Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005DC0535

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap - Een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving

/* COM/2005/0535 def. */

52005DC0535




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 25.10.2005

COM(2005) 535 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving

MEDEDELING VAN DE COMMISSIEAAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD,HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉEN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving (Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING

In de mededeling van de Commissie van maart 2005 over "Betere regelgeving voor meer groei en banen"[1] wordt vereenvoudiging als een prioritaire actie voor de EU bestempeld. Met deze maatregel geeft de Commissie gevolg aan de verzoeken van het Europees Parlement en de Raad om de EU-wetgeving te vereenvoudigen en de kwaliteit ervan te verbeteren. De maatregel past volledig in de herziene Lissabonstrategie gericht op het creëren van meer groei en banen in Europa en concentreert zich dan ook op die elementen van het acquis die betrekking hebben op het concurrentievermogen van de bedrijven in de EU. Het doel is een Europees regelgevend kader te ontwerpen dat aan de hoogste normen voor het maken van wetten beantwoordt, waarbij de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid in acht worden genomen.

Volgens deze beginselen moet de EU alleen wetten maken als een voorgestelde actie beter op EU-niveau kan worden uitgevoerd. En dergelijke acties mogen niet verder gaan dan hetgeen nodig is om de nagestreefde beleidsdoelstellingen te bereiken. Zij moeten kosteneffectief zijn en zo weinig mogelijk regelgeving met zich meebrengen. Vereenvoudiging is bedoeld om de wetgeving zowel op communautair als nationaal niveau minder omslachtig te maken, gemakkelijker toepasselijk en derhalve meer efficiënt om de doelen te bereiken.

De ontwikkeling van de Europese Unie heeft in de afgelopen halve eeuw een enorme hoeveelheid communautaire wetgeving opgeleverd, het zogenaamde communautaire " acquis ", waarbij vaak 25 pakketten regels door één enkel pakket werden vervangen zodat bedrijven hun activiteiten met meer rechtszekerheid en onder gelijke voorwaarden konden uitoefenen. Die massa wetgeving is van essentieel belang geweest om bijvoorbeeld de interne markt tot stand te brengen, het milieubeleid van de EU te ontwikkelen en om voor de gehele EU dezelfde normen voor de bescherming van werknemers en consumenten op te stellen. Wetgeving leidt ook tot kosten, kan hinderlijk zijn voor het bedrijfsleven, middelen daar weghalen waar ze efficiënter kunnen worden gebruikt en in sommige gevallen innovatie, productiviteit en groei tegengaan. De uitdaging bestaat erin het juiste evenwicht te vinden om tot een relevante, eenvoudige en efficiënte wetgeving te komen.

In haar mededeling van maart 2005 heeft de Commissie een nieuwe aanpak uiteengezet om regelgeving verder te verbeteren teneinde het concurrentievermogen te versterken. De aanpak is gericht op:

1) verbetering en uitbreiding van het gebruik van effectbeoordeling voor nieuwe voorstellen - waaronder de ontwikkeling van een methode om administratieve kosten beter te berekenen[2]. In juni 2005 heeft de Commissie nieuwe uitgebreide richtsnoeren voor effectbeoordeling goedgekeurd. De effectbeoordeling is gebaseerd op het beginsel van duurzame ontwikkeling en moet beleidsmakers in staat stellen keuzes te maken aan de hand van een zorgvuldige analyse van de mogelijke economische, sociale en milieueffecten van nieuwe wetgeving;

2) doorlichting van hangende wetgevingsvoorstellen. In september 2005 kondigde de Commissie haar voornemen aan als gevolg van de uitgebreide doorlichting 68 hangende wetsvoorstellen in te trekken[3];

3) invoering van een nieuwe methode om bestaande wetgeving te vereenvoudigen. In deze mededeling wordt de herziene aanpak van de Commissie voor toekomstige vereenvoudiging van de regelgeving uiteengezet.

Vereenvoudiging is niet nieuw[4]. Het is echter tijd om er meer vaart achter te zetten. Deze nieuwe aanpak steunt op het werk dat al eerder door de instellingen is gedaan om de communautaire regels te stroomlijnen en op het overleg met belanghebbenden . Er wordt nu vastberaden gestreefd naar de totstandkoming van een Europees regelgevingssysteem dat bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon.

Dit initiatief is van bijzonder belang voor het midden- en kleinbedrijf in Europa (MKB) waartoe 99% van de bedrijven behoren en dat voor tweederde van de werkgelegenheid zorgt. Door hun kleinere omvang hebben MKB-bedrijven in verhouding veel hinder van juridische en administratieve lasten, aangezien zij maar beperkte middelen hebben en niet voldoende deskundigheid om de vaak complexe voorschriften en regels onder de knie te krijgen. Daarom moet worden nagegaan hoe bij de vereenvoudiging met hun specifieke behoeften rekening kan worden gehouden. In dit verband zal extra aandacht worden besteed aan de beperking van statistieken en gegevensverzamelingen voor MKB-bedrijven.

Betere regelgeving betekent echter niet deregulering. Vereenvoudiging van wetgeving op communautair en nationaal niveau betekent dat het burgers en bedrijven gemakkelijker wordt gemaakt. Dit moet op zijn beurt leiden tot een efficiënter regelgevend kader dat beter geschikt is om de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap te verwezenlijken.

2. Een nieuwe vereenvoudigingsstrategie op EU-niveau

De herziening van het acquis moet een continu en systematisch proces worden dat de wetgever in staat stelt wetgeving te herzien met inachtneming van de rechtmatige belangen van de particuliere en openbare sector.

Om het proces op gang te brengen is na ruim overleg een eerste groep besluiten geïdentificeerd die moeten worden vereenvoudigd. Het continue proces wordt dan op gang gehouden door de input van nieuwe, meer systematische herzieningsprocedures voor de identificatie van toekomstige vereenvoudigingsprioriteiten, gebaseerd op een algemene analyse van het effect van wetgeving. Dit proces omvat een diepgaande economische analyse, waarbij volledig rekening wordt gehouden met de sociale en milieu-ambities van de EU als essentiële elementen van het overkoepelende doel van duurzame ontwikkeling, zoals in het Verdrag is uiteengezet.

a. Een lopend programma op basis van de 'praktische ervaring' van belanghebbenden

Bijlage 2 bij deze mededeling bevat een lopend programma dat deel uitmaakt van de nieuwe vereenvoudigingsstrategie. Het programma geeft aan welke delen van de wetgeving de Commissie de komende drie jaar met het oog op vereenvoudiging wil herzien en evalueren.

Eerder dit jaar heeft de Commissie op ruime schaal de lidstaten en het bedrijfsleven geraadpleegd. Deze raadpleging werd aangevuld met vragen die via internet aan het publiek werden gesteld[5]. De conclusies van deze raadpleging, die in bijlage 1 bij deze mededeling zijn samengevat, worden bekeken in licht van de ervaring van de Commissie, teneinde het nut van elk vereenvoudigingsvoorstel af te wegen. Regels die het concurrentievermogen lijken te hinderen (zoals administratieve vereisten) zullen door de Commissie worden bestudeerd om na te gaan of zij noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot andere publieke belangen. Conclusies die door ondersteunende diensten zoals SOLVIT[6] worden verzameld, zullen samen met de resultaten van de publieke raadplegingen worden bestudeerd om de aard van het probleem en mogelijke oplossingen vast te stellen.

In het lopend programma worden talrijke specifieke problemen behandeld die uit dit breed opgezette raadplegingsproces naar voren zijn gekomen, op gebieden die voor het concurrentievermogen van de bedrijven belangrijk zijn, zoals vennootschapsrecht en financiële diensten, transport, consumentenbescherming en afval. De prioriteiten die reeds door de Raad zijn aangegeven, zijn erin opgenomen[7]. Het zal systematisch worden herzien en bijgewerkt.

