52008DC0628

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 15.10.2008

COM(2008) 628 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2006 (samenvatting) – Aanbevelingen van de Raad opgesteld overeenkomstig artikel 276 van het EG-Verdrag, artikel 180 ter van het Euratom-Verdrag, artikel 147 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting en artikel 119, lid 5, van het Financieel Reglement van het EOF en bepalingen van dezelfde strekking van eerdere, ad-hoc financiële reglementen van het EOF{SEC(2008)2580}

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 3

I. Aanbeveling van de Raad betreffende de algemene begroting 4

A) Inleiding (werkdocument van de Commissie, punten 1-2) 4

B) Verklaring van betrouwbaarheid en informatie tot staving daarvan (werkdocument van de Commissie, punten 3-5) 4

C) Interne controle van de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 6-10) 4

D) Begrotingsbeheer (werkdocument van de Commissie, punten 11-14) 5

E) Ontvangsten (werkdocument van de Commissie, punten 15-17) 5

F) Gemeenschappelijk landbouwbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 18-20) 6

G) Structuurbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 21-25) 6

H) Intern beleid, met inbegrip van onderzoek (werkdocument van de Commissie, punten 26-32) 7

I) Externe acties (werkdocument van de Commissie, punten 33-35) 8

J) Pretoetredingsstrategie (werkdocument van de Commissie, punten 36-38) 8

K) Administratieve uitgaven (werkdocument van de Commissie, punten 39-46) 8

L) Financiële instrumenten en bankactiviteiten (werkdocument van de Commissie, punten 47-48) 9

II. Speciale verslagen van de Rekenkamer (werkdocument van de Commissie, punten 49-63) 9

III . Europese Ontwikkelingsfondsen (werkdocument van de Commissie, punten 64-66) 10

INLEIDING

Zoals in de Verdragen en de Financiële Reglementen wordt voorgeschreven, heeft de Commissie de follow-upverslagen in verband met de kwijtingen voor het begrotingsjaar 2006 opgesteld, die betrekking hebben op de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2008 en de resoluties van het Europees Parlement van 22 april 2008. Dit follow-upverslag heeft betrekking op de aanbevelingen van de Raad. In een afzonderlijk follow-upverslag wordt ingegaan op de aanbevelingen van het Parlement.

De samenvattende follow-upverslagen, die in alle officiële talen van de EU worden bekendgemaakt, worden aangevuld met werkdocumenten van de Commissie waarin elke specifieke aanbeveling van de Raad en het Parlement in detail wordt besproken. In de antwoorden is aangegeven welke maatregelen de Commissie van plan is te nemen of reeds heeft genomen, alsook aan welke aanbevelingen de Commissie geen follow-up kan of zal geven. Wegens de beperkingen die voor vertalingen gelden, worden de gedetailleerde werkdocumenten in het Duits, het Engels en het Frans gepubliceerd. In elk hoofdstuk van de samenvattende verslagen wordt verwezen naar de nummers van de desbetreffende aanbevelingen in de werkdocumenten.

In het kader van de kwijting voor het begrotingsjaar 2006 heeft de Commissie in totaal 66 aanbevelingen van de Raad aan de Commissie geteld. Naar het oordeel van de Commissie zijn ten aanzien van 42 aanbevelingen reeds de nodige maatregelen genomen, hoewel in sommige gevallen de resultaten van de maatregelen nog moeten worden beoordeeld. Voor 24 andere aanbevelingen is de Commissie het eens met de door de Raad aanbevolen maatregelen.

I. AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE ALGEMENE BEGROTING

A ) Inleiding ( werkdocument van de Commissie, punten 1-2 )

Tezamen met de Raad is de Commissie van mening dat alle actoren die bij de uitvoering van de begroting betrokken zijn, hun best moeten blijven doen om de werking van de toezicht- en controlesystemen te verbeteren en vooruitgang moeten blijven boeken om op alle gebieden van de begroting tot een DAS zonder voorbehouden te komen.

De Commissie heeft in februari 2008 een voortgangsverslag voorgesteld over het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader (COM(2008) 110) en heeft hierbij geconcludeerd dat de meeste leemten zijn verholpen. De acties zullen in 2008 worden afgesloten en begin 2009 zal een eerste effectbeoordeling worden opgesteld.

