This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007PC0122
Proposal for a Council Regulation amending Regulation (EC) No 1290/2005 on the financing of the common agricultural policy
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
/* COM/2007/0122 def. - CNS 2007/0045 */
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid /* COM/2007/0122 def. - CNS 2007/0045 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 20.3.2007 COM(2007) 122 definitief 2007/0045 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (door de Commissie ingediend) TOELICHTING ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL - Motivering en doel van het voorstel Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 van de Raad van 13 december 2006 is in het Financieel Reglement de bepaling opgenomen dat informatie over de begunstigden van begrotingsmiddelen van de Gemeenschap moet worden bekendgemaakt, waarbij is bepaald dat de benodigde nadere regelingen moeten worden vastgesteld in het kader van de relevante sectorale verordeningen. Om uitvoering aan deze laatste verplichting te geven, moet Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden gewijzigd. Voorts moet een aantal hangende problemen met betrekking tot een doeltreffende toepassing van die verordening worden aangepakt. Daarom heeft het bijgaande voorstel tot doel de volgende kwesties te regelen: 1. Bekendmaking van informatie over de begunstigden van ELGF- en ELFPO-financiering In dit verband wordt voorgesteld de volgende beginselen te hanteren: - wat de ELGF-uitgaven betreft, worden de ontvangen bedragen uitgesplitst tussen de rechtstreekse betalingen en de overige financiering; - wat de ELFPO-uitgaven betreft, wordt alleen het totale bedrag aan overheidsfinanciering per begunstigde bekendgemaakt; - de betrokken gegevens worden per begrotingsjaar achteraf bekendgemaakt; - de bekendmaking betreft de ELFPO-uitgaven vanaf 1 januari 2007 en de ELGF-uitgaven vanaf 16 oktober 2007; - de gegevens zullen op nationaal niveau door de lidstaten worden bekendgemaakt. De nadere regeling dient te worden opgenomen in door de Commissie vast te stellen uitvoeringsbepalingen. In bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)[1] is bepaald dat vanaf 2008 door de beheersautoriteiten van de lidstaten ten minste jaarlijks, elektronisch of anderszins, moeten worden bekendgemaakt: een lijst van de begunstigden die steun ontvangen in het kader van het programma voor plattelandsontwikkeling, de namen van de betrokken concrete acties en de voor die acties toegekende bedragen aan overheidssteun. Op grond van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1995/2006 geldt nu echter een eerdere begindatum voor de bekendmaking van die gegevens, aangezien deze verordening de bekendmaking achteraf voorschrijft van degenen die in de periode vanaf 1 januari 2007 begunstigde van het genoemde Fonds zijn. 2. Verlaging en schorsing van de maandelijkse en de tussentijdse betalingen aan de lidstaten Het huidige mechanisme van de artikelen 17 en 27 is niet adequaat genoeg voor het aanpakken van een situatie waarin essentiële onderdelen van een nationaal controlesysteem over een lange periode niet bestaan of niet doeltreffend zijn zonder dat in de onmiddellijke toekomst een oplossing beschikbaar zal zijn. Daarom wordt voorgesteld een nieuw mechanisme in te voeren dat het de Commissie mogelijk zou maken, maar niet ertoe zou verplichten, betalingen te verlagen of te schorsen. Dit mechanisme zou slechts in werking kunnen worden gesteld indien aan alle hierna genoemde voorwaarden is voldaan: - de Commissie heeft voor dezelfde maatregel reeds twee financiële correcties om dezelfde reden opgelegd; - een of meer essentiële onderdelen van het betrokken controlesysteem bestaan niet of zijn niet doeltreffend als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen; - de Commissie is van mening dat de lidstaat haar aanbeveling om de situatie te verhelpen niet heeft uitgevoerd en dat hij de betrokken tekortkomingen niet in de onmiddellijke toekomst kan of zal verhelpen. Voordat wordt verlaagd of geschorst, zou aan de lidstaat een "waarschuwingsbrief" worden toegezonden. De beschikking zou gedurende een door de Commissie te bepalen periode gelden voor de betalingen die na die beschikking worden gedaan, zonder dat de procedure elke maand hoeft te worden herhaald. 3. Wijziging van artikel 31, lid 5, van de verordening (uitzonderingen op de zogenoemde 24-maandenregel) Op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89 moeten de lidstaten bepaalde GLB-uitgaven aan nacontroles onderwerpen. Een letterlijke interpretatie van de bij artikel 31, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 vastgestelde 24-maandenregel maakt het de Commissie onmogelijk de lidstaten financiële correcties op te leggen in het geval dat deze hun verplichtingen in het kader van de eerstgenoemde verordening niet nakomen, doordat daarvoor na de door de lidstaat verrichte controles te weinig tijd overblijft. Daarom wordt voorgesteld artikel 31, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zo te wijzigen dat de Commissie over een redelijke termijn kan beschikken om te onderzoeken of de lidstaten aan hun controleverplichtingen in het kader van Verordening (EEG) nr. 4045/89 hebben voldaan, en om zo nodig financiële correcties op te leggen. 4. Uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie op grond van artikel 42 Voorgesteld wordt dit artikel aan te passen om het de Commissie mogelijk te maken uitvoeringsbepalingen vast te stellen voor alle in Verordening (EG) nr. 1290/2005 opgenomen voorschriften. Nu in die verordening een nieuw artikel over doorzichtigheid wordt opgenomen, verdient het bovendien aanbeveling in het artikel over de uitvoeringsbevoegdheden rechtstreeks naar die doorzichtigheidsbepalingen te verwijzen om de Commissie te machtigen nadere regels voor de toepassing ervan vast te stellen. 5. Technische aanpassingen Ten slotte wordt voorgesteld enkele kleinere technische problemen op te lossen die zijn geconstateerd en die hoofdzakelijk betrekking hebben op de samenhang tussen het financiële beheer van het ELFPO en het financiële beheer van de Structuurfondsen en op de financiering van de interventiemaatregelen in het geval dat geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld. - Algemene context De maandelijkse en de tussentijdse betalingen kunnen reeds op grond van de bestaande regelgeving worden verlaagd. In het licht van de specifieke situatie waarop het bijgaande voorstel betrekking heeft, is er echter aanleiding om voor een betere regeling te zorgen. Wat doorzichtigheid betreft, vereisen nieuwe ontwikkelingen in de regelgeving een aanpassing van de verordening. - Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De artikelen 17, 27 en 42 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad;artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;artikel 30, lid 3, en artikel 53 ter van Verordening (EG) nr. 1605/2002 van de Raad. - Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING - Raadpleging van belanghebbende partijen Niet relevant omdat het voorstel in wezen betrekking heeft op de verhoudingen tussen de lidstaten en de Commissie. - Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. - Effectbeoordeling Om een bestaande verordening van de Raad te wijzigen, moet een verordening van de Raad worden vastgesteld. De andere mogelijkheden die worden genoemd, zijn niet geschikt voor dat doel omdat zij niet dezelfde rechtsgevolgen hebben. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL - Samenvatting van de voorgestelde maatregelen - Invoering van regelgeving op het gebied van doorzichtigheid, - een nieuw mechanisme om in een specifieke situatie de maandelijkse en tussentijdse betalingen van GLB-gelden aan de lidstaten te verlagen, - een betere toepasbaarheid van financiële correcties wat de controles na de betaling betreft, - technische aanpassingen. - Rechtsgrondslag Artikel 37, lid 2, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. - Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. - Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De wijziging met betrekking tot verlagingen maakt een procedure mogelijk die grotendeels overeenstemt met de bestaande procedures. Wat doorzichtigheid betreft, is het voorstel tamelijk eenvoudig gehouden en sluit het aan bij het akkoord tussen de lidstaten over dit onderwerp. Voor het overige zouden de wijzigingen een betere uitvoering van Verordening (EG) nr. 1290/2005 mogelijk maken. Van een administratieve last voor de regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en de burgers is geen sprake. De administratieve last voor de lidstaten en de Gemeenschap zal minimaal zijn en de financiële last zal niet groter zijn dan van tevoren. Doorzichtigheid vergt een extra inspanning van de lidstaten en de Gemeenschap. - Keuze van instrumenten Voorgesteld instrument: verordening. Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening van de Raad is nodig omdat de wijzigingen een verordening van de Raad betreffen. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. AANVULLENDE INFORMATIE - Intrekking van bestaande wetgeving Neen. Op te merken valt evenwel dat de Commissie een soortgelijke wijziging van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 als een van de wijzigingen die in artikel 1, punt 8, van het bijgaande voorstel zijn opgenomen, heeft voorgesteld in haar voorstel voor een verordening van de Raad houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005[2], welk laatste voorstel dus in dit opzicht door dit nieuwe voorstel wordt vervangen. 2007/0045 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, lid 2, derde alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[3], Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, Overwegende hetgeen volgt: 1. Voor de interventiemaatregelen waarvoor geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld in het kader van de gemeenschappelijke marktordening, dienen uitvoeringsbepalingen te worden vastgesteld die met name betrekking hebben op de wijze van vaststelling van de te financieren bedragen, de financiering van de uitgaven die verband houden met het vastleggen van de voor de aankoop van producten benodigde middelen, en de financiering van de uitgaven die verband houden met de opslag en eventueel de verwerking van producten. 