijn vertegenwoordigd.. Vertegenwoordigers van de consumentenzijde moeten ook worden uitgenodigd. Dit artikel voorziet verder in de mogelijkheid om werkgroepvergaderingen van het Waarnemingscentrum te organiseren. Artikel 5 Overeenkomstig de conclusies van de Raad van 1 maart 2010 voorziet dit artikel in een verplichting van de vertegenwoordigers van de lidstaten en de particuliere sector om met inachtneming van de geldende regelgeving inzake gegevensbescherming statistische informatie en jurisprudentie over het werk van het Waarnemingscentrum te delen met het Bureau en om het Bureau in kennis te stellen van hun eigen beleid op dit gebied. Artikel 6 Dit artikel betreft de verplichting van het Bureau om te handelen naar de interne administratieve instructies van het Waarnemingscentrum en de publicaties van nota's die nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle taken die bij deze verordening aan het Bureau zijn toegewezen, worden uitgevoerd. Artikel 7 Dit artikel bepaalt dat het jaarverslag van het Bureau een verslag over de activiteiten van het Bureau krachtens deze verordening bevat. Het bepaalt de belangrijkste informatie die in het verslag dient te worden opgenomen, met name een evaluatie van de belangrijkste activiteiten die in het jaar zijn uitgevoerd, de behaalde resultaten, een algemene beoordeling van het werk van het Bureau krachtens de verordening, informatie aangaande de geplande toekomstige werkzaamheden van het Waarnemingscentrum en aanbevelingen inzake toekomstig beleid op het gebied van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Artikel 8 In dit artikel worden de regels vastgelegd voor de door de Commissie uit te voeren evaluatie van de verordening met betrekking tot de prestaties van het Bureau bij de tenuitvoerlegging van de verordening in de praktijk, met name bij het vervullen van de in artikel 2 omschreven taken, en met betrekking tot de invloed van deze werkzaamheden op de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in de EU. De Commissie moet als onderdeel van de evaluatieprocedure het Waarnemingscentrum raadplegen en het definitieve evaluatieverslag aan het Europees Parlement en aan de Raad zenden. Vervolgens dient de Commissie over het evaluatieverslag een uitgebreide raadpleging onder belanghebbenden te houden, die zo nodig wordt gevolgd door voorstellen ter aanpassing van de verordening. Artikel 9 Dit artikel behandelt de inwerkingtreding en de gevolgen van de voorgestelde verordening. 2011/0135 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en particuliere sector als Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114 en 118, eerste alinea, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[26], Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: 1. Het economisch welzijn van de Europese Unie (hierna "de Unie" genoemd) berust op duurzame creativiteit en innovatie. Om de toekomstige welvaart veilig te stellen zijn effectieve beschermingsmaatregelen noodzakelijk. 2. Intellectuele-eigendomsrechten zijn vitale bedrijfsmiddelen die ertoe bijdragen dat degenen die zich bezighouden met innovatie of creativiteit een billijke vergoeding voor hun werk ontvangen en dat hun investering in onderzoek en nieuwe ideeën wordt beschermd. 3. Een gedegen, geharmoniseerde en progressieve aanpak van intellectuele-eigendomsrechten is onmisbaar bij de inspanningen om de ambities van de Europa 2020-strategie[27] te realiseren. 4. De voortdurende toename van het aantal schendingen van intellectuele-eigendomsrechten vormt een reële bedreiging, niet alleen voor de economie van de Unie, maar ook voor de gezondheid en veiligheid van de consumenten in de Unie. Daarom zijn effectieve, onmiddellijke en gecoördineerde acties nodig op Europees en mondiaal niveau om dit verschijnsel met succes te bestrijden. 5. Tegen de achtergrond van de algemene strategie inzake intellectuele-eigendomsrechten waarin wordt voorzien door de resolutie van de Raad van 25 september 2008 betreffende een algemeen Europees plan ter bestrijding van namaak en piraterij[28] verzocht de Raad de Commissie een Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij op te richten (hierna "het Waarnemingcentrum" genoemd). Hiertoe heeft de Commissie een netwerk van deskundigen uit de publieke en particuliere sector gevormd en de taken ervan omschreven in de mededeling "Voor een versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt"[29]. 6. In de mededeling is bepaald dat het Waarnemingscentrum als centraal punt moet fungeren voor het verzamelen, monitoren en rapporteren van informatie en gegevens over alle inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Het Waarnemingscentrum dient te worden gebruikt als platform voor samenwerking tussen vertegenwoordigers van nationale overheden en belanghebbende partijen om ideeën en expertise over beste praktijken uit te wisselen, om gemeenschappelijke handhavingstrategieën te ontwikkelen en aanbevelingen voor beleidsmakers op te stellen. In de mededeling is vermeld dat het Waarnemingscentrum wordt ondergebracht bij en beheerd door de Commissiediensten. 7. De Raad nodigde in zijn resolutie over de versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt van 1 maart 2010[30] de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven uit om het Waarnemingscentrum te voorzien van beschikbare betrouwbare en vergelijkbare gegevens over namaak en piraterij en om gezamenlijk binnen het kader van het Waarnemingscentrum plannen voor verdere informatievergaring te ontwikkelen en vast te stellen. De Raad nodigde eveneens het Waarnemingscentrum uit om jaarlijks een uitvoerig verslag te publiceren over de reikwijdte, de omvang en de hoofdkenmerken van namaak en piraterij, en het effect ervan op de interne markt. Het jaarverslag dient te worden opgesteld met behulp van informatie die wordt verstrekt door de overheden van de lidstaten, de Commissie en de particuliere sector, met inachtneming van de grenzen van de gegevensbeschermingswetgeving, en betrekking te hebben op de reikwijdte, de omvang en hoofdkenmerken van namaak en piraterij, evenals de gevolgen voor de interne markt. 