This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006PC0492
Amended proposal for a Decision of the European Parliament and of the Council concerning the European Year of Intercultural Dialogue (2008) (presented by the Commission in accordance with Article 250 paragraph 2 of the Treaty)
Gewijzigd voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)
Gewijzigd voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)
/* COM/2006/0492 def. - COD 2005/0203 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 5.9.2006 COM(2006) 492 definitief 2005/0203 (COD) Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) TOELICHTING 1. Achtergrond 1.1. Indiening van het voorstel van de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad (COM(2005) 467 definitief) overeenkomstig artikel 251 van het Verdrag: 6 oktober 2005. Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 20 april 2006 (SOC/226). Advies van het Comité van de Regio’s: 27 april 2006 (CDR/44/2006). Algemene oriëntatie van de Raad: 18 mei 2006 (in afwachting van de eerste lezing van het Europees Parlement) Wetgevingsadvies (eerste lezing) van het Europees Parlement: 1 juni 2006 (T6-0234/2006). 2. Doel van het voorstel van de Commissie 2.1 Motivering van het voorstel Het voorstel is gebaseerd op artikel 151 van het Verdrag en is bedoeld om 2008 uit te roepen tot het Europees Jaar van de interculturele dialoog. De interculturele dialoog houdt nauw verband met de fundamentele ambitie die aan de opbouw van Europa ten grondslag ligt, namelijk om de volkeren van Europa nader tot elkaar te brengen. Daarom moet er in de hele EU prioriteit aan worden gegeven Europese burgers, en alle inwoners van de EU, op te roepen zich in te zetten voor het beheer van onze diversiteit, die wordt verrijkt door migratiestromen, door grotere mobiliteit en door veranderingen en nieuwe impulsen als gevolg van de mondialisering. De interculturele dialoog is bovendien een middel dat de verwezenlijking van een aantal strategische prioriteiten van de Europese Unie kan vergemakkelijken. Een Europees Jaar gewijd aan de interculturele dialoog vormt een unieke gelegenheid om de burgers van deze prioriteit bewust te maken en ze erbij te betrekken. Het is bedoeld om een impuls te geven aan een duurzaam langetermijnproces. 2.2 De algemene doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog zijn: - bevordering van de interculturele dialoog als een proces waarin allen die in de Europese Unie wonen beter kunnen gaan functioneren in een meer open, maar tegelijkertijd complexere culturele omgeving, waarbij in de verschillende lidstaten en in elke lidstaat verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen naast elkaar bestaan; - bewustmaking van allen die in de Europese Unie wonen, en jongeren in het bijzonder, van het belang van de ontwikkeling van actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit, op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie zoals neergelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; - benadrukking van de bijdrage van de diverse culturen aan en de uitingen van culturele diversiteit in het erfgoed en de leefwijzen van de lidstaten van de Europese Unie; - bevordering van de rol van het onderwijs als belangrijk kader om te leren over diversiteit en andere culturen en om vaardigheden en beste sociale praktijken te ontwikkelen, en benadrukking van de centrale rol van de media bij het uitdragen van het gelijkheidsbeginsel en het bevorderen van het wederzijdse begrip. 3. Begrotingstoewijzing Het oorspronkelijk voorgestelde budget van 10 miljoen euro is niet gewijzigd. De toewijzing van de financiële middelen is wel aangepast. In het oorspronkelijke voorstel van de Commissie werd 4,5 miljoen euro voor voorlichtings- en promotiecampagnes uitgetrokken, 2,4 miljoen euro voor acties op communautair niveau, 2,5 miljoen euro voor acties op nationaal niveau en 0,6 miljoen euro voor studies. In amendement 37 van het Europees Parlement worden de uitgaven voor voorlichtings- en promotiecampagnes sterk teruggebracht, tot 20% van het totale budget (d.w.z. van 4,5 miljoen naar 2 miljoen euro). De algemene oriëntatie van de Raad voorziet in een toewijzing van 4 miljoen euro (40%) voor communicatie en studies en 3 miljoen euro (30%) voor zowel acties op communautair als acties op nationaal niveau, hetgeen een evenwichtig compromis is dat de Commissie kan steunen. 4. Overzicht van amendementen 4.1. Amendementen van het Europees Parlement 4.1.1 Op 1 juni 2006 heeft het Parlement in eerste lezing 46 amendementen aangenomen. In het herziene voorstel zijn er daarvan 31 als zodanig of inhoudelijk overgenomen. Veruit de meeste van deze amendementen betreffen redactionele verbeteringen van de ontwerpbeschikking, doordat verwezen wordt naar de desbetreffende beleidsmaatregelen of processen. 4.1.2 De volgende als zodanig of inhoudelijk aanvaarde amendementen betreffen meer wezenlijke veranderingen, die rechtstreeks betrekking hebben op de inhoud of uitvoering van het Europees Jaar. Amendement 5 benadrukt de cultuur- en onderwijsdimensie van de vernieuwde Lissabonstrategie en benadrukt dat informatie moet worden verschaft over gelijke kansen en non-discriminatie in de Europese Unie. Amendement 7 benadrukt de noodzaak van gestructureerde samenwerking met het maatschappelijk middenveld. De amendementen 8 en 9 betreffen de gelijkheid van man en vrouw. De amendementen 11 en 34 vermelden expliciet de Raad van Europa en de Unesco als internationale organisaties waarmee de EU in het kader van het Europees Jaar kan samenwerken. Amendement 14 verduidelijkt het begrip interculturele dialoog in de context van het Europees Jaar. De amendementen 15 en 25 betreffen een verwijzing naar religieuze diversiteit. De amendementen 19 en 39 benadrukken het belang van het onderwijs bij de bevordering van de interculturele dialoog. Amendement 22 benadrukt de betekenis van de interculturele dialoog in het dagelijks leven. De amendementen 27 en 30 benadrukken het regionale en lokale niveau. De amendementen 28 en 42 benadrukken de noodzaak van overleg met grensoverschrijdende netwerken en het maatschappelijk middenveld bij de evaluatie van het Europees Jaar. Amendement 29 benadrukt het verband tussen het Europees Jaar van de interculturele dialoog en het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007). Amendement 47 (betreffende een nieuw artikel 2 bis) neemt een bepaling over “deelname aan de actie” op, waarin de rol van het maatschappelijk middenveld, de media, de steden en de plaatselijke overheid wordt benadrukt. 