2. Gezien de aard van de maatregelen en programma's die vallen onder Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied[4], dient te worden bepaald dat in deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen met de uitvoering van dergelijke maatregelen en programma's gemoeide administratieve en personeelskosten kunnen worden gefinancierd door het ELGF. 3. Bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad[5] is de procedure vastgesteld die de Commissie moet volgen om te besluiten tot verlaging of schorsing van maandelijkse betalingen. Bij artikel 27 van die verordening is de procedure vastgesteld die moet worden gevolgd om te besluiten tot verlaging of schorsing van tussentijdse betalingen. 4. In artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de Commissie bij beschikking over de aan communautaire financiering te onttrekken bedragen beslist wanneer zij constateert dat de betrokken uitgaven niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht. In het kader van de procedure die tot onttrekking aan communautaire financiering leidt, doet de Commissie, om de situatie te verhelpen, de betrokken lidstaat aanbevelingen over de wijze waarop de communautaire regelgeving moet worden toegepast. Indien de lidstaat die aanbevelingen niet opvolgt, geeft de Commissie verdere beschikkingen tot uitsluiting van uitgaven. Bovendien kan het in bepaalde gevallen vast komen te staan dat die aanbevelingen niet in de onmiddellijke toekomst zullen of kunnen worden uitgevoerd. 5. Onder dergelijke omstandigheden beschermt de mogelijkheid tot verlaging of schorsing van maandelijkse of tussentijdse betalingen waarin de artikelen 17 en 27 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 momenteel voorzien, het financiële belang van de Gemeenschap niet afdoende. In dit verband wordt het nuttig geacht te zorgen voor een nieuwe procedure die het de Commissie mogelijk maakt om in specifieke situaties betalingen op doeltreffender wijze te verlagen of te schorsen. 6. Een voorafgaande verlaging of schorsing van betalingen op landbouwgebied zou ernstige financiële gevolgen kunnen hebben voor de betrokken lidstaat. In vergelijking met de procedure voor een beschikking inzake een conformiteitsgoedkeuring beschikt de lidstaat bovendien slechts over beperkte mogelijkheden om zijn standpunt tegenover de Commissie te verdedigen. Om deze redenen dient de nieuwe procedure voor de verlaging of schorsing van betalingen slechts te worden gebruikt in het geval dat een of meer essentiële onderdelen van het betrokken nationale controlesysteem niet bestaan of niet doeltreffend zijn als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen. 7. Verduidelijkt dient te worden in welke gevallen een tussentijdse declaratie van uitgaven ten laste van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) niet ontvankelijk is. 8. Op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw en houdende intrekking van Richtlijn 77/435/EEG[6] moeten de lidstaten bepaalde in het begrotingsjaar "n" in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid verrichte uitgaven aan nacontroles onderwerpen gedurende de periode van 1 juli n+1 tot en met 30 juni n+2. Het verslag aan de Commissie over de controleactiviteiten in die periode hoeft pas aan het einde van het jaar n+2 te worden ingediend. 9. De bij artikel 31, lid 4, vastgestelde beperking in de tijd voor de beschikkingen inzake een conformiteitsgoedkeuring maakt het voor de Commissie in feite onmogelijk om bij beschikking te besluiten tot onttrekking aan communautaire financiering in het geval dat een lidstaat niet voldoet aan zijn controleverplichtingen op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89. Om dit probleem te verhelpen, dient de beperking in de tijd niet te gelden voor niet-nakomingen van de controleverplichtingen van de lidstaten op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89, op voorwaarde dat de Commissie op het verslag van de lidstaten reageert binnen twaalf maanden na ontvangst van dat verslag. 10. Aangezien het niet nodig is dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van hun besluit of voornemen met betrekking tot de wijze waarop zij geannuleerde geldmiddelen opnieuw zullen gebruiken en het financieringsplan voor het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling zullen wijzigen, dient artikel 33, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 te worden geschrapt. 11. Om de overgangsbepalingen voor de afdeling Oriëntatie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) af te stemmen op de nieuwe bepalingen die gelden voor de nieuwe programmeringsperiode van de Structuurfondsen, dient artikel 40, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zo te worden gewijzigd dat dit lid in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999[7]. 