8. De Raad heeft in zijn conclusies van 25 mei 2010[31] de Commissie uitgenodigd een rechtsgrondslag te vestigen voor de betrokkenheid van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (hierna "het Bureau" genoemd) bij handhavingsactiviteiten, met inbegrip van de strijd tegen namaak, met name door bevordering van samenwerking van het Bureau met de nationale merkendiensten en het Waarnemingscentrum. 9. Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten[32] voorziet onder meer in maatregelen ter bevordering van samenwerking met inbegrip van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie. 10. Het Europees Parlement heeft in zijn Resolutie van 22 september 2010 over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt[33] de lidstaten en de Commissie verzocht om de samenwerking tussen het Bureau en de nationale diensten voor intellectuele-eigendomsrechten uit te breiden met de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. 11. Gezien de omvang van de taken waarmee het Waarnemingscentrum wordt belast, is er een oplossing nodig voor een toereikende en duurzame infrastructuur voor de taakvervulling van het Waarnemingscentrum. 12. Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk[34] voorziet in administratieve samenwerking tussen het Bureau en de bevoegde rechterlijke of andere instanties van de lidstaten, en de uitwisseling van publicaties tussen het Bureau en de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten. Op die grondslag heeft het Bureau een samenwerking opgebouwd met nationale diensten die actief zijn op het gebied van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Als gevolg daarvan beschikt het Bureau reeds in aanzienlijke mate over de noodzakelijke kennis en ervaring om te voorzien in een toereikende en duurzame infrastructuur op het gebied van de taken van het Waarnemingscentrum. 13. Daarom is het Bureau bij uitstek geschikt om met de uitvoering van dergelijke taken te worden belast. 14. Deze taken dienen betrekking te hebben op alle door het recht van de Unie of door het nationale recht van de betrokken lidstaat bestreken intellectuele-eigendomsrechten op dit gebied, aangezien de inbreukmakende handelingen veelal op een reeks intellectuele-eigendomsrechten betrekking hebben. Voorts zijn er gegevens en uitwisseling van beste praktijken op het gehele terrein van intellectuele-eigendomsrechten nodig om een compleet beeld van de situatie te krijgen en het mogelijk te maken brede strategieën op te stellen ter bestrijding van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Tegen de achtergrond van deze taken dient het mandaat van het Bureau daarom te worden uitgebreid met de bescherming van octrooien, auteursrechten en naburige rechten, evenals geografische aanduidingen. 15. De taken die het Bureau dient uit te voeren, kunnen worden gekoppeld aan de handhavings- en verslaggevingsactiviteiten zoals bepaald in Richtlijn 2004/48/EG. Aldus dient het Bureau diensten aan nationale overheden of marktpartijen te bieden die met name gevolgen hebben voor de homogene tenuitvoerlegging van de Richtlijn en die waarschijnlijk de toepassing ervan vergemakkelijken. De taken van het Bureau dienen daarom te worden beschouwd als zijnde nauw verbonden met de materies die voorwerp zijn van handelingen van onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. 16. Het Waarnemingscentrum, bijeengeroepen door het Bureau, dient een kenniscentrum te worden voor informatie en gegevens over inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten door gebruik te maken van de expertise, ervaring en middelen van het Bureau. 17. Het Bureau dient een overlegforum te bieden dat de publieke overheden en particuliere sector samenbrengt en zorgt voor de verzameling, analyse en verspreiding van relevante objectieve, vergelijkbare en betrouwbare gegevens met betrekking tot de waarde van intellectuele-eigendomsrechten en de inbreuken op deze rechten, de ontwikkeling van beste praktijken en strategieën ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, en de bewustmaking van de bevolking van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Voorts dient het Bureau aanvullende taken te verrichten, zoals het vergroten van het inzicht in de waarde van intellectuele-eigendomsrechten, het door middel van geschikte opleidingsmaatregelen bevorderen van de expertise van personen die betrokken zijn bij de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, het vergroten van kennis over technieken voor de preventie van namaak en het verbeteren van samenwerking met derde landen en internationale organisaties. 18. Ten aanzien van vertegenwoordigers van de particuliere sector dient het Bureau bij de bijeenroeping van het Waarnemingscentrum in de context van zijn activiteiten een representatieve selectie te betrekken van de economische sectoren die het meest betrokken zijn bij en de meeste deskundigheid bezitten op het gebied van de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, met name vertegenwoordigers van rechthebbenden en aanbieders van internetdiensten. Ook dient te worden gezorgd voor een passende vertegenwoordiging van consumenten en kleine en middelgrote ondernemingen. 