De Commissie legt de laatste hand aan de beoordeling van de controlekosten voor landbouw, het EFRO en het gecentraliseerd direct beheer. De resultaten zullen de basis vormen voor een mededeling die de Commissie in het najaar 2008 zal aannemen met het oog op een hervatting van het interinstitutionele overleg over het begrip aanvaardbaar risico.

Wat vereenvoudiging betreft, worden in het kader van de huidige wetgeving weinig nieuwe ontwikkelingen verwacht. In het kader van de wetgevingsronde 2007-2013 werden enkele punten om het aantal fouten te beperken ingevoerd in specifieke sectoren, waaronder plattelandsontwikkeling en structurele maatregelen. De Commissie heeft de regels verduidelijkt door middel van richtsnoeren met betrekking tot bijvoorbeeld KP7, de uitvoeringsvoorschriften voor de Structuurfondsen voor de periode 2007-2013 en het onderwijsbeleid 2007. Waar nodig, blijft de Commissie ondersteuning en verdere begeleiding verstrekken. Ook zal de Commissie ervoor zorgen dat toekomstige wetgevingsvoorstellen duidelijke en vanzelfsprekende regels bevatten.

B) Verklaring van betrouwbaarheid en informatie tot staving daarvan (werkdocument van de Commissie, punten 3-5)

Zoals door de Raad werd aanbevolen, heeft de Commissie bij het opstellen van de rekeningen van de Gemeenschap over 2007 terdege aandacht besteed aan de opmerkingen over de boekhouding in het jaarverslag 2006 van de Rekenkamer, onder meer wat de afsluitingsprocedures betreft. De verdeling tussen het directoraat-generaal Onderwijs en cultuur en het uitvoerend agentschap heeft plaatsgevonden en de jaarrekeningen over 2007 zijn afzonderlijk opgesteld.

C) Interne controle van de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 6-10)

VERDERE INSPANNINGEN ZIJN NODIG OM EEN AANTAL TEKORTKOMINGEN BIJ DE TOEZICHT- EN CONTROLESYSTEMEN TE VERHELPEN, MET NAME DIE TEN AANZIEN WAARVAN DE GEDELEGEERDE ORDONNATEUREN EEN VOORBEHOUD HEBBEN GEMAAKT, ALSOOK DIE WELKE ONDER BEGROTINGSDOMEINEN VALLEN DIE DOOR DE REKENKAMER ALS ONVOLDOENDE ZIJN AANGEMERKT. DE COMMISSIE ZAL KRACHTDADIG OPTREDEN OM DE PUNTEN VAN VOORBEHOUD UIT DE JAARLIJKSE ACTIVITEITENVERSLAGEN VAN 2007 AAN TE PAKKEN EN ZAL NAUWGEZET TOEZIEN OP DE VOORUITGANG.

De Commissie zal ook alle nodige inspanningen leveren om de doeltreffendheid van haar controles aan te tonen. Zij heeft aan de toelichtingen bij de jaarrekening van de Europese Gemeenschappen over het begrotingsjaar 2007 een nieuw hoofdstuk toegevoegd over de terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van besluiten van de Commissie voor financiële correcties. In dat hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de procedure die van toepassing is voor de terugvordering van onverschuldigde betalingen en is een zo goed mogelijke raming opgenomen van het totale teruggevorderde bedrag.

Het boekhoudsysteem van de Commissie wordt uitgebreid om vanaf 2008 een volledige rapportage over correcties van fouten door de Commissie, inclusief inzake betalingen van vroegere jaren, mogelijk te maken en uitvoeriger informatie te verstrekken over het vermogen van de Commissie om op een meerjarenbasis middelen terug te vorderen.

Voorts levert de Commissie ook extra inspanningen om van de lidstaten betrouwbare informatie over financiële correcties en terugvorderingen te ontvangen. Gegevens over terugvorderingen werden bekendgemaakt in het financieel verslag betreffende het EOGFL, afdeling Garantie, en het 18de jaarverslag over de tenuitvoerlegging van de Structuurfondsen en de toelichting bij de definitieve rekeningen 2006.