4.2. Amendementen van de Raad 4.2.1 De meeste amendementen van de algemene oriëntatie van de Raad zijn in het gewijzigde voorstel overgenomen om een snelle goedkeuring door de Raad te bevorderen. Over deze wijzigingen is op 12 juli 2006 tijdens een tripartiete vergadering overlegd. Wat de toewijzing van de financiële middelen betreft, steunt de Commissie de door het Comité culturele zaken van de Raad voorgestelde uitsplitsing, aangezien die een goed compromis vormt tussen het oorspronkelijke voorstel van de Commissie en het verslag van het Europees Parlement. 5. CONCLUSIES 5.1 Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het Verdrag, wijzigt de Commissie haar voorstel als volgt: 2005/0203 (COD) Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 151, lid 5, eerste streepje, Gezien het voorstel van de Commissie[1], Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[2], Gezien het advies van het Comité van de Regio’s[3], Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag[4], Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap heeft de Gemeenschap tot taak een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa tot stand te brengen en bij te dragen tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten, onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid, maar tegelijkertijd ook de nadruk leggend op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed. (2) Het aantal interacties tussen de Europese burgers en allen die in de Europese Unie wonen enerzijds en de diverse culturen, talen, etnische groepen en religies zowel binnen als buiten Europa anderzijds, neemt toe als gevolg van de opeenvolgende uitbreidingen van de Europese Unie, de toegenomen mobiliteit door het ontstaan van de interne markt, oude en nieuwe migratiestromen en de toenemende uitwisselingen met de rest van de wereld in het kader van het handelsverkeer, het onderwijs, vakanties en de mondialisering in het algemeen. (3) De Europese burgers en allen die tijdelijk of permanent in de EU wonen, moeten daarom de nodige kennis, kwalificaties en vaardigheden kunnen verwerven om in een meer open, maar tegelijkertijd complexere omgeving te kunnen functioneren en met de daaraan verbonden moeilijkheden en spanningen te kunnen omgaan, zodat zij de kansen kunnen grijpen die een dergelijke samenleving hun zich volledig te kunnen ontplooien in een diverse, pluralistische, solidaire en dynamische samenleving in Europa en elders in de wereld te bieden heeft . (4) De interculturele dialoog neemt in het Europese project een centrale plaats in en blijkt het middel bij uitstek om de burgers in staat te stellen de complexe realiteit van onze samenlevingen te beheersen en deze samenlevingen een nieuwe impuls te geven. daarom is het belangrijk dat middelen voor de interculturele dialoog en de dialoog tussen de burgers worden aangereikt, teneinde het respect voor culturele diversiteit te vergroten en te leren omgaan met de complexe realiteit van onze samenlevingen en het naast elkaar bestaan van verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen. Voorts moet worden gewezen op de bijdrage van verschillende culturen tot het erfgoed en de leefwijzen in de EU-lidstaten en moet worden erkend dat cultuur en de interculturele dialoog middelen bij uitstek zijn om te leren op harmonieuze wijze met elkaar samen te leven. (5) De interculturele dialoog draagt zo bij tot de verwezenlijking van verschillende strategische doelstellingen van de EU, met name: - door de culturele diversiteit in Europa te respecteren en te bevorderen, het samenleven te verbeteren en door actief Europees burgerschap op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie tot stand te brengen aan te moedigen; - door bij te dragen tot het waarborgen van gelijke kansen en non-discriminatie in de Europese Unie door de uitvoering van de vernieuwde Lissabonstrategie, waarvoor de kenniseconomie behoefte heeft aan mensen die zich aan veranderingen kunnen aanpassen en kunnen profiteren van alle mogelijke innovatiebronnen teneinde de welvaart te vergroten; - door de cultuur- en onderwijsdimensie van deze strategie te benadrukken en aldus de culturele en creatieve sector van de economie in de Europese Unie te stimuleren, waarmee groei en arbeidsplaatsen worden gegenereerd; - door de inzet van de Europese Unie voor solidariteit, sociale rechtvaardigheid, ontwikkeling van de sociale markteconomie, samenwerking en meer samenhang te vergroten onder eerbiediging van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie; - door Europa de Europese Unie in staat te stellen nadrukkelijker aanwezig te zijn op het wereldtoneel en doeltreffende partnerschappen te sluiten met haar buurlanden de landen van haar nabuurschap en zo de zone van stabiliteit en democratie en gemeenschappelijke welvaart tot buiten de Europese Unie uit te breiden en daarmee het welzijn en de veiligheid van de Europese burgers en alle inwoners van de Europese Unie te beïnvloeden doen toenemen. (6) De interculturele dialoog speelt een belangrijke rol in diverse communautaire beleidsmaatregelen en -instrumenten op het gebied van structuurfondsen, onderwijs, een leven lang leren, jongeren, cultuur, burgerschap en sport, gelijkheid van man en vrouw, bestrijding van discriminatie en sociale uitsluiting, levenslang leren, bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, asielbeleid en integratie van immigranten, mensenrechten en duurzame ontwikkeling, audiovisueel beleid en onderzoek. (7) Tegelijkertijd wordt de interculturele dialoog steeds belangrijker in de externe betrekkingen van de Europese Unie, in het bijzonder die met de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten, de Westelijke Balkanlanden, de kandidaat-landen voor een associatieovereenkomst met de EU, en de partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid en andere derde landen, in het bijzonder de ontwikkelingslanden. (7)(8) Bij de verdere ontwikkeling van de interculturele dialoog wordt voortgebouwd op deze uiteenlopende communautaire ervaringen en initiatieven en het is van wezenlijk belang dat gestreefd wordt naar deelname van elke burger, man en vrouw op voet van gelijkheid, iedere lidstaat en de Europese samenleving als geheel, met name door middel van de gestructureerde samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Er wordt bijgedragen tot het tot stand brengen van een Europese identiteit, aangezien het omarmen van verschillen bepalend is voor de diverse aspecten van het gemeenschapsgevoel. (8)(9) Voor de toepassing van deze beschikking heeft “actief Europees burgerschap” niet slechts betrekking op de burgers van