19. Het Bureau dient de taken en activiteiten met betrekking tot de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten uit te voeren door gebruik te maken van zijn eigen begrotingsmiddelen, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp Bij deze verordening wordt het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (hierna "het Bureau" genoemd) belast met bepaalde taken ten aanzien van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Bij de uitvoering van deze taken nodigt het Bureau regelmatig deskundigen, overheden en belanghebbende partijen uit die bijeenkomen onder de naam "Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij" (hierna "het Waarnemingscentrum" genoemd). Artikel 2 Taken en activiteiten 20. Het Bureau heeft de volgende taken: a) het verbeteren van het inzicht in de reikwijdte en gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten die krachtens EU-recht of het nationale recht van de lidstaten zijn beschermd, met inbegrip van industriële-eigendomsrechten, het auteursrecht en naburige rechten; b) het verbeteren van het inzicht in de waarde van intellectuele eigendom; c) het vergroten van de kennis over beste publieke en particuliere sectorpraktijken ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; d) het bewustmaken van de burgers van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; e) het vergroten van de expertise van personen die betrokken zijn bij de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten; f) het vergroten van de kennis van technische instrumenten ter voorkoming en bestrijding van namaak en piraterij met inbegrip van tracking- en tracingsystemen; g) het verbeteren van online-uitwisseling van informatie over de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten tussen de overheden van de lidstaten die hierbij betrokken zijn, en het bevorderen van samenwerking met en tussen de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten, waaronder het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom; h) het bevorderen van internationale samenwerking met diensten voor intellectuele eigendom in derde landen om strategieën op te stellen en technieken, vaardigheden en instrumenten te ontwikkelen voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. 21. Bij de vervulling van de in lid 1 beschreven taken voert het Bureau de volgende activiteiten uit: a) het regelmatig bijeenroepen van het Waarnemingscentrum krachtens artikel 4; b) het opstellen van een methode voor de verzameling en analyse van en de verslaggeving over onafhankelijke, objectieve, vergelijkbare en betrouwbare gegevens met betrekking tot inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; c) het verzamelen, analyseren en verspreiden van relevante objectieve, vergelijkbare en betrouwbare gegevens met betrekking tot inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; d) het verzamelen, analyseren en verspreiden van relevante objectieve, vergelijkbare en betrouwbare gegevens inzake de economische waarde van intellectuele eigendom en de bijdrage daarvan aan economische groei, welzijn, innovatie, creativiteit, culturele diversiteit, het scheppen van hoogwaardige banen en de ontwikkeling van kwaliteitsproducten en -diensten binnen de Unie; e) het voorzien in regelmatige beoordelingen en specifieke verslagen per economische sector, geografisch gebied en type intellectuele-eigendomsrecht waarop inbreuk is gemaakt, waarin onder meer een analyse wordt gemaakt van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten op de maatschappij, de economie, de gezondheid, het milieu, de veiligheid en beveiliging, en de relatie van dergelijke inbreuken met georganiseerde misdaad en terrorisme; f) het verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie over beste praktijken tussen de vertegenwoordigers die als Waarnemingscentrum bijeenkomen, en het opstellen van strategieën op basis van dergelijke praktijken; g) het opstellen van verslagen en publicaties om de burgers van de Unie bewust te maken van de gevolgen van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, en het organiseren van conferenties, online- en offlinecampagnes, evenementen en bijeenkomsten op Europees en internationaal niveau; h) het ontwikkelen en organiseren van online en andere opleidingsvormen voor nationale functionarissen die betrokken zijn bij de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; i) het organiseren van ad-hocbijeenkomsten van deskundigen ter ondersteuning van het werk van het Bureau krachtens deze verordening; j) het onderzoeken, evalueren en bevorderen van technische instrumenten voor professionals en benchmarktechnieken, met inbegrip van tracking- en tracingsystemen die bijdragen aan het onderscheiden van echte van namaakproducten; k) het werken met nationale overheden om een onlinenetwerk te ontwikkelen ter uitwisseling van informatie inzake de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van realtime-waarschuwingen en informatie over inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten tussen besturen, organen en organisaties in de lidstaten die te maken hebben met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; l) het opstellen van strategieën in samenwerking met de centrale diensten voor de industriële eigendom van de lidstaten, waaronder het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, en het ontwikkelen van technieken, vaardigheden en instrumenten met betrekking tot de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van opleidingsprogramma's en bewustmakingscampagnes; m) het ontwikkelen van programma's met betrekking tot technische ondersteuning voor derde landen, evenals ontwikkelen en aanbieden van specifieke opleidingsprogramma's en evenementen voor functionarissen van derde landen die betrokken zijn bij de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; n) het opstellen van aanbevelingen aan de Commissie inzake kwesties die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, onder meer op verzoek van de Commissie; o) het opstellen van een jaarlijks werkprogramma voor de bijeenkomsten waarnaar onder a) wordt verwezen, in overeenstemming met het beleid van de Unie en prioriteiten op het gebied van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten; p) het uitvoeren van vergelijkbare activiteiten die voor het Bureau nodig zijn om de in lid 1 gestelde taken te vervullen. Artikel 3 Financiering Het Bureau zorgt er ten allen tijde voor dat de activiteiten waarmee het op grond van deze Verordening belast is, worden uitgevoerd met behulp van de eigen begrotingsmiddelen. Artikel 4 Bijeenkomsten van het Waarnemingscentrum 22. Het Bureau nodigt voor de in artikel 2, lid 2, onder a), genoemde bijeenkomsten vertegenwoordigers uit van overheidsdiensten, -organen en -organisaties die zich bezighouden met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en vertegenwoordigers van de particuliere sector. 