D) Begrotingsbeheer (werkdocument van de Commissie, punten 11-14)

DE COMMISSIE BEAAMT TEN VOLLE DAT EEN REALISTISCHE BUDGETTERING BELANGRIJK IS EN HEEFT DE AANBEVOLEN MAATREGEL GENOMEN OM TE ZORGEN VOOR EEN DOELTREFFEND BEGROTINGSBEHEER GEDURENDE DE HELE PROGRAMMERINGSPERIODE. HET VOB 2009 IS VOLLEDIG OVEREENKOMSTIG DEZE BEGINSELEN OPGESTELD.

In de begroting zijn er voor vastleggingen altijd hogere bedragen opgenomen dan voor betalingen, aangezien betalingen zich over een langere periode uitstrekken dan vastleggingen. Aangezien vastleggingen meestal van jaar tot jaar stijgen, neemt het niveau van de niet-afgewikkelde begrotingsvastleggingen (RAL) ook toe. Dankzij de n+2/n+3-regel in het cohesiebeleid wordt evenwel ervoor gezorgd dat vastleggingen grotendeels binnen een termijn van twee à drie jaar worden gebruikt.

E ) Ontvangsten (werkdocument van de Commissie, punten 15-17)

De Commissie is ingenomen met de bevindingen van de Rekenkamer dat de algemene werking van de toezicht- en controlesystemen voor de ontvangsten in 2006 opnieuw bevredigend was en dat de onderliggende transacties in het algemeen wettig en regelmatig waren.

Op basis van een door de Commissie opgesteld werkdocument heeft het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) het verzoek van de Raad besproken om een kwalitatieve beoordeling te verstrekken van de administratie, het beheer en de controle van de traditionele eigen middelen en de eigen middelen uit de btw. Er is besloten dat deze beoordeling beter zou kunnen worden verstrekt in het bredere kader van de begrotingsevaluatie.

De richtsnoeren voor de B-boekhouding zijn uitgevaardigd en zijn besproken op de bijeenkomst van het RCEM in december 2007.

Wat betreft het intrekken van de door de Commissie in haar controleverslagen gemaakte voorbehouden met betrekking tot punten in de jaarlijkse BTW-overzichten van de lidstaten, is de Commissie voornemens een driesporenbeleid te voeren. De voorbehouden worden ondergebracht in een kader waarin duidelijke prioriteiten zullen worden gesteld. Waar nodig, zal overleg met de lidstaten plaatsvinden dat uitsluitend tot doel heeft een evaluatie uit te voeren en strategieën uit te stippelen om tot een oplossing te komen voor resterende punten van voorbehoud (een dergelijke evaluatie is reeds gepland voor 2008). Waar de lidstaten niet kunnen aantonen vooruitgang te hebben geboekt bij het opheffen van punten van voorbehoud, zal de Commissie overwegen inbreukprocedures in te leiden.

F) Gemeenschappelijk landbouwbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 18-20)

Hoewel er reeds aanzienlijke verbeteringen zijn tot stand gebracht op het gebied van het beheer van de uitgaven voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), blijven de Commissie en de lidstaten zich verder inspannen om de beheers- en controlesystemen nog verder te verbeteren. De Europese Rekenkamer erkent dat het geïntegreerd beheers– en controlesysteem (GBCS), mits naar behoren toegepast, een doeltreffend controlesysteem is ter beperking van het risico van onregelmatige uitgaven.

Momenteel valt ongeveer 84,5% van de uitgaven van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) onder het GBCS. Verscheidene hervormingen zullen ertoe leiden dat deze dekking tegen 2010 tot ongeveer 89% en tegen 2013 tot ongeveer 92% is uitgebreid, waardoor de positieve tendens wordt versterkt en wordt bijgedragen tot een nog verdere beperking van het globale risico.

Wat betreft de subsidiabiliteitscriteria voor agromilieumaatregelen bij plattelandsontwikkeling, zijn de lidstaten thans verplicht ervoor te zorgen dat alle maatregelen voor plattelandsontwikkeling, met inbegrip van agromilieumaatregelen, verifieerbaar en controleerbaar zijn en dat controleregelingen op het niveau van de lidstaten een redelijke mate van zekerheid kunnen bieden dat de subsidiabiliteitscriteria en de andere verbintenissen worden nageleefd. Deze kwestie is ook aan de orde gekomen in het kader van de programmering voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013.

