Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0367

    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer (gecodificeerde versie)

    /* COM/2008/0367 def. - CNS 2008/0124 */

    52008PC0367

    Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer (gecodificeerde versie) /* COM/2008/0367 def. - CNS 2008/0124 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 17.6.2008

    COM(2008) 367 definitief

    2008/0124 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer

    (gecodificeerde versie)

    TOELICHTING

    1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

    Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

    Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

    2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

    3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

    Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

    Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

    4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EEG) nr. 3976/87 van de Raad van 14 december 1987 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer[3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

    5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Verordening (EEG) nr. 3976/87 en de besluiten tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde verordening.

    ê 3976/87 (aangepast)

    2008/0124 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 83,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement[5],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],

    Overwegende hetgeen volgt:

    ê

    1. Verordening (EEG) nr. 3976/87 van 14 december 1987 van de Raad betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer[7] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd[8]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

    ê 3976/87 overwegingen 3 en 5 (aangepast)

    2. Er dienen gemeenschappelijke bepalingen voor de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag te worden aangenomen bij wege van een verordening Ö of richtlijn Õ uit hoofde van artikel 83 van het Verdrag. De Commissie moet in staat worden gesteld artikel 81, lid 1, van het Verdrag bij verordening buiten toepassing te verklaren voor bepaalde groepen van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen.

    ê 411/2004 overweging 7 (aangepast)

    3. De Commissie dient te worden gemachtigd om binnen de luchtvervoerssector groepsvrijstellingen te verlenen voor zowel het intracommunautaire verkeer als voor het verkeer tussen de Gemeenschap en derde landen.

    ê 3976/87 overweging 6

    4. Het is noodzakelijk de specifieke voorwaarden en omstandigheden nader te bepalen waaronder de Commissie deze bevoegdheid in voortdurend nauw contact met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten kan uitoefenen.

    ê 3976/87 overweging 7

    5. Het is met name gewenst een groepsvrijstelling te verlenen voor bepaalde groepen van overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen. Deze vrijstelling dient voor een beperkte periode te worden verleend, gedurende welke de luchtvaartmaatschappijen zich op een sterker door mededinging gekenmerkte situatie kunnen instellen. Daarvoor moet de Commissie in nauw contact met de lidstaten de draagwijdte van deze vrijstelling en de voorwaarden nauwkeurig kunnen vaststellen.

    ê 3976/87 overweging 9

    6. Deze verordening laat de toepassing van artikel 86 van het Verdrag onverlet.

    ê 3976/87

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deze verordening is van toepassing op het luchtvervoer.

    ê 3976/87 (aangepast)

    Artikel 2

    1. In overeenstemming met artikel 81, lid 3, van het Verdrag, kan de Commissie bij verordening verklaren dat artikel 81, lid 1, van het Verdrag niet van toepassing is op bepaalde groepen van overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen.

    ê 2411/92 art. 1, punt 2 (aangepast)

    De Commissie kan meer bepaald verordeningen vaststellen ten aanzien van overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die het volgende beogen:

    a) gezamenlijke programmering en coördinatie van dienstregelingen van luchtvaartmaatschappijen;

    b) overleg over tarieven voor het vervoer van passagiers, bagage en vracht op geregelde luchtdiensten;

    c) gemeenschappelijke exploitatie van nieuwe geregelde luchtdiensten met een lage bezetting;

    d) het toekennen van «time slots» op vliegvelden en het opstellen van dienstregelingen; de Commissie zal erop toezien dat deze regels in overeenstemming zijn met Ö Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad[9] Õ ;

    e) gemeenschappelijke aankoop, ontwikkeling en exploitatie van geautomatiseerde boekingssystemen voor het beheer van de dienstregelingen, voor boekingen en voor het afgeven van vervoerbiljetten door de luchtvaartmaatschappijen; de Commissie zal erop toezien dat deze regels in overeenstemming zijn met Ö Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad[10] Õ .

    ê 3976/87 (aangepast)

    2. Onverminderd het bepaalde in lid 1, Ö tweede alinea, Õ omschrijven Ö de aldaar bedoelde Õ Commissieverordeningen de groepen overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen waarop zij van toepassing zijn, en geven zij met name aan:

    a) de beperkingen of de bepalingen die al dan niet in de overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen mogen voorkomen;

    b) de bepalingen die in de overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen moeten voorkomen of andere voorwaarden waaraan moet worden voldaan.

    ê 2411/92 art. 1, punt 3

    Artikel 3

    Een verordening overeenkomstig artikel 2 wordt vastgesteld voor een bepaalde periode.