de Europese Unie, zoals gedefinieerd in artikel 17 van het EG-Verdrag, maar op allen die permanent of tijdelijk in de Europese Unie wonen. (9)(10) Met de gemeenschappelijke waarden van de Europese Unie worden de waarden bedoeld die zijn neergelegd in artikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. (1011) Er moet worden Het is van essentieel belang dat wordt gezorgd voor complementariteit met en een horizontale aanpak van alle communautaire, nationale, regionale en plaatselijke acties waarbij de interculturele dialoog een belangrijke rol speelt, aangezien het Het Europees Jaar van de interculturele dialoog moet ertoe bijdraagt hun zichtbaarheid en onderlinge samenhang te vergroten en tegelijkertijd bijdragen tot innovatie en tot de horizontale en sectoroverschrijdende dimensie van de benaderingen om de interculturele dialoog te bevorderen. Bij de beoogde acties moet zowel op communautair als op nationaal niveau rekening worden gehouden met de ervaringen die zijn opgedaan met de acties in het kader van het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007). (12) Het Europees Jaar moet er ook toe bijdragen dat de interculturele dialoog als horizontale en sectoroverschrijdende prioriteit in de communautaire beleidsgebieden, acties en programma’s wordt geïntegreerd en dat de beste praktijken voor de bevordering ervan worden verspreid. Door de beste praktijken en projecten op het gebied van de interculturele dialoog zichtbare erkenning te geven, worden de betrokkenen aangemoedigd en wordt het idee bij het maatschappelijk middenveld onder de aandacht gebracht. ( 13ter ) Wanneer het nuttig wordt geacht, kan met andere internationale instellingen, zoals de Raad van Europa en de Unesco, worden samengewerkt, in het bijzonder om van hun ervaring en deskundigheid ten aanzien van het bevorderen van de interculturele dialoog te profiteren. (1114) Tevens moet worden gezorgd voor complementariteit tussen het Europees Jaar van de interculturele dialoog en alle externe aspecten van de interculturele-dialooginitiatieven die binnen een passend kader met de EVA-landen die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, de Westelijke Balkanlanden en de partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid worden ontwikkeld. De Commissie moet zorgen voor complementariteit met alle andere initiatieven voor samenwerking met derde landen, in het bijzonder met ontwikkelingslanden, die voor de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog van belang zijn. ( 11ter15 ) Acties betreffende de interculturele dialoog die in het kader van relevante instrumenten voor externe betrekkingen worden ontwikkeld, moeten onder meer het wederzijdse belang bij de uitwisseling van ervaringen en waarden met derde landen tot uitdrukking laten komen en de kennis van en het respect en het begrip voor de culturen van derde landen vergroten. (1216) Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. De kandidaat-lidstaten moeten nauw bij de acties van het Europees Jaar van de interculturele dialoog worden betrokken door middel van initiatieven ter bevordering van de interculturele dialoog die worden ontwikkeld in het kader van de permanente samenwerking en dialoog, met name de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten[5]. (1317) Bij deze beschikking wordt een financieel kader voor de gehele looptijd van de actie vastgesteld, dat voor de begrotingsautoriteit moet dienen als voornaamste referentiepunt in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure[6]. (1418) De voor de uitvoering van deze beschikking vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. Een raadgevend comité wordt bijgevolg geschikt geacht voor het type en de reikwijdte van de beoogde actie. (1519) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden met name vanwege de noodzaak van multilaterale partnerschappen en transnationale uitwisselingen op communautaire schaal niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve gezien de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken, HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp 1. Het jaar 2008 wordt uitgeroepen tot “Europees Jaar van de interculturele dialoog” om een continu proces van interculturele dialoog, dat na dat jaar zal worden voortgezet, tot uitdrukking te laten komen en zichtbaar te maken. Artikel 2 Doelstellingen 1. De algemene doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog zijn: - bevordering van de interculturele dialoog als instrument dat de Europese burgers en allen die tijdelijk of permanent in de Europese Unie verblijven helpt de nodige kennis, kwalificaties en vaardigheden te verwerven om in een meer open, maar tegelijkertijd complexere omgeving te kunnen functioneren en met de eventuele daaraan verbonden moeilijkheden te kunnen omgaan, zodat zij de kansen kunnen grijpen die een diverse en dynamische samenleving hun in Europa en elders in de wereld te bieden heeft; als een proces waarin allen die in de Europese Unie wonen beter kunnen gaan functioneren in een meer open, maar tegelijkertijd complexere culturele omgeving, waarbij in de verschillende lidstaten en in elke lidstaat verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen naast elkaar bestaan; - bewustmaking van de Europese burgers, en van allen die in de Europese Unie wonen, en jongeren in het bijzonder, van het belang van de ontwikkeling van actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit, op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie , inzake respect voor menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, non-discriminatie, solidariteit, de democratische beginselen en de beginselen van de rechtsstaat en de eerbiediging van de rechten van de mens, waaronder de rechten van minderheden. zoals neergelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; - benadrukking van de bijdrage van de diverse culturen aan en de uitingen van culturele diversiteit in het erfgoed en de leefwijzen van de lidstaten van de Europese Unie. 2. De specifieke doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog zijn: - vergroting van de zichtbaarheid en samenhang van alle communautaire programma’s en acties die tot de interculturele dialoog bijdragen en bevordering daarvan; - benadrukking van de bijdragen van de diverse culturen aan ons erfgoed en aan onze leefwijzen; bewustmaking van de Europese burgers en van allen die in de Europese Unie wonen, met name ook jongeren, van het belang van onderzoek naar de middelen die nodig zijn om via de interculturele dialoog een actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie tot stand te brengen; allen die in de Europese Unie wonen, en met name jongeren, bewuster proberen te maken van het belang van de interculturele dialoog in het dagelijks leven; - identificatie, verspreiding en verlening van zichtbare Europese erkenning aan beste praktijken voor de bevordering van de interculturele dialoog in de hele Europese Unie; - bevordering van de rol van het onderwijs als belangrijk kader om te leren over diversiteit en andere culturen en om vaardigheden en beste sociale praktijken te ontwikkelen, en benadrukking van de centrale rol van de media bij het uitdragen van het gelijkheidsbeginsel en het bevorderen van het wederzijdse begrip; - bijdragen tot het verkennen van nieuwe innovatie en tot de horizontale en sectoroverschrijdende dimensie van de werkwijzen om benaderingen van de interculturele dialoog, met name onder jongeren, te bevorderen., waarbij zeer verschillende betrokkenen uit diverse sectoren met elkaar samenwerken. Artikel 3 Inhoud van de maatregelen De maatregelen die worden genomen om de in artikel 2 vermelde doelstellingen te verwezenlijken, zijn ombeschreven in de bijlage. Onder meer worden de volgende activiteiten uitgevoerd of ondersteund: a) voorlichtings- en promotiecampagnes om de belangrijkste doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog over te brengen, met name door op communautair en nationaal niveau met de media samen te werken; evenementen en initiatieven op Europees niveau om de interculturele dialoog te bevorderen, waar zo veel mogelijk mensen rechtstreeks bij worden betrokken of anderszins mee worden bereikt, en de resultaten en ervaringen in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog onder de aandacht te brengen; b) evenementen en initiatieven op Europees niveau om de interculturele dialoog te bevorderen en de resultaten en ervaringen in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog onder de aandacht te brengen; evenementen en initiatieven op nationaal en regionaal niveau met een belangrijke Europese dimensie om de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te bevorderen, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan acties gericht op het aankweken van burgerzin en het leren waarderen van andere mensen en hun verschillen; c) evenementen en initiatieven op nationaal niveau met een belangrijke Europese dimensie om de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te bevorderen voorlichtings- en promotiecampagnes om de belangrijkste doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog over te brengen, met name door op communautair en nationaal niveau met de media en met maatschappelijke organisaties samen te werken; d) enquêtes en onderzoeken op communautaire of nationale schaal overleg met grensoverschrijdende netwerken en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld (via instrumenten als kleinschalige bijeenkomsten, debatten, enquêtes en onderzoeken) om de voorbereiding, de doeltreffendheid, en de impact en de follow-up op lange termijn van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te evalueren en hiervan verslag te doen teneinde de basis te leggen voor de follow-up daarvan op lange termijn. Artikel 4 Uitvoering 1. De voor de uitvoering van deze beschikking noodzakelijke maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 6, lid 2, genoemde procedure. 2. Deze maatregelen houden rekening met de rol van het maatschappelijk middenveld, de media en steden en lokale overheden. Zij worden in voorkomend geval in samenwerking met actoren van het maatschappelijk middenveld en nationale, regionale en lokale overheden op passende wijze uitgevoerd. 3. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de samenwerking met de Europese instellingen, in het bijzonder het Europees Parlement. Artikel 5 Medewerking van de lidstaten Elke lidstaat wijst een nationaal coördinatieorgaan of een soortgelijk administratief orgaan aan voor de organisatie van de deelname van die lidstaat aan het Europees Jaar van de interculturele dialoog. Binnen een maand na goedkeuring van deze beschikking brengen de lidstaten de Commissie van hun keuze op de hoogte. Elke lidstaat zorgt ervoor dat dit orgaan de verschillende partijen die op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau aan de interculturele dialoog deelnemen, op passende wijze met elkaar verbindt. Het orgaan zorgt ervoor dat de acties in verband met het Europees Jaar van de interculturele dialoog op nationaal niveau worden gecoördineerd. Artikel 6 Comité 1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, onder voorzitterschap van de Commissie. De nationale vertegenwoordigers worden bij voorkeur aangewezen door het in artikel 5 vermelde nationale coördinatieorgaan. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 7 Financiële bepalingen 1. Voor de in deel B A van de bijlage beschreven acties op communautair niveau wordt een aanbesteding uitgeschreven of een subsidie uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen verleend. De in deel B van de bijlage beschreven acties op communautair niveau kunnen tot ten hoogste 80% van de totale kosten uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden gefinancierd. 2. De in deel C B van de bijlage beschreven acties kunnen tot ten hoogste 50% van de totale kosten uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden gefinancierd volgens de procedure van artikel 8. 3. Voor de in deel A C van de bijlage beschreven acties op communautair niveau wordt een aanbesteding uitgeschreven of een subsidie uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen verleend. Artikel 8 Procedure voor het indienen van aanvragen en selectieprocedure 1. De besluiten tot het verlenen van subsidies worden door de Commissie genomen volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure. De Commissie zorgt voor een evenwichtige en eerlijke verdeling over de lidstaten en over de diverse betrokken werkterreinen, met inachtneming van de kwaliteit van de voorgestelde projecten. 2. De uit hoofde van artikel 7, lid 3, ingediende subsidieaanvragen worden door het in artikel 5 bedoelde orgaan bij de Commissie ingediend. Artikel 9 Internationale organisaties De Commissie kan in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog samenwerken met relevante internationale organisaties , in het bijzonder met de Raad van Europa en de Unesco, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de deelname van de EU zichtbaar wordt gemaakt. Artikel 10 Rol van de Commissie 1. De Commissie zorgt voor samenhang tussen de in deze beschikking bedoelde maatregelen en de overige communautaire acties en initiatieven. 