This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006XG1027(02)
Reply by the Council Presidency and the Commission to the letter from the USA's Department of Homeland Security
Antwoord van het Voorzitterschap van de Raad en van de Commissie op de brief van het Department of Homeland Security (ministerie van Binnenlandse Veiligheid) van de Verenigde Staten van Amerika
Antwoord van het Voorzitterschap van de Raad en van de Commissie op de brief van het Department of Homeland Security (ministerie van Binnenlandse Veiligheid) van de Verenigde Staten van Amerika
PB C 259 van 27.10.2006, p. 4–4
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
27.10.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 259/4 |
Antwoord van het Voorzitterschap van de Raad en van de Commissie op de brief van het Department of Homeland Security (ministerie van Binnenlandse Veiligheid) van de Verenigde Staten van Amerika
(2006/C 259/02)
„Stewart Baker |
Assistant Secretary for Policy |
U.S. Department for Homeland Security |
Washington DC 20528 |
Beste Stewart,
Op 11 oktober 2006 hebben we via elektronische post je brief aan het voorzitterschap van de Raad en de Commissie ontvangen waarin de interpretatie van een aantal bepalingen uit de op 11 mei 2004 door het DHS aangegane verbintenissen inzake de overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen nader wordt toegelicht.
We hebben kennis genomen van de inhoud van je brief, en willen hierbij andermaal wijzen op het belang dat de EU en haar lidstaten hechten aan de eerbiediging van de grondrechten, met name de bescherming van persoonsgegevens.
Op grond van de toezeggingen van het DHS om de Verbintenissen te blijven toepassen gaat de EU er vanuit dat het DHS een met het oog op de toepassing van de overeenkomst adequaat niveau van gegevensbescherming garandeert.
Hoogachtend,
Irma ERTMAN
Jonathan FAULL”