Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 52006DC0672
Communication from the Commission to the Council and the European Parliament - Instrument for pre-accession assistance (IPA) multi-annual indicative financial framework for 2008-2010
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (ipa) meerjarig indicatief financieel kader voor 2008-2010
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (ipa) meerjarig indicatief financieel kader voor 2008-2010
/* COM/2006/0672 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 8.11.2006 COM(2006) 672 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2008–2010 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA)MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2008–2010 Inleiding In het kader van de voorbereidingen voor het nieuwe financiële kader voor 2007–2013 heeft de Commissie in september 2004 een voorstel ingediend voor een nieuw instrument voor pretoetredingssteun (IPA). Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van het IPA is op 17 juli 2006 goedgekeurd. Het doel van het IPA is gerichte steunverlening aan landen die kandidaat of potentiële kandidaat zijn voor het lidmaatschap van de EU. Om de doelstellingen van elk land zo efficiënt mogelijk te verwezenlijken, omvat het IPA vijf afdelingen: omschakeling en institutionele opbouw; grensoverschrijdende samenwerking; regionale ontwikkeling; ontwikkeling van het menselijk potentieel; plattelandsontwikkeling. Maatregelen die samenhangen met regionale ontwikkeling, ontwikkeling van het menselijk potentieel en plattelandsontwikkeling worden voor kandidaat-lidstaten beschikbaar gesteld in het kader van de desbetreffende afdelingen, die hen moeten voorbereiden op het uitvoeren van het cohesie- en landbouwbeleid van de EU wanneer zij zijn toegetreden. Het land moet beschikken over de bestuurlijke capaciteit en structuren om het beheer van de steun op zich te kunnen nemen. Voor potentiële kandidaat-lidstaten worden dergelijke maatregelen uitgevoerd in het kader van de afdeling voor omschakeling en institutionele opbouw. Het indicatief financieel meerjarenkader (MIFF) voor het instrument voor pretoetredingssteun IPA moet informatie geven over de indicatieve verdeling van het algemene IPA-budget dat de Commissie overeenkomstig artikel 5 van de IPA-verordening nr. 1085/2006 voorstelt. Het MIFF vormt de schakel tussen het politieke kader dat deel uitmaakt van het uitbreidingspakket en het begrotingsproces. De indicatieve meerjarenplanning (MIPD) wordt voor ieder begunstigd land vastgesteld met het oog op de verstrekking van de pretoetredingssteun voor dat land en houdt rekening met de in het MIFF voorgestelde indicatieve verdeling. Het MIFF gaat uit van een doorlopende programmeringscyclus van drie jaar. In normale omstandigheden wordt in het laatste kwartaal van jaar n-2 in het kader van het uitbreidingspakket een MIFF gepresenteerd voor de jaren n, n+1 en n+2. Dit MIFF vormt de vertaling van de prioriteiten die in het pakket worden gesteld en houdt rekening met het financieel kader. Doordat het akkoord over het nieuwe financieel kader voor 2007–2013 en de goedkeuring van de IPA-verordening vertraging hebben opgelopen, kon het MIFF voor 2007 t/m 2009 niet volgens dit tijdschema worden gepresenteerd. Dit indicatieve financiële meerjarenkader voor 2008–2010 is dus het eerste MIFF in IPA-verband. Het bevestigt de cijfers voor 2007 die de Commissie de Raad en het Parlement in het voorontwerp voor de begroting voor 2007 heeft verstrekt. Het geeft aan hoe het budget voor pretoetredingssteun per land en per afdeling wordt verdeeld en geeft een indicatie van het voor regionale en horizontale programma’s en voor ondersteunende uitgaven beschikbare bedrag. Politiek en strategisch kader De algemene politieke prioriteiten voor het pretoetredingsproces zijn vastgesteld in de Europese partnerschappen en de toetredingspartnerschappen en in het strategiedocument over de uitbreiding dat onderdeel is van het uitbreidingspakket dat ieder jaar aan de Raad en het Europees Parlement wordt gepresenteerd. Dit MIFF is opgesteld op basis van het uitbreidingspakket van 2006. De algemene politieke context wordt gevormd door de opening van de onderhandelingen met Turkije en Kroatië in oktober 2005 en het besluit om de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen. Ook wordt eraan herinnerd dat de overige landen van de westelijke Balkan potentieel kandidaat-lid zijn van de Europese Unie. De Westelijke Balkan vormt een bijzondere uitdaging voor de EU. Het uitbreidingsbeleid moet nu aantonen dat het landen kan transformeren in een regio waar de staat zwak is en de samenleving verdeeld. Een overtuigend politiek perspectief van uiteindelijke integratie in de EU is cruciaal om de hervormingen op schema te houden. Maar het is evengoed duidelijk dat deze landen pas kunnen toetreden wanneer zij volledig aan de criteria voldoen. Er is geen verdere uitbreiding voorzien met een grote groep van landen die tegelijkertijd toetreden. De toetredingsonderhandelingen met Turkije zijn een langetermijnproces. De westelijke Balkan kent enkele kleinere landen die zich in verschillende fases op de weg naar toenadering tot de EU bevinden. Toekomstige uitbreidingsrondes zullen worden bepaald door het tempo waarin elk afzonderlijk land voldoet aan de strenge normen, teneinde aldus een soepele opname van nieuwe lidstaten te garanderen. De EU heeft politieke en economische criteria opgesteld voor het lidmaatschap, alsmede criteria die verband houden met de verplichtingen van het lidmaatschap en de bestuurlijke capaciteit om de wet- en -regelgeving en het beleid van de EU ten uitvoer te leggen en te handhaven. Het perspectief van overgang naar een volgende fase in de betrekkingen met de Unie is een krachtige stimulans voor de landen om zichzelf te transformeren en de normen en waarden van de EU over te nemen. De lange weg naar het lidmaatschap is op zich al waardevol, zelfs in de gevallen waarin toetreding nog vele jaren verwijderd is. Deze lange weg is vaak moeilijk; het is voor de EU dan ook essentieel om gedurende dit proces geëngageerd te blijven, en te blijven vasthouden aan het uiteindelijke resultaat. Strategische financiële programmering 1. Verdeling van de middelen over de landen Naar aanleiding van de onderhandelingen over het financieel kader voor 2007–2013 heeft de Commissie getracht in ieder geval te garanderen dat geen enkel begunstigd land in 2007 minder ontvangt dan in 2006. Dit voornemen vormde de basis voor de berekeningen. Voorts werd besloten dat Bosnië en Herzegovina en Albanië niet minder moesten krijgen dan het jaargemiddelde van de financiering die zij in de periode 2004–2006 ontvingen. Dat weerspiegelt de omstandigheid dat de financiering voor die jaren in 2004 werd uitgekeerd. Als graadmeter voor de behoeften en de impact zijn in het verleden toewijzingen per hoofd van de bevolking opgegeven. Aldus gemeten ontvangt elk westelijk Balkanland ten minste het gemiddelde van 23 euro per hoofd van de bevolking dat het in de periode 2004–2006 via Cards ontving. Voor de kandidaat-lidstaten Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt voor 2008 het niveau van ruim 30 euro per hoofd van de bevolking (prijspeil 2004) voorzien. Voor Turkije wordt, rekening houdende met de omvang en de absorptiecapaciteit van het land, het steunvolume over de periode 2007–2013 geleidelijk verhoogd. Bij het toewijzingsproces zijn de behoeften en de absorptiecapaciteit van elk land in aanmerking genomen. 2. Verdeling van de middelen over de afdelingen Het uitgangspunt voor de berekening van de toewijzing per afdeling en per land voor kandidaat-lidstaten was een analyse van de uitsplitsing over soortgelijke activiteiten zoals die in het verleden in het kader van Phare, Ispa en Sapard werd gemaakt. Vervolgens werd gekeken naar de mate waarin de beheersstelsels van de huidige kandidaat-lidstaten gereed zijn en naar de behoefte aan financiering voor afdeling II, voor zover die betrekking heeft op grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten, omdat die moet overeenstemmen met de financiering uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling via rubriek 1b. Presentatie van de cijfers In de volgende tabel worden de cijfers opgegeven in huidige prijzen , in miljoen euro . De tabel toont de toewijzing per land en per afdeling en de toewijzing voor regionale en meerlandenprogramma’s en voor ondersteunende uitgaven. Zoals gebruikelijk wordt de financiering voor Kosovo[1] apart aangegeven. Hiervoor zal een afzonderlijke indicatieve meerjarenplanning worden opgesteld. a) Ondersteunende uitgaven Naast de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de IPA-middelen moeten deze uitgaven ook de kosten dekken van de gefaseerde afbouw van de eerdere pretoetredingsfinanciering, waaronder die voor Bulgarije en Roemenië. (b) Bedrag voor regionale en horizontale programma’s Het regionale en meerlandenprogramma omvat ook activiteiten die vergelijkbaar zijn met die van het regionale programma in het kader van Cards en het meerlandenbudget in het kader van Phare en het pretoetredingsinstrument voor Turkije. Het peil van de financiering is zodanig dat beide soorten activiteiten mogelijk zijn. Sinds 2006 zijn de internationale financiële instellingen sterker betrokken bij de pretoetredingssteun, onder meer via een nieuw instrument voor efficiënt energiegebruik. De cijfers weerspiegelen de toegenomen behoefte aan dergelijke programma’s. Uit dit bedrag wordt ook de gefaseerde afbouw van het civiel interim-bestuur gefinancierd. De uit dit bedrag te financieren programma’s vormen een aanvulling op de nationale programma’s en komen alleen voor financiering in aanmerking als zij een meerwaarde bieden aan het pretoetredingsproces. Indicatief financieel meerjarenkader: Uitsplitsing van het budget van het instrument voor pretoetredingssteun voor 2008 -2010 in toewijzingen per land en per afdeling Land | Afdeling | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | TURKIJE | Omschakeling en institutionele opbouw | 252,2 | 250,2 | 233,2 | 211,3 | Grensoverschrijdende samenwerking | 6,6 | 8,8 | 9,4 | 9,6 | Regionale ontwikkeling | 167,5 | 173,8 | 182,7 | 238,1 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 50,2 | 52,9 | 55,6 | 63,4 | Plattelandsontwikkeling | 20,7 | 53,0 | 85,5 | 131,3 | Totaal | 497,2 | 538,7 | 566,4 | 653,7 | KROATIË | Omschakeling en institutionele opbouw | 47,6 | 45,4 | 45,6 | 39,5 | Grensoverschrijdende samenwerking | 9,7 | 14,7 | 15,9 | 16,2 | Regionale ontwikkeling | 44,6 | 47,6 | 49,7 | 56,8 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 11,1 | 12,7 | 14,2 | 15,7 | Plattelandsontwikkeling | 25,5 | 25,6 | 25,8 | 26,0 | Totaal | 138,5 | 146,0 | 151,2 | 154,2 | VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË | Omschakeling en institutionele opbouw | 41,6 | 39,9 | 38,1 | 36,3 | Grensoverschrijdende samenwerking | 4,2 | 5,3 | 5,6 | 5,7 | Regionale ontwikkeling | 7,4 | 12,3 | 20,8 | 29,4 | Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 3,2 | 6,0 | 7,1 | 8,4 | Plattelandsontwikkeling | 2,1 | 6,7 | 10,2 | 12,5 | Totaal | 58,5 | 70,2 | 81,8 | 92,3 | SERVIË | Omschakeling en institutionele opbouw | 178,5 | 179,4 | 182,6 | 186,2 | Grensoverschrijdende samenwerking | 8,2 | 11,5 | 12,2 | 12,5 | Totaal | 186,7 | 190,9 | 194,8 | 198,7 | MONTENEGRO | Omschakeling en institutionele opbouw | 27,5 | 28,1 | 28,6 | 29,2 | Grensoverschrijdende samenwerking | 3,9 | 4,5 | 4,7 | 4,8 | Totaal | 31,4 | 32,6 | 33,3 | 34,0 | KOSOVO | Omschakeling en institutionele opbouw | 60,7 | 62,0 | 63,3 | 64,5 | Grensoverschrijdende samenwerking | 2,6 | 2,7 | 2,8 | 2,8 | Totaal | 63,3 | 64,7 | 66,1 | 67,3 | BOSNIË EN HERZEGOVINA | Omschakeling en institutionele opbouw | 58,1 | 69,9 | 83,9 | 100,7 | Grensoverschrijdende samenwerking | 4,0 | 4,9 | 5,2 | 5,3 | Totaal | 62,1 | 74,8 | 89,1 | 106,0 | ALBANIË | Omschakeling en institutionele opbouw | 54,3 | 61,1 | 70,9 | 82,7 | Grensoverschrijdende samenwerking | 6,7 | 9,6 | 10,3 | 10,5 | Totaal | 61,0 | 70,7 | 81,2 | 93,2 | Totaal landenprogramma’s | 1098,7 | 1188,6 | 1263,9 | 1399,4 | Regionale en horizontale programma’s | 100,7 | 140,7 | 160,0 | 157,7 | Administratieve kosten | 55,8 | 54,0 | 56,5 | 64,6 | EINDTOTAAL | 1255,2 | 1383,3 | 1480,4 | 1621,7 | Cijfers in miljoen euro (huidig prijsniveau) [1] Zoals gedefinieerd bij Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999 en Besluit 2006/520/EG van de Raad van 30 januari 2006 (waarbij Besluit 2004/520/EG van de Raad wordt ingetrokken).