Wat de goedkeuring van rekeningen betreft, is de toepassing van de in artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde nieuwe "50/50"-regel gebaseerd op cijfergegevens van de lidstaten die door de certificerende instanties zijn gecertificeerd. De toepassing van deze regel wordt door de Commissie opgevolgd door middel van controles ter plaatse en administratieve controles, die aanleiding kunnen geven tot financiële correcties in geval van onregelmatige praktijken.

G) Structuurbeleid (werkdocument van de Commissie, punten 21-25)

De Commissie blijft nauw samenwerken met de lidstaten om de beheers- en controlesystemen voor uitgaven voor structurele maatregelen te verbeteren. Recente maatregelen omvatten het uitvaardigen van richtsnoeren met betrekking tot beproefde werkmethoden inzake beheerscontroles (COCOF 08/0020/02) en controles door certificerende instanties (COCOF 08/0014/01) en een opleidingsseminar voor 500 vertegenwoordigers van nationale beheers- en certificeringsautoriteiten in juni 2008. Verdere maatregelen zijn opgenomen in het actieplan van de Commissie van 19 februari 2008 ter versterking van haar toezichthoudende rol op dit terrein (COM(2008) 97). Voorts organiseert de Commissie jaarlijkse coördinatievergaderingen met nationale controle-instanties, als aanvulling bij het overleg met de lidstaten over beheers- en controlevraagstukken dat op gezette tijden in het beheerscomité (COCOF) voor structurele acties en in technische ad-hocvergaderingen plaatsvindt.

Zowel de begeleidings-, opleidings- als coördinatieactiviteiten van de Commissie hebben tot doel het dagelijkse gebruik van de middelen te vereenvoudigen door de voorschriften te verduidelijken en overlapping van controles te voorkomen. De Commissie neemt specifieke maatregelen om het gebruik van de bepalingen voor vaste bedragen en gedeeltelijke afsluiting te bevorderen en duidelijkheid te verschaffen over subsidiabiliteitskwesties. Deze bepalingen zijn opgenomen in het actieplan van 19 februari 2008, acties 4.3 en 4.4.

De Commissie is van oordeel dat haar controleactiviteit reeds doeltreffend is en tot verbeteringen in de beheers- en controlesystemen leidt, bijvoorbeeld via het opleggen van corrigerende actieplannen, maar streeft ernaar het effect te vergroten door, waar nodig, de besluitvorming met betrekking tot het opschorten van betalingen of het toepassen van financiële correcties te versnellen.

De Commissie brengt momenteel zowel in haar jaarrekening alsook op kwartaalbasis verslag uit over de financiële correcties en invorderingen die voortvloeien uit haar eigen controlewerkzaamheden of die van de Rekenkamer. Gegevens over de invorderingen door de lidstaten zijn ook opgenomen in het jaarverslag over de tenuitvoerlegging van de Structuurfondsen.

H) Intern beleid, met inbegrip van onderzoek (werkdocument van de Commissie, punten 26-32)

Het voornaamste risico ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderzoeksuitgaven is dat begunstigden te hoge kosten declareren en dat dit nadien niet wordt ontdekt en gecorrigeerd door de Commissie. Vele fouten op het gebied van wettigheid en regelmatigheid kunnen alleen worden ontdekt (en dus gecorrigeerd) door middel van controles ter plaatse. Om dit probleem aan te pakken, heeft de Commissie haar controlestrategie meer toegespitst op de opsporing en correctie van fouten achteraf, dus nadat de betaling heeft plaatsgevonden. De onderzoeks-DG's hebben hun KP6-controlestrategie ten uitvoer gelegd, die bestaat uit een verhoging van het aantal audits, een nieuwe steekproefstrategie en de correctie van systematische fouten indien deze door dezelfde begunstigde ook bij andere, niet-gecontroleerde contracten werden gemaakt. De auditstrategie wordt over een periode van vier jaar ten uitvoer gelegd. Wegens de meerjarige aard van de controlestrategie van de onderzoeks-DG's kan de doeltreffendheid ervan slechts in de slotfase van de cyclus van het kaderprogramma volledig worden gemeten of geëvalueerd. Voorts werden inspanningen geleverd om de richtsnoeren voor de berekening en rapportage van kosten te vereenvoudigen en te verduidelijken voor begunstigden en certificerende controleurs.

