Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0525

    VenezuelaResolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2008 over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuel

    PB C 15E van 21.1.2010, p. 85–86 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.1.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 15/85


    Donderdag, 23 oktober 2008
    Venezuela

    P6_TA(2008)0525

    Resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2008 over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuela

    2010/C 15 E/18

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Venezuela, vooral die van 24 mei 2007 over de kwestie van de zender „Radio Caracas Televisión” in Venezuela (1),

    gezien het verslag van september 2008 van Human Rights Watch over de toestand van de rechten van de mens de tien laatste jaren in Venezuela, getiteld „A Decade under Chavez. Political intolerance and lost opportunities for advancing human rights in Venezuela”,

    gezien artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de Venezolaanse overheid verschillende lijsten met namen van burgers gebruikt (lijst-Tascón, -Maisanta, -Russián) om ambtenaren in openbare dienst te ontslaan, burgers hun recht op het vervullen van een openbaar ambt te ontnemen en hun administratieve dienstverlening en procedures te ontzeggen,

    B.

    overwegende dat de gebruikmaking van die lijsten met politieke doeleinden de burgerlijke en politieke rechten van tegenstanders van het heersend regiem in Venezuela inperkt, meer in het bijzonder hun passieve kiesrecht en het recht van de burgers om vrij hun plaatselijke, regionale en nationale overheden te kiezen,

    C.

    overwegende dat de hoge toezichthoudende instantie (Contralor General de la República) een administratieve maatregel uitgevaardigd heeft die een groot aantal vertegenwoordigers van de oppositie van hun rechten berooft zodat ze zich bij de komende regionale en gemeentelijke verkiezingen in november as. geen kandidaat kunnen stellen,

    D.

    overwegende dat de Venezolaanse overheden de directeur van de ngo Human Rights Watch, José Miguel Vivanco, en de onderdirecteur voor Noord- en Zuid-Amerika Daniel Wilkinson op willekeurige gronden uitgewezen hebben omwille van een kritisch verslag over de toestand van de burgerlijke vrijheden en de eerbiediging van de rechten van de mens in de 10 jaar dat president Hugo Chávez zijn mandaat heeft uitgeoefend,

    E.

    overwegende dat die feiten alleen maar de laatste in een lange reeks ingrepen van de regering zijn om de oppositie, dissidenten en internationale waarnemers in Venezuela de mond te snoeren,

    F.

    overwegende dat studentenleider Julio Soto van de Copei-partij, tevens voorzitter van de federatie van universitaire centra van de universiteit van de deelstaat Zulia, op 1 oktober 2008 in de stad Maracaibo in zijn auto met kogels doorzeefd is — een onder raadselachtige omstandigheden begane misdaad, die totnogtoe onopgehelderd is gebleven,

    1.

    spreekt zijn bezorgdheid uit over de lijst van personen die door de controleur-generaal van de republiek onbevoegd verklaard zijn om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen;

    2.

    dringt er bij de Venezolaanse regering op aan om de bewuste politieke onbevoegdverklaringen bij wijze van administratieve maatregel, in het licht van artikel 42 en 65 van de Venezolaanse grondwet te bekijken, die onherroepelijk alleen de rechterlijke macht de bevoegdheid daartoe verleent, zoals gebruikelijk in elke rechtstaat;

    3.

    dringt er bij de Venezolaanse regering eveneens op aan om uitvoering te geven aan de internationale overeenkomsten die Venezuela ondertekend en geratificeerd heeft, zoals de Amerikaanse conventie van de rechten van de mens voor wat betreft de politieke rechten van artikel 23, leden 1, sub b, en 2 en de artikelen 2 en 25 van het internationaal verdrag over de burgerlijke en politieke rechten;

    4.

    keurt met beslistheid de willekeurige vervolging af alsook de uitwijzing van de activisten voor de rechten van de mens, die het als bijzonder ernstig precedent beschouwt vanwege het gevaar voor de vrijheid van mening en meningsuiting, die met elke democratische samenleving onverbrekelijk verbonden zijn;

    5.

    spreekt zijn krachtige veroordeling van de moord op de studentenleider Julio Soto uit, biedt zijn familie en nabestaanden zijn deelneming aan en vraagt de Venezolaanse overheden om alles in het werk te stellen om de misdaad zo spoedig mogelijk op te helderen en de daders en hun opdrachtgevers voor de rechter te brengen zodat de misdaad niet ongestraft blijft;

    6.

    vraagt de regering-Chávez om al deze praktijken te beëindigen en zich voor meer democratie in Venezuela in te zetten, met volledige inachtneming van de principes die in de grondwet van 1999 neergelegd zijn;

    7.

    verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de Raad en de Commissie, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering, het parlement van de Mercosur, en regering en parlement van de Bolivariaanse republiek Venezuela.


    (1)  PB C 102 E van 24.4.2008, blz. 484.


    Top