2. De Commissie betrekt de kandidaat-lidstaten bij het Europees Jaar van de interculturele dialoog doordat zij deelnemen aan diverse communautaire programma’s waarbij de interculturele dialoog een rol speelt en doordat binnen passende kaders, in het bijzonder de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten, specifieke initiatieven worden ontwikkeld. 3. De Commissie zorgt voor complementariteit tussen de maatregelen die worden genomen om de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te verwezenlijken en de initiatieven die kunnen worden ontwikkeld in het kader van de overeenkomstige samenwerking en dialoog met de EVA-landen die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, de Westelijke Balkanlanden en de partnerlanden van het Europees nabuurschapsbeleid. 4. De Commissie zorgt voor complementariteit met alle andere initiatieven voor samenwerking met derde landen, in het bijzonder met ontwikkelingslanden, die voor de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog van belang zijn. Artikel 11 Budget 1. Het financieel kader voor de uitvoering van deze beschikking in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 wordt vastgesteld op 10 miljoen euro. De middelen voor voorbereidende acties bedragen niet meer dan 30% van het totale budget. 2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit binnen de begrenzingen van de financiële vooruitzichten goedgekeurd. Artikel 12 Bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap 1. De Commissie zorgt er bij de uitvoering van de uit hoofde van deze beschikking gefinancierde acties voor dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd door preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere illegale activiteiten te nemen, doeltreffende controles te verrichten en onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen; indien er onregelmatigheden worden geconstateerd, legt zij doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op overeenkomstig de Verordeningen (EG, Euratom) nr. 2988/95 en (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad. 2. Voor de uit hoofde van deze beschikking gefinancierde communautaire maatregelen wordt onder onregelmatigheid in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 verstaan elke schending van een bepaling van het Gemeenschapsrecht of elke schending van een contractuele verplichting door een handeling of nalatigheid van de contractant, die als gevolg van een ongerechtvaardigde uitgave een nadelig effect heeft of zou kunnen hebben op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen of op de door de Europese Gemeenschappen beheerde budgetten. 3. De voor een actie verleende financiële steun wordt door de Commissie verminderd, opgeschort of teruggevorderd indien zij onregelmatigheden constateert, en in het bijzonder in geval van niet-naleving van deze beschikking, de individuele beschikking of het contract waarbij de financiële steun werd toegekend, of indien blijkt dat een belangrijke wijziging in de actie is aangebracht die strijdig is met de aard of de uitvoeringsvoorwaarden ervan en waarvoor de Commissie niet om goedkeuring is verzocht. 4. Indien de termijnen niet in acht zijn genomen of indien de stand van uitvoering van een actie slechts een gedeelte van de toegekende steun rechtvaardigt, verzoekt de Commissie de begunstigde haar binnen een bepaalde termijn zijn opmerkingen mede te delen. Indien de begunstigde geen geldige verantwoording verstrekt, kan de Commissie de rest van de financiële steun schrappen en de terugbetaling van de reeds betaalde bedragen eisen. 5. Onverschuldigd betaalde bedragen moeten aan de Commissie worden terugbetaald. Over niet tijdig terugbetaalde bedragen wordt volgens de voorwaarden van het Financieel Reglement rente aangerekend. Artikel 13 Toezicht 1. Voor elke op grond van deze beschikking gefinancierde actie dient de begunstigde technische en financiële verslagen over de stand van de werkzaamheden in. Tevens moet binnen drie maanden na de actie een eindverslag worden ingediend. De Commissie bepaalt vorm en inhoud van deze verslagen. 2. Gedurende vijf jaar na de laatste betaling voor een actie houdt de begunstigde van de financiële steun alle bewijsstukken van de met de acties gemoeide uitgaven ter beschikking van de Commissie. 3. De Commissie neemt alle maatregelen die noodzakelijk zijn om te kunnen verifiëren of de gefinancierde projecten correct en overeenkomstig deze beschikking en het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002) zijn uitgevoerd. Artikel 14 Follow-up en evaluatie De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2009 een verslag in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van de in artikel 3 van deze beschikking bedoelde maatregelen , dat als basis moet dienen voor toekomstige beleidsmaatregelen en acties van de Europese Unie op dit gebied. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Artikel 16 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter BIJLAGE IN ARTIKEL 3 BEDOELDE MAATREGELEN B A) MEDEFINANCIERING VAN ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU Er kan een communautaire subsidie worden verleend voor een beperkt aantal symboolacties op Europees niveau om in het bijzonder jongeren op de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te attenderen; deze subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de totale kosten. Deze acties kunnen met name evenementen betreffen, waaronder communautaire evenementen in samenwerking met de voorzitterschappen in 2008, om het Europees Jaar van de interculturele dialoog te openen en af te sluiten. De financiële middelen voor acties op communautair niveau bedragen niet meer dan 30% van het totale budget. A B) ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU Er kan een communautaire subsidie worden verleend voor een beperkt aantal symboolacties op Europees niveau om in het bijzonder jongeren op de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te attenderen; deze subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de totale kosten. Deze acties kunnen met name evenementen betreffen, waaronder communautaire evenementen in samenwerking met de voorzitterschappen in 2008 om het Europees Jaar van de interculturele dialoog te openen en af te sluiten. 