Voor onderwijs- en cultuurprojecten voert de Commissie een herziene toezichtstrategie in die is gebaseerd op de benadering van het "geïntegreerde controlekader". Dit systeem omvat voorafgaande betrouwbaarheidsverklaringen door de nationale autoriteiten voor de periode 2007-2013 en jaarlijkse ex-post betrouwbaarheidsverklaringen over het gebruik van middelen tijdens het voorbije jaar. De follow-up van de aanbevelingen uit systeemcontroles wordt meegenomen in de beoordeling van de door de nationale autoriteiten opgestelde voorafgaande betrouwbaarheidsverklaringen voor de periode 2007-2013. Op deze follow-up wordt voortdurend toezicht uitgeoefend. Bovendien zijn de voorschriften voor de nieuwe onderwijs- en cultuurprogramma's voor de periode 2007-2013 vereenvoudigd en wordt voor de financiering overwegend gewerkt met forfaitaire bedragen en vaste tarieven.

De Commissie neemt passende maatregelen om te voldoen aan de aanbeveling van de Raad met betrekking tot te late betalingen aan begunstigden en het nakomen van de in het Financieel Reglement bepaalde termijnen voor uitgavenverrichtingen. De geleverde inspanningen hebben geleid tot een verhoging van het percentage tijdig uitgevoerde betalingen. Deze kwestie wordt nauwlettend gevolgd en krijgt de hoogste prioriteit om verdere verbeteringen tot stand te kunnen brengen.

I) Externe acties (werkdocument van de Commissie, punten 33-35)

De Commissie heeft een reeks maatregelen genomen die gericht zijn op verbetering van de systemen om de wettigheid en de regelmatigheid van de uitgaven voor externe acties op het niveau van de uitvoerende organisaties te waarborgen: gestandaardiseerde criteria voor toezicht op de uitgaven voor subsidieovereenkomsten en dienstencontracten op basis van vergoedingen (verplicht sinds februari 2006), nieuwe gestandaardiseerde criteria voor financiële en systeemcontroles (verplicht sinds oktober 2007), jaarlijkse consolidatie van de resultaten van de externe audits in een syntheseverslag om tot een typologie van bevindingen en corrigerende maatregelen te komen, ontwikkeling van CRIS-controle die moet resulteren in een betere verslaglegging over de controleresultaten.

Op het vlak van humanitaire hulpverlening is de verhouding tussen controles op de hoofdzetel en ter plaatse aan een evaluatie onderworpen. Deze verhouding moet binnen de context van een algemene controlestrategie worden bezien. Het aantal controles ter plaatse is in 2007 tot 37 gestegen, komende van 20 in 2006.

J) Pretoetredingsstrategie (werkdocument van de Commissie, punten 36-38)

De Commissie blijft nauwlettend toezien op de nationale toezicht- en controlesystemen voor uitgaven uit hoofde van de pretoetredingsprogramma's en moedigt waar nodig de begunstigde landen sterk aan om maatregelen te nemen om onbevredigende situaties te corrigeren. Wat het Sapardprogramma betreft, heeft de Commissie haar controles en de follow-up versterkt, zoals door de Raad werd aanbevolen. De afsluiting van de Sapardprogramma's heeft plaatsgevonden op basis van het verzoek tot betaling van het eindsaldo, het besluit met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen en het eindverslag over de tenuitvoerlegging.

K) Administratieve uitgaven (werkdocument van de Commissie, punten 39-46)

OIB en OIL hebben specifieke controlemaatregelen genomen om het beheer van de overheidsopdrachten te verbeteren, zoals in het antwoord van de Commissie op het jaarverslag 2006 van de Rekenkamer is vermeld. Voor onroerendgoedopdrachten is het gebruik van onderhandelingsprocedures toegestan overeenkomstig artikel 126, lid 1, onder h), van de uitvoeringsvoorschriften.