12. De rechtsgrondslag voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1290/2005 moet worden verduidelijkt. Met name dient de Commissie uitvoeringsbepalingen te kunnen vaststellen met betrekking tot de bekendmaking van informatie over de begunstigden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de interventiemaatregelen waarvoor geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld in het kader van de gemeenschappelijke marktordening, en de kredieten die zijn overgedragen om uitgaven zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder c), van die verordening te financieren. 13. In het kader van de herziening van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[8] zijn in die verordening artikel 30, lid 3, en artikel 53 ter, lid 2, onder d), betreffende de jaarlijkse bekendmaking achteraf van de begunstigden van begrotingsmiddelen opgenomen ter uitvoering van het Europees transparantie-initiatief. De middelen voor die bekendmaking moeten worden verschaft door sectorale verordeningen. Zowel het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) als het ELFPO maakt deel uit van de begroting van de Europese Gemeenschappen en financiert uitgaven in het kader van een tussen de lidstaten en de Gemeenschap gedeeld beheer. Daarom dienen voorschriften te worden vastgesteld voor de bekendmaking van informatie over de begunstigden van die Fondsen. Daartoe moeten de lidstaten zorgen voor een jaarlijkse bekendmaking achteraf van deze begunstigden en van de per begunstigde uit elk van die Fondsen ontvangen bedragen. 14. Het voor het publiek toegankelijk maken van deze informatie vergroot de doorzichtigheid wat het gebruik van communautaire middelen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid betreft en bevordert een goed financieel beheer van de genoemde Fondsen, met name door de publieke controle op de bestede gelden te versterken. Gezien het doorslaggevende belang van de nagestreefde doeleinden, is het in het licht van het evenredigheidsbeginsel en de vereiste bescherming van de persoonsgegevens gerechtvaardigd om te voorzien in algemene bekendmaking van de relevante informatie, aangezien zulks niet verder gaat dan wat in een democratische samenleving en ter voorkoming van onregelmatigheden noodzakelijk is. 15. Verordening (EG) nr. 1290/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 1290/2005 wordt als volgt gewijzigd: 1) Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd: "3. Wanneer voor een interventiemaatregel geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld in het kader van de gemeenschappelijke marktordening, financiert het ELGF die maatregel op basis van voor de hele Gemeenschap geldende forfaitaire bedragen, met name voor de van de lidstaten afkomstige middelen die worden gebruikt voor de aankoop van producten, voor de materiële verrichtingen in verband met de opslag van interventieproducten en, in voorkomend geval, voor de verwerking van dergelijke producten. De respectieve lasten en kosten worden berekend volgens de in artikel 41, lid 3, bedoelde procedure.". 2) Aan artikel 13 wordt de volgende alinea toegevoegd: "In deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen geldt de eerste alinea niet voor onder Beschikking 90/424/EEG van de Raad vallende maatregelen en programma's.". 3) Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd: "Artikel 17 bis Verlaging en schorsing van de maandelijkse betalingen in specifieke gevallen 1. Onverminderd artikel 17 kan de Commissie overeenkomstig de leden 2 en 3 van het onderhavige artikel bij beschikking besluiten om de in artikel 14 bedoelde maandelijkse betalingen gedurende een in de beschikking te bepalen periode te verlagen of te schorsen. 2. De maandelijkse betalingen kunnen worden verlaagd of geschorst indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a) om dezelfde redenen heeft de Commissie reeds door middel van ten minste twee beschikkingen zoals bedoeld in artikel 31 beslist om uitgaven van de betrokken lidstaat voor dezelfde maatregel aan communautaire financiering te onttrekken; b) de reden voor de onder a) bedoelde onttrekking is dat een of meer essentiële onderdelen van het betrokken nationale controlesysteem niet bestaan of als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen niet doeltreffend zijn; c) de Commissie concludeert dat de betrokken lidstaat haar aanbevelingen om de situatie te verhelpen niet heeft uitgevoerd en niet in staat is om zulks in de onmiddellijke toekomst te doen. 3. Alvorens de in lid 1 bedoelde beschikking te geven, stelt de Commissie de betrokken lidstaat van haar voornemen in kennis en verzoekt zij hem te reageren binnen een termijn die zij vaststelt naargelang van de ernst van het probleem en die in de regel niet minder dan 30 dagen mag bedragen. Het percentage waarmee de maandelijkse betalingen kunnen worden verlaagd of geschorst, is gelijk aan het percentage dat de Commissie heeft vastgesteld in haar jongste beschikking zoals bedoeld in lid 2, onder a).". 