Daarnaast zal de Commissie alle belangrijke wetgevingsinitiatieven voor vereenvoudiging in haar jaarlijks wetgevingsprogramma opnemen en daarbij een aantal aanvullende mededelingen uitbrengen waarin meer in detail wordt aangegeven hoe de vereenvoudiging wordt uitgevoerd of geïntegreerd in de sectoren landbouw[8], milieu[9], gezondheid en veiligheid op het werk[10], visserij[11], belasting, douane, statistiek[12] en arbeidsrecht[13]. Deze mededelingen zullen een bijdrage leveren aan de raadpleging van alle belanghebbende partijen.

Het lopende programma bevat alomvattende vereenvoudigingsinitiatieven op gebieden die van essentieel belang zijn voor het concurrentievermogen van de bedrijven, zoals afval- en etiketteringswetgeving. Het bevat ook sectorspecifieke regels op gebieden zoals auto's en voor de bouw bestemde producten alsmede horizontale regels met sectoroverschrijdend effect op gebieden zoals overheidsopdrachten of belastingen. |

b. Een aanpak gebaseerd op continue, diepgaande sectorale evaluatie

Teneinde het acquis vanuit een andere invalshoek dan alleen maar met dit vereenvoudigingprogramma te evalueren, zal de Commissie nagaan of er behoefte is aan vereenvoudiging vanuit een sectorale benadering. Met een dergelijke benadering kan men de algemene doeltreffendheid van het regelgevend kader voor de desbetreffende sector beoordelen en nagaan of er nog ruimte is voor verdere vereenvoudiging. Dit betekent dat voor elke bestudeerde sector zowel de algemene als de sectorspecifieke wetgeving op hun effect worden doorgelicht. Hierbij zal een analyse van de kosten en baten, administratieve en andere, van de desbetreffende wetgeving worden gemaakt.

In eerste instantie zullen drie sectoren onder de loep worden genomen: automobielsector, bouw en afval. In nauwe samenwerking met belanghebbenden wordt het effect van de huidige regelgeving beoordeeld, teneinde de duurzame ontwikkeling van deze industriesectoren te plannen en de best mogelijke regelgevingsaanpak vast te stellen. Het CARS 21[14] initiatief in de automobielsector moet tot aanbevelingen leiden om de hoeveelheid communautaire wetgeving aanzienlijk te verminderen, door direct naar internationale maatregelen te verwijzen en flexibiliteit te ontwikkelen voor conformiteitsbeoordeling en testmethoden voor voertuigen.

In overeenstemming met de richtsnoeren in haar mededeling "Uitvoering van het communautair Lissabonprogramma: een beleidskader ter versterking van de EU industrie - naar een beter geïntegreerde aanpak van het industriebeleid"[15] zal de Commissie de aanpak geleidelijk ook in andere sectoren van de industrie ontwikkelen, zoals de farmaceutische sector, werktuigbouw, informatie- en communicatietechnologieën en energie-intensieve sectoren. Ook regelgevingsgebieden met sectoroverschrijdend effect zullen voor vereenvoudiging in aanmerking komen. De resultaten van deze doorlichtingsacties zullen in het lopende programma worden opgenomen.

De aanpak zal later ook op de dienstensector worden toegepast die goed is voor meer dan 70% van het BBP van de EU. Diensten leveren een inbreng voor de rest van de economie en creëren belangrijke markten voor industrieproducten, zoals uitrusting voor telecommunicatie, spoorwegen, ruimtevaart en elektriciteitsproductie. Aangezien steeds meer diensten op de interne markt grensoverschrijdend worden geleverd, is het van belang dat de EU-regelgeving het concurrentievermogen van deze sector versterkt, hetgeen op zijn beurt een concurrentievoordeel voor de gehele economie van de EU oplevert.

Vereenvoudiging zal gebaseerd worden op een diepgaande analyse van het effect op alle belanghebbenden, ook het bedrijfsleven en de industrie, waarbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen die door de wetgeving worden nagestreefd. In deze mededeling worden prioritaire sectoren voor de industrie vastgesteld. |

3. Vereenvoudiging: de aanpak van de Commissie

De Commissie is van plan om voor de vereenvoudiging de volgende methoden te gebruiken.

a. Intrekkingen

Talrijke wetsbesluiten die sinds 1975 zijn goedgekeurd, zijn irrelevant geworden of achterhaald door de technische of technologische vooruitgang, de ontwikkeling van het beleid van de Unie, wijzigingen in de manier waarop de bepalingen van het Verdrag worden toegepast, of door de ontwikkeling van internationale voorschriften of normen. Vaak zijn dergelijke achterhaalde besluiten al formeel ingetrokken. Er zijn echter nog steeds besluiten van kracht die weinig of geen effect hebben. Sommige bepalingen in deze besluiten blijven zowel voor de autoriteiten als voor de bedrijven verplichtingen opleggen, met name van administratieve aard. De Commissie zal haar inspanningen om irrelevante of achterhaalde besluiten in te trekken, voortzetten[16].

Het is echter van belang dat niet alleen communautaire wetten worden ingetrokken, maar ook de overeenkomstige nationale uitvoeringsmaatregelen om het gewenste praktische effect te krijgen. Wij moeten voorkomen dat de voordelen van een eenvoudigere communautaire regelgeving teniet worden gedaan door nieuwe nationale regels en nieuwe technische barrières. In dit verband beschouwt de Commissie haar voorstel om de richtlijn inzake voorverpakking[17] in te trekken als een test voor de politieke bereidheid van de medewetgever om aan de vereenvoudiging mee te werken.

Voorts is overwogen om in de wetsvoorstellen van de Commissie " beëindigingsbepalingen " op te nemen om te voorkomen dat wetten achterhaald raken en, meer in 't algemeen, om de wetgever ertoe te dwingen regelmatig de relevantie, efficiëntie en evenredigheid van de geldende wetgeving te verifiëren. Ofschoon zij deze mogelijkheid niet uitsluit, is de Commissie van oordeel dat met herzieningsclausules hetzelfde kan worden bereikt met minder risico's op hiaten in de wetgeving.

Om achterhaaldheid te helpen voorkomen zal de Commissie in de toekomst in haar wetgevingsvoorstellen ofwel een herzieningsclausule ofwel - als er geen gevaar voor een averechts effect op de juridische continuïteit bestaat - een beëindigingsclausule opnemen. |

b. Codificatie [18]

Codificatie draagt aanzienlijk bij tot de vermindering van de hoeveelheid communautaire wetgeving en zorgt ervoor dat de teksten begrijpelijker zijn en meer rechtszekerheid bieden, hetgeen de transparantie en de handhaving ten goede komt. De Commissie zal haar codificatieprogramma[19] voortzetten om de codificatie van het acquis tegen 2007 te kunnen afronden. De vertalingen en de daaropvolgende consolidatie[20] van de wetsbesluiten in de 20 officiële talen zal tot een aanzienlijke toename van gecodificeerde teksten leiden die vanaf eind 2005 moeten worden goedgekeurd.

c. Herschikking [21]

Herschikking is een ingrijpende vereenvoudigingsmethode omdat de wetteksten tegelijkertijd worden gewijzigd en gecodificeerd.