23. Tot de uit de particuliere sector uitgenodigde vertegenwoordigers die als het Waarnemingscentrum bijeenkomen, behoren een brede en representatieve selectie van Unie- en nationale organen ter vertegenwoordiging van de verschillende economische sectoren die het meest betrokken zijn bij en de meeste deskundigheid bezitten op het gebied van de strijd tegen inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Consumentenorganisaties en kleine en middelgrote ondernemingen zijn naar behoren vertegenwoordigd. 24. Het Bureau nodigt van iedere lidstaat een nationale vertegenwoordiger uit en van het Europees Parlement en de Commissie elk vijf. 25. De namen van de vertegenwoordigers, de agenda en de notulen van de bijeenkomsten worden op de website van het Bureau bekendgemaakt. 26. De in artikel 2, lid 2, onder a), genoemde bijeenkomsten kunnen ook worden georganiseerd in werkgroepen binnen het Waarnemingscentrum. Er worden maximaal twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement en maximaal twee vertegenwoordigers van de Commissie als waarnemers bij de bijeenkomsten van de werkgroepen uitgenodigd. Artikel 5 Informatieverplichtingen Onverminderd het recht met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens moeten de vertegenwoordigers van de lidstaten en de particuliere sector die als Waarnemingscentrum bijeenkomen: a) het Bureau op de hoogte stellen van hun beleid en strategieën met betrekking tot de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en veranderingen daarin; b) statistische gegevens verstrekken inzake inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten; c) het Bureau op de hoogte stellen van relevante jurisprudentie. Artikel 6 Interne administratieve instructies en mededelingen Met gebruik van de bij Verordening (EG) nr. 207/2009, artikel 124, toegekende bevoegdheden stelt de voorzitter van het Bureau de interne administratieve instructies vast en maakt hij de mededelingen bekend die nodig zijn voor de vervulling van alle taken waarmee het Bureau krachtens deze verordening is belast. Artikel 7 Inhoud van het jaarverslag Het in Verordening (EG) nr. 207/2009, artikel 124, lid 2, onder d), bedoelde jaarverslag bevat ten minste de volgende informatie over de taken en activiteiten van het Bureau krachtens deze verordening: a) een terugblik op de belangrijkste activiteiten die tijdens het voorgaande kalenderjaar zijn uitgevoerd; b) de tijdens het voorgaande kalenderjaar behaalde resultaten, waar van toepassing vergezeld van sectorverslagen waarin de situatie in de verschillende bedrijfstakken en productiesectoren wordt geanalyseerd; c) een algemene beoordeling van de uitvoering van de taken van het Bureau krachtens deze verordening; d) een overzicht van de activiteiten die het Bureau in de toekomst voornemens is te ontplooien; e) aanbevelingen met betrekking tot het toekomstige beleid op het gebied van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van de wijze waarop effectieve samenwerking tussen de lidstaten kan worden vergroot. Artikel 8 Evaluatie 27. Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening hecht de Commissie haar goedkeuring aan een verslag waarin de toepassing van deze verordening wordt geëvalueerd. 28. In het evaluatieverslag worden de prestaties van het Bureau bij de tenuitvoerlegging van deze verordening beoordeeld, met name ten aanzien van de gevolgen ervan voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt. 29. Bij de opstelling van het verslag raadpleegt de Commissie de vertegenwoordigers die als Waarnemingscentrum bijeenkomen over de in lid 2 bedoelde kwesties. 30. De Commissie stuurt het evaluatieverslag naar het Europees Parlement en de Raad en houdt een uitvoerige raadpleging onder belanghebbenden over het evaluatieverslag. Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de [twintigste] dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te , Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard van het voorstel/initiatief: Wetgevingsvoorstel 1.4. Doelstelling(en) 1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.6. Duur en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en) 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF Benaming van het voorstel/initiatief Verordening tot toewijzing aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van bepaalde taken die verband houden met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, met inbegrip van de vergadering van vertegenwoordigers van de publieke en particuliere sector als Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[35] Interne markt – op kennis gebaseerde economie – de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten Aard van het voorstel/initiatief ( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[36] ( Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie ( Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie Doelstellingen De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie De algemene doelstelling is de effectieve handhaving van IER te verbeteren, om te vermijden dat door namaak en piraterij aanzienlijke schade wordt toegebracht aan de Europese economie en aan de gezondheid en veiligheid van Europese burgers. Deze doelstelling is in overeenstemming met bestaand EU-beleid en -strategieën, zoals Europa 2020[37]. Deze doelstelling past ook binnen de hoofdprioriteiten en voorstellen van de Commissie met betrekking tot haar IER-strategie voor Europa[38]. De afgelopen tien jaar is het aantal IER-inbreuken aanzienlijk toegenomen. Zo schatte de OESO in 2009 de waarde van de internationale handel in nagemaakte of door piraterij verkregen goederen in 2007 op 250 miljard VS-dollar (USD), hetgeen meer is dan het BBP van 150 economieën[39]. Uit door de EU-douaneautoriteiten gepubliceerde cijfers blijkt een duidelijke toename van activiteiten in de douanesector, met een stijging van het aantal geregistreerde gevallen van 4 694 in 1999 tot 43 572 in 2009, dat wil zeggen een stijging in tien jaar met ongeveer 920%. Wat internetpiraterij betreft, is het meest recente bedrijvenonderzoek in 2010 uitgevoerd door de in Parijs gevestigde TERA Consultants in opdracht van de International Chamber of Commerce’s Business Action to Stop Counterfeiting and Piracy (BASCAP). Uit dat onderzoek komt naar voren dat er in de EU in 2008 10 miljard EUR en meer dan 185 000 banen verloren gingen door piraterij in de muziek-, film- en tv-wereld en in de software-industrie[40]. Op EU-niveau is het voornaamste initiatief bij het bestrijden van het probleem het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij ("het Waarnemingscentrum"), dat door DG Interne Markt en diensten (DG MARKT) van de Commissie wordt beheerd. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling: De afgelopen twee jaar werd het institutioneel kader van het Waarnemingscentrum ingesteld. Nu de fase van de instelling van het Waarnemingscentrum achter de rug is, blijkt dat door een gebrek aan financiering, personele middelen, IT- en vergadercapaciteiten alsook de noodzakelijke expertise, het Waarnemingscentrum met zijn huidige infrastructuur niet in staat zal zijn zijn doelstellingen in de toekomst te realiseren en dat het op zich nemen van aanvullende taken in de huidige omstandigheden uitgesloten zou zijn. De specifieke doelstelling bestaat er bijgevolg in ervoor te zorgen dat het Waarnemingscentrum over de noodzakelijke infrastructuur beschikt om zijn taken op doeltreffende wijze, zo snel mogelijk en zonder kosten voor de EU-begroting te kunnen realiseren. Deze taken betreffen onder meer het vergroten van kennis van de overheden en particuliere belanghebbenden over de reikwijdte en de gevolgen van en de trends op het gebied van namaak en piraterij en over doeltreffende technieken om het probleem te bestrijden, het verbeteren van de samenwerking op het gebied van de dagelijkse handhaving; en het informeren van consumenten over de economische gevolgen en gevaren van namaak en piraterij en het verbeteren van de coördinatie van op derde landen gerichte acties. In het kader van dit initiatief zou het Waarnemingscentrum worden geleid door een bestaand agentschap, het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM). Hierdoor zou het Waarnemingscentrum kunnen gebruikmaken van bestaande administratieve structuren (zoals personele middelen en financiering). Het BHIM is het EU-agentschap dat verantwoordelijk is voor de inschrijving van Gemeenschapsmerken en Gemeenschapsmodellen, die in alle 27 lidstaten geldig zijn. Gezien de duidelijke relatie tussen de bescherming van IE-rechten en de handhaving ervan, blijkt de reeds binnen het BHIM beschikbare expertise bijzonder relevant voor het overnemen van de taken van het Waarnemingscentrum. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en): Internemarktbeleid. Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en) Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen. Tenzij er meer gecoördineerde en duurzame maatregelen worden getroffen ter bestrijding van IER-inbreuken, staat de EU voor een neerwaartse trend met reële gevolgen voor de economische wederopbouw, voorspoed en banen. Deze trend betreft onder meer een toename van producten die mogelijk ernstige schade kunnen toebrengen aan consumenten, zoals namaakgeneesmiddelen, -levensmiddelen, -cosmetica, en nagemaakte huishoudelijke apparatuur. Het Waarnemingscentrum zou de handhaving aanzienlijk verbeteren door het verschaffen van betrouwbare, objectieve gegevens om trends en bedreigingen te kunnen opsporen, een versterkte coördinatie en uitwisseling inzake beste praktijken tussen de bevoegde overheden in de lidstaten alsook realtime informatie-uitwisseling over specifieke namaakproducten tussen belanghebbenden, uitwisselingen met betrekking tot succesvolle strategieën van de publieke en particuliere sector; opleidingen voor met handhaving belaste autoriteiten, meer opleidingen inzake de bewustmaking van consumenten voor overheden in kwetsbare derde landen ter bestrijding van namaak en piraterij. Naast de kostenbesparingen die dit initiatief zoals aangetoond in de effectbeoordeling zou opleveren in vergelijking met de huidige situatie, zou het ook een snelle operationalisering van het Waarnemingscentrum mogelijk maken. Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) is het enige EU-agentschap dat verantwoordelijk is voor merken en modellen en zou een geschikte gastinstelling zijn voor het Waarnemingscentrum. Het BHIM heeft via opleidingsseminars en -activiteiten reeds expertise opgebouwd op het gebied van handhaving van merken en modellen en is voornemens verdere handhavingsprojecten te ontwikkelen, zoals een IT-informatiesysteem inzake ingeschreven merken en modellen. Bovendien zouden synergieën tussen de taken van het Waarnemingscentrum en de reeds door het BHIM uitgevoerde taken de extra personeelsbehoeften aanzienlijk beperken. Resultaat- en effectindicatoren Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd. Tijdigheid van het inzamelen en publiceren van verslagen over namaak en piraterij door het Bureau, onderzoek naar beste praktijken, de ontwikkeling en levering van pakketten voor bewustmaking, alsook de ontwikkeling, de levering en het onderhoud van databanken; Kwaliteit van verslagen en onderzoek (nauwkeurigheid en bruikbaarheid), kwaliteit en effect van op het gebied van bewustmaking, onderzoek en opleiding te ontwikkelen strategieën, met inbegrip van het aantal, het effect en de invloed van campagnes die met succes zijn uitgevoerd, het aantal opgeleide personen en de toegankelijkheid van gegevens. Motivering van het voorstel/initiatief Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien Gezien de nood aan de snelle uitbreiding op korte termijn van de activiteiten van het Waarnemingscentrum, heeft de Commissie besloten dat het Waarnemingscentrum zich zal richten op gegevensverzameling, bewustmakingsmaatregelen en opleiding, opsporing en uitwisseling van beste publieke en particuliere praktijken, verbetering van de dagelijkse samenwerking, onderzoek naar technische instrumenten ter voorkoming en bestrijding van namaak en piraterij en internationale technische bijstand. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU Veel van de voor de bestrijding van namaak en piraterij noodzakelijke activiteiten zijn van grensoverschrijdende aard en gebaseerd op samenwerking en coördinatie. Om volledig doeltreffend te zijn, vereisen zij het engagement en de betrokkenheid van alle 27 lidstaten. Het is daarom van essentieel belang dat er op EU-niveau instrumenten en structuren worden ontwikkeld waarvan de resultaten alle lidstaten ten goede komen. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan In 2009 hebben de OESO en andere organisaties kernpunten op een rij gezet die de groei van namaak en piraterij niet konden verhinderen; dit leidde tot een aanzienlijke daling van investeringen en het verlies van werkgelegenheid[41]; een toenemende dreiging voor de gezondheid en veiligheid van Europese consumenten[42]; ernstige problemen voor het mkb in de EU[43], gederfde fiscale inkomsten vanwege een daling van bij de fiscus aangegeven verkoopcijfers en de betrokkenheid van de georganiseerde misdaad. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten Dit voorstel is gebaseerd op de mededeling van de Commissie van 2009[44] waarin de taken van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij worden omschreven. De doelstellingen van het voorstel zijn in overeenstemming met bestaand EU-beleid en -strategieën, zoals Europa 2020[45]. Deze doelstelling past ook binnen de hoofdprioriteiten en voorstellen van de Commissie met betrekking tot haar IER-strategie voor Europa[46]. Duur en financiële gevolgen ( Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur - ( Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ - ( Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ ( Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur - uitvoering met een opstartperiode vanaf 2012 tot en met 2013 (ervan uitgaande dat de verordening in de loop van 2012 in werking zou treden), - gevolgd door een volledige uitvoering. Beheersvorm(en)[47] ( Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie ( Indirect gecentraliseerd beheer door delegatie van uitvoeringstaken aan: - ( uitvoerende agentschappen - ( door de Unie opgerichte organen[48] - ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak - ( personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toegewezen en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement ( Gedeeld beheer met lidstaten ( Gedecentraliseerd beheer met derde landen ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen". Opmerkingen Voorgesteld wordt dat de taken aan een reeds bestaand orgaan worden gedelegeerd, met name het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM). BEHEERSMAATREGELEN Regels inzake het toezicht en de verslagen Vermeld frequentie en voorwaarden. In de voorgestelde verordening is bepaald dat de Commissie binnen vijf jaar na de inwerkingtreding ervan de prestaties van het Bureau bij de tenuitvoerlegging van deze verordening zal evalueren, met name met betrekking tot de invloed ervan op de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Het evaluatieverslag van de Commissie over het Bureau inzake de krachtens de voorgestelde verordening uitgevoerde activiteiten omvat: een beoordeling van de resultaten die door het Waarnemingscentrum in driemaandelijkse verslagen van de hoogtepunten alsook in zijn jaarlijks verslag zullen worden gepubliceerd en die gebaseerd zijn op uitvoerige, objectieve gegevens. alle door het BHIM uitgevoerde auditverslagen over het werk van het Waarnemingscentrum; een enquête onder publieke en particuliere belanghebbenden over hun indruk van het werk van het Bureau, met name op het vlak van de uitvoerigheid, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, bruikbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van de bereikte resultaten. De criteria die zullen worden aangewend om het effect en de gevolgen van de maatregel te beoordelen, zijn met name: de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van de activiteiten van het Waarnemingscentrum; het succes van de strategie van het Waarnemingscentrum; het efficiënt gebruik van middelen; de gevolgen en implicaties voor publieke en particuliere belanghebbenden. De belangrijkste aanwijzingen voor het toezicht zijn: tijdigheid van het inzamelen en publiceren van verslagen, onderzoek naar beste praktijken, de ontwikkeling en levering van pakketten