This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006PC0152(01)
Proposal for a Council Decision adapting the Act of Accession of Bulgaria and Romania as regards rural development
Voorstel voor een besluit van de Raad tot aanpassing van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van plattelandsontwikkeling
Voorstel voor een besluit van de Raad tot aanpassing van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van plattelandsontwikkeling
/* COM/2006/0152 def. - CNS 2006/0053 */
Voorstel voor een besluit van de Raad tot aanpassing van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van plattelandsontwikkeling /* COM/2006/0152 def. - CNS 2006/0053 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 4.4.2006 COM(2006) 152 definitief 2006/0053 (CNS) 2006/0054 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanpassing van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van plattelandsontwikkeling Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanpassing van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië (door de Commissie ingediend) TOELICHTING Op 20 september 2005 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling vastgesteld. Bij die verordening zijn wijzigingen aangebracht in het acquis waarop de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië waren gebaseerd. Die verordening is opgesteld zonder rekening te houden met de resultaten van de toetredingsonderhandelingen of zelfs maar met de uitbreiding zelf. Daarom moet vóór de toetreding zowel de Toetredingsakte als de nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling worden aangepast om ervoor te zorgen dat de twee teksten onderling verenigbaar zijn. Meer in het bijzonder is het noodzakelijk: - de bijlage over plattelandsontwikkeling bij de Toetredingsakte zo aan te passen dat de onderhandelingsresultaten verenigbaar zijn met het nieuwe acquis (in de gevallen waarin verwijzingen in die bijlage achterhaald zijn of de onderhandelingsresultaten niet onmiddellijk verenigbaar zijn met de nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling); - de artikelen 29 en 34 van de Toetredingsakte aan te passen voor zover deze betrekking hebben op overgangs- en uitvoeringsbepalingen inzake plattelandsontwikkeling; - de nieuwe verordening inzake plattelandsontwikkeling zo aan te passen dat deze kan worden toegepast voor Bulgarije en Roemenië en dat de resultaten van de toetredingsonderhandelingen er op passende wijze in zijn verwerkt. De leidende beginselen bij de opstelling van deze aanpassingen zijn geweest dat de basiskenmerken en –beginselen van de resultaten van de toetredingsonderhandelingen dienen te worden gehandhaafd en dat de aanpassingen beperkt moeten blijven tot wat absoluut noodzakelijk is. De bijgaande voorstellen hebben geen financiële gevolgen voor de Gemeenschapsbegroting. Het betreft voorstellen voor twee besluiten van de Raad en een verordening van de Raad. De inhoud ervan wordt hierna beschreven. LEADER – Benedengrens voor de uitgaven voor as 4 In Verordening (EG) nr. 1698/2005 is bepaald dat elk programma voor plattelandsontwikkeling een Leader-as ter ondersteuning van op plaatselijk niveau ontworpen en uitgevoerde strategieën voor plattelandsontwikkeling moet bevatten en dat ten minste een bepaald percentage van de ELFPO-bijdrage voor dat programma aan die as moet worden besteed. Omdat Bulgarije en Roemenië weinig ervaring hebben met de toepassing van de Leader-aanpak en daarvoor voldoende plaatselijke capaciteit moeten kunnen opbouwen, dient de gemiddelde financiële bijdrage van 2,5% voor de Leader-as die geldt voor de EU-10, slechts voor de periode 2010–2013 te worden toegepast wat Bulgarije en Roemenië betreft. In het voorstel wordt ook verduidelijkt hoe moet worden berekend of dat percentage is gehaald. Maatregelen van het LEADER+ -type De met Bulgarije en Roemenië overeengekomen maatregelen betreffende steun voor de verwerving van vaardigheden die tot doel hebben plattelandsgemeenschappen voor te bereiden op het ontwerpen en uitvoeren van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën, verschillen van de bepalingen in Verordening (EG) nr. 1698/2005. De resultaten van de onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië op dit gebied dienen behouden te blijven. Adviesdiensten De in Verordening (EG) nr. 1698/2005 opgenomen bepalingen betreffende steun voor het gebruik van adviesdiensten verschillen, ten aanzien van zowel de reikwijdte als de hoogte van de financiële steun aan de begunstigden, van de bepalingen die voor de periode 2007–2009 zijn vastgesteld in de Toetredingsakte. Om elke mogelijkheid van een dubbele financiering gedurende de eerste drie jaar van de looptijd van het programma uit te sluiten dient Bulgarije en Roemenië voor die periode de keuze te worden gegeven om hetzij de in bijlage VIII bij de Toetredingsakte vastgestelde maatregel, hetzij de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 vastgestelde maatregel uit te voeren. Om voorts uitvoering te geven aan de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de Commissie over Bulgarije en Roemenië die is opgenomen in de notulen van de vergadering van de Raad van 19/20 september waarin een politiek akkoord over Verordening (EG) nr. 1698/2005 werd bereikt, wordt voorgesteld de geldigheidsduur van de in de Toetredingsakte vastgestelde maatregel inzake de verstrekking van adviesdiensten tot 2013 te verlengen voor landbouwers die de aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven verleende steun ontvangen. Agromilieu- en dierenwelzijnsmaatregelen De resultaten van de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië bevatten een bepaling die voor de agromilieu- en dierenwelzijnsmaatregelen medefinanciering ten belope van 85% mogelijk maakt. Ter wille van de coherentie met de nieuwe financiële opzet van Verordening (EG) nr. 1698/2005, waarin is bepaald dat het medefinancieringspercentage niet langer op het niveau van de maatregel maar op dat van de as wordt vastgesteld, wordt voorgesteld om voor Bulgarije en Roemenië voor het gehele programma en de gehele programmeringsperiode een maximaal medefinancieringspercentage van 82% toe te passen voor as 2 (in plaats van het maximum van 80% waarin Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorziet). Deze 82% is gebaseerd op het verwachte aandeel van de agromilieu- en dierenwelzijnsmaatregelen in de totale uitgaven voor as 2 van die landen, waarbij het de bedoeling is een voordeel te handhaven dat gelijkwaardig is aan het bij de Toetredingsakte toegekende voordeel. Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen Bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is een enkel Fonds voor de toekenning van communautaire steun voor plattelandsontwikkeling opgericht ter vervanging van de twee financieringsbronnen die voorheen bestonden (de afdelingen Oriëntatie en Garantie van het EOGFL). Als gevolg daarvan is een verduidelijking nodig van de basis voor de berekening van het maximum van 20% dat is bepaald in de in bijlage VIII bij de Toetredingsakte vastgestelde maatregel betreffende aanvullingen op rechtstreekse betalingen, welk maximum geldt voor de bedragen die uit de tweede pijler mogen worden overgeheveld naar de eerste pijler van het GLB om daar te worden gebruikt als aanvullingen op rechtstreekse betalingen aan landbouwers. Rekening houdend met de noodzaak van coherentie met de voor de EU-10 geldende bepalingen, met de behoeften van de twee landen op het gebied van plattelandsontwikkeling en met het feit dat het belangrijk is te voorkomen dat al te hoge overdrachten van de tweede naar de eerste pijler kunnen plaatsvinden, wordt voorgesteld de basis waarop het maximum van 20% moet worden toegepast, te beperken tot de component die overeenkomt met het EOGFL-Garantie. Overgangs- en uitvoeringsbepalingen De in de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië genoemde procedures voor de vaststelling van overgangs- en uitvoeringsbepalingen moeten in die zin worden aangepast dat het nu gaat om de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorgeschreven procedures. Technische aanpassingen Bulgarije en Roemenië moeten worden toegevoegd aan de lijst van nieuwe lidstaten waarvoor in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005 overgangsmaatregelen gelden. De hierna genoemde bepalingen van bijlage VIII bij de Toetredingsakte moeten worden geschrapt omdat zij hetzij 1) nu rechtstreeks deel uitmaken van Verordening (EG) nr. 1698/2005: steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven die een herstructurering ondergaan, producentengroeperingen en technische bijstand, hetzij 2) niet langer van toepassing zijn : de eis dat investeringssteun slechts mag worden toegekend aan landbouwbedrijven waarvoor kan worden aangetoond dat zij bij voltooiing van de investeringen economisch levensvatbaar zullen zijn. 2006/0053 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanpassing van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië ten aanzien van plattelandsontwikkeling DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 4, lid 3, Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 22, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[1], Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)[2] zijn wijzigingen aangebracht in het acquis waarop de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië waren gebaseerd. (2) Daarom moet de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië zo worden aangepast dat deze verenigbaar is met Verordening (EG) nr. 1698/2005. (3) De overgangs- en uitvoeringsbepalingen voor de programmeringsperiode voor plattelandsontwikkeling die op 1 januari 2007 begint, moeten worden vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde procedure. De in de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië opgenomen verwijzingen naar de procedurele bepalingen moeten dienovereenkomstig worden aangepast. (4) Bij het bereiken van een politiek akkoord over Verordening (EG) nr. 1698/2005 zijn de Raad en de Commissie in een gemeenschappelijke verklaring over Bulgarije en Roemenië overeengekomen om de geldigheidsduur van de in bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde maatregel betreffende adviesdiensten tot en met 2013 te verlengen in het geval van de verstrekking van adviesdiensten aan landbouwers die de aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven toegekende steun ontvangen. De Toetredingsakte moet worden aangepast om met die overeenkomst rekening te houden, BESLUIT: Artikel 1 De Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt als volgt aangepast: 1) In artikel 29 wordt de tweede zin vervangen door: “Indien in dit verband specifieke overgangsmaatregelen nodig zijn, worden deze vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad* bedoelde procedure. * PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.”. 2) Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd: a) Lid 1 wordt vervangen door: “1. Naast de op de datum van toetreding van kracht zijnde verordeningen betreffende plattelandsontwikkeling zijn de bepalingen van de afdelingen I, II en III van bijlage VIII van toepassing op Bulgarije en Roemenië tijdens de periode 2007–2009, met uitzondering van punt D van afdeling I van die bijlage, dat eveneens van toepassing is tijdens de periode 2010–2013 in het geval van de verstrekking van adviesdiensten aan landbouwers die de aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven toegekende steun ontvangen. De specifieke financiële bepalingen van afdeling IV van bijlage VIII zijn op Bulgarije en Roemenië van toepassing gedurende de volledige programmeringsperiode 2007–2013.”. b) Lid 3 wordt vervangen door: “3. Indien nodig, worden voor de toepassing van bijlage VIII uitvoeringsbepalingen vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde procedure.”. Artikel 2 Dit besluit is opgesteld in de Bulgaarse, Spaanse, Tsjechische, Deense, Duitse, Estse, Griekse, Engelse, Franse, Ierse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Hongaarse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Finse en Zweedse taal, zijnde alle 23 teksten gelijkelijk authentiek. Arti kel 3 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2007 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter 2006/0054 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanpassing van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 4, lid 3, Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 34, lid 4, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[3], Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)[4] zijn wijzigingen aangebracht in het acquis waarop de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië waren gebaseerd. (2) Daarom moet de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië zo worden aangepast dat deze verenigbaar is met Verordening (EG) nr. 1698/2005. (3) Bij de noodzakelijke aanpassingen van de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië dienen de basiskenmerken en –beginselen van de onderhandelingsresultaten behouden te blijven en te worden toegepast op nieuwe elementen. Voorts moeten de aanpassingen van de Toetredingsakte beperkt blijven tot wat absoluut noodzakelijk is. (4) De in bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde maatregelen “steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven” en “producentengroeperingen” zijn in Verordening (EG) nr. 1698/2005 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. …../2006 opgenomen als overgangsmaatregelen voor Bulgarije, Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije. Daarom moeten de in de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde bepalingen op die gebieden worden geschrapt. (5) De in bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde bepalingen betreffende technische bijstand komen overeen met bepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en moeten derhalve worden geschrapt. (6) In Verordening (EG) nr. 1698/2005 is bepaald dat de programma’s voor plattelandsontwikkeling een as Leader moeten bevatten waaraan een minimumpercentage van de ELFPO-bijdrage voor het betrokken programma moet worden besteed. Bovendien bevat artikel 59 van die verordening een op de ondersteuning van capaciteitsopbouw gerichte maatregel die verschilt van de voor Bulgarije en Roemenië overeengekomen regelingen. Daarom moeten de in bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde bepalingen betreffende Leader worden geharmoniseerd met de nieuwe bepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1698/2005. (7) Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorziet in steun voor het gebruik van adviesdiensten. Ten aanzien van de reikwijdte van die maatregel zijn er echter verschillen tussen de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië en die verordening. Met name om voor de eerste drie jaar van de looptijd van het programma dubbele financiering te voorkomen dient Bulgarije en Roemenië voor die periode de keuze te worden gegeven om hetzij de in bijlage VIII bij de Toetredingsakte vastgestelde maatregel, hetzij de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 vastgestelde maatregel uit te voeren. (8) Bovendien zijn de Raad en de Commissie bij het bereiken van een politiek akkoord over Verordening (EG) nr. 1698/2005 in een gemeenschappelijke verklaring over Bulgarije en Roemenië overeengekomen om de geldigheidsduur van de in bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde maatregel betreffende adviesdiensten tot en met 2013 te verlengen in het geval van de verstrekking van adviesdiensten aan landbouwers die de aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven toegekende steun ontvangen. Bijlage VIII bij de Toetredingsakte moet worden aangepast om met die overeenkomst rekening te houden. (9) Omdat bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[5] een enkel Fonds voor de toekenning van communautaire steun voor plattelandsontwikkeling is ingesteld ter vervanging van de twee financieringsbronnen die voorheen bestonden, moet duidelijkheid worden geschapen over de basis waarop het maximum van 20% dat is bepaald in de in punt E van afdeling I van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië vastgestelde maatregel betreffende aanvullingen op rechtstreekse betalingen, moet worden berekend. (10) De communautaire steun waarin is voorzien in punt E van afdeling I van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, is