Overeenkomstig het interinstitutionele akkoord[22] is de Commissie van plan om deze techniek waar het kan toe te passen, wanneer wijzigingen van bestaande besluiten worden voorgesteld. Prioriteit moet worden gegeven aan het samenvoegen van wetsbesluiten om zoveel mogelijk synergieën tot stand te brengen, overlappingen en overbodigheden zoveel mogelijk te beperken en de duidelijkheid en samenhang van de communautaire regelgeving te verbeteren. Gezien de aard van dit krachtige maar complexe instrument zou deze methode vooral gebruikt moeten worden bij belangrijke wijzigingen, wanneer zij zeker bijdraagt tot de duidelijkheid, efficiëntie en vereenvoudiging van Gemeenschapswetgeving.

De afvalsector wordt geregeld door 18 richtlijnen en 6 verordeningen en niet minder dan 22 communautaire besluiten regelen de etikettering van levensmiddelen. Door de herschikking van deze teksten zullen economische subjecten over een duidelijkere en meer gestroomlijnde regelgeving beschikken. |

d. Wijziging van de regelgevingsaanpak.

Om de regelgeving te verbeteren moet ook worden stilgestaan bij de aanpak van bepalingen die al tientallen jaren bestaan. Politieke instemming is essentieel om wijzigingen op een bepaald beleidsterrein te begeleiden en te ondersteunen.

Coregulering en essentiële eisen

Coregulering kan in sommige gevallen kosteneffectiever en passender zijn dan de traditionele wetsinstrumenten om bepaalde beleidsdoelstellingen aan te pakken. Normalisatie door onafhankelijke organen is een voorbeeld van een bekend 'coregulerings'-instrument. Het wordt actief door de Commissie gesteund als alternatief voor of aanvulling op wetgeving[23].

Terwijl in het verleden soms gemengde resultaten werden behaald, voorziet het Interinstitutioneel Akkoord inzake betere regelgeving in een stabiel kader voor alternatieve regelgevingsmethoden dat de geloofwaardigheid van deze methoden versterkt en het gebruik ervan uiteindelijk moet bevorderen.

Voor talrijke industriële producten en consumentenartikelen bewijst de CE-markering dat een product is gecertificeerd en in de Gemeenschap op de markt kan worden gebracht. De overeenkomstige aanpak van de Gemeenschap op het gebied van technische harmonisatie beperkt de inhoud van communautaire wetgeving tot essentiële eisen, waarbij verwezen wordt naar geharmoniseerde Europese normen voor alle gedetailleerde technische specificaties en voorzien wordt in eenvoudige, lichte conformiteitsbeoordelingsprocedures. In de afgelopen twintig jaar heeft dit beleid ertoe geleid dat de overheid (nationaal en Europees) minder maatregelen neemt voordat een product op de markt wordt gebracht en dat het vertrouwen is gegroeid dat marktdeelnemers alleen veilige producten op de markt brengen.

De Commissie werkt momenteel aan een herziening van deze regelgevingsaanpak. De verbetering van deze aanpak zou ertoe moeten leiden dat zij tot zoveel mogelijk sectoren wordt uitgebreid en zelfs verder gaat dan de technische harmonisatie van industriële producten, bijvoorbeeld in de dienstensector. Hetgeen is bereikt op veiligheidsgevoelige gebieden zoals medische apparatuur of machines kan ongetwijfeld worden uitgebreid tot – of verder ontwikkeld op - andere gebieden zoals levensmiddelen, cosmetica, geluidsemissies door machines of veiligheid en gezondheid op het werk.

In andere sectoren zou EU-wetgeving minder gedetailleerde bepalingen kunnen bevatten in de basisteksten en dus flexibeler zijn indien, aan de hand van basiswetgeving, de bevoegdheid van de Commissie wordt erkend om via snellere procedures uitvoeringsmaatregelen vast te stellen. In april 2004 heeft de Commissie een gewijzigd voorstel ingediend om de voorschriften in verband met haar uitvoeringsbevoegdheden te wijzigen[24].

De Commissie zal een eenvoudigere wetgevingsmethode bevorderen en haar steun opvoeren voor de normalisatie die haar nut heeft bewezen in het kader van het vrije verkeer van goederen. Door de ontwikkeling van Europese normen voor technische specificaties voor hout kan bijvoorbeeld de huidige richtlijn worden ingetrokken. Een ander voorbeeld vormen de normen voor goede laboratoriumpraktijken, die ervoor gezorgd hebben dat zonder nieuwe wetgevingsinitiatieven aan de eisen van de cosmeticarichtlijnen kan worden voldaan.

Van richtlijnen naar verordeningen

Zoals de Commissie in haar mededeling over "Betere regelgeving voor meer groei en banen" heeft duidelijk gemaakt, moet aan de keuze van de juiste regelgevingsaanpak een zorgvuldige analyse ten grondslag liggen. Richtlijnen door verordeningen vervangen kan onder bepaalde omstandigheden tot vereenvoudiging leiden omdat verordeningen onmiddellijk van toepassing zijn, garanderen dat iedereen tegelijkertijd aan dezelfde regels is onderworpen en de aandacht vestigen op de concrete handhaving van de EU-regels. Deze bijdrage tot vereenvoudiging werd in het overleg algemeen erkend, waarbij werd benadrukt dat verordeningen kunnen voorkomen dat lidstaten de wetgeving verschillend uitvoeren.

In overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag en rekening houdend met het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende subsidiariteit en evenredigheid, is de Commissie van plan om, geval per geval, verder gebruik te maken van de mogelijkheden om de wetgeving te vereenvoudigen door richtlijnen door verordeningen te vervangen. |

e. Intensivering van het gebruik van informatietechnologie

De enorme mogelijkheden van de informatietechnologie kunnen beter worden benut. Een veilige en geïntegreerde e-overheid kan administratieve lasten helpen verminderen door procedures te versnellen, minder papier te gebruiken, de wetgeving uniformer toe te passen en het risico op fouten te beperken.

Het thema vereenvoudiging zal specifiek aan bod komen in het actieplan inzake e-overheid dat de Commissie in 2006 wil ontwikkelen in het kader van het i2010-initiatief[25]. Daarbij zal met name aandacht worden besteed aan directe ervaringen en goede praktijken die tastbare voordelen opleveren op het gebied van efficiëntie en gebruikerstevredenheid.

De Commissie zal ervoor zorgen dat het wettelijke en operationele kader van de EU vereenvoudigde en papierloze procedures kan ondersteunen.

Zo nodig zal zij wijzigingen van de wetgeving voorstellen om procedures te veranderen met het oog op het gebruik van moderne instrumenten en technologie. Voor de modernisering van het douanewetboek zijn de voorbereidende werkzaamheden al behoorlijk gevorderd en op belastinggebied zijn reeds voorstellen ingediend. Bedrijven kunnen gemakkelijker aan hun statistische verplichtingen voldoen als ze meer gebruikmaken van IT-instrumenten.

