EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011DC0111

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S betreffende de tenuitvoerlegging van het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid Eerste verslag – Jaarlijkse actieprogramma's voor 2007, 2008 en 2009

/* COM/2011/0111 def. */

52011DC0111

/* COM/2011/0111 def. */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S betreffende de tenuitvoerlegging van het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid Eerste verslag – Jaarlijkse actieprogramma's voor 2007, 2008 en 2009


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 10.3.2011

COM(2011) 111 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

betreffende de tenuitvoerlegging van het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheidEerste verslag – Jaarlijkse actieprogramma's voor 2007, 2008 en 2009

SEC(2011) 284 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

betreffende de tenuitvoerlegging van het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheidEerste verslag – Jaarlijkse actieprogramma's voor 2007, 2008 en 2009

VOORWOORD

Dit verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad, en gezonden aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van de Europese Unie, overeenkomstig de rapportageverplichting van artikel 18 van Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid[1], hierna de ISNV-verordening genoemd.

SAMENVATTING

Het ISNV-programma vormt de voortzetting van de samenwerking inzake nucleaire veiligheid die onder TACIS met de voormalige Sovjet-Unie was aangevat, maar de geografische spreiding is tot de hele wereld uitgebreid. De belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en bijstand inzake nucleaire veiligheid in het kader van het ISNV over de periode 2007-2009 waren de volgende:

In Oekraïne werd gerichte steun verleend aan de regelgevende instantie en de exploitant. Een belangrijke verwezenlijking was de evaluatie van de nucleaire veiligheid van de Oekraïense kerncentrales in een gezamenlijk project met de IAEA. Uit de evaluatie kwam waardevolle informatie naar voren over de toestand van de centrales, alsook over het beheer van nucleaire afvalstoffen en de nucleaire regelgevende instantie in Oekraïne, en bleek de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgang te zijn geboekt inzake nucleaire veiligheid.

In Rusland werd een aantal projecten die waren aangevat onder TACIS in het kader van het ISNV voortgezet, maar er konden geen nieuwe projecten worden opgestart omdat er geen passend samenwerkingskader kon worden overeengekomen. Er zijn discussies aan de gang om de samenwerkingsactiviteiten met een beperkter bereik te hervatten.

In Armenië werd een aantal belangrijke projecten gelanceerd in verband met de kerncentrale van Medzamor teneinde een aantal dringende veiligheidsproblemen aan te pakken terwijl de centrale actief is. De Commissie houdt echter staande dat de centrale niet zodanig kan worden gemoderniseerd dat zij aan moderne veiligheidsnormen voldoet, en dat zij bijgevolg zo spoedig mogelijk moet worden gesloten. De projecten betroffen de opleiding van personeel, bijstand aan de nuclaire regelgevende autoriteit en de ontwikkeling van een strategie voor afvalbeheer ter voorbereiding van de komende sluiting.

In Wit-Rusland en Georgië werd de samenwerking voortgezet voor een aantal relatief kleine projecten. Wat betreft Wit-Rusland werd echter gesproken over meer samenwerking met de regelgevende autoriteit met het oog op een grotere capaciteit ten aanzien van de geplande bouw van een kerncentrale in het land.

Het programma werd uitgebreid tot nieuwe landen in de volgende drie regio's:

Landen die vallen onder het Europees Nabuurschapsbeleid : Er werden projecten gestart in Egypte , Jordanië en Marokko , voornamelijk ter ondersteuning van de regelgevende autoriteiten.

Zuidoost-Azië : Er werden projecten gestart op de Filipijnen en in Vietnam .

Latijns-Amerika : Er werden projecten opgezet met de nucleaire regelgevende autoriteit en de exploitant in Brazilië . Er werden ook contacten gelegd met Mexico en Argentinië .

Een ander belangrijk element van het programma was de uitgebreide samenwerking met de IAEA ter ondersteuning van thematische technische activiteiten op nationaal of regionaal niveau. Dit omvatte onder meer de ontwikkeling van een veiligheidscultuur, capaciteitsopbouw van de regelgevende autoriteit, afvalbeheer, de veiligheid van onderzoekreactoren en seismische veiligheid. Dit onderdeel van het programma zal erg belangrijk blijven de komende jaren.

Er werd aanzienlijke financiële steun verleend aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl en de Nucleaire veiligheidsrekening die namens de donorlanden wordt beheerd door de EBWO. Er werd binnen de G8 een GNVB (Groep nucleaire veiligheid en beveiliging) - EBWO-contactgroep opgericht om de projecten inzake Tsjernobyl op de voet te volgen. De groep wordt voorgezeten door de Commissie.

INLEIDING

In 1991 ging de Commissie van start met de component "nucleaire veiligheid" van het TACIS-programma[2] om de veiligheidsproblemen na het ongeluk in Tsjernobyl aan te pakken. Tussen 1991 en 2006 werd meer dan 1,3 miljard euro toegewezen aan projecten voor nucleaire veiligheid. De details van de resultaten in het kader van de programma's "nucleaire veiligheid" van TACIS werden in een specifiek verslag in 2009 openbaar gemaakt[3].

Sinds 2007 werden de activiteiten van de EU voor steun en samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voortgezet met het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (ISNV)[4]. Het ISNV heeft een aantal opmerkelijke wijzigingen ingevoerd vergeleken met het programma nucleaire veiligheid van TACIS.

De geografische reikwijdte is niet langer beperkt tot de voormalige republieken van de Sovjet-Unie. Het programma is wereldwijd op derde landen [5] van toepassing. Hierdoor wordt het mogelijk de ervaring die de Commissie met de voormalige sovjetrepublieken heeft opgedaan, elders te benutten ten behoeve van landen in opkomst, alsook van landen met een gevestigd kernprogramma waarvan de nucleaire veiligheid verbeterd moet worden, meer bepaald landen met een snel uitbreidend nucleair programma. In 2008 kondigde de Commissie haar brede strategie aan in een mededeling aan de Raad van de EU en het Parlement[6].

Met het oog op de potentiële behoeften aan wereldwijde samenwerking inzake nucleaire veiligheid stelde de Raad van de EU een reeks criteria voor waarmee voor projecten met nieuwe landen rekening gehouden moet worden[7]. De Commissie heeft met deze criteria rekening gehouden bij de herziening van de ISNV-strategie voor de periode 2010-2013[8], waarin ook geografische prioriteiten zijn opgenomen.

Ten tweede: Terwijl het TACIS-programma de nadruk legde op bijstand inzake nucleaire veiligheid, in vele gevallen met inbegrip van het verstrekken van materieel ("harde bijstand"), is het de bedoeling van het ISNV de samenwerking op te voeren, teneinde de nucleaire veiligheid te verbeteren zonder de verstrekking van materieel ("zachte bijstand"), hoewel dit in speciale gevallen toch kan worden overwogen. De partners worden ook aangemoedigd zich meer te profileren bij de definitie, het beheer en de uitvoering van deze projecten.

De Commissie zal medefinancieringovereenkomsten verder bevorderen, waarbij de partnerorganisaties gewoonlijk bijdragen leveren in natura (personeel) of in de vorm van leveringen of werkzaamheden (extra studies, civieltechnische werken), op basis van een op voorhand overeengekomen financieringsplan.

Ten derde: De (vergeleken met TACIS) grotere geografische reikwijdte van het ISNV heeft geleid tot een grotere behoefte aan internationale samenwerking en coördinatie van de acties met andere donoren en belanghebbenden, zoals de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Onderhavig verslag biedt informatie over de tenuitvoerlegging van de jaarlijkse actieprogramma's voor de eerste drie jaren van het ISNV, namelijk 2007, 2008 en 2009, met inbegrip van projecten die tot eind 2009 werden goedgekeurd en tegen medio 2010 werden uitgevoerd.

De aanvankelijke moeilijkheden met de overgang van TACIS naar ISNV, voornamelijk te wijten aan de vertraging met de ondertekening door de partnerlanden van financieringsovereenkomsten volgens het nieuwe formaat, zijn intussen grotendeels verholpen, behalve in het geval van Rusland.

UITVOERING VAN DE JAARLIJKSE ACTIEPROGRAMMA'S

De ISNV-verordening werd op 19 februari 2007 vastgesteld. De strategie voor 2007-2013 en het eerste indicatieve programma voor de jaren 2007-2009[9] werden door de Commissie op 8 augustus 2007 goedgekeurd. Het indicatieve programma voor de jaren 2010-2011[10] en de herziene strategie voor de periode 2010-2013[11] werden in december 2009 goedgekeurd. Gezien het feit dat de actieprogramam's op jaarbasis worden goedgekeurd en vanwege de lange goedkeuringsprocedure door de autoriteiten van de partnerlanden, kon de feitelijke tenuitvoerlegging van de meeste ISNV-projecten slechts van start gaan in 2009.

Jaarlijks actieprogramma voor 2007 (JAP2007)

Toewijzingen

JAP2007 omvatte twee onderdelen:

- Deel I – 18 miljoen euro – Besluit C/2007/441 van de Commissie van 28 september 2007.

- Deel II – 58,772 miljoen euro – Besluit C/2007/6422 van de Commissie van 19 december 2007.

Tenuitvoerlegging – belangrijkste punten medio 2010

De tweede schijf van de derde toezegging van de Commissie aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl werd uitbetaald aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), die het fonds beheert.

Er werden contracten gesloten voor de verbetering van de nucleaire veiligheid in Armenië , overeenstemmend met 90% van de geplande bedragen (6,9 miljoen euro van de 7,2 miljoen euro).

Er werden contracten getekend voor de uitbreiding van de steun ter plaatse in vier kerncentrales in Rusland en Oekraïne (6 miljoen euro JAP2007 - deel I). Deze steun heeft betrekking op de afwerking van de grote projecten inzake nucleaire veiligheid die onder TACIS waren aangevat.

Het gezamenlijke project tussen de Europese Commissie, de IAEA en Oekraïne betreffende de evaluatie van de nucleaire veiligheid van de Oekraïense kerncentrales werd eind 2007 aangevat. Dit project van 3,5 miljoen euro werd gezamenlijk gefinancierd door de IAEA (0,6 miljoen euro) en de EU (2,9 miljoen euro). Het eindverslag werd in de eerste helft van 2010 openbaar gemaakt.

Het eerste contract voor het project tot voltooiing van een nationaal opleidingscentrum voor onderhoud en beheer ten behoeve van personeel van NNEGC Energoatom in Oekraïne werd in augustus 2009 gesloten (5,7 miljoen euro). Een project voor veiligheidsbeheer van de Oekraïense kerncentrales op de lange termijn ging in 2010 van start (2,5 miljoen euro).

Er werd 1,5 miljoen euro toegewezen voor de bestrijding van de gevolgen van de ramp van Tsjernobyl in Oekraïne en Wit-Rusland.

Aangezien de Russische Federatie de financieringsovereenkomst voor de projecten onder JAP2007 – deel II niet op tijd (de uiterste termijn was eind 2008) heeft ondertekend, werden de betrokken middelen (28,272 miljoen euro) ingetrokken. Deze middelen konden niet worden gebruikt voor andere projecten inzake nucleaire veiligheid in het kader van het ISNV.

Jaarlijks actieprogramma voor 2008 (JAP2008)

Toewijzingen

JAP2008 omvatte eveneens twee onderdelen:

- Deel I – 23 miljoen euro – Besluit C/2008/3348 van de Commissie van 7 juli 2008.

- Deel II – 48,255 miljoen euro – Besluit C/2008/7366 van de Commissie van 28 november 2008.

Tenuitvoerlegging – belangrijkste punten medio 2010

De financieringsovereenkomsten die betrekking hebben op JAP2008 – deel II en die door de partnerlanden tussen juli 2009 en december 2009 werden ondertekend, maakten de tenuitvoerlegging van de projecten mogelijk met ingang van 2010. Aangezien zoals in 2007 de Russische Federatie niet bereid was de financieringsovereenkomst te ondertekenen, besloot de Commissie de voor Rusland geplande middelen (17,2 miljoen euro) aan andere activiteiten toe te wijzen. Deze hertoewijzing van middelen werd voor eind 2009 (eindtermijn voor de procedure) voltooid. De middelen werden benut voor projecten in Oekraïne en Armenië en voor een aanvullende bijdrage aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl (10,7 miljoen euro), anticiperend op de volgende toezegging.

De schijf van 15 miljoen euro van de derde toezegging van de Commissie aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl werd overgedragen aan de EBWO.

Er werden contracten gegund voor de voortzetting van de steun aan overheidsorganen en lokale belanghebbenden die betrokken zijn bij de verwezenlijking van nucleaire veiligheid in Oekraïne (gemeenschappelijk ondersteuningsbureau in Kiev, 3 miljoen euro) en Rusland (gezamenlijke bestuurseenheid in Moskou, 1,5 miljoen euro).

Jaarlijks actieprogramma voor 2009 (JAP2009)

Toewijzingen

JAP2009 omvatte opnieuw twee onderdelen:

- Deel I – 30,2 miljoen euro – Besluit PE/2009/6607 van de Commissie van 16 september 2009.

- Deel II – 43,5 miljoen euro – Besluit PE/2009/9119 van de Commissie van 16 december 2009.

Tenuitvoerlegging – belangrijkste punten medio 2010

9,7 miljoen euro werd als laatste schijf van de derde toezegging van de Commissie aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl uitbetaald. Er werd ook een betaling verricht aan de Nucleaire veiligheidsrekening (15 miljoen euro), hetgeen overeenstemt met een toezegging van de Commissie uit 2008. Deze betalingen aan de EBWO voor Tsjernobyl waren gepland in JAP2009 – deel I.

Voor twee projecten van elk 1 miljoen euro, voor de voortzetting van de steun aan de Russische exploitant van de kerncentrales van Smolensk en Belojarsk , werden contracten gegund[12].

Het gebruik van de financiële middelen die zijn begroot in de algemene toewijzing werd aangevat met audits en verkennende missies in Vietnam.

De financieringsovereenkomsten met betrekking tot JAP2009 – deel II werden begin 2010 naar de partnerlanden gezonden. Zij moeten uiterlijk eind 2010 worden ondertekend zodat de tenuitvoerlegging van de projecten in 2011 van start kan gaan.

Jaarlijks actieprogramma voor 2010 (JAP2010)

JAP2010 omvatte eveneens twee onderdelen:

- Deel I – 7,7 miljoen euro – Besluit PE/2010/3664 van de Commissie van 29 juni 2010.

- Deel II – 61,627 miljoen euro – Besluit PE/2010/8016 van de Commissie van 29 november 2010.

De vooruitgang die is geboekt met betrekking tot het jaarlijkse actieprogramma 2010, maakt geen deel uit van onderhavig verslag.

Gebruik van middelen van het ISNV-programma 2007-2009

De situatie aangaande het gebruik van middelen van het ISNV-programma die zijn toegewezen in het kader van JAP2007, 2008 en 2009 wordt hieronder samengevat.

Gebruik van middelen van het ISNV-programma (in miljoenen euro – situatie medio 2010)

JAP JAAR | Fondsen Vastgelegd | Gecontracteerd | Betaald |

2007 | 76,772* | 34,224 | 21,786 |

2008 | 71,255 | 36,461 | 31,265 |

2009 | 73,700 | 30,200 | 26,900 |

Opmerking*: Met inbegrip van de later ingetrokken 28,272 miljoen euro voor Rusland.

CONCLUSIES

Het resultaatgeoriënteerde toezichtprogramma van de EU voor de landen van het Europees Nabuurschap en voor de partnerschapslanden[13] presenteerde de volgende voornaamste conclusies inzake de projecten voor nucleaire veiligheid van het ISNV:

1. De projecten worden verder opgezet overeenkomstig de strategiedocumenten van het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (ISNV). De relevantie wordt geëvalueerd als zeer passend en verenigbaar met de fundamentele veiligheidsbeginselen van de IAEA van 2007.

2. Voor de verbetering van een gunstige cultuur voor nucleaire veiligheid door het ISNV wordt terdege rekening gehouden met de lessen die zijn getrokken uit het programma nucleaire veiligheid van TACIS, terwijl anderzijds thans ook buiten het gebied van de voormalige Sovjet-Unie opkomende behoeften worden bestreken.

3. De overgang naar het ISNV heeft geen onderbreking veroorzaakt van de samenwerking met Armenië en Oekraïne, terwijl voor de tenuitvoerlegging van ISNV-projecten binnen de Russische Federatie pas nu een speciale basis wordt gelegd.

4. Het nieuwe initiatief om via de ISNV-projecten het regelgevende toezicht te verbeteren, functioneert naar behoren.

5. ISNV-projecten die zich toeleggen op de uitwisseling van expertise en goede werkwijzen, worden door de partners in de doellanden goed onthaald.

De projecten die tot dusver in andere regio's door het ISNV worden bestreken (Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië), zijn nog niet voldoende gevorderd om zinvolle conclusies over de tenuitvoerlegging ervan te kunnen trekken.

[1] Bij artikel 18 van de ISNV-verordening is vereist dat de Commissie de vooruitgang onderzoekt bij de uitvoering van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn genomen en het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over de uitvoering van de hulp voorlegt. Zij zendt deze verslagen ook aan het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Het verslag bevat gegevens met betrekking tot het voorafgaande jaar over de gefinancierde maatregelen, de resultaten van het toezicht en de beoordeling, en de uitvoering van de begroting wat betreft vastleggingen en betalingen per partnerland en -regio en per samenwerkingsterrein.

[2] TACIS ("Technical Assistance to the Commonwealth of Independent States") is het programma van de Europese Commissie waarmee steun wordt verleend aan 12 landen van Oost-Europa en Centraal-Azië (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, Tadzjikistan, Turkmenistan en Wit-Rusland) en aan Mongolië bij hun overgang naar een democratische, marktgeoriënteerde economie.

[3] "The TACIS Nuclear Safety Review Report", mei 2010, door Italtrend. Europese Commissie, Dienst voor samenwerking EuropeAid (AIDCO A4), contract nr. 172067 (verslag ingediend door de Commissie bij het ISNV-comité).

[4] Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

[5] "Derde landen" zijn landen buiten de EU, met uitzondering van landen die worden bestreken door het pretoetredingsinstrument en in principe van geïndustrialiseerde landen of landen met een hoog inkomen (zie voetnoot 6).

[6] Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - De internationale uitdaging van nucleaire veiligheid en nucleaire beveiliging (COM (2008) 312 definitief van 22.5.2008).

[7] Conclusies van de Raad over bijstand aan derde landen op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging, 9 december 2008. http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/trans/104601.pdf

[8] Herziene strategie voor de communautaire programma's voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voor de periode 2010-2013 (C(2009)9822).

[9] Besluit C/2007/3758 van de Commissie van 1.8.2007.

[10] Indicatief programma voor de communautaire programma's voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voor de periode 2010-2011 (C(2009)9820).

[11] Herziene strategie voor de communautaire programma's voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voor de periode 2010-2013 (C(2009)9822).

[12] De respectieve contracten werden gesloten volgens de regel n+1; dit wil zeggen dat het contract moet worden gesloten binnen het jaar volgend op de goedkeuring van het actieprogramma, zonder financieringsovereenkomst.

[13] Toezichtssysteem voor de tenuitvoerlegging van projecten en programma's voor externe samenwerking gefinancierd door de EU – Resultaatgeoriënteerd toezicht voor de landen van het Europees Nabuurschap en van het Europees Partnerschap. Overzicht van ISNV-projecten waarop toezicht is uitgeoefend tot medio 2010, verslag van het consortium INTEGRATION - ICCS-NTUA (EPU) – ECORYS, november 2010.

Top