1) Voorlichtings- en promotiecampagnes, onder meer bestaand uit : a) het ontwerpen van een logo en het bedenken van slogans voor het Europees Jaar van de interculturele dialoog die verband houden met de activiteiten ervan; a) een op communautair niveau gecoördineerde en in de lidstaten uitgewerkte voorlichtingscampagne die voortbouwt op de beste praktijken voor interculturele dialoog op alle niveaus op communautair niveau en lokalisering van die campagne op nationaal niveau; b) samenwerking met de particuliere sector, de media, onderwijsinstellingen omroeporganisaties en andere media als partners uit het maatschappelijk middenveld bij de verspreiding van om informatie over het Europees Jaar van de interculturele dialoog te verspreiden; c) het ontwerpen van een logo en het bedenken van slogans voor gebruik bij activiteiten in het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog, en de productie van promotiemateriaal dat in de hele Gemeenschap beschikbaar wordt gesteld; d) passende maatregelen om bekendheid te geven aan de resultaten van de communautaire programma’s, acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog bijdragen en om de zichtbaarheid ervan te vergroten, alsook om Europese erkenning te geven aan beste praktijken; - productie van in de hele Gemeenschap verkrijgbare hulpmiddelen en materialen om de belangstelling van het publiek te wekken; - passende maatregelen om bekendheid te geven aan de resultaten van de communautaire programma’s, acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog bijdragen en om de zichtbaarheid ervan te vergroten; - passende initiatieven van onderwijsinstellingen en van het grote publiek om informatie over het Europees Jaar van de interculturele dialoog te verspreiden; e) verspreiding van lesmateriaal en hulpmiddelen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor onderwijsinstellingen, die uitwisselingen op het gebied van culturele diversiteit en interculturele dialoog bevorderen; f) ontwikkeling van inhoud voor de website Europa, met onder meer een portaalsite waar het creëren van een internetportaal om acties op het gebied van de interculturele dialoog toegankelijk te maken voor het grote publiek en initiatiefnemers van projecten in verband met de interculturele dialoog de weg te wijzen door informatie over de diverse relevante communautaire programma’s en acties aantreffen. 2) Overige acties : Enquêtes en studies op communautair niveau Overleg met grensoverschrijdende netwerken en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld (via instrumenten als kleinschalige bijeenkomsten, debatten, enquêtes en onderzoeken) om de voorbereiding, de doeltreffendheid, en de impact en de follow-up op lange termijn van het Europees Jaar van de interculturele dialoog te evalueren en hiervan verslag te doen en de basis te leggen voor de follow-up daarvan op lange termijn. 3) De financiering vindt over het algemeen plaats in de vorm van de rechtstreekse aankoop van goederen en diensten door middel van openbare en/of niet-openbare aanbestedingen. Ook financiering in de vorm van subsidies is mogelijk. De financiële middelen voor voorlichtings- en promotiecampagnes bedragen niet meer dan 40% van het totale budget. C) MEDEFINANCIERING VAN ACTIES OP NATIONAAL NIVEAU Nationale acties met een belangrijke Europese dimensie kunnen voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor communautaire steun, die ten hoogste 50% van de totale kosten bedraagt. Deze acties betreffen met name de medefinanciering van één nationaal initiatief per lidstaat. D) ACTIES DIE GEEN COMMUNAUTAIRE FINANCIËLE STEUN ONTVANGEN De Gemeenschap biedt niet-financiële ondersteuning, met inbegrip van schriftelijke toestemming tot het gebruik van het ontworpen logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar van de interculturele dialoog, aan initiatieven van particuliere of overheidsorganisaties, wanneer die organisaties de Commissie kunnen waarborgen dat de desbetreffende initiatieven tijdens het jaar 2008 worden uitgevoerd en een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar van de interculturele dialoog. Ook initiatieven die in samenwerking met het Europees Jaar van de interculturele dialoog in derde landen worden georganiseerd zonder in dit kader financiële steun te ontvangen, kunnen niet-financiële ondersteuning van de Gemeenschap krijgen en gebruikmaken van het logo en ander materiaal dat verband houdt met het Europees Jaar van de interculturele dialoog. FINANCIEEL MEMORANDUM 1. BENAMING VAN HET GEWIJZIGDE VOORSTEL: Europees Jaar van de interculturele dialoog 2. ABM/ABB-KADER Betrokken beleidsterrein en bijbehorende activiteit: Beleidsterrein: onderwijs en cultuur Activiteit: cultuur en taal 3. BEGROTINGSONDERDELEN 3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving: 15.04.02.04 Europees Jaar van de interculturele dialoog 3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen: 1.1.2007 – 31.12.2008 3.3. Begrotingskenmerken ( voeg zo nodig rijen toe ): Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten | 15.04.02.04 | Niet-verplicht | GK | JA | NEE | NEE | 3 | 4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN Zie het oorspronkelijke voorstel. 5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN 5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien Zie punt 1 van de toelichting bij het voorstel voor een beschikking. 5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie De doelstellingen van het Europees Jaar, die op iedere burger gericht zijn, kunnen beter worden verwezenlijkt en hebben meer effect op communautair niveau dan op het niveau van de lidstaten. De voorgenomen acties gaan overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. De Commissie waarborgt dat de door het Europees Jaar gefinancierde activiteiten complementair zijn aan het overige communautaire optreden op terreinen als de structuurfondsen, onderwijs, cultuur, jongeren, burgerschap, werkgelegenheid, sociale zaken, gelijke kansen, immigratie, bevordering van de grondrechten, bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, bevordering van gelijkheid van man en vrouw, audiovisueel beleid en onderzoek. Van bijzonder belang is de complementariteit met het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen, aangezien ervoor gezorgd moet worden dat beide jaren elkaar versterken bij het verwezenlijken van hun doelstellingen en bij het uitvoeren van hun acties. 5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM Zie de artikelen 2 en 3 alsmede de bijlage van het voorstel voor een beschikking. 