De Commissie zal met haar actieplan e-overheid in 2006 de initiatieven op dit gebied nieuw leven inblazen. Zo nodig zal de Gemeenschap haar voorschriften aanpassen om de mogelijkheden van moderne informatietechnologieën volledig te benutten. |

4. Steun van de instellingen en de lidstaten

Dit gemeenschappelijk doel - bevordering van een betere regelgeving voor onze bedrijven en burgers om het Europese concurrentievermogen te versterken - kan de Commissie alleen verwezenlijken als alle instellingen volledig achter de strategie staan en hun verantwoordelijkheid nemen voor hun deel van de inspanning. Dit betekent dat niet alleen een gemeenschappelijke aanpak moet worden ontwikkeld, maar ook een gemeenschappelijke denkrichting:

- de Commissie zal haar initiatiefrecht uitoefenen om vereenvoudigingsvoorstellen op te stellen. Zoals het volgens betere regelgevingspraktijken hoort, omvat dit grondige ex post evaluaties, intensieve raadpleging van belanghebbenden en zorgvuldige afwegingen van verschillende opties om de meerwaarde van de voorgestelde maatregelen voor groei en banen aan te tonen. Om ervoor zorgen dat de vereenvoudigingsprioriteiten op alle gebieden tijdig worden uitgevoerd, zal de Commissie passende interne maatregelen nemen om toe te zien op de voortgang en aan het college verslag uitbrengen;

- aangezien het de taak van de medewetgever is om vereenvoudigingsvoorstellen die door de Commissie zijn ingediend, goed te keuren, is het van essentieel belang dat het interinstitutionele akkoord over betere regelgeving van 2003 volledig wordt uitgevoerd en dat alle middelen om de vereenvoudiging van de EU-wetgeving te bevorderen binnen dit kader worden benut. In dit verband herinnert de Commissie aan de verbintenis die het Europees Parlement en de Raad zijn aangegaan om de werkmethoden voor vereenvoudiging[26] te verbeteren. De drie instellingen zijn het erover eens dat er een gemeenschappelijke aanpak voor effectbeoordeling nodig is en de Commissie hoopt dan ook dat er tegen het einde van het jaar een akkoord is;

- de regelgeving voor bedrijven in de EU kan alleen worden verbeterd als op de initiatieven die op EU-niveau worden genomen met even ambitieuze programma's in de lidstaten wordt gereageerd. In tegenstelling tot wat de meesten denken, bestaat de wetgeving waaraan bedrijven zich moeten houden hoofdzakelijk uit nationale voorschriften. Technische eisen, etiketteringsverplichtingen, vergunningsprocedures en andere administratieve eisen worden door nationale wetgevers nog eens aan de Gemeenschapswetgeving toegevoegd. De Commissie blijft streven naar betere regelgeving volgens de open coördinatiemethode die is ingevoerd om de voortgang van de Lissabon-doelstellingen te volgen. Zij zal vereenvoudiging ook bevorderen in het kader van haar onderzoek naar overeenstemming van nationale maatregelen met Gemeenschapswetgeving.

5. CONCLUSIES

Aan de hand van een werkprogramma dat gebaseerd is op de inbreng van de lidstaten en belanghebbenden, zal de Commissie voor haar vereenvoudigingsprioriteiten:

- een alomvattende analyse uitvoeren van geselecteerde sectoren met betrekking tot het effect van wetgeving, inclusief economische, milieu- en sociale aspecten;

- een vereenvoudigingsmethode toepassen gebaseerd op technieken zoals intrekking, codificatie, herschikking en gewijzigde uitvoeringsmethoden;

- een wetgevingsmethode toepassen waarin duidelijk de voorkeur wordt gegeven aan essentiële eisen in plaats van technische specificaties, meer coregulering en de bevordering en het intenser gebruik van informatietechnologieën;

- indien mogelijk en geval per geval, meer gebruikmaken van verordeningen in plaats van richtlijnen.

Teneinde de vereenvoudigingprioriteiten tijdig te realiseren zal de Commissie haar interne werkmethoden stroomlijnen om tot een alomvattend toezicht op en een follow-up van het vereenvoudigingsproces, zowel op administratief als op politiek niveau, te komen. Voorts zal de Commissie de belanghebbenden regelmatig raadplegen over hoe het vereenvoudigingsprogramma de komende jaren verder kan worden ontwikkeld.

Gezien de behoefte aan een gemeenschappelijke inspanning om de vereenvoudiging tot een goed einde te brengen, verzoekt de Commissie het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's op deze mededeling te reageren.

BIJLAGE 1

Conclusies van het raadplegingsproces

De lidstaten en de belangrijkste bedrijfsorganisaties hebben gedetailleerde bijdragen opgestuurd met een overzicht van de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd en voorstellen om deze moeilijkheden op te lossen. Het beleidsgebied dat het vaakst werd genoemd was milieubescherming, gevolgd door landbouw en voedselveiligheid, vennootschapsrecht, vervoer en consumentenbeleid.

Uit een eerste analyse van de nog lopende enquête op internet blijkt dat een groot deel van het publiek eerder opmerkingen heeft over de bureaucratie in nationale of lokale regels dan in de EU-wetgeving. De problemen die het meest te berde werden gebracht, hebben te maken met belastingregels en arbeidsvraagstukken, typisch gebieden waar de nationale wetgeving de belangrijkste plaats inneemt.

De vereenvoudigingsbehoeften die uit de raadpleging van de lidstaten en belanghebbenden naar voren kwamen, kunnen in vijf grote categorieën worden ingedeeld:

- de leesbaarheid van de wetgeving verbeteren: talrijke vragen houden verband met onduidelijke of onvolledige concepten, definities of bepalingen. Dubbelzinnigheden leiden tot rechtsonzekerheid en verschillen wanneer EU-richtlijnen in nationale wetgeving moeten worden omgezet, hetgeen uiteindelijk tot concurrentievervalsing en versnippering van de interne markt leidt. In dit verband werd in sommige bijdragen benadrukt dat het gebruik van verordeningen in plaats van richtlijnen een einde kan maken aan verkeerde of uiteenlopende omzettingen op nationaal niveau. In de talrijke bijdragen werd ook het belang onderstreept van een continue consolidatie en codificatie van de Gemeenschapswetgeving om de toegankelijkheid en de leesbaarheid ervan te verbeteren;

- het regelgevend kader aanpassen en moderniseren: belanghebbenden hebben ook de aandacht gevestigd op wetteksten met definities of procedures die niet langer zijn aangepast aan de technische, economische en sectorale realiteit, alsmede op procedures die onnodig omslachtig of langzaam zijn. Belanghebbenden hebben eveneens voorbeelden van wetteksten verstrekt die eigenlijk geen belang meer hebben door de ontwikkeling van andere delen van het acquis , verdragswijzigingen of de ontwikkeling van internationale regels. Ten slotte werd van sommige wetgeving gezegd dat zij haar doel niet heeft bereikt en werden voorstellen ingediend om de aanpak dienovereenkomstig te wijzigen;

- administratieve kosten beperken[27]: in talrijke bijdragen is gewezen op de rigide, onnodig complexe en te bureaucratische procedures die met name voor MKB-bedrijven problemen opleveren wegens hun personeelstekort. Bedrijven en overheidsadministraties hebben er bijvoorbeeld vaak op gewezen dat te vaak te gedetailleerde verslagen of statistische gegevens moeten worden verstrekt;

- de samenhang van het acquis versterken: er zijn een aantal opmerkingen ontvangen over overlappingen, onvoldoende coördinatie of vermeende tegenstrijdigheden in stukken EU-wetgeving. In dit verband hebben sommige belanghebbenden concrete voorbeelden gegeven van gevallen waarin er volgens hen geen samenhang is tussen instrumenten in dezelfde beleidssector of in een aantal sectoren;

- de evenredigheid van het acquis verbeteren : verschillende respondenten waren van oordeel dat sommige bepalingen overdreven normatief, onevenredig en te duur zijn in verhouding tot de nagestreefde doelstellingen. Dit is waarschijnlijk het meest ingrijpende en tegelijkertijd het moeilijkst op te lossen probleem, omdat het de inhoud zelf van de wetsbesluiten betreft die toch het resultaat zijn van een wetgevingsproces waarin de wetgever met de verschillende belangen rekening heeft gehouden. Dit soort evaluaties kan alleen per geval worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met alle rechtmatige belangen van de particuliere sector en de overheid.

- BIJLAGE 2

Lopend programma voor vereenvoudiging

Dit lopende programma heeft betrekking op sectorale en horizontale wetgeving waarvan de vereenvoudiging tot verbetering van het concurrentievermogen van de bedrijven zou moeten leiden. Het is opgesteld na overleg met de lidstaten en de belanghebbenden.

