Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010DC0588

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD OVER DE ONTWIKKELING VAN HET VISUMINFORMATIESYSTEEM (VIS) IN 2009 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad)

    /* COM/2010/0588 def. */

    52010DC0588

    /* COM/2010/0588 def. */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD OVER DE ONTWIKKELING VAN HET VISUMINFORMATIESYSTEEM (VIS) IN 2009 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad)


    [pic] | EUROPESE COMMISSIE |

    Brussel, 22.10.2010

    COM(2010) 588 definitief

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    OVER DE ONTWIKKELING VAN HET VISUMINFORMATIESYSTEEM (VIS) IN 2009(ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad)

    Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (VIS)

    Voortgangsverslag januari–december 2009(COM (20 10) 588 definitief)

    INHOUDSOPGAVE

    1. Inleiding 3

    2. Vooruitgang in de verslagperiode 3

    2.1. Ontwikkeling van het centrale systeem – technische documenten 3

    2.2. Ontwikkeling van het biometrische matchingsysteem (BMS) 4

    2.3. Voorbereiding van de locaties en het netwerk 4

    2.4. Nationale planning van de lidstaten 5

    2.5. Nieuw tijdschema voor het VIS 5

    2.6. Invoering op consulaire posten en grensposten aan de buitengrenzen 6

    3. Projectbeheer 7

    3.1. Juridisch kader voor het VIS 7

    3.2. Projectbeheer bij de Commissie 8

    3.2.1. Planning en begroting 8

    3.2.2. Risicobeheersing 9

    3.2.3. Raad voor projectbeheer (PMB) 10

    3.3. Vrienden van het VIS 10

    4. Conclusie 11

    5. Bijlage: VIS-werkgroepen 12

    5.1. SISVIS-comité 12

    5.2. Vergaderingen van nationale projectmanagers voor het VIS 12

    5.3. Stuurgroep wijzigingsbeheer (CMB) 12

    5.4. Testadviesgroep (TAG) 12

    5.5. Deskundigengroep VIS-mail (VIS MEG) 12

    1. INLEIDING

    Dit is het zesde voortgangsverslag over de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (VIS)[1] dat de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement voorlegt overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS)[2]. Dit verslag beschrijft de werkzaamheden die de Commissie van januari tot en met december 2009 heeft uitgevoerd.

    Het VIS-project is zonder veel problemen voortgegaan wat de conformiteitstests met de lidstaten en de ontwikkeling van de meeste nationale systemen betreft. Tegen eind 2009 waren de conformiteitstest voor 22 van de huidige 25 bij Schengen betrokken landen met 100% succes afgerond. Slechts enkele lidstaten moeten de conformiteitstest nog uitvoeren, voordat in 2010 de slotfase van de tests kan plaatsvinden.

    De tests betreffende het centrale deel van het VIS bleken in 2009 echter meer problemen op te leveren. De technische ontwikkeling van het VIS en het biometrische matchingsysteem (BMS) ging in april 2009 de tweede van vier testfasen in: de systeemoplossingtest (SST). De hoofdcontractant voor de ontwikkeling voldeed bij de eerste poging om de test uit te voeren niet aan de afsluitingscriteria, waardoor tijdens de verslagperiode een tweede en een derde reeks tests moesten worden uitgevoerd. Door de vertraging bij de SST werd ook later begonnen met de volgende testfasen waarbij de lidstaten betrokken zijn.

    Er waren tegelijkertijd ook andere factoren die een aanpassing van het tijdschema noodzakelijk maakten, zoals een aanzienlijke vertraging op nationaal niveau voor in ieder geval één lidstaat. De streefdatum van december 2009 voor de start van de werkzaamheden van het VIS kon daardoor niet worden gehaald.

    Na een presentatie in november 2009 voor de “vrienden van het VIS” en het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel (SCIFA) werd op 30 november 2009 het volgende nieuwe globale tijdschema aan de JBZ-Raad voorgelegd:

    - begin van de operationele systeemtest (OST) – februari 2010

    - voorlopige systeemacceptatietest (PSAT) – september 2010

    - gereedheidstest centraal systeem – oktober 2010

    - begin van de werkzaamheden van VIS – december 2010.