4) In artikel 26 wordt lid 4 vervangen door: "4. Indien een van de in lid 3 genoemde voorwaarden niet is vervuld, deelt de Commissie dit onmiddellijk mee aan het erkende betaalorgaan en, in het geval dat een coördinerende instantie is aangewezen, ook aan deze instantie. Indien een van de in lid 3, onder a) of c), genoemde voorwaarden niet is vervuld, is de uitgavendeclaratie niet ontvankelijk.". 5) Het volgende artikel 27 bis wordt ingevoegd: "Artikel 27 bis Verlaging en schorsing van de tussentijdse betalingen in specifieke gevallen Artikel 17 bis is van overeenkomstige toepassing voor de verlaging en schorsing van de in artikel 26 bedoelde tussentijdse betalingen.". 6) Aan artikel 31, lid 5, wordt het volgende punt c) toegevoegd: "c) niet-nakomingen door de lidstaten van hun verplichtingen op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad*, op voorwaarde dat de Commissie de lidstaat schriftelijk van de bevindingen van haar onderzoek in kennis stelt binnen twaalf maanden na ontvangst van het verslag van de lidstaat over de resultaten van zijn controles van de betrokken uitgaven. * PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18.". 7) In artikel 33, lid 4, wordt de tweede alinea geschrapt. 8) In artikel 40 wordt lid 1 vervangen door: "1. In afwijking van artikel 31, lid 2, artikel 32, lid 4, en artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad* geldt voor de bedragen die zijn vastgelegd voor medefinanciering uit de afdeling Oriëntatie van het EOGFL van bijstandspakketten die tussen 1 januari 2000 en 31 december 2006 door de Commissie zijn goedgekeurd, dat de delen van die bedragen waarvoor de gecertificeerde staat van de daadwerkelijk betaalde uitgaven, het eindverslag over de uitvoering en de in artikel 38, lid 1, onder f), van die verordening bedoelde verklaring niet binnen 15 maanden na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven zoals vastgesteld in de beschikking tot toekenning van een bijdrage uit de Fondsen bij de Commissie zijn ingediend, uiterlijk zes maanden na afloop van die termijn door de Commissie ambtshalve worden doorgehaald, wat aanleiding geeft tot terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen. * PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.". 9) Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd: a) in het inleidende gedeelte wordt de tweede zin vervangen door: "Bij die bepalingen worden met name vastgesteld:"; b) punt 1 wordt vervangen door: "1. de voorwaarden voor de erkenning van de betaalorganen en voor de specifieke erkenning van de coördinerende instanties, hun respectieve functies, de vereiste informatie en de nadere bepalingen voor het beschikbaar stellen of de toezending ervan aan de Commissie; "; c) de volgende punten 8 bis, 8 ter en 8 quater worden ingevoegd: "8 bis . de uitvoeringsbepalingen inzake de financiering en boekhoudkundige verantwoording van de maatregelen voor interventie in de vorm van opslag en inzake de andere uit het ELGF en het ELFPO gefinancierde uitgaven; 8 ter . de uitvoeringsbepalingen betreffende de bij artikel 44 bis vastgestelde verplichting van de lidstaten om informatie over de begunstigden bekend te maken, met inbegrip van aspecten van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens; 8 quater . de voorwaarden en uitvoeringsbepalingen die gelden voor de kredieten die zijn overgedragen ter financiering van de in artikel 3, lid 1, onder c), bedoelde uitgaven;". 10) Het volgende artikel 44 bis wordt ingevoegd: "Artikel 44 bis Bekendmaking van de begunstigden Overeenkomstig artikel 53 ter, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 1605/2002 zorgen de lidstaten voor een jaarlijkse bekendmaking achteraf van de begunstigden van het ELGF en het ELFPO en van de per begunstigde uit elk van die Fondsen ontvangen bedragen. De bekendmaking omvat ten minste: a) voor het ELGF, het bedrag, uitgesplitst tussen de rechtstreekse betalingen in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de overige uitgaven; b) voor het ELFPO, het totale bedrag aan overheidsfinanciering per begunstigde.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Punt 10 van artikel 1 is van toepassing voor de op of na 16 oktober 2007 verrichte ELGF-uitgaven en voor de op of na 1 januari 2007 verrichte ELFPO-uitgaven. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter [1] PB L 368 van 23.12.2006, blz. 15. [2] COM(2006) 241 definitief. [3] PB C … van …, blz. …. [4] PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/965/EG (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 22). [5] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42). [6] PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2154/2002 (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 4). [7] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25. [8] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).