De lijst omvat de sectorale prioriteiten die door de Commissie in haar mededeling over betere regelgeving zijn vastgesteld (afval, automobielsector, bouw), maar ook de resultaten die uit het overleg met de lidstaten en de belanghebbenden naar voren zijn gekomen.

Tot deze sectoren behoren landbouw en levensmiddelen, industrieën zoal cosmetica, farmaceutische sector en drukapparatuur, en de dienstensector. Daarnaast omvat het programma regelgevingsgebieden met sectoroverschrijdend effect zoals vennootschapsrecht, intellectuele eigendom, belastingen, douane en statistiek.

(*) = actie vastgesteld op de door de Raad op 25 november 2004 goedgekeurde prioriteitenlijst

Bedrijfs-sector | Beleidsgebied | Instrument | Actie |

2005 |

Alle sectoren | Bedrijfsstatistiek | Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken | * | Herschikking |

Vrij verkeer van werknemers | Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen | Herziening: een nieuwe uitvoeringsverordening ter vervanging van verordening (EEG) nr. 574/72 zal de procedures voor EU-burgers en voor de autoriteiten van de lidstaten vergemakkelijken |

Gezondheid en veiligheid | Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk en 19 andere richtlijnen op het gebied van veiligheid en gezondheid met betrekking tot de rapportageplichten van de lidstaten | Herziening van de regelgevingsaanpak door harmonisatie van de rapportagefrequentie en eventueel vervanging van de verschillende verslagen door één verslag waarin alle aspecten aan bod komen (overleg met sociale partners aan de gang) |

Landbouw en levensmiddelenindustrie | Biologische landbouw | Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen | Herschikking om de basisbeginselen van biologische landbouw te definiëren, het aantal bijzonderheden dat op EU-niveau is vastgelegd te beperken, de goede werking van de markt te garanderen en een permanent systeem voor invoer vast te stellen |

Gezondheid van gewassen | Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen | Herschikking om de regels voor het tijdelijk in de handel brengen van zaad dat niet aan de eisen inzake minimumkiemkracht voldoet, te vereenvoudigen Snellere reactie op tijdelijke tekorten in de zaadvoorraad: duidelijke regels die de lidstaten moeten volgen ter vervanging van adhocafwijkingen die met de comitologieprocedure zijn goedgekeurd. |

Kwaliteitsbeleid | Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen | Herziening om de doeltreffendheid van het registratieproces te verbeteren door procedures te vereenvoudigen, samenhang te verbeteren en de taken van elke actor te verduidelijken |

Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen | Herschikking om procedures te vereenvoudigen en het registratieproces te verbeteren |

Stralingsbescherming | Verordening (EG) Nr. 1661/1999 van de Commissie van 27 juli 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl | Herschikking, met name om bijlage 3 uit deze verordening te schrappen (lijst van douanekantoren waar producten uit bijlage 1 voor vrij verkeer binnen de Gemeenschap kunnen worden aangegeven) |

Suiker | Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker | Herziening van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker, om internationale verplichtingen na te leven en het concurrentievermogen te verbeteren, een tijdelijk fonds voor herstructurering van de sector op te richten en om de steun voor suikerbietentelers op te nemen in de bedrijfstoeslagregeling |

Industrie | Farmaceutische industrie | Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau | Nieuwe verordening ter ondersteuning van MKB-bedrijven in de gecentraliseerde procedure, waarbij voorzien wordt in een one-stop-shop in de EMEA voor MKB-bedrijven en voorwaarden worden gespecificeerd voor de vermindering of opschorting van de tarieven voor deze bedrijven |

Financiële diensten | Grensoverschrijdend krediet | Richtlijn 97/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende grensoverschrijdende overmakingen | Herschikking (een nieuw voorstel voor een richtlijn zal de huidige richtlijn en drie aanbevelingen intrekken) |

Vervoerdiensten | Luchtvervoer | Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad van 24 juli 1989 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen Verordening (EEG) nr. 3089/93 van de Raad van 29 oktober 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2299/89 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen Verordening (EG) nr. 323/1999 van de Raad van 8 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2299/89 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen (CRS) | Intrekking van de 3 verordeningen aangezien het gevaar voor misbruik van een dominante positie - dat aan de basis lag van de verordeningen - niet meer bestaat. Nu er meer concurrentie is, zal het intrekken van deze wetgeving de markt efficiënter maken |

Zeevervoer | Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole) | Herschikking van de basisrichtlijn en vijf wijzigingsrichtlijnen om een nieuw IT-informatiesysteem op te zetten en de rapportagevereisten dienovereenkomstig te wijzigen |

Richtlijn 94/57/EG inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties (vlaggenstaat, classificatiebureau) | Herschikking van de basisrichtlijn en 3 wijzigingsrichtlijnen om meer duidelijkheid te verschaffen en de uitvoering efficiënter te maken. |

2006 |

Alle sectoren | Vennootschapsrecht | Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken Derde Richtlijn 78/855/EEG van de Raad van 9 oktober 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende fusies van naamloze vennootschappen Zesde Richtlijn 82/891/EEG van de Raad van 17 december 1982 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende splitsingen van naamloze vennootschappen Richtlijn 2005/…/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende grensoverschrijdende fusies van naamloze vennootschappen [Tiende richtlijn inzake vennootschapsrecht – in afwachting van de formele goedkeuring] Elfde Richtlijn 89/666/EEG van de Raad van 21 december 1989 betreffende de openbaarmakingsplicht voor in een lidstaat opgerichte bijkantoren van vennootschappen die onder het recht van een andere staat vallen Twaalfde Richtlijn 89/667/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake het vennootschapsrecht betreffende eenpersoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Richtlijn 2003/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 tot wijziging van Richtlijn 68/151/EEG van de Raad met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten voor bepaalde soorten ondernemingen | Codificatie of herschikking (afhankelijk van het resultaat van de lopende herziening waarbij belanghebbenden worden geraadpleegd) |

Auteursrecht | Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's Richtlijn 92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel Richtlijn 93/98/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de harmonisatie van de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij | Herschikking om de samenhang en de werking van de regelgeving te verbeteren en aan de nieuwe digitale uitdagingen aan te passen. |

Douanewetboek | Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen Verordening (EG) nr. 82/2001 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking in het handelsverkeer tussen het douanegebied van de Gemeenschap en Ceuta en Melilla Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en de formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautair zeereizen Verordening (EG) nr. 1207/2001 van de Raad van 11 juni 2001 betreffende procedures ter vergemakkelijking van de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de opstelling van factuurverklaringen en formulieren EUR.2 en de afgifte van bepaalde vergunningen "toegelaten exporteur" in het kader van de bepalingen die voor het preferentiële handelsverkeer tussen de Europese Gemeenschap en sommige landen gelden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3351/83 | Herschikking en modernisering van het douanewetboek door een nieuwe verordening. In het kader van het e-douane initiatief zal het gemoderniseerde douanewetboek rechtsgrondslag vormen voor de elektronische gegevensuitwisseling tussen al degenen die bij douaneformaliteiten zijn betrokken (handelaren, lidstaten, douanediensten, grenskantoren zoals politie of veterinaire autoriteiten) De internationale handel zal baat hebben bij gestroomlijnde en vereenvoudigde douaneprocedures en -regels, geautomatiseerde en aan elkaar gekoppelde douanesystemen en de nauwe samenwerking van alle autoriteiten en diensten die bij het grensoverschrijdende goederenverkeer in de Gemeenschap zijn betrokken. |

Douaneregels | Oorsprongregels (gebaseerd op het communautair douanewetboek) | Herschikking om het stelsel van oorsprongregels te vereenvoudigen |