    2. Vooruitgang in de verslagperiode

    2.1. Ontwikkeling van het centrale systeem – technische documenten

    Op basis van de in december 2008 tot stand gekomen overeenkomst om vier door de lidstaten gevraagde functionele wijzigingen aan te brengen, moest zowel het Interface Control Document (ICD) als de Detailed Technical Specification (DTS) worden bijgewerkt. De definitieve versie van de ICD (ICD 1.82) is in maart 2009 aanvaard. Deze technische specificaties worden door de lidstaten toegepast voor de ontwikkeling van hun nationale systeem, zodat dit met het VIS kan communiceren. De DTS is afgerond, maar kan pas formeel worden aanvaard als de beveiligingsproblemen zijn opgelost, wat volgens de planning medio 2010 het geval zal zijn. De cd-simulator is een aantal malen bijgewerkt, voor het laatst in september.

    2.2. Ontwikkeling van het biometrische matchingsysteem (BMS)

    Het biometrische matchingsysteem, waarmee ten behoeve van het VIS vingerafdrukken worden geïdentificeerd, is tijdens de verslagperiode goeddeels volgens de planning geïmplementeerd. De systeemoplossingtest (SST) is in maart 2009 met succes uitgevoerd. Sindsdien heeft het biometrische matchingsysteem, tijdens de uitvoering van de OST voor dat systeem, zonder enig probleem steun verleend aan de systeemoplossingtest van het VIS, tot in november enkele operationele problemen werden geconstateerd. Deze problemen hielden in: vertraging bij de procedure voor het overschakelen van het BMS tijdens de failovertests van het VIS, problemen met de Oracle-database en de prestaties bij BMS-transacties. De onderliggende oorzaak van elk van deze problemen werd vastgesteld en samen met de oplossing ervoor aan de lidstaten voorgelegd. De lidstaten zijn ook doorgegaan met de door de BMS-contractant geleverde softwarekits voor hun vingerscanapparatuur en met het BMS-webportaal voor de nationale implementatie van het matchingsysteem.

    Na besprekingen in het SISVIS-comité (VIS-formatie) heeft de Commissie in oktober 2009 een beschikking vastgesteld met specificaties voor de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het Visuminformatiesysteem[3].

    2.3. Voorbereiding van de locaties en het netwerk

    Gedurende het hele jaar 2009 werden personeelsleden bij de centrale eenheid en de vervangende centrale eenheid in respectievelijk Straatsburg en Salzburg opgeleid in gebruik en onderhoud van de VIS-apparatuur.

    Het netwerk moest in 2009 nog in slechts twee lidstaten worden geïnstalleerd. Als belangrijkste projecten in verband met het netwerk moest er in 2009 voor worden gezorgd dat het failovermechanisme voor de overschakeling tussen de hoofdeenheid en de vervangende eenheid goed werkt, en moest de mailrelay voor het VIS worden opgezet. Dit mechanisme is nodig voor het geval dat het nationale systeem uitvalt en het vervangende systeem de werkzaamheden tijdelijk moet overnemen. De uitrol van het netwerk naar de hoofdlocatie en de drie vervangende locaties in de lidstaten werd in de periode maart–juli afgerond. De failovertest was in oktober in vijf lidstaten succesvol afgerond. Voor negen andere lidstaten moest nog worden bepaald welke technische oplossing het meest geschikt is. Deze exercitie gaat door voor de lidstaten die deze oplossing willen implementeren.

    2.4. Nationale planning van de lidstaten

    Afgezien van de beschikbaarheid van het centrale VIS is de voortgang van de nationale projecten de belangrijkste factor voor de inbedrijfstelling van het systeem. De vorderingen van de lidstaten lopen als gevolg van de verschillende nationale omstandigheden uiteen.

    Via het mechanisme voor maandelijkse rapportage, dat in het kader van de vrienden van het VIS is opgezet (zie punt 3.2.4), meldden de meeste lidstaten consequent dat hun vooruitgang op schema ligt voor de verwezenlijking van de vastgestelde mijlpalen. Uit die meldingen bleek ook dat enkele lidstaten problemen ondervonden bij de ontwikkeling van hun nationale systeem. Toch hadden vrijwel alle lidstaten hun conformiteitstest met succes afgerond en waren zij klaar voor de start van de operationele systeemtest (OST) en de voorlopige systeemacceptatietest (PSAT). Aan het einde van de verslagperiode hadden 22[4] van de 25 huidige lidstaten en met Schengen geassocieerde landen hun conformiteitstest volgens de oorspronkelijke planning afgerond.

    Deskundigen van de lidstaten werden in 2009 door Frontex uitgenodigd voor een aantal workshops over het VIS in Warschau. Aan deze workshops werd deelgenomen door vertegenwoordigers van 26 lidstaten en met Schengen geassocieerde landen. Het doel was hulp te bieden bij de implementatie van het VIS, door de lidstaten aan te moedigen hun ervaringen te delen. De resultaten van de workshops werden gepresenteerd op de bijeenkomsten van de vrienden van het VIS en op de laatste NPM-vergadering van de verslagperiode. De ontwikkeling van de nationale projecten bleek niet in alle lidstaten even ver gevorderd en een aantal problemen kon worden geconstateerd en verder afgehandeld.

    2.5. Nieuw tijdschema voor het VIS

    Het tijdschema voor het VIS-project moest als gevolg van vertragingen op centraal en nationaal niveau worden aangepast.

    Centraal niveau

    Op centraal niveau begon de hoofdcontractant voor de ontwikkeling op 20 april 2009 met de systeemoplossingtest (SST). Medio juni bleek uit de resultaten van de SST dat aan de afsluitingscriteria niet was voldaan door allerlei technische problemen met zowel functionele als niet-functionele aspecten van het systeem. Het was duidelijk dat de SST niet zou zijn afgerond op het geplande tijdstip voor de start van de operationele systeemtest (juli 2009). De SST-fase werd daarom verlengd tot eind september 2009. In het officiële verslag stelde de hoofdcontractant voor de ontwikkeling dat aan de afsluitingscriteria was voldaan, in tegenstelling tot de beoordeling van de Commissie, de contractant voor kwaliteitsborging en de deskundigen van de lidstaten in de testadviesgroep.

    In oktober stelde de hoofdcontractant voor de ontwikkeling een aantal correctiemaatregelen voor, die het mogelijk moesten maken aan de prestatie-eisen van het systeem te voldoen en het dienstverleningsniveau te verlagen. De lidstaten beoordeelden de gevolgen van deze maatregelen voor hun nationale systemen en kwamen aan het einde van de verslagperiode overeen dat de hoofdcontractant de maatregelen moest uitvoeren. Tegelijkertijd werd besloten de correctiemaatregelen los te koppelen van de discussie over verlaging van het dienstverleningsniveau. Wanneer de correctiemaatregelen zijn uitgevoerd en getest, zal de hoofdcontractant een nieuw voorstel doen voor een overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau. Aan het einde van de verslagperiode waren de correctiemaatregelen nog niet geheel uitgevoerd en getest.

    In afwachting van de aanvaarding van de correctiemaatregelen door de deskundigen van de lidstaten werkte de hoofdcontractant voor de ontwikkeling verder aan het oplossen van de technische problemen die de voortgang blokkeren, en bracht hij in november een nieuw verslag uit over de systeemoplossingtest (SST). Hoewel de resultaten beter waren, werd ook ditmaal niet aan de eisen voldaan, vooral wat de prestaties betreft. Aan het einde van de verslagperiode was derhalve nog steeds niet voldaan aan de afsluitingscriteria voor de SST. De contractueel vastgelegde sancties werden daarom opgelegd.

    Nationaal niveau

    Wat het nationale niveau betreft, vernam de Commissie in 2009 dat één lidstaat grote contractuele tegenslagen ondervond bij de ontwikkeling van het nationale systeem, en niet voor eind 2010 klaar zou zijn voor de aansluiting op het VIS. Deze lidstaat heeft nog niet bevestigd wanneer hij de conformiteitstest kan uitvoeren. Twee andere lidstaten ondervonden minder ernstige vertragingen bij de ontwikkeling van hun nationale systeem. Om het systeem in bedrijf te kunnen stellen, moeten alle lidstaten op het VIS zijn aangesloten. Vertraging bij een lidstaat is daarom rechtstreeks van invloed op de startdatum van de werkzaamheden van het VIS.

    Door al deze problemen moest de geplande datum voor de start van de werkzaamheden van het VIS worden verschoven en een nieuw tijdschema vastgesteld. De belangrijkste onderdelen van het nieuwe algemene tijdschema voor het VIS-project werden in november en december gepresenteerd aan het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel (SCIFA) en de JBZ-Raad. De Raad nam nota van het nieuwe tijdschema, dat stelt dat het centrale systeem in oktober 2010 gereed zal zijn, na de voorlopige systeemacceptatietest (PSAT). Door de aanzienlijke vertraging in één lidstaat en de vertragingen bij de systeemoplossingtest door toedoen van de hoofdcontractant zal het VIS echter niet voor december 2010 in gebruik kunnen worden genomen.

    2.6. Invoering op consulaire posten en grensposten aan de buitengrenzen

    Overeenkomstig de nieuwe visumcode dienen de lidstaten op hun consulaire posten biometrische kenmerken te verzamelen: een gezichtsopname en tien vingerafdrukken van de aanvrager. Ter voorbereiding van de invoering op de consulaire posten zijn de lidstaten doorgegaan met de tests voor het opnemen van biometrische gegevens voor visumaanvragen op een aantal consulaire posten. Het proefproject voor de vastlegging, opslag en verificatie van biometrische gegevens van visumaanvragers (BIODEV II) liep tot het tweede kwartaal van 2009. Enkele van de deelnemende staten zijn de procedures voor het vastleggen (scannen) van de gegevens het hele jaar blijven testen, teneinde de kwaliteit van de vingerafdrukscans te verbeteren.

    Er is gebleken dat voor vingerafdrukken van goede kwaliteit een grondige opleiding van het personeel vereist is en dat de vingers soms opnieuw moeten worden gescand om voor het systeem bruikbare afdrukken te verkrijgen. De meeste lidstaten hebben hun consulaire posten in Noord-Afrika uitgerust voor het nemen van vingerafdrukken en foto’s van visumaanvragers, en gaan dit ook uitbreiden naar andere regio’s.

    Gedurende het hele jaar zijn op de bijeenkomsten van het SISVIS-comité intensieve besprekingen gevoerd over de vraag in welke regio’s het systeem het eerst moest worden ingevoerd. Overeenkomstig artikel 48 van de VIS-verordening[5] bepaalt de Commissie in welke volgorde het VIS wordt ingevoerd in de consulaire posten van de verschillende regio’s, op basis van drie criteria: het risico van illegale immigratie, bedreigingen voor de binnenlandse veiligheid van de lidstaten en de haalbaarheid van het verzamelen van biometrische gegevens op alle locaties in een gegeven regio. De beschikking van de Commissie tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het Visuminformatiesysteem (VIS) beginnen[6], werd na een discussie van enkele maanden op 30 november 2009 vastgesteld. Als eerste regio werd Noord-Afrika gekozen, gevolgd door het Midden-Oosten en de Golf. Welke regio’s daarna aan bod komen voor de invoering van het VIS zal in aparte besluiten worden vastgesteld na een evaluatie aan de hand van de genoemde criteria.

    Grensposten aan de buitengrenzen worden, wat de afgifte van visa betreft, als een afzonderlijke regio beschouwd. Er wordt derhalve begonnen met het verzamelen en doorgeven van gegevens naar het VIS zodra de lidstaten de Commissie meedelen dat zij de nodige technische en juridische regelingen hebben getroffen voor het verzamelen en doorgeven van gegevens naar het VIS betreffende alle visumaanvragen die in hun grensposten aan de buitengrenzen worden behandeld.

    3. Projectbeheer

    3.1. Juridisch kader voor het VIS

    In 2009 zijn de voor de aanvang van de werkzaamheden van het VIS vereiste rechtsinstrumenten goedgekeurd en gepubliceerd: de wijzigingen van de Schengengrenscode[7] (in februari) en van de gemeenschappelijke visuminstructies[8] (in maart). De wijziging van de Schengengrenscode houdt in dat het gebruik van het VIS voor controle op het binnenkomend verkeer aan de buitengrenzen verplicht is vanaf twintig dagen na de aanvang van de werkzaamheden in de eerste regio. Het gebruik van het VIS houdt in dat systematisch gegevens worden opgezocht in het VIS aan de hand van het nummer van de visumsticker in combinatie met verificatie van vingerafdrukken. Tijdens een overgangsperiode van drie jaar kunnen de lidstaten echter ook het VIS gebruiken zonder verificatie van vingerafdrukken. De wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies was nodig om een juridisch kader te scheppen voor het verzamelen van biometrische kenmerken, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen. Deze bepalingen zijn opgenomen in de visumcode[9], die in juli is goedgekeurd en waarbij de gemeenschappelijke visuminstructies worden ingetrokken. De visumcode is met ingang van 5 april 2010 van toepassing.

    In de verslagperiode heeft de Commissie een aantal beschikkingen vastgesteld in het kader van de comitéprocedure. De beschikking van de Commissie over de specificaties van VIS-mail[10], dat in de plaats komt van het raadplegingsmechanisme VISION, is in mei 2009 goedgekeurd. De tweede beschikking over biometrische kenmerken betrof de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het VIS en het biometrische matchingsysteem (BMS) en werd in oktober 2009 goedgekeurd[11]. Op 30 november 2009 keurde de Commissie een beschikking goed tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het VIS beginnen[12] en een beschikking tot vaststelling van technische uitvoeringsmaatregelen voor een aantal gegevensverwerkingsoperaties in het VIS[13].

    Een wetgevingsinstrument betreffende de beveiliging van het VIS is nog niet vastgesteld. Dit zal in 2010 gebeuren.

    3.2. Projectbeheer bij de Commissie

    3.2.1. Planning en begroting

    De totale beschikbare vastleggingskredieten voor het VIS in 2009 bedroegen 38,3 miljoen euro. De belangrijkste uitgavenonderdelen in 2009 waren de voorbereiding van aanvullende functies van de biometrische componenten, externe bijstand voor projectbeheer en kwaliteitsborging, exploitatiekosten voor de ontwikkelings- en testfasen en wijzigingen van het VIS (meestal naar aanleiding van wijzigingsverzoeken van de lidstaten). Aan het einde van de verslagperiode was van de totale kredieten voor het VIS 74,65% vastgelegd en 76,53% van de betalingskredieten uitbetaald. Het VIS valt onder begrotingsonderdeel 18 02 05.

    Vastleggingskredieten en betalingskredieten voor het VIS in 2009

    Beschikbare vastleggingskredieten | Besteed[14] | Totaal % | Beschikbare betalingskredieten | Besteed | Totaal % |

    € 38 315 328,00 | € 28 601 077,00 | 74,65% | € 27 216 095,14 | € 20 828 088,00 | 76,53% |

    De Commissie heeft de hoofdcontractant voor de ontwikkeling meegedeeld dat vanaf 15 juni 2009 sancties zouden worden opgelegd omdat de contractant niet in staat was de systeemoplossingtest tijdig en overeenkomstig zijn contractuele verplichtingen uit te voeren. Het totaalbedrag van de sancties is tot dusver 7,6 miljoen euro[15].

    3.2.2. Risicobeheersing

    De methode voor het beheersen van de projectrisico’s is in de verslagperiode enigszins gewijzigd, omdat er in 2009 slechts drie vergaderingen van de raad voor projectbeheer van het VIS hebben plaatsgevonden. Deze raad was oorspronkelijk bedoeld voor het bespreken van risico’s met de lidstaten en de hoofdcontractant voor de ontwikkeling. De benadering met drie afzonderlijke risicologs werd in het tweede kwartaal gewijzigd. In plaats daarvan stelde de Commissie iedere maand de belangrijkste projectrisico’s vast en legde zij die aan de lidstaten voor op de maandelijkse vergaderingen van de nationale projectmanagers.

    In het kader van de vrienden van het VIS heeft het Zweedse voorzitterschap bovendien voorgesteld een geconsolideerde risicolijst op te stellen; de Commissie heeft samen met het voorzitterschap gewerkt aan het vaststellen van de belangrijkste risico’s en de indeling ervan aan de hand van de impact op het project. De risico’s worden iedere maand bijgesteld als de omvang van de impact verandert. Voor elk risico worden acties vastgesteld om het desbetreffende risico te matigen. De risico’s en de bijbehorende acties worden door het voorzitterschap voorgelegd aan de lidstaten op de vergaderingen van de vrienden van het VIS, waar een open en transparante discussie plaatsvindt.

    De Commissie houdt ook een register op hoog niveau bij en zorgt voor de follow-up van de uitvoering van de acties.

    Eind 2009 waren de meest kritieke risico’s: i) niet-tijdige oplevering van het VIS om technische, juridische of contractuele redenen en mogelijke reputatiegevolgen, ii) problemen met de capaciteits- en financiële planning op centraal en nationaal niveau door extra vertraging van de inbedrijfstelling van het VIS, iii) niet-verwezenlijking van de oorspronkelijke prestatievereisten en iv) de contractuele impact van SIS II op het VIS. De eerste drie risico’s bleven stabiel, terwijl het vierde risico aan het einde van de verslagperiode minder ernstig was geworden. Voor alle risico’s zijn risicobeperkende maatregelen vastgesteld. De Commissie, de lidstaten de hoofdcontractant voor de ontwikkeling werken nauw samen om de gevolgen van de risico’s voor het project terug te dringen.

    Ondanks de risicobeperkende maatregelen van de Commissie bleek dat de hoofdcontractant voor de ontwikkeling het aanvankelijk overeengekomen prestatieniveau niet zou kunnen halen. Naar verwachting zouden de problemen in verband met de systeemoplossingtest dan ook tot in de loop van 2010 voortduren.

    3.2.3. Raad voor projectbeheer (PMB)

    In het begin van 2009 is de raad voor projectbeheer tweemaal bijeengekomen om zaken in verband met projectbeheer en -risico’s voor het VIS te bespreken met de betrokkenen bij het project, de hoofdcontractant voor de ontwikkeling en de contractant voor kwaliteitsborging, alsmede de lidstaten die het vorige en volgende voorzitterschap bekleedden. In december kwam de raad voor projectbeheer een derde maal bijeen met deelname van de hoofdcontractant voor de ontwikkeling en de Commissie. Gesproken werd over de stand van zaken betreffende de SST, het wijzigingsverzoek betreffende de correctiemaatregelen, het komende wijzigingsverzoek betreffende verlaging van het dienstverleningsniveau en de opneming van voorbereidende activiteiten voor het operationele beheer in het contract.

    3.3. Vrienden van het VIS

    De vrienden van het VIS zijn in de verslagperiode negenmaal bijeengekomen: viermaal tijdens het Tsjechische voorzitterschap (eerste helft 2009) en vijfmaal tijdens het Zweedse voorzitterschap (tweede helft 2009). Deze informele bijeenkomsten op hoog niveau boden een forum voor transparante besprekingen over alles betreffende het VIS. De agenda werd vastgesteld door het voorzitterschap in coördinatie met de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad. Onderwerpen waren doorgaans een overzicht van de Commissie over de stand van zaken, het nieuwe mechanisme voor rapportage over de vorderingen op nationaal niveau, de invoering van het systeem op de consulaire posten in de eerste regio’s, de mogelijkheid een centrale voorlichtingscampagne op te zetten, risicobeheersing en de VIS-workshops van Frontex.

    Door de vrienden van het VIS werd een nieuw rapportagemechanisme in de vorm van een vragenlijst opgezet. Hiermee kunnen de vorderingen van de voorbereidingen van de lidstaten op technisch gebied, op de consulaire posten en aan de grenzen worden gevolgd. Dit mechanisme is in de plaats gekomen van de maandelijkse voortgangsverslagen die doorgaans door de nationale projectmanagers voor het VIS werden opgesteld. De vragenlijst werd aan het einde van de verslagperiode verdeeld in statische en tijdgebonden vragen. De vragen hebben betrekking op de algemene technische voorbereidingen voor de ontwikkeling van het nationale systeem, de voorbereidingen voor de invoering op de consulaire posten in de eerste regio’s en aan de grenzen, zodat biometrische kenmerken in het VIS kunnen worden opgezocht. De vragenlijst bevat ook specifiekere vragen over opleidingen en andere mijlpalen. Enkele lidstaten konden geen exacte gegevens leveren over de verwezenlijking van de specifieke mijlpalen, waardoor de Commissie geen volledig beeld had van de vorderingen in alle lidstaten.

    Iedere maand stellen het voorzitterschap en de Commissie voor de vergadering een geconsolideerde risicolijst op. De risicotoptien van dat moment wordt gerangschikt aan de hand van de omvang van de impact van elk risico.

    Op de bijeenkomsten van de vrienden van het VIS werd in het eerste halfjaar van 2009 gesproken over de organisatie van een centrale voorlichtingscampagne. De discussie werd echter uitgesteld omdat de aanvankelijke planning voor de aanvang van de werkzaamheden van het VIS vertraging ondervond en in verband met de juridische verplichtingen van de Commissie op grond van de visumcode om informatie te verstrekken aan visumaanvragers.

    Er werd uitvoerig gesproken over de volgorde waarin het VIS moest worden ingevoerd op de consulaire posten in de verschillende regio’s. De ideeën van de groep werden verwerkt in de verschillende ontwerpversies van de beschikking daarover en vervolgens door het SISVIS-comité gunstig beoordeeld.

    4. Conclusie

    Tijdens de verslagperiode (januari – december 2009) heeft de Commissie vier uitvoeringsmaatregelen voor het VIS goedgekeurd, waaronder de beschikking tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het VIS beginnen.

    Gedurende het jaar vonden intensieve testactiviteiten plaats. De meeste lidstaten voltooiden hun conformiteitstest met succes, wat een voorwaarde is om de laatste test voor de aanvang van de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

    Op centraal niveau ging de technische ontwikkeling van het VIS in april 2009 de tweede van vier testfasen in: de systeemoplossingtest (SST). In deze fase heeft de hoofdcontractant voor de ontwikkeling een reeks technische problemen ondervonden van zowel functionele als niet-functionele aard met betrekking tot de prestaties van het systeem.

    Op nationaal niveau heeft één lidstaat ernstige contractuele problemen in verband met de ontwikkeling van het nationale systeem gemeld. Door deze problemen zal die lidstaat niet voor december 2010 op het VIS kunnen worden aangesloten.

    In november 2009 is aan de JBZ-Raad een nieuw algemeen tijdschema voorgelegd. Dit voorziet erin dat het VIS in december 2010 van start gaat. Alle bij het project betrokkenen hebben opnieuw bevestigd dat zij nauw zullen samenwerking om de inbedrijfstelling van het VIS mogelijk te maken.

    Tegelijkertijd heeft de Commissie de commissie LIBE van het Europees Parlement regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkeling en de stand van het VIS-project. Zij zal dat ook in de toekomst blijven doen.

    5. Bijlage: VIS-werkgroepen

    5.1. SISVIS-comité

    Het SISVIS-comité is in zijn VIS-formatie[16] in 2009 vijfmaal bijeengekomen, waarbij vier ontwerpbeschikkingen van de Commissie werden besproken: betreffende de specificaties van VIS-mail, de eerste regio’s voor de invoering van het VIS, de specificaties voor de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het VIS en de technische uitvoeringsmaatregelen. Over deze ontwerpbeschikkingen werd op alle vergaderingen gesproken en gestemd en voor alle vier werd een positief advies uitgebracht. Het SISVIS-comité blijft verantwoordelijk voor alle comitébesluiten betreffende het VIS in 2010.

    5.2. Vergaderingen van nationale projectmanagers voor het VIS

    Tijdens de verslagperiode hebben de diensten van de Commissie elf vergaderingen van deskundigen voor de nationale projectmanagers van de lidstaten georganiseerd, waar vraagstukken betreffende de stand van zaken van het VIS-project op centraal niveau, gedetailleerde technische aangelegenheden, planningskwesties en risico’s en activiteiten op centraal en nationaal projectniveau werden besproken.

    5.3. Stuurgroep wijzigingsbeheer (CMB)

    De CMB, een adviserende werkgroep van het SISVIS-comité (VIS-formatie) is in 2009 alleen in januari en maart bijeengekomen. De CMB heeft aanbevelingen gedaan voor het configuratiebeheer van het VIS tijdens de ontwikkelingsfase, en daarnaast over de tests en wijzigingsverzoeken gesproken.

    5.4. Testadviesgroep (TAG)

    In verband met de intensieve tests hebben in de verslagperiode zeer vaak bijeenkomsten of conferentiegesprekken plaatsgevonden van de testadviesgroep, een adviserende werkgroep van het SISVIS-comité (VIS-formatie). De testadviesgroep ziet erop toe dat vraagstukken betreffende het testen gestructureerd worden aangepakt en opgelost en geeft advies over de uitvoering van de testfasen voor het VIS. De groep doet aanbevelingen over het testen van het VIS in alle fasen, met name die waaraan de lidstaten rechtstreeks deelnemen.

    5.5. Deskundigengroep VIS-mail (VIS MEG)

    De groep is gedurende de hele verslagperiode maandelijks bijeengekomen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het communicatiemechanisme voor het VIS (VIS-mail).

    In 2009 is aanzienlijke vooruitgang geboekt ten aanzien van de tests en de aansluiting van de lidstaten op het communicatiemechanisme. De oplossing voor de centrale mailrelay is in de verslagperiode geïmplementeerd en de deelnemers aan VIS MEG zijn het erover eens dat het mechanisme voldoende is getest en blijkt te functioneren overeenkomstig de basiseisen. Ten behoeve van de nationale implementatie bereiden alle 25 deelnemende lidstaten zich voor op de afronding van fase 1 van VIS-mail, zodat dit op hetzelfde moment als het VIS van start kan gaan.

    De ontwerpbeschikking[17] inzake de VIS-mailspecificaties werd in januari 2009 voorgelegd aan het SISVIS-comité (VIS-formatie), en het comité bracht op die vergadering een gunstig advies uit. De beschikking werd op 5 mei 2009 door de Commissie goedgekeurd.

    De werkzaamheden van de Commissie en de lidstaten op het gebied van VIS-mail worden in samenwerking met de netwerkcontractant uitgevoerd en ondersteund door de contractant voor ondersteuning en kwaliteitsbijstand.

    [1] Zie voor het vijfde verslag: Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (VIS) in 2008, COM(2009) 473 definitief van 15.9.2009.

    [2] PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5.

    [3] Beschikking 2009/756/EG van de Commissie tot vaststelling van specificaties voor de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het Visuminformatiesysteem (PB L 270 van 15.10.2009, blz. 14).

    [4] Liechtenstein heeft de conformiteitstest eveneens technisch afgerond, maar past het Schengenacquis nog niet toe.

    [5] Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

    [6] Beschikking 2010/49/EG van de Commissie tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het Visuminformatiesysteem (VIS) beginnen (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 62).

    [7] Verordening (EG) nr. 81/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 wat betreft het gebruik van het visuminformatiesysteem (VIS) in het kader van de Schengengrenscode (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 56).

    [8] Verordening (EG) nr. 390/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 1).

    [9] Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2008, blz. 1).

    [10] Beschikking 2009/377/EG van de Commissie van 5 mei 2009 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het raadplegingsmechanisme en de andere procedures bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 117 van 12.5.2009).

    [11] Beschikking 2009/756/EG van de Commissie tot vaststelling van specificaties voor de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het Visuminformatiesysteem (PB L 270 van 15.10.2009, blz. 14).

    [12] Beschikking 2010/49/EG van de Commissie tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het Visuminformatiesysteem (VIS) beginnen (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 62).

    [13] Beschikking 2009/876/EG van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van technische uitvoeringsmaatregelen betreffende de invoer van gegevens en de koppeling van aanvragen, de toegang tot gegevens, de wijziging, verwijdering en vervroegde verwijdering van gegevens, alsmede de registratie van gegevensverwerkende handelingen en de toegang tot de aldus geregistreerde informatie in het Visuminformatiesysteem (PB L 315 van 2.12.2009, blz. 30).

    [14] In de ontwerpbegroting voor 2011, die de Commissie op 27 april 2010 heeft goedgekeurd, wordt het bestede bedrag van de vastleggingskredieten voor 2009 vastgesteld op EUR 37 601 077. Door de gewijzigde data voor een aantal oorspronkelijk voor 2009 geplande projectactiviteiten moest 9 miljoen euro vooraf worden vastgelegd voor besteding in 2010.

    [15] De invorderingsopdracht voor het exacte sanctiebedrag (EUR 7 635 000) is op 30 maart 2010 afgegeven.

    [16] Ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II).

    [17] Beschikking van de Commissie van 5 mei 2009 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het raadplegingsmechanisme en de andere procedures bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening).

    Top