    Zij kan worden ingetrokken of gewijzigd indien de omstandigheden veranderen in verband met enigerlei factor die aan de vaststelling ervan ten grondslag lag; in dat geval wordt een termijn vastgesteld voor de wijziging van de overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen waarop de verordening vóór de intrekking of wijziging van toepassing was.

    ê 3976/87

    Artikel 4

    Overeenkomstig artikel 2 vastgestelde verordeningen bevatten een bepaling dat zij met terugwerkende kracht van toepassing zijn op overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die op de datum van inwerkingtreding van dergelijke verordeningen bestonden.

    ê Toetredingsakte van 1994, art. 29 en bijlage I, blz. 56 (aangepast)

    Artikel 5

    Een Ö overeenkomstig artikel 2 vastgestelde Õ verordening kan bepalen dat het in artikel 81, lid 1, van het Verdrag vervatte verbod gedurende de in die verordening vastgestelde periode niet van toepassing zal zijn op overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die reeds bestaan op de datum van toetreding en waarop artikel 81, lid 1, krachtens de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden van toepassing is en die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 81, lid 3, van het Verdrag.

    Dit artikel is echter niet van toepassing op overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die op de datum van toetreding reeds onder artikel 53, lid 1, van de EER-overeenkomst vallen.

    ê 3976/87 (aangepast)

    Artikel 6

    Alvorens een verordening Ö overeenkomstig lid 2 Õ vast te stellen maakt de Commissie het ontwerp bekend en geeft alle betrokken personen en organisaties de gelegenheid binnen een door haar vastgestelde redelijke termijn van ten minste één maand hun opmerkingen aan haar kenbaar te maken.

    ê 1/2003 art. 41, punt 1 (aangepast)

    Artikel 7

    De Commissie raadpleegt het in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad[11] bedoelde Adviescomité Ö voor mededingingsregelingen en economische machtsposities Õ alvorens zij een ontwerp-verordening bekendmaakt en alvorens zij een verordening Ö overeenkomstig artikel 2 vaststelt Õ .

    ê

    Artikel 8

    Verordening (EEG) nr. 3976/87 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

    ê 3976/87 (aangepast)

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op Ö de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie Õ .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    é

    BIJLAGE I

    Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

    Verordening (EEG) nr. 3976/87 van de Raad (PB L 374 van 31.12.1987, blz. 9) |

    Verordening (EEG) nr. 2344/90 van de Raad (PB L 217 van 11.8.1990, blz. 15) |

    Verordening (EEG) nr. 2411/92 van de Raad (PB L 240 van 24.8.1992, blz. 19) |

    Punt III.A.3 van bijlage I bij de Toetredingsakte van 1994 (PB C 241 van 29.8.1994, p. 56 ) |

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1) | Uitsluitend artikel 41 |

    Verordening (EG) nr. 411/2004 van de Raad (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1) | Uitsluitend artikel 2 |

    _____________

    BIJLAGE II

    Concordantietabel

    Verordening (EEG) nr. 3976/87 | De onderhavige verordening |

    Artikel 1 | Artikel 1 |

    Artikel 2, lid 1 | Artikel 2, lid 1, eerste alinea |

    Artikel 2, lid 2, aanhef | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, aanhef |

    Artikel 2, lid 2, eerste streepje | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, onder a) |

    Artikel 2, lid 2, tweede streepje | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, onder b) |

    Artikel 2, lid 2, derde streepje | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, onder c) |

    Artikel 2, lid 2, vierde streepje | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, onder d) |

    Artikel 2, lid 2, vijfde streepje | Artikel 2, lid 1, tweede alinea, onder e) |

    Artikel 2, lid 3 | Artikel 2, lid 2 |

    Artikelen 3 en 4 | Artikelen 3 en 4 |

    Artikel 4a, eerste zin | Artikel 5, eerste alinea |

    Artikel 4a, tweede zin | Artikel 5, tweede alinea |

    Artikel 5 | Artikel 6 |

    Artikel 6 | Artikel 7 |

    ___ | Artikel 8 |

    Artikel 9 | Artikel 9 |

    ___ | Bijlage I |

    ___ | Bijlage II |

    _____________

    [1] COM(87) 868 PV.

    [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

    [3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het Acquis communautaire, COM (2001) 645 definitief.

    [4] Zie bijlage I bij dit voorstel.

    [5] Ö PB C […] van […], blz. […] Õ.

    [6] Ö PB C […] van […], blz. […] Õ.

    [7] PB L 374 van 31.12.1987, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).

    [8] Zie bijlage I.

    [9] PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1.

    [10] PB L 220 van 29.7.1989, blz. 1.

    [11] PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

    Top