gericht op medefinanciering van nationale rechtstreekse betalingen of steun zoals bedoeld in artikel 143 quater van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001[6]. Daarom dient met die steun geen rekening te worden gehouden bij de berekening betreffende het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorgeschreven evenwicht tussen de doelstellingen. (11) In Verordening (EG) nr. 1698/2005 behoort economische levensvatbaarheid niet langer tot de subsidiabiliteitsvoorwaarden voor de maatregel betreffende investeringssteun. De desbetreffende afwijking voor Bulgarije en Roemenië waarin bijlage VIII bij de Toetredingsakte voorziet, moet derhalve worden geschrapt. (12) Bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 zijn nieuwe voorschriften betreffende de financiering van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling vastgesteld. Aangezien die voorschriften op dezelfde beginselen zijn gebaseerd als de artikelen 31 en 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen[7], waarnaar in de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt verwezen, zijn de in bijlage VIII bij de Toetredingsakte opgenomen specifieke financiële bepalingen niet langer nodig. Bovendien moet de in die bijlage vastgestelde financiële bijdrage van de Gemeenschap voor agromilieu- en dierenwelzijnsmaatregelen worden gewijzigd, omdat op grond van artikel 70 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 het medefinancieringspercentage niet langer op het niveau van de maatregel maar op dat van de as wordt vastgesteld, BESLUIT: Artikel 1 Bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië wordt als volgt gewijzigd: 1) Afdeling I wordt als volgt gewijzigd: a) de punten A en B worden geschrapt; b) punt C wordt vervangen door: “C. Maatregelen van het type Leader + Behalve voor de maatregelen waarin artikel 63, onder c), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorziet, kan ook steun worden verleend voor de volgende maatregelen: a) het opbouwen van representatieve plaatselijke partnerschappen voor ontwikkeling, b) de opstelling van geïntegreerde ontwikkelingsstrategieën, c) de financiering van onderzoek en de opstelling van steunaanvragen.”; c) punt D wordt vervangen door: “D. Advies- en voorlichtingsdiensten voor landbouwbedrijven 1) Steun wordt toegekend voor het verlenen van advies- en voorlichtingsdiensten aan landbouwbedrijven. Voor de periode 2007–2009 kan die steun niet in het programma voor plattelandsontwikkeling worden opgenomen indien steun zoals bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 is gepland. 2) Voor de periode 2010–2013 wordt die steun slechts toegekend voor de verlening van diensten aan landbouwers die de aan semi-zelfvoorzieningsbedrijven toegekende steun zoals bedoeld in artikel 20, onder d), punt i), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 ontvangen. De in de eerste alinea bedoelde adviesdiensten voor landbouwers hebben ten minste betrekking op: a) de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en de eisen inzake een goede landbouw- en milieuconditie zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5 van en de bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 1782/2003, b) de op communautaire regelgeving gebaseerde normen op het gebied van de arbeidsveiligheid.”; d) punt E wordt als volgt gewijzigd: i) In punt 3 wordt de eerste zin vervangen door: “De bijdrage van de Gemeenschap aan de krachtens dit onderdeel E in Bulgarije of Roemenië verleende steun voor elk van de jaren 2007, 2008 en 2009 bedraagt ten hoogste 20% van hun respectieve jaarlijkse toewijzing uit de afdeling Garantie van het EOGFL zoals vermeld in artikel 34, lid 2, van deze Toetredingsakte.”; ii) Het volgende punt wordt toegevoegd: “5) Met de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor deze maatregel wordt geen rekening gehouden bij de berekening betreffende het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 voorgeschreven evenwicht tussen de doelstellingen.”; e) de punten F en G worden geschrapt. 2) In afdeling II wordt punt 1 geschrapt. 3) De tekst in afdeling IV wordt vervangen door: “In afwijking van artikel 70, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 kan de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de assen 1 en 3 en voor de technische bijstand 80% bedragen. In afwijking van artikel 70, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 kan de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor as 2 82% bedragen.”. Artikel 2 Dit besluit is opgesteld in de Bulgaarse, Spaanse, Tsjechische, Deense, Duitse, Estse, Griekse, Engelse, Franse, Ierse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Hongaarse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Finse en Zweedse taal, zijnde alle 23 teksten gelijkelijk authentiek. Artikel 3 Dit besluit wordt op 1 januari 2007 van kracht onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter [1] PB C … van …, blz. ... [2] PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. …/2006 (PB L … van …, blz. ...). [3] PB C …van …, blz. ... [4] PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. …/2006 (PB L … van …, blz. ...). [5] PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. [6] PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2183/2005 van de Commissie (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 56). [7] PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 173/2005 (PB L 29 van 2.2.2005, blz. 3).