5.4. Wijze van uitvoering (indicatief) Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n)[7]: x Gecentraliseerd beheer x rechtstreeks door de Commissie ( gedelegeerd aan: ( uitvoerende agentschappen ( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak ( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer ( met lidstaten ( met derde landen ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) 6. TOEZICHT EN EVALUATIE 6.1. Toezicht De Commissie en de lidstaten moeten zorgen voor samenhang tussen de gefinancierde maatregelen. Dit toezicht moet de kwaliteit van de ondersteunde acties verhogen en de samenhang van die acties met de doelstellingen van het Europees Jaar vergroten. De Commissie is hoofdverantwoordelijk voor het opzetten van het toezichtkader, maar zij zal hiervoor overleg plegen met de deelnemende landen. De toezichtsystemen worden toegepast overeenkomstig de verantwoordelijkheden in verband met de financiering van de activiteiten. Onderstaande tabel bevat voorbeelden van indicatoren. Doelstellingen | Indicatoren (indicatief) | Algemene doelstellingen | Bevordering van de interculturele dialoog als instrument dat de Europese burgers en allen die tijdelijk of permanent in de Europese Unie wonen helpt de nodige kennis, kwalificaties en vaardigheden te verwerven om in een meer open, maar tegelijkertijd complexere omgeving te kunnen functioneren en met de eventuele daaraan verbonden moeilijkheden te kunnen omgaan, zodat zij de kansen kunnen grijpen die een diverse en dynamische samenleving hun in Europa en elders in de wereld te bieden heeft Bevordering van de interculturele dialoog als een proces waarin allen die in de Europese Unie wonen beter kunnen gaan functioneren in een meer open, maar tegelijkertijd complexere culturele omgeving, waarbij in de verschillende lidstaten en in elke lidstaat verschillende culturele identiteiten en geloofsovertuigingen naast elkaar bestaan. | Aantal door het Europees Jaar gefinancierde of ondersteunde initiatieven en aard van die initiatieven Wijziging van de beeldvorming bij de deelnemers aan de activiteiten van het Europees Jaar | Bewustmaking van de Europese burgers en van allen die in de Europese Unie wonen van het belang van de ontwikkeling van actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit, op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie inzake respect voor menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, non-discriminatie, solidariteit, de democratische beginselen en de beginselen van de rechtsstaat en de rechten van de mens, waaronder de rechten van minderheden Bewustmaking van allen die in de Europese Unie wonen, en jongeren in het bijzonder, van het belang van de ontwikkeling van actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit, op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie zoals neergelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie | Aantal burgers dat aan de evenementen in verband met het Europees Jaar deelneemt Wijziging van de beeldvorming bij de deelnemers aan de activiteiten van het Europees Jaar, in het bijzonder jongeren | Benadrukking van de bijdrage van de diverse culturen aan en de uitingen van culturele diversiteit in het erfgoed en de leefwijzen van de lidstaten van de Europese Unie | Culturele diversiteit die in de evenementen van het Europees Jaar tot uitdrukking komt | Specifieke doelstellingen | Indicatoren | Vergroting van de zichtbaarheid en samenhang van alle communautaire programma’s en acties die tot de interculturele dialoog bijdragen Vergroting van de zichtbaarheid en samenhang van alle communautaire programma’s en acties die tot de interculturele dialoog bijdragen en bevordering daarvan | Toegang tot en gebruik van de informatiehulpmiddelen over relevante communautaire programma’s die in het kader van het Europees Jaar zijn ontwikkeld en verspreid Kennis van deze programma’s en acties bij de deelnemers aan activiteiten van het Europees Jaar | Benadrukking van de bijdragen van de diverse culturen aan ons erfgoed en aan onze leefwijzen; bewustmaking van de Europese burgers en van allen die in de Europese Unie wonen, met name ook jongeren, van het belang van onderzoek naar de middelen die nodig zijn om via de interculturele dialoog een actief Europees burgerschap met een open blik op de wereld en met respect voor de culturele diversiteit op basis van de gemeenschappelijke waarden in de Europese Unie te bevorderen Allen die in de Europese Unie wonen, en met name jongeren, bewuster proberen te maken van het belang van de interculturele dialoog in het dagelijks leven | Wijziging van de beeldvorming bij de deelnemers aan de activiteiten van het Europees Jaar (in het bijzonder jongeren) Reikwijdte en toonzetting van de berichtgeving van de media over de evenementen (kwalitatief en kwantitatief) | Identificatie, verspreiding en verlening van zichtbare Europese erkenning aan beste praktijken voor de bevordering van de interculturele dialoog in de hele Europese Unie | Aantal beste praktijken die tijdens het Europees Jaar erkenning krijgen Zichtbaarheid die op Europees niveau aan beste praktijken wordt gegeven | Bevordering van de rol van het onderwijs als belangrijk kader om te leren over diversiteit en andere culturen en om vaardigheden en beste sociale praktijken te ontwikkelen, en benadrukking van de centrale rol van de media bij het uitdragen van het gelijkheidsbeginsel en het bevorderen van het wederzijdse begrip | Aantal initiatieven met een onderwijsdimensie Wijziging van de beeldvorming bij jong deelnemers aan de activiteiten van het Europees Jaar | Bijdragen tot innovatie en tot de horizontale en sectoroverschrijdende dimensie van de werkwijzen om de interculturele dialoog, met name onder jongeren, te bevorderen Bijdragen tot het verkennen van nieuwe benaderingen van de interculturele dialoog, waarbij zeer verschillende betrokkenen uit diverse sectoren met elkaar samenwerken | Aantal projecten waarbij initiatiefnemers of netwerken uit verschillende sectoren betrokken zijn | Operationele doelstellingen | Indicatoren | Voorlichtings- en communicatiecampagnes op Europees niveau | Hoeveelheid en aard van de voorlichtings- en promotieactiviteiten Vergroting van het bewustzijn van het publiek, met name van jongeren Media-aandacht voor de door het Europees Jaar ondersteunde evenementen Bereikt percentage van de bevolking Productie van hulpmiddelen om de belangstelling van het grote publiek te wekken | Enquêtes en studies | Aandacht voor de gepubliceerde enquêtes en studies over het onderwerp van het Europees Jaar | Evenementen en initiatieven op communautair niveau | Aantal georganiseerde evenementen en aandeel van de communautaire steun Media-aandacht voor de evenementen Aantal deelnemers aan de door het Europees Jaar ondersteunde evenementen (in het bijzonder jongeren) Vergroting van het bewustzijn van het publiek Deel van het totale budget dat gebruikt is om deze operationele doelstelling te steunen (streefdoel: 24 30 %) | Evenementen en initiatieven op nationaal niveau | Aantal georganiseerde evenementen en aandeel van de communautaire steun Media-aandacht voor de nationale evenementen Multiplicatoreffect (aantal acties en initiatieven op nationaal, regionaal en lokaal niveau die door het Europees Jaar worden ondersteund zonder in dat verband financiële steun te ontvangen) Deel van het totale budget dat gebruikt is om deze operationele doelstelling te steunen (streefdoel: 25 30 %) | De indicatoren worden beoordeeld op grond van gegevens uit diverse bronnen: enquêtes en focusgroepen, continue evaluatie van het Europees Jaar en nationale organen en EG-programmabeheerders. 6.2. Evaluatie 6.2.1. Evaluatie vooraf De evaluatie vooraf van het Europees Jaar is bij dit voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad gevoegd. 6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan) In het aan het Europees Jaar voorafgaande jaar (2007) wordt een externe evaluatie begonnen om toezicht te houden op de controle die op het Europees Jaar wordt uitgeoefend; zo nodig worden tussentijdse resultaten verstrekt. De resultaten van deze evaluatie zullen naar verwachting medio 2009 beschikbaar zijn. 7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN Zie de artikelen 12 en 13 van het voorstel voor een beschikking. 8. MIDDELEN 8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen) (Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) |Soort output |Gem. kosten |2007 |2008 |2009 |2010 |2011 |Jaar n+4 e.v. |TOTAAL | | | | |Nummer van de categorie |Totale kosten |Nummer van de categorie |Totale kosten |Nummer van de categorie |Totale kosten |Nummer van de categorie |Totale kosten |Nummer van de categorie |Totale kosten |Nummer van de categorie |Totale kosten |Aantal |Totale kosten | | Actie A: Maatregelen op communautair niveau |Voorlichtings- en promotiecampagne |1,700 |1 |1,820 |1 |1,580 | | | | | | | | |2 |3,400 | | |Enquêtes en studies |0,200 |1 |0,150 |2 |0,450 | | | | | | | | |3 |0,600 | | Actie B: Medefinanciering van acties op communautair niveau |Symboolacties, met inbegrip van openings- en sluitingsevenementen |0,300 |2 |0,600 |8 |2,400 | | | | | | | | |10 |3,000 | | Actie C: Medefinanciering van acties op nationaal niveau |Nationale initiatieven |0,120 |4 |0,480 |21 |2,520 | | | | | | | | |25 |3,000 | | TOTALE KOSTEN | | |8 |3,0 |32 |7,000 | | | | | | | | |40 |10,000 | | 8.2 Berekening van de kosten van de maatregelen Actie A: Medefinanciering van maatregelen op communautair niveau Een beperkt aantal symboolacties op Europees niveau moet ervoor zorgen dat in het bijzonder jongeren op de doelstellingen van het Europees Jaar worden geattendeerd. Onder meer zullen evenementen ter opening en afsluiting van het Europees Jaar worden georganiseerd in samenwerking met de lidstaten die in 2008 het EU-voorzitterschap bekleden. De gemiddelde communautaire bijdrage voor deze acties (waarvoor een maximum van 80% van de totale kosten geldt) wordt geraamd op 300 000 euro. Dit betekent dat het budget van deze acties ten minste 375 000 euro bedraagt, hetgeen bijvoorbeeld toereikend is voor de organisatie van een tweedaags evenement met ongeveer 250 personen. Omdat slechts een beperkt aantal acties ( tien ) zal worden ondersteund, moet gezorgd worden voor een goede geografische spreiding, voor diversiteit van de benaderingen conform de diversiteit van de problematiek en van de kaders van de interculturele dialoog, en voor een evenwichtige verdeling over het jaar om een optimaal ritme te creëren. Actie B: Maatregelen op Europees niveau - Voorlichtings- en communicatiecampagne Voor het Europees Jaar wordt een communautaire voorlichtings- en ondersteuningscampagne gevoerd, waarvoor een logo wordt ontworpen en een of meer slogans worden bedacht, bewustmakingshulpmiddelen en -materialen worden gemaakt, met de media wordt samengewerkt en de lokalisering van de communautaire campagne in de lidstaten wordt bevorderd en ondersteund. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan jongeren. De campagne moet ook passende maatregelen omvatten om bekendheid te geven aan de resultaten van de communautaire programma’s, acties en initiatieven die tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europees Jaar bijdragen en om de zichtbaarheid ervan te vergroten, alsmede de ontwikkeling van inhoud voor de website Europa, met onder meer een portaalsite waar initiatiefnemers van projecten in verband met de culturele dialoog informatie over de diverse relevante communautaire programma’s en acties aantreffen. Het benodigde totaalbedrag voor de voorlichtings- en communicatieacties van het Europees Jaar kan redelijkerwijs worden geraamd op 3 400 000 euro. Een gedeelte van deze 3 400 000 euro zal worden gebruikt voor de coördinatie van de campagne op Europees niveau, terwijl het grootste deel wordt aangewend voor de lokalisering van de campagne op nationaal niveau en om het maatschappelijk middenveld bij het bewustmakingsproces te betrekken . - Enquêtes en studies Voorafgaand aan het Europees Jaar en tegen het einde ervan wordt een Eurobarometerenquête gehouden om de impact te meten. Bovendien vindt een evaluatie plaats van alle in het kader van het Europees Jaar ontplooide activiteiten, waarover na afloop van het Europees Jaar een verslag wordt gepubliceerd. Actie C: Acties op nationaal niveau Hoewel de Europese Unie een kader voor de bewustmakingsacties kan ontwikkelen, moet een groot deel van de resultaten door het actieve optreden van de lidstaten zelf worden bereikt. Dit optreden wordt vereenvoudigd door de organisatie van een grootschalige actie of evenement met een belangrijke Europese dimensie waardoor de civiele samenleving op nationaal niveau kan worden gemobiliseerd. Deze acties moeten zodanig worden opgezet dat synergie met het hierboven beschreven communautaire optreden ontstaat. De steun wordt verleend in de vorm van subsidies ter hoogte van 50% van het totale budget van de actie of het evenement. De gemiddelde communautaire bijdrage wordt geraamd op 120 000 euro. 8.3. Administratieve uitgaven: zie het oorspronkelijke voorstel. [1] PB C 49 van 28.2.2006, blz. 44. [2] PB C, blz. [3] PB C, blz. [4] PB C, blz. [5] Zie de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de dialoog tussen de civiele samenlevingen van de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten - COM(2005) 290 van 29.6.2005. [6] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. [7] Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder Opmerkingen.