voor bewustmaking, alsook de ontwikkeling, de levering en het onderhoud van databanken; kwaliteit van verslagen en onderzoek (nauwkeurigheid en bruikbaarheid), kwaliteit en effect van op het gebied van bewustmaking, onderzoek en opleiding te ontwikkelen strategieën, met inbegrip van het aantal campagnes die met succes zijn uitgevoerd, het aantal opgeleide personen en de toegankelijkheid van gegevens. | Beheers- en controlesysteem Mogelijke risico's - - De nieuwe taken van het Bureau zouden tevens moeten dienen om op het niveau van de Commissie te beoordelen of op EU-niveau extra activiteiten nodig zijn en zo ja, wat deze activiteiten zouden moeten inhouden. Er moet daarom voor worden gezorgd dat het werkprogramma en de prioriteiten zoals vastgelegd door het Bureau in overeenstemming zijn met de informatiebehoeften van de Commissie. Door de delegatie aan het agentschap ontstaat het risico dat dergelijke afstemming in de praktijk niet wordt nageleefd. - De huidige focus van het Bureau op merken en modellen houdt het risico in dat auteursrechten en andere intellectuele-eigendomstitels niet met evenveel prioriteit zullen worden behandeld als merken en modellen. Een volledige risicobeoordeling zal op basis van de voorgaande criteria worden uitgevoerd. Controlemiddel(en) Op regelmatige tijdstippen zullen risicobeoordelingen worden uitgevoerd en evaluatieverslagen worden opgesteld, op basis van de jaarlijkse verslagen van het Bureau en de door de Commissie uit te voeren evaluatie. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. Het BHIM beschikt reeds over een streng beleid en strikte procedures op dit gebied. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven - Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen. Rubriek van het meerjarige financiële kader | Begrotingsonderdeel | Soort krediet | Bijdrage | Nummer [Omschrijving …………………...……….] | GK/ NGK ([49]) | van EVA[50]-landen | van kandidaat-lidstaten[51] | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement | 12 01 01 Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein "Interne markt" | NGK | NEE | NEE | NEE | NEE | 12 01 01 Uitgaven in verband met apparatuur, meubilair en diensten voor het beleidsterrein "Interne markt" | NGK | NEE | NEE | NEE | NEE | - Het voorgestelde initiatief zou leiden tot besparingen op deze begrotingslijnen. - Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen. Rubriek van het meerjarige financiële kader | Begrotingsonderdeel | Soort krediet | Bijdrage | Nummer [Rubriek……………………………………..] | GK/NGK | van EVA-landen | van kandidaat-lidstaten | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement | [XX.YY.YY.YY] | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE | Geraamde gevolgen voor de uitgaven Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader | Nummer | Internemarktbeleid | in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Andere vrijgekomen uitgaven van administratieve aard - (in miljoenen euro's) Soort uitgave | Andere vrijgekomen uitgaven van administratieve aard | van 2013 | 12 01 02 11 02 - Conferenties en vergaderingen | 0.040 | TOTAAL vrijgenomen administratieve uitgaven | 0.040 | De kosten van de bijeenkomsten van het Waarnemingscentrum zouden niet meer ten laste van de EU-begroting komen aangezien deze kosten door de aparte begroting van het BHIM zouden worden gedragen. Uitgaande van de uitgaven voor 2010, zal 40 000 EUR vrijkomen. Geraamde personeelsbehoeften - ( Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig - ( Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal) Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | ( Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) | XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) | XX 01 01 02 (delegaties) | XX 01 05 01 (onderzoek door derden) | 10 01 05 01 (eigen onderzoek) | ( Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[59] | XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") | XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) | 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) | Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) | TOTAAL | XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Beschrijving van de uit te voeren taken: Ambtenaren en tijdelijke functionarissen | Extern personeel | Aantal en soort vrijgekomen personele middelen Soort post | Vrijgekomen personele middelen toe te wijzen aan andere prioriteiten (door herverdeling naar andere Commissiediensten) | 2013 | Ambtenaren en tijdelijke functionarissen | AD | 0 | AST | 0 | Totaal posten | 0 | Extern personeel | Arbeidscontractanten | 0 | Gedetacheerde nationale deskundigen | Totaal extern personeel | 0 | TOTAAL in voltijdequivalenten (VTE) | 0 | Een AST-medewerker die zich momenteel bezighoudt met de organisatie van het Waarnemingscentrum is door het BHIM gedetacheerd. De Commissie zal de bijdrage van deze medewerker in de toekomst niet langer nodig hebben en deze post zal opnieuw aan het Bureau worden toegewezen. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader - ( Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader - ( Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader. Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. - ( Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[62]. Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Bijdrage van derden aan de financiering - Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden - Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Totaal | Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Artikel …………. | | | | | | | | | |Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. [1] Mededeling van de Commissie: "Europa 2020: een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" van 3 maart 2010 - COM(2010) 2020. [2] Zie met name de mededeling van de Commissie van 16 juli 2008: "Een strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa" - COM(2008) 465. [3] OESO, Magnitude of counterfeiting and piracy of tangible products – november 2009 update, http://www.oecd.org/document/23/0,3343. [4] Europese Commissie, directoraat-generaal Belastingen en douane-unie, "Report on EU Customs enforcement of intellectual property rights – 2009",http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_controls/counterfeit_piracy/statistics/index_en.htm. [5] http://www.iccwbo.org/bascap/id35360/index.html. [6] TERA Consultants, "Building a Digital Economy: maart 2010,http://www.iccwbo.org/bascap/id35360/index.html. [7] "Report on EU Customs enforcement of intellectual property rights – 2009", zie voetnoot 4. [8] Technopolis (2007), "Effects of counterfeiting on EU SMEs",http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/industry/doc/Counterfeiting_Main%20Report_Final.pdf [9] Frontier Economics, (mei 2009), "The impact of counterfeiting on Governments and Consumers": http://www.iccwbo.org/uploadedFiles/BASCAP/Pages/Impact%20of%20Counterfeiting%20on%20Governments%20and%20Consumers%20-%0Final%20doc.pdf. [10] UNICRI, "Counterfeiting: a global spread", 2008, http://counterfeiting.unicri.it/report2008.php. [11] Resolutie van de Raad van 25.9.2008 (PB C 253 van 4.10.2008, blz. 1). [12] Mededeling van de Commissie van 11 september 2009: "Voor een versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt", COM(2009) 467. [13] Resolutie van de Raad van 1 maart 2010 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (PB C 56 van 6.3.2010, blz. 1). [14] Resolutie van het Europees Parlement van 22 september 2010, 2009/2178(INI). [15] ADE, "Evaluation of the Intellectual Property Rights Enforcement Strategy in Third Countries", november 2010, http://trade.ec.europa.eu/doclib/cfm/doclib_section.cfm?sec=180&langId=en. [16] COM(2010) 2020. [17] COM(2008) 465; zie ook de mededeling van de Commissie van 27 oktober 2010: "Naar een Single Market Act – voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen" - COM(2010) 608. [18] Deze vergaderingen vonden plaats op 4 september 2009, 14 december 2009, 16 februari 2010 en 10 juni 2010. [19] Mededeling van de Commissie van 16 juli 2008: "Een strategie inzake industriële-eigendomsrechten voor Europa" - COM(2008) 465 en COM(2009) 467. [20] Resoluties van de Raad van 25 september 2008 en 1 maart 2010. [21] Resolutie van 22 september 2010 over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (2009/2178(INI), A7-0175/2010. [22] Zie voor bijzonderheden de tekst van het onderzoek van het Max Planck Instituut voor intellectuele-eigendoms- en mededingingsrecht, die beschikbaar is viahttp://ec.europa.eu/internal_market/indprop/tm/index_en.htm. [23] http://www.premiercercle.com/sites/ip2010/overview.php. [24] Beide organen zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van lidstaten en de Commissie. [25] SEC(2007) 530. [26] PB C , van , blz . [27] Mededeling van de Commissie van 3 maart 2010: "Europa 2020: een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" - COM(2010) 2020. [28] PB C 253 van 4.10.2008, blz. 1. [29] COM(2009) 467, 14.9.2009. [30] Resolutie van de Raad van 1 maart 2010 over versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt (PB C 56 van 6.3.2010, blz. 1). [31] Conclusies van de Raad van 25 mei 2010 over de toekomstige herziening van het merkenstelsel in de Europese Unie (PB C 140 van 29.5.2010, blz. 22). [32] PB L 195 van 2.6.2004, blz. 16. [33] Resolutie van het Europees Parlement van 22 september 2010, 2009/2178 (INI). [34] PB L 78 van 24.3.2009, blz. 1. [35] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting. [36] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement. [37] COM(2010) 2020. [38] COM(2008) 465. [39] OESO, Magnitude of counterfeiting and piracy of tangible products – november 2009 update, http://www.oecd.org/document/23/0,3343. [40] http://www.iccwbo.org/bascap/id35360/index.html. [41] TERA Consultants, "Building a Digital Economy: maart 2010,http://www.iccwbo.org/bascap/id35360/index.html. [42] Europese Commissie, directoraat-generaal Belastingen en douane-unie, "Report on EU Customs enforcement of intellectual property rights – 2009",http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_controls/counterfeit_piracy/statistics/index_en.htm. [43] Technopolis (2007), "Effects of counterfeiting on EU SMEs",http://ec.europa.eu/enterprise/enterprise_policy/industry/doc/Counterfeiting_Main%20Report_Final.pdf. [44] COM(2009) 467. [45] COM(2010) 2020. [46] COM(2008) 465; zie ook de mededeling van de Commissie van 27 oktober 2010: "Naar een Single Market Act – voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen", COM(2010) 608. [47] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html. [48] In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. [49] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [50] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [51] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [52] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [53] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [54] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [55] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.). [56] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…". [57] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. [58] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [59] AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige). [60] Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen). [61] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF). [62] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. [63] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.