Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008XC1127(05)

Samenvatting van een besluit ten aanzien van Kaupthing Bank Luxembourg S.A. uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen

PB C 304 van 27.11.2008, p. 17–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/17


Samenvatting van een besluit ten aanzien van Kaupthing Bank Luxembourg S.A. uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen

(2008/C 304/07)

WIJZIGING VAN HET VONNIS TOT TOEKENNING VAN OPSCHORTING VAN BETALING AAN KAUPTHING BANK LUXEMBOURG S.A.

Bij vonnis van 31 oktober 2008 heeft de tweede kamer van de arrondissementsrechtbank van en te Luxemburg, rechtdoende in handelszaken en uitspraak doende in openbare terechtzitting, na in raadkamer de conclusies van de bewindvoerders en de lasthebber van de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A., de vertegenwoordigers van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (CSSF) en de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie te hebben gehoord, het vonnis van 9 oktober 2008 waarbij Kaupthing Bank Luxembourg S.A. onder het regime van opschorting van betaling werd geplaatst, conform deel IV van de gewijzigde Luxemburgse wet van 5 april 1993 op de financiële sector, als volgt aangevuld:

„de aangestelde bewindvoerders krijgen tot taak:

een staat van de activa en passiva van de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. op te stellen door een inventaris op te maken van de verschillende vorderingen en schulden van de bank, met vermelding van hun vervaldatum en rekening houdend met de rangorde van bevoorrechte vorderingen en hypotheken;

een inventaris op te maken van de aan cliënten toebehorende effecten die bij de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. in bewaring zijn gegeven;

na te gaan of een herstel van de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. mogelijk is;

indien zulks het geval is, een herstelplan voor de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. op te stellen;

te zorgen voor een passende bekendmaking van de door de bewindvoerders opgestelde staat, rekeningen en inventarissen door deze mede te delen aan de CSSF, het Openbaar Ministerie, de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. en de rechtbank;

verklaart dat artikel 61-17, punt 3, van de gewijzigde Luxemburgse wet van 5 april 1993 op de financiële sector van toepassing is op de in België en Zwitserland gevestigde bijkantoren”,

en genoemd vonnis van 9 oktober 2008 als volgt gewijzigd:

„verklaart dat voor daden van dagelijks bestuur die op bedragen van minder dan 3 000 EUR betrekking hebben, geen toestemming van de bewindvoerders is vereist, met dien verstande dat de terugbetaling van een deposito geen daad van dagelijks bestuur is”.

De CSSF en de naamloze vennootschap Kaupthing Bank Luxembourg S.A. kunnen binnen vijftien dagen na kennisgeving van het vonnis overeenkomstig artikel 60-2, punt 9, van de gewijzigde Luxemburgse wet van 5 april 1993 op de financiële sector beroep instellen, waarbij onder kennisgeving wordt verstaan een aangetekend verzonden schrijven waarin de griffie van de arrondissementsrechtbank van en te Luxemburg, rechtdoende in handelszaken, kennisgeving doet van het vonnis. Het beroep wordt schriftelijk bij deze griffie ingesteld.

Tegen het vonnis is geen verzet of derdenverzet mogelijk.

De bewindvoerders

PricewaterhouseCoopers S.à r.l., vertegenwoordigd door mevr. Emmanuelle Caruel-Henniaux, en mr. Franz Fayot


Top