Milieu (afval) | Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen Richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 tot wijziging van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen Richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen | * | Herziening als onderdeel van de thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling |

Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie | * | Intrekking als onderdeel van de thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling |

Gezondheid en veiligheid | Richtlijn 89/655/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) Richtlijn 95/63/EG van de Raad van 5 december 1995 tot wijziging van Richtlijn 89/655/EG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) Richtlijn 2001/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 tot wijziging van Richtlijn 89/655/EEG van de Raad betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (2e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) | Codificatie |

Richtlijn 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (Tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG) Richtlijn 91/382/EEG van de Raad van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG) Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk; Richtlijn 2003/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 maart 2003 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk | Codificatie |

Industrieel eigendom | Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk, en latere wijzigingen: Verordening 3288/94, Verordening 1653/2003, Verordening 807/2003, Verordening 1992/2003 en Verordening 422/2004 | Codificatie |

Insolventie | Richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever Richtlijn 2002/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 80/987/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever | Codificatie |

Overheidsopdrachten | Richtlijn 71/304/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de opheffing van de beperkingen van het vrij verrichten van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken en van de gunning van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken door bemiddeling van agentschappen of filialen | Intrekking (in afwachting van het resultaat van de lopende herziening) |

Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001 tot wijziging van bijlage IV van Richtlijn 93/36/EEG van de Raad, van de bijlagen IV, V en VI van Richtlijn 93/37/EEG van de Raad, van de bijlagen III en IV van Richtlijn 92/50/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/52/EG, alsmede van de bijlagen XII tot en met XV, XVII en XVIII van Richtlijn 93/38/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/4/EG (richtlijn over het gebruik van de standaardformulieren bij de bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten) | Herschikking en vervanging door een verordening |

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) | Bijwerking en aanpassing van de CPV, om er een instrument van te maken voor volledig elektronische aanbestedingsprocedures. |

Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie | Herziening aan de gang met vereenvoudiging als waarschijnlijk resultaat |

Gereglementeerde beroepen | Richtlijn 74/556/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de werkzaamheden welke ressorteren onder de handel in en de distributie van giftige producten en de werkzaamheden die het beroepsmatig gebruik van die producten meebrengen met inbegrip van de werkzaamheden van tussenpersonen Richtlijn 74/557/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden en voor de werkzaamheden van tussenpersonen welke onder de handel in en de distributie van giftige producten ressorteren | Intrekking (in afwachting van het resultaat van de lopende herziening) |

Staatssteun | Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun Verordening (EG) nr. 363/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 68/2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun Corrigendum op Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun (PB L 337 van 13.12.2002) | Verordening van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op regionale steun, MKB, O&O, milieusteun, werkgelegenheid, opleiding Herschikking en consolidatie van vier bestaande instrumenten (als gewijzigd) in een algemeen groepsvrijstellingsinstrument en opneming van twee nieuwe aspecten (regionale steun en milieusteun) zodat invoering van twee nieuwe instrumenten wordt voorkomen De groepsvrijstelling neemt de vorm aan van een verordening van de Commissie en is een procedurele maatregel om voor sommige soorten steun die aan de bepalingen van artikel 87, lid 3 voldoen, vrijstelling van voorafgaande kennisgeving overeenkomstig artikel 87, lid 1, te verlenen. |

Belastingen | Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal | Herschikking om de bestaande communautaire wetgeving betreffende indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal te vereenvoudigen en te moderniseren en kapitaalheffingen geleidelijk af te schaffen. |

Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag | Herziening: 1) wat BTW-bepalingen betreft voor financiële diensten, inclusief verzekeringen: modernisering van achterhaalde voorschriften die de efficiëntie van de financiële dienstensector in de EU hinderen (banken, financiële groepen) 2) wat de behandeling m.b.t. BTW betreft van de overheid en de vrijstelling voor sommige activiteiten in het openbaar belang: herziening om tot een meer geharmoniseerd en neutraal BTW-stelsel te komen en om in de EU gelijke voorwaarden te creëren voor particuliere bedrijven en overheidsinstellingen |

Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop | Herschikking om de vereisten te vereenvoudigen en te moderniseren en de procedures te automatiseren. |

Handelsstatistiek | Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ("Gecombineerde nomenclatuur") | Vereenvoudiging om het aantal onderverdelingen te beperken door de behoeften aan gedetailleerde statistische informatie te herzien, teneinde de statistische rapportage voor de bedrijven te verlichten |

Landbouw en levensmiddelenindustrie | Gemeenschappelijke marktordeningen | Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29.09.03 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde producten Verordening (EEG) nr. 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en producten van de bloementeelt Verordening (EG) nr. 865/2004 van de Raad van 29 april 2004 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 827/68 | Een stapsgewijze herschikking van de 21 sectorale GMO's en codificatie in één horizontaal instrument van de gemeenschappelijke marktordening. |

Handelsnormen voor eieren | Verordening (EEG) nr. 1907/90 van de Raad van 26 juni 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren | Herschikking om de toepassing van de handelsvormen voor eieren te vergemakkelijken ten behoeve van consumenten, producenten, handelaren en autoriteiten |

Energiegewassen | Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 | Herziening van de steunregelingsbepalingen (artikel 90) |

Levensmiddelen | Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt Richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen. | Herschikking in één wetsbesluit van de bestaande wetgeving voor levensmiddelenadditieven en aanpassing van de beoordelings- en vergunningsprocedures (EFSA, comitologie) Vervanging van een richtlijn door één verordening: Efficiëntere beoordelings- en goedkeuringsprocedures zullen het besluitvormingsproces versnellen en nieuwe additieven zullen producenten en consumenten sneller ter beschikking staan. Voor goedkeuringen van levensmiddelenadditieven gelden momenteel drie aparte richtlijnen (kleurstoffen, zoetstoffen en andere additieven) waarvan sommige vaak zijn gewijzigd. Door deze goedkeuringen en de bepalingen van de huidige kaderrichtlijn in één verordening samen te brengen, zal de additievenwetgeving beperkt blijven en gemakkelijker door alle belanghebbenden kunnen worden geraadpleegd. De beoordelings -en goedkeuringsprocedure is samen met die voor aroma's in levensmiddelen ontwikkeld. |

Richtlijn 88/388/EEG van de Raad van 22 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake aroma's voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma's Verordening (EG) Nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 1996 tot vaststelling van een communautaire procedure voor in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken aromastoffen | Herschikking voor de modernisering en aanpassing van de bestaande wetgeving inzake aroma's aan de technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen en voor het opstellen van duidelijke beoordelings- en vergunningsprocedures (EFSA, comitologie) Met een nieuwe regelgeving zullen Europese bedrijven efficiënter nieuwe aroma 's en nieuwe toepassingen kunnen ontwikkelen. Het zal duidelijk worden wanneer aroma's moeten worden beoordeeld en onder welke omstandigheden zij als 'natuurlijk' kunnen worden bestempeld. Verduidelijking van de vergunningsprocedure. Vervanging door een verordening. |

Groenten en fruit (vers en bereid) | Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten | Herziening voor de verbetering van het concurrentievermogen van de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, verbetering van de marktbeheerinstrumenten, vermindering van handelsverstoringen en intrekken van achterhaalde wetsbesluiten |

Gewasbeschermingsmiddelen | Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen | * | Herschikking en vervanging van de richtlijn door een verordening. De herziening is bedoeld om de vergunningsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen verder te harmoniseren, de taken van de EFSA voor de beoordeling van actieve bestanddelen te definiëren en om de regels inzake gegevensbescherming te herzien, teneinde een juist evenwicht te vinden tussen de belangen van het onderzoek en van generieke bedrijven. Efficiëntere beoordelings- en vergunningsprocedures zullen dubbel werk voorkomen, het besluitvormingsproces versnellen en voor een meer geharmoniseerde beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen in de Gemeenschap zorgen. De nieuwe verordening zal er ook voor zorgen dat het intrekken van vergunningen en het aflopen van respijtperioden niet in conflict komen met de normale gebruiksperiode van het gewasbeschermingsmiddel. De richtlijn is al meer dan 50 keer gewijzigd. Het is de bedoeling alle amendementen samen te brengen in een beperkt aantal uitvoeringsverordeningen of bijlagen |

Aardappelzetmeel | Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel | Nieuwe verordening om de bestaande aardappelzetmeelregeling te vervangen; van toepassing vanaf het verkoopseizoen 2007-8. |

Regels inzake staatssteun | Verordening (EG) nr. 1/2004 van de Commissie van 23 december 2003 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun in de landbouwsector (PB C 28 van 1.2.2000). Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reclame voor in bijlage I van het Verdrag vermelde producten en voor bepaalde niet in bijlage I vermelde producten (PB C 252 van 12.9.2001) Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun betreffende TSE-tests, gecrepeerde dieren en slachtafval (PB C 324 van 24.12.2002). Verordening (EG) nr. 1860/2004 van de Commissie van 6 oktober 2004 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de "de minimis"-steun in de landbouwsector en de visserijsector. Mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de Staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouw ("beheerskredieten") (PB C 44 van 16.2.1996) Mededeling van de Commissie met betrekking tot wijziging van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling (alleen landbouw) (PB C 48 van 13.2.1998) | Herschikking - van de zeven geldende teksten over staatssteun zullen er drie worden gemaakt: de vrijstellingsverordening, één pakket richtsnoeren en de "de minimis"-verordening |

Wijn | Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt | Herschikking om het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de sector te verbeteren, om de markt beter te controleren en te beheren en om een beter evenwicht te verkrijgen tussen vraag en aanbod, zowel kwalitatief als kwantitatief. |

Stralingsbescherming | Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar, gewijzigd bij - Verordening nr. 2218/89 van de Raad van 18 juli 1989 tot wijziging van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad - Verordening nr. 770/90 van de Commissie van 29 maart 1990 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar - Verordening nr. 944/89 van de Commissie van 12 april 1989 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar | Codificatie |

Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad van 22 maart 1990 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl Verordening (EG) nr. 616/2000 van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 737/90 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl | Codificatie |

Industrie | Farmaceutische industrie | Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong | Herschikking om: - het aantal lijsten van stoffen te beperken, – transparantie in de beoordelingsprocedure te verbeteren, – overeenstemming met internationale handelsnormen te garanderen. Zij zal de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik helpen garanderen en zorgen voor samenhang met de gelijktijdig uitgevoerde herziening van de wetgeving inzake de controle op residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong. |

Hout | Richtlijn 68/89/EEG van de Raad van 23 januari 1968 betreffende de aanpassing van de wetgevingen der lidstaten ten aanzien van de indeling van onbewerkt hout | Intrekking |

Financiële diensten | Verzekering | Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering Richtlijn 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep Eerste Richtlijn 73/239/EEG van de Raad van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan Richtlijn 76/580/EEG van de Raad van 29 juni 1976 tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan Richtlijn 84/641/EEG van de Raad van 10 december 1984 houdende wijziging, inzonderheid wat de hulpverlening op reis betreft, van de eerste Richtlijn (73/239/EEG) tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan Richtlijn 87/343/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot wijziging van de eerste Richtlijn 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, met betrekking tot de kredietverzekering en de borgtochtverzekering Richtlijn 87/344/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering Tweede richtlijn 88/357/EEG van de Raad van 22.6.1988 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, tot vaststelling van bepalingen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het vrij verrichten van diensten en houdende wijziging van Richtlijn 73/239/EEG. Richtlijn 90/618/EEG van de Raad van 8 november 1990 tot wijziging, met name wat de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen betreft, van Richtlijn 73/239/EEG en Richtlijn 88/357/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18.06.1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (derde richtlijn schadeverzekering) Richtlijn 2002/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 maart 2002 tot wijziging van Richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen Richtlijn 73/240/EEG van de Raad van 24 juli 1973 inzake de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging op het gebied van het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche Richtlijn 78/473/EEG van de Raad van 30 mei 1978 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op het gebied van de communautaire co- assurantie | Herschikking, in het kader van het 'solvabiliteit II"-project, om de relevante verzekeringsrichtlijnen in één instrument onder te brengen. |

Autoverzekering | Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid als gewijzigd bij: Richtlijn 72/430/EEG van de Raad van 19 december 1972 tot wijziging van Richtlijn nr. 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid Tweede Richtlijn 84/5/EEG van de Raad van 30 december 1983 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven Derde Richtlijn 90/232/EEG van de Raad van 14 mei 1990 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 mei 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG van de Raad (Vierde richtlijn motorrijtuigenverzekering) Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de Richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad en Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven | Herschikking in één richtlijn (zes richtlijnen worden vervangen) |

Effecten | Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen | Richtlijn wordt ex post geëvalueerd. Het evaluatieverslag zal eind 2005/begin 2006 door de Commissie worden goedgekeurd. |

A. Codificatie van kernwetten van de Gemeenschapswetgeving specifiek gewijd aan icbe's /beleggingsfondsen : Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) Richtlijn 88/220/EEG van de Raad van 22 maart 1988 tot wijziging, wat betreft het beleggingsbeleid van bepaalde icbe's, van Richtlijn 85/611/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) Richtlijn 2001/107/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 januari 2002 tot wijziging van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) met het oog op de reglementering van beheermaatschappijen en vereenvoudigde prospectussen Richtlijn 2001/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 januari 2002 tot wijziging van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), betreffende beleggingen van icbe's B. Wijzigingen ingevoerd door andere zowel voor producten als diensten geldende wetgeving die ook in de gecodificeerde versie worden opgenomen. Richtlijn 95/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 tot wijziging van de Richtlijnen 77/780/EEG en 89/646/EEG op het gebied van kredietinstellingen, de Richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG op het gebied van het schadeverzekeringsbedrijf, de Richtlijnen 79/267/EEG en 92/96/EEG op het gebied van het levensverzekeringsbedrijf, Richtlijn 93/22/EEG op het gebied van beleggingsondernemingen en Richtlijn 85/611/EEG op het gebied van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), teneinde het bedrijfseconomische toezicht te versterken Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten | Codificatie in een nieuwe richtlijn van de wetgeving inzake icbe's, met name van: 4 kernwetten van Gemeenschapswetgeving specifiek gewijd aan icbe's /beleggingsfondsen, en 3 andere zowel voor producten als diensten geldende wetten die ook in de gecodificeerde versie worden opgenomen. |

Vervoerdiensten | Luchtvervoer | Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes Verordening (EEG) nr. 2409/92 van de Raad van 23 juli 1992 inzake tarieven voor luchtdiensten | Herschikking om de leesbaarheid te verbeteren en dubbelzinnigheden weg te nemen en achterhaalde bepalingen te schrappen |

Zeevervoer | Richtlijn 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden | Codificatie |

Spoorvervoer | Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) | Wijziging van deze wetteksten met het oog op de vereenvoudiging van het certificeringsproces voor spoorwegondernemingen en de spoorwegindustrie. Hiervoor zullen de bevoegdheden van het Europees Spoorwegbureau (ERA) worden uitgebreid. |

Wegvervoer | Richtlijn 96/96/EG van de Raad van 20 december 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens | Codificatie van het basisbesluit en de vier richtlijnen van de Commissie voor aanpassing aan de technische vooruitgang, en eventueel vereenvoudiging (in afwachting van de conclusies van een studie die voor het einde van 2006 klaar moet zijn) |

Richtlijn 96/26/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van goederen-, respectievelijk personenvervoer over de weg, nationaal en internationaal, en inzake de wederzijdse erkenning van diploma's, certificaten en andere titels ter vergemakkelijking van de uitoefening van het recht van vrije vestiging van bedoelde vervoerondernemers | Herschikking via een vereenvoudiging van de procedures. |

Aanbeveling van de Commissie van 6 april 2004 inzake handhaving op het gebied van verkeersveiligheid (2004/345/EG) | Vereenvoudiging van de rapportagevoorschriften (instrument: werkgroep van nationale vertegenwoordigers); voorkoming van extra besluiten; werk is aan de gang. |

Vervoer van gevaarlijke goederen | Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg Richtlijn 96/49/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor | Herschikking: nieuwe richtlijn of verordening en, tegelijkertijd, beëindiging van de vertaling en publicatie van de bijlagen in alle talen van de Gemeenschap (telkens + 900 bladzijden) |

Vervoer van gevaarlijke goederen | Richtlijn 96/35/EG van de Raad van 3 juni 1996 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren Richtlijn 2000/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2000 betreffende de minimumeisen voor het examen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren | Intrekking: de bepalingen van deze richtlijnen zijn reeds opgenomen in internationale overeenkomsten. |

Energie | Nieuwe en hernieuwbare energiebronnen | Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten | Herschikking, met name om het toepassingsgebied van de richtlijn te verruimen. |

Verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur | Herschikking (in het kader van de vernieuwing van de Energy Star International Agreement – pakket met een voorstel voor een nieuw besluit van de Raad) om de procedures te vereenvoudigen en de eisen voor de lidstaten te beperken. |

Kernenergie | EGA-Raad: de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB nr. 27 van 6.12.1958) EGA Voorzieningsagentschap: Regels van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie waarbij de wijze wordt bepaald waarop vraag en aanbod voor ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen tegen elkaar worden afgewogen (PB 32 van 11.5.1960) | Herschikking: procedures voor de goedkeuring van voorzieningscontracten worden vereenvoudigd |

Olievoorraden | Richtlijn 68/414/EEG van de Raad van 20 december 1968 houdende verplichting voor de lidstaten van de E.E.G. om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden 68/416/EEG: Beschikking van de Raad van 20 december 1968 betreffende het sluiten en uitvoeren van de speciale intergouvernementele overeenkomsten inzake de verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden Richtlijn 72/425/EEG van de Raad van 19 december 1972 tot wijziging van de Richtlijn van de Raad van 20 december 1968 houdende verplichting voor de lidstaten van de E.E.G. om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden Richtlijn 73/238/EEG van de Raad van 24 juli 1973 betreffende de maatregelen ter vermindering van de gevolgen van moeilijkheden bij de bevoorrading met ruwe aardolie en aardolieproducten 77/706/EEG: Beschikking van de Raad van 7 november 1977 tot vaststelling van een communautaire doelstelling inzake een beperking van het verbruik van energie in geval van moeilijkheden bij de voorziening met ruwe aardolie en aardolieproducten 79/639/EEG: Beschikking van de Commissie van 15 juni 1979 houdende uitvoeringsbepalingen van Beschikking 77/706/EEG van de Raad Richtlijn 98/93/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Richtlijn 68/414/EEG houdende verplichting voor de lidstaten van de EEG om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden | Herschikking/intrekking |

Visserijsector | Instandhoudingsbeleid | Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen alsmede de wijzigingen ervan. | Herschikking om de leesbaarheid van de technische maatregelen te verbeteren, de samenhang ervan te versterken en het regelgevend kader te moderniseren. |

Visserijcontrole en toezicht | Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid | Herschikking in één document van alle aspecten in verband met de controle van en het toezicht op visserijactiviteiten (vangstaangifte, tolerantiemarges, aanvoeraangifte, vervoer, plaatsbepaling van de vaartuigen, enz.) en meer gebruikmaking van IT-instrumenten om de rapportageverplichtingen te vergemakkelijken. |

Verordening (EG) nr. 3317/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake machtiging tot het verrichten van visserijactiviteiten in de wateren van een derde land in het kader van een visserijovereenkomst | Herschikking om het beheer van visserijvergunningen te verduidelijken en te verbeteren en om IT-instrumenten in te voeren ("Visserijvergunningen"). |

Financieel instrument voor de visserij | Verordening (EG) nr. 366/2001 van de Commissie van 22 februari 2001 betreffende de uitvoeringsbepalingen voor de acties waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad Verordening (EG) nr. 908/2000 van de Commissie van 2 mei 2000 betreffende de wijze van berekening van de steun van de lidstaten voor de producentenorganisaties in de visserij- en aquacultuursector Verordening (EG) nr. 2722/2000 van de Commissie van 13 december 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) een bijdrage kan verlenen voor de uitroeiing van dierziekten in de aquacultuur | Herschikking in één document |

2007 |

Alle sectoren | Boekhouding | Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening Achtste Richtlijn 84/253/EEG van de Raad van 10 april 1984 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag inzake de toelating van personen, belast met de wettelijke controle van boekhoudbescheiden Richtlijn 90/604/EEG van de Raad van 8 november 1990 tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG betreffende de jaarrekening en van Richtlijn 83/349/EEG betreffende de geconsolideerde jaarrekening in verband met de afwijkingen voor kleine en middelgrote vennootschappen en de openbaarmaking van deze jaarrekening in ecu Richtlijn 90/605/EEG van de Raad van 8 november 1990 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG betreffende respectievelijk de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, ten aanzien van het toepassingsgebied van deze richtlijnen Richtlijn 94/8/EG van de Raad van 21 maart 1994 tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG met betrekking tot de herziening van de in ecu uitgedrukte bedragen Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen Richtlijn 2003/38/EG van de Raad van 13 mei 2003 tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG met betrekking tot in euro uitgedrukte bedragen Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (Voor de EER relevante tekst) | * | Herschikking en codificatie van de boekhoudwetgeving om: de voor MKB-bedrijven vastgestelde drempels te verhogen (zodat meer bedrijven van de rapportageverplichtingen zijn vrijgesteld) (*) de boekhoudregels overeenkomstig de vierde en zevende richtlijn inzake vennootschapsrecht voor MKB-bedrijven te vereenvoudigen en bij te werken; alle verordeningen van de Commissie betreffende de in de EU geldende IAS/IFRS/SIC/IFRIC te consolideren (dit kan tot het schrappen van zes verordeningen leiden); de internationale auditnormen (ISA's) in de herziene achtste richtlijn inzake vennootschapsrecht op te nemen. |

Vennootschapsrecht | Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken Derde Richtlijn 78/855/EEG van de Raad van 9 oktober 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende fusies van naamloze vennootschappen Zesde Richtlijn 82/891/EEG van de Raad van 17 december 1982 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende splitsingen van naamloze vennootschappen Richtlijn 2005/…/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende grensoverschrijdende fusies van naamloze vennootschappen [Tiende richtlijn inzake vennootschapsrecht – in afwachting van de formele goedkeuring] Elfde Richtlijn 89/666/EEG van de Raad van 21 december 1989 betreffende de openbaarmakingsplicht voor in een lidstaat opgerichte bijkantoren van vennootschappen die onder het recht van een andere staat vallen Twaalfde Richtlijn 89/667/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake het vennootschapsrecht betreffende eenpersoonsvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Richtlijn 2003/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 tot wijziging van Richtlijn 68/151/EEG van de Raad met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten voor bepaalde soorten ondernemingen | Alomvattende herschikking van de gehele regelgeving inzake vennootschapsrