EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010PC0123

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China

/* COM/2010/0123 def. - NLE 2010/0069 */

52010PC0123

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China /* COM/2010/0123 def. - NLE 2010/0069 */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 31.3.2010

COM(2010)123 definitief

2010/0069 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China

TOELICHTING

1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens van oorsprong uit de Volksrepubliek China. |

120 | Algemene context Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en formele eisen van de basisverordening. |

139 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China. |

141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

2) RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

219 | De indieners van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

229 | Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

230 | Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |

3) JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Bij Verordening (EG) nr. 1487/2005 (PB L 240 van 16.9.2005, blz. 1) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China. Tijdens het onderzoek dat tot instelling van de maatregelen leidde, werd gezien het grote aantal producenten-exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China gebruikgemaakt van een steekproef. Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad kunnen Chinese producenten-exporteurs die aan bepaalde criteria voldoen, op dezelfde manier worden behandeld als de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen ("behandeling als nieuwe producent-exporteur" of "BNPE"). Een groep van ondernemingen, bestaande uit twee bij de productie en de verkoop van het betrokken product betrokken ondernemingen, heeft om een behandeling als nieuwe producent-exporteur gevraagd en haar argumenten zijn onderzocht. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad bijgevoegd voorstel voor een verordening goedkeurt, waarin de namen en de rechten zijn vastgesteld van de ondernemingen waaraan een behandeling als nieuwe producent-exporteur wordt toegekend. Deze verordening wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. |

310 | Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap ("de basisverordening"). Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie (EU) valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: |

331 | Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens van oorsprong uit de Volksrepubliek China laat geen ruimte voor nationale besluiten. |

332 | Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de EU, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, marktdeelnemers en burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgesteld instrument: verordening. |

342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: de basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |

4) GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU. |

2010/0069 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1], waarbij Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[2] ("de basisverordening") wordt ingetrokken, en met name op artikel 9,

Gelet op artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad van 12 september 2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China[3],

Gezien het voorstel van de Europese Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

1. GELDENDE MAATREGELEN

2. Bij Verordening (EG) nr. 1487/2005 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer in de Europese Unie van weefsels van kunststoffilamentgarens, bevattende 85 of meer gewichtspercenten getextureerde en/of niet-getextureerde filamenten van polyesters, geverfd (inclusief witgeverfd) of bedrukt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 5407 51 00, 5407 52 00, 5407 54 00, ex 5407 61 10, 5407 61 30, 5407 61 90, ex 5407 69 10 en ex 5407 69 90 ("het betrokken product").

3. Gezien het grote aantal medewerkende partijen werd een steekproef van Chinese producenten-exporteurs geselecteerd tijdens het onderzoek dat tot instelling van de maatregelen leidde.

4. Aan de in de steekproef opgenomen ondernemingen is een individueel antidumpingrecht toegekend dat tijdens het onderzoek werd vastgesteld. Aan de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen die als marktgerichte onderneming konden worden beschouwd overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van Verordening (EG) nr. 384/96 werd het gewogen gemiddelde recht van 14,1% toegekend, dat was vastgesteld voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen die als marktgerichte onderneming werden beschouwd. Voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen die een individuele behandeling hadden gekregen overeenkomstig artikel 9, lid 5, van die verordening werd een gewogen gemiddeld antidumpingrecht van 37,1% ingesteld, als vastgesteld voor in de steekproef opgenomen ondernemingen die een individuele behandeling hadden gekregen. Voor alle andere ondernemingen werd een antidumpingrecht van 56,2 % voor het gehele land ingesteld.

5. Ingevolge een nieuw onderzoek in verband met de absorptie van het recht overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 384/96 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1087/2007[4] het recht voor het gehele land verhoogd tot 74,8%. Ook werden voor Chinese producenten-exporteurs met individuele rechten die niet aan het nieuwe onderzoek meewerkten hogere antidumpingrechten ingesteld overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96.

6. Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 kunnen Chinese producenten-exporteurs die voldoen aan de vier in dat artikel genoemde criteria, dezelfde behandelding krijgen als die vermeld in overweging 3 hierboven voor niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen ("behandeling als nieuwe producent-exporteur" of "BNPE").

7. VERZOEK VAN NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

8. Een groep van ondernemingen, bestaande uit twee verbonden ondernemingen, namelijk AlbaChiara Printing and Dyeing (Jiaxing) Co. Ltd. en Jiaxing E. Boselli Textile Trading Co. Ltd. ("de indiener van het verzoek"), verzocht om een behandeling als nieuwe producent-exporteur.

9. Om te bepalen of de indiener van een verzoek voldoet aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad vermelde criteria om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld, werd een onderzoek uitgevoerd waarbij werd nagegaan of hij:

10. het betrokken product in het onderzoektijdvak waarop de maatregelen gebaseerd zijn (1 april 2003 tot en met 31 maart 2004), niet naar de Europese Unie heeft uitgevoerd (eerste criterium);

11. geen banden heeft met exporteurs of producenten in de Volksrepubliek China waarop de bij die verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn (tweede criterium);

12. het betrokken product na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen gebaseerd zijn, daadwerkelijk naar de Europese Unie heeft uitgevoerd dan wel een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een significante hoeveelheid van het product naar de Europese Unie uit te voeren (derde criterium);

13. op marktvoorwaarden werkt zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening dan wel aan de voorwaarden voldoet om voor een individueel recht in aanmerking te komen overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening (vierde criterium).

14. Er werden vragenlijsten gestuurd naar de indiener van het verzoek, aan wie ook werd gevraagd om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit blijkt dat hij aan de bovengenoemde criteria 1 tot en met 3 voldoet.

15. Aangezien het vierde criterium inhoudt dat de indieners een verzoek om behandeling als marktgerichte onderneming of om individuele behandeling moeten indienen, heeft de Commissie aan de indiener van het verzoek de desbetreffende formulieren toegezonden. De indiener van het verzoek heeft verzocht om de status van marktgerichte onderneming op grond van artikel 2, lid 7, van de basisverordening.

16. Voor het gemak zijn de BMO-criteria hieronder kort samengevat:

17. besluiten van ondernemingen en de door hen gemaakte kosten zijn een reactie op marktsignalen, zonder staatsinmenging van betekenis; en de kosten van de voornaamste productiefactoren weerspiegelen de marktprijzen;

18. de onderneming beschikt over een duidelijke basisboekhouding die alle terreinen bestrijkt en die door een onafhankelijke accountant wordt gecontroleerd in overeenstemming met de hiervoor geldende internationale normen[5];

19. er zijn geen verstoringen van betekenis die nog voortvloeien uit het vroegere systeem zonder markteconomie;

20. de betrokken onderneming is onderworpen aan faillissements- en eigendomswetten die rechtszekerheid en stabiliteit verschaffen;

21. omrekening van munteenheden geschiedt tegen de marktkoers.

22. Aan de producenten-exporteurs die aan de in overweging 7 hierboven vermelde criteria voldoen, kan overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad het recht van 14,1% worden toegekend, dat van toepassing is op de ondernemingen die als marktgerichte onderneming worden beschouwd overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van Verordening (EG) nr. 384/96, dan wel het gewogen gemiddelde recht van 37,1%, dat van toepassing is op ondernemingen die een individuele behandeling hebben gekregen overeenkomstig artikel 9, lid 5, van die verordening.

23. De Europese Commissie verzamelde en verifieerde alle gegevens die zij noodzakelijk achtte om vast te stellen of de ondernemingen voldeden aan de vier criteria van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005. Bij de volgende ondernemingen werd ter plaatse een controle uitgevoerd:

24. AlbaChiara Printing and Dyeing (Jiaxing) Co. Ltd, Jiaxing,

25. Jiaxing E. Boselli Textile Trading Co. Ltd., Jiaxing.

26. BEVINDINGEN

27. De indiener van het verzoek verstrekte voldoende bewijsmateriaal om aan te tonen dat hij voldoet aan alle vier criteria van voornoemde overweging 7. De indiener van het verzoek kon in feite aantonen dat hij i) het betrokken product niet naar de Europese Unie heeft uitgevoerd in de periode van 1 april 2003 tot en met 31 maart 2004, ii) geen banden heeft met een exporteur of producent in de Volksrepubliek China op wie de bij Verordening (EG) nr. 1487/2005 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, iii) vanaf 2008 daadwerkelijk een significante hoeveelheid van het betrokken product naar de Europese Unie heeft uitgevoerd, en iv) voldoet aan alle vereisten voor een marktgerichte onderneming, zodat hem overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening een individueel recht kan worden toegekend. Bijgevolg kon aan de indiener van het verzoek overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1487/2005 het gewogen gemiddelde recht voor als marktgerichte onderneming beschouwde ondernemingen worden toegekend dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen (d.w.z. 14,1%). Deze onderneming kan worden toegevoegd aan de lijst van producenten-exporteurs in artikel 1, lid 2, van die verordening.

28. WIJZIGING VAN DE LIJST VAN ONDERNEMINGEN WAARVOOR EEN INDIVIDUEEL RECHT GELDT

29. Gelet op de bevindingen van het onderzoek zoals vermeld in overweging 13, werd besloten dat de ondernemingen AlbaChiara Printing and Dyeing (Jiaxing) Co. Ltd. en Jiaxing E. Boselli Textile Trading Co. Ltd. moeten worden toegevoegd aan de lijst van individuele ondernemingen in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad, met een recht van 14,1%.

30. De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen. Er werden geen aanvullende gegevens ingediend die tot een andere conclusie konden leiden voor de indiener van het verzoek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1487/2005 van de Raad wordt gewijzigd door toevoeging van de volgende ondernemingen in de tabel van ondernemingen met individuele rechten:

Onderneming | Definitief antidumping-recht | Aanvullende TARIC-code |

AlbaChiara Printing and Dyeing (Jiaxing) Co. Ltd | 14,1% | A617 |

Jiaxing E. Boselli Textile Trading Co. Ltd. | 14,1% | A617 |

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

[2] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

[3] PB L 240 van 16.9.2005, blz. 1.

[4] PB L 246 van 21.9.2007, blz. 1.

[5] "Internationale boekhoudnormen" verwijst naar alle belangrijke erkende internationale boekhoudnormen, inclusief US GAAP en de werkzaamheden van de International Accounting Standard Committee Foundation (IASCF), uitgevoerd door de International Accounting Standards Board (IASB), met betrekking tot het International Accounting Standard Board Framework (IASBF), de International Accounting Standard (IAS), de International Financial Reporting Standards (IFRS) en de publicaties van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC).

Top