Wat de pensioenaansprakelijkheid van de Gemeenschappen betreft, heeft de Commissie zoals gevraagd de cijfergegevens en de ramingen bij de voorstelling van het VOB in het begrotingscomité van de Raad op 10 juni 2008 voorgelegd en zijn op 13 juni 2008 aanvullende documenten ingediend. Voortaan zal dit deel uitmaken van de standaardpresentatie.

Wat de agentschappen betreft, heeft de Commissie op 9 juli 2008 de herziening van de financiële kaderregeling[1] goedgekeurd. Daarin zijn bepalingen opgenomen die de verplichting aanscherpen voor de agentschappen om bij hun verzoeken om betaling zorgvuldige ramingen van hun reële behoeften aan kasmiddelen over het gehele jaar te voegen, teneinde onnodige bewegingen van kasmiddelen te voorkomen. Dit moet de Commissie in staat stellen de kassaldi van de agentschappen meer van nabij te volgen en resulteren in een strakkere planning en meer transparantie, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van 13 juli 2008.

De agentschappen zijn onafhankelijke communautaire organen die juridisch en financieel volledig verantwoordelijk zijn voor het beheer van hun eigen middelen. Binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden heeft de Commissie steun verleend en zal zij steun blijven verlenen aan de agentschappen om hen in staat te stellen gebruik te maken van de deskundigheid, ervaring en bijstand van de Commissie op het vlak van financieel beheer.

Voorts zal een horizontale evaluatie worden opgestart naar aanleiding van de mededeling van de Commissie "Europese agentschappen – Verdere ontwikkelingen" van maart 2008. In het kader van de beoordeling zal onder andere het effect van de agentschappen op de interne organisatie en activiteiten van de Commissie worden geëvalueerd. De interinstitutionele werkgroep die de Commissie voorstelt samen met het Europees Parlement en de Raad op te richten, zal onder andere meewerken aan de vaststelling van de doelstelling en de reikwijdte van deze horizontale beoordeling. De Commissie is voornemens tegen 2009-2010 verslag uit te brengen over de resultaten van deze evaluatie.

L) Financiële instrumenten en bankactiviteiten (werkdocument van de Commissie, punten 47-48)

Wat betreft het beheer van de bancaire maatregelen in het Middellandse Zeegebied in het kader van de MEDA-verordening, hebben de door de Rekenkamer vastgestelde tekortkomingen betrekking op het verleden. Zij zijn inmiddels gecorrigeerd. Er worden nieuwe onderhandelingen over de beheersovereenkomst gevoerd tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB).

II. SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER ( werkdocument van de Commissie, punten 49-63 )

De Raad heeft een reeks aanbevelingen gedaan aan de Commissie met betrekking tot de speciale verslagen die door de Rekenkamer in 2006 en 2007 zijn uitgebracht. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen zijn te vinden in het werkdocument van de Commissie (punten 49-63).

III . EUROPESE ONTWIKKELINGSFONDSEN ( werkdocument van de Commissie, punten 64-66 )

De Commissie heeft nota genomen van de aanbevelingen van de Raad in verband met de Europese Ontwikkelingsfondsen. Wat de rekeningen betreft, zal de boekhoudkundige organisatie, en in het bijzonder de afsluiting van rekeningen, na de migratie van OLAS naar CRIS, geautomatiseerd worden. Niettegenstaande de afsluitingen handmatig in OLAS worden uitgevoerd, vindt er toch een groot aantal daadwerkelijke controles plaats om fouten te voorkomen.

Wat de budgettaire steun betreft, bevestigt de Commissie dat zij erop toeziet dat bij de procedures voor het verlenen van budgettaire steun en voorafgaand aan het vrijgeven van middelen wordt voldaan aan de voorwaarden die in de Overeenkomst van Cotonou en de financieringsbepalingen zijn opgenomen.

Gegevens met betrekking tot het risicobeheer, de analyse van het internecontrolesysteem en de controle op de verrichtingen zijn opgenomen in het jaarlijks activiteitenverslag van EuropeAid 2007.

* * *

[1] Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.