Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0016

SWIFT Resolutie van het Europees Parlement van 17 september 2009 over de voorgenomen internationale overeenkomst inzake het beschikbaar stellen van gegevens over het betalingsverkeer aan het Ministerie van Financiën van de Verenigde Staten voor de preventie en bestrijding van terrorisme en van de financiering ervan

PB C 224E van 19.8.2010, p. 8–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 224/8


Donderdag, 17 september 2009
SWIFT

P7_TA(2009)0016

Resolutie van het Europees Parlement van 17 september 2009 over de voorgenomen internationale overeenkomst inzake het beschikbaar stellen van gegevens over het betalingsverkeer aan het Ministerie van Financiën van de Verenigde Staten voor de preventie en bestrijding van terrorisme en van de financiering ervan

2010/C 224 E/02

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 286 van het EG-Verdrag,

gelet op de artikelen 95 en 300 van het EG-Verdrag,

gelet op het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens, met name de artikelen 5, 6, 7 en 8,

gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name de artikelen 7, 8, 47, 48 en 49,

gelet op Verdrag nr. 108 van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens,

gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1),

gelet op Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2),

gelet op Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (3) en Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (4),

gelet op de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika van 25 juni 2003, met name artikel 4 (betreffende identificatie van bankgegevens) (5),

gezien het Terrorist Finance Tracking Program (TFTP), gebaseerd op US Presidential Executive Order 13224 (6), op grond waarvan met name het Ministerie van Financiën van de VS in geval van een nationale noodtoestand via „administratieve dwangbevelen” gegevens over het betalingsverkeer kan verkrijgen die via financiële netwerken als dat van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications (SWIFT) worden verstuurd,

gezien de voorwaarden die het Amerikaanse Ministerie van Financiën heeft vastgesteld voor de toegang tot SWIFT-gegevens (als omschreven in de VS-„Opmerkingen” (7)) en gezien de informatie die de Commissie heeft verkregen via de „prominente persoon” over de inachtneming van die „Opmerkingen” door de autoriteiten van de VS,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties waarin erop wordt aangedrongen dat SWIFT zich strikt houdt aan het rechtskader van de EU, met name wanneer het gaat om op EU-grondgebied verrichte Europese financiële transacties (8),

gezien de onderhandelingsrichtsnoeren voor het voorzitterschap van de Raad en de voorgenomen internationale overeenkomst tussen de EU en de VS over de overdracht van SWIFT-gegevens, die als „EU-restricted” zijn geclassificeerd,

gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming van 3 juli 2009, dat als „EU-restricted” is geclassificeerd,

gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat SWIFT in oktober 2007 heeft aangekondigd dat er eind 2009 een nieuwe structuur voor het verzenden van berichten zal worden ingevoerd,

B.

overwegende dat deze verandering in de structuur van de berichtenverzending tot gevolg zou hebben dat het merendeel van de financiële gegevens die SWIFT tot nu toe op grond van administratieve dwangbevelen aan het TFTP-programma van het Amerikaanse Ministerie van Financiën moest verstrekken, niet langer ter beschikking van het TFTP zou worden gesteld,

C.

overwegende dat de Raad op 27 juli 2009 met algemene stemmen de onderhandelingsrichtsnoeren heeft vastgesteld die het voorzitterschap, bijgestaan door de Commissie, in acht dient te nemen bij de onderhandelingen over een op basis van de artikelen 24 en 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te sluiten overeenkomst met de VS inzake de voortzetting van het doorgeven van SWIFT-gegevens aan het TFTP van de VS,

D.

overwegende dat de onderhandelingsrichtsnoeren en het juridisch advies van de Juridische Dienst van de Raad over de keuze van de rechtsgrondslag niet openbaar zijn gemaakt, aangezien ze als „EU-restricted” zijn geclassificeerd,

E.

overwegende dat in de internationale overeenkomst zal worden bepaald dat de overeenkomst met onmiddellijke ingang voorlopig van kracht wordt voor de periode vanaf de ondertekening tot de inwerkingtreding ervan,

F.

overwegende dat binnen de EU zelf geen TFTP operationeel is,

G.

overwegende dat toegang tot de door SWIFT beheerde gegevens het in beginsel mogelijk maakt niet alleen overmakingen in verband met illegale activiteiten op te sporen, maar ook informatie over economische activiteiten van de betrokken personen en landen, en dus misbruikt kan worden voor grootschalige economische en industriële spionage,

H.

overwegende dat SWIFT een memorandum van overeenstemming heeft ondertekend met het Amerikaanse ministerie van Financiën waarbij het scala aan overgedragen gegevens en de mogelijkheden tot het zoeken naar gegevens worden beperkt tot specifieke gevallen van terrorismebestrijding, en waarbij deze handelingen onderworpen worden aan onafhankelijk toezicht en een onafhankelijke audit, met inbegrip van controle in real time,

I.

overwegende dat er alleen een overeenkomst tussen de EU en de VS gesloten mag worden, indien de bescherming in het memorandum van overeenstemming en de „Opmerkingen” van het Amerikaanse ministerie van Financiën, zoals die welke gelden ten aanzien van gegevens die bij dwangbevel aan het Amerikaanse Ministerie van Financiën verstrekt worden door het operationele centrum van SWIFT in de VS, wordt gehandhaafd,

1.

bevestigt nogmaals dat het terrorisme vastberaden wil bestrijden en dat het zijn vaste overtuiging is dat er een juist evenwicht moet worden gevonden tussen veiligheidsmaatregelen en bescherming van burgerlijke vrijheden en grondrechten, waarbij privacy en gegevensbescherming optimaal moeten worden geëerbiedigd; bevestigt andermaal dat noodzaak en evenredigheid grondbeginselen zijn zonder dewelke terrorismebestrijding nooit doeltreffend zal zijn;

2.

wijst er met klem op dat de Europese Unie stoelt op de beginselen van de rechtsstaat en dat elke overdracht van Europese persoonsgegevens aan derde landen om veiligheidsredenen gepaard moet gaan met procedurele waarborgen en rechten van verweer en in overeenstemming moet zijn met de gegevensbeschermingswetgeving op nationaal en Europees niveau (9);

3.

herinnert de Raad en de Commissie eraan dat in artikel 4 van het trans-Atlantische kader van de overeenkomst tussen de EU en de VS inzake rechtshulp, die op 1 januari 2010 in werking zal treden, wordt bepaald dat nationale overheidsinstanties op verzoek toegang kunnen krijgen tot welbepaalde financiële gegevens en dat dit een betere rechtsgrondslag zou kunnen zijn voor de overdracht van SWIFT-gegevens dan de voorgestelde interim-overeenkomst; verzoekt de Raad en de Commissie uit te leggen waarom een interim-overeenkomst noodzakelijk is;

4.

is ingenomen met het in juni 2007 door SWIFT genomen besluit om alle gegevens over financiële transacties binnen de EU bij twee Europese operationele centra onder te brengen; wijst de Raad erop dat dit besluit was genomen met instemming van de Belgische gegevensbeschermingsautoriteiten, in overeenstemming met het verzoek van de EU-Groep van artikel 29 en het standpunt van het Europees Parlement;

5.

wijst erop dat de Raad de onderhandelingsrichtsnoeren pas heeft vastgesteld bijna twee jaar nadat SWIFT een verandering in de opzet van de verzending van berichten had aangekondigd;

6.

is bezorgd over het feit dat de juridische diensten van de instellingen van mening verschillen over de rechtsgrondslag die voor de beoogde overeenkomst is gekozen, en stelt vast dat de Juridische Dienst van de Raad van mening is dat de Gemeenschap bevoegdheid terzake heeft;

7.

is van mening dat indien een internationale overeenkomst absoluut noodzakelijk is, deze minimaal dient te verzekeren:

a)

gegevens alleen worden verstrekt en verwerkt om het terrorisme te bestrijden, zoals omschreven in artikel 1 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (10), en dat zij betrekking hebben op terroristische individuen of organisaties die als zodanig door de EU zijn aangemerkt,

b)

de verwerking van dergelijke gegevens ten aanzien van de overdracht (alleen door middel van een „push-systeem”), de opslag en het gebruik ervan in verhouding staat tot het doel waarvoor deze gegevens zijn overgedragen en vervolgens worden verwerkt,

c)

verzoeken om overdracht betrekking hebben op specifieke, gerichte gevallen, in de tijd beperkt zijn en onderworpen zijn aan toestemming van de rechter, en dat elke daarop volgende verwerking beperkt blijft tot gegevens die verband houden met personen of organisaties tegen wie in de VS een onderzoek loopt; gegevens die een dergelijke band niet vertonen, worden gewist,

d)

EU-burgers en -ondernemingen dezelfde rechten van verweer en procedurele waarborgen en hetzelfde recht op toegang tot de rechter hebben als in de EU bestaan, en dat de wettigheid en evenredigheid van verzoeken om gegevensoverdracht in de VS door de rechter getoetst kunnen worden,

e)

voor overgedragen gegevens dezelfde gerechtelijke verhaalmechanismen gelden als voor gegevens die zich in de EU bevinden, met inbegrip van een schadevergoeding ingeval persoonsgegevens in strijd met de wet zijn verwerkt,

f)

de overeenkomst elk gebruik van SWIFT-gegevens door de Amerikaanse autoriteiten voor andere doeleinden dan die welke verband houden met de financiering van terrorisme verbiedt; ook moet het verboden zijn deze gegevens over te dragen aan derden die geen overheidsinstantie belast met de bestrijding van financiering van terrorisme zijn,

g)

strikte wederkerigheid geldt, zodat de bevoegde Amerikaanse autoriteiten verplicht zijn relevante gegevens over het betalingsverkeer over te dragen aan de bevoegde EU-autoriteiten, als deze daarom verzoeken,

h)

de overeenkomst expliciet wordt gesloten voor een bepaalde periode, aan de hand van een evaluatieclausule, die na uiterlijk 12 maanden afloopt, onverminderd de procedure die uit hoofde van het Verdrag van Lissabon gevolgd moet worden voor een mogelijke nieuwe overeenkomst op dit gebied,

i)

de interimovereenkomst duidelijk bepaalt dat de Amerikaanse autoriteiten onmiddellijk na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon hiervan in kennis gesteld moeten worden en dat over een mogelijke nieuwe overeenkomst zal worden onderhandeld binnen het nieuwe wettelijke kader van de EU, dat wil zeggen met volledige deelneming van het Europees Parlement en de nationale parlementen;

8.

verzoekt de Raad en de Commissie toe te lichten welke rol precies de „overheidsinstantie” zal spelen die als verantwoordelijke instantie zal worden aangewezen om verzoeken van het Amerikaanse Ministerie van Financiën in ontvangst te nemen, in het bijzonder gelet op de aard van de bevoegdheden die een dergelijke „instantie” zou krijgen en de wijze waarop die bevoegdheden afgedwongen zouden kunnen worden;

9.

verzoekt de Raad en de Commissie te bevestigen dat geaggregeerde en grote bestanden zoals die welke betrekking hebben op transacties in het kader van de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA) buiten de gegevens vallen die kunnen worden opgevraagd door of overgedragen aan het Amerikaanse Ministerie van Financiën;

10.

beklemtoont dat SWIFT van fundamenteel belang is voor de veerkracht van Europa's betalingssystemen en effectenmarkten en niet onbillijk benadeeld mag worden ten opzichte van concurrerende leveranciers van financiële-berichtenverzending;

11.

benadrukt het belang van rechtszekerheid en immuniteit voor burgers en particuliere organisaties waarover gegevens worden verstrekt krachtens regelingen als de voorgestelde EU-VS-overeenkomst;

12.

wijst erop dat het zinvol kan zijn dat de Commissie de noodzaak bestudeert om een Europees TFTP op te zetten;

13.

verzoekt de Commissie en het voorzitterschap ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en alle nationale parlementen volledige toegang krijgen tot de onderhandelingsstukken en -richtsnoeren;

14.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Centrale Bank, de regeringen en parlementen van de lidstaten en kandidaat-lidstaten, alsook de regering en de twee Kamers van het Congres van de Verenigde Staten.


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

(4)  PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1.

(5)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 34.

(6)  Executive Order 13224 werd op 23 september 2001 uitgevaardigd krachtens de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA), 50 USC, §§ 1701-1706. De president delegeerde zijn bevoegdheden krachtens de Executive Order aan de minister van Financiën. Dit ministerie dagvaardde SWIFT overeenkomstig Executive Order 13224 en de uitvoeringsbepalingen daarbij.

(7)  Verwerking van uit de EU afkomstige persoonsgegevens door het Amerikaanse ministerie van financiën ten behoeve van terrorismebestrijding - SWIFT (PB C 166 van 20.7.2007, blz. 18).

(8)  Resolutie van 14 februari 2007 over SWIFT, de PNR-overeenkomst en de transatlantische dialoog over deze kwesties (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 349); resolutie van 6 juli 2006 over het onderscheppen door de Amerikaanse geheime diensten van bankoverschrijvingsgegevens van het SWIFT-systeem (PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 843).

(9)  Met name het Europese Verdrag inzake de rechten van de mens, inzonderheid de artikelen 5, 6, 7 en 8, het Handvest van de grondrechten, inzonderheid de artikelen 7, 8, 47, 48 en 49, Verdrag nr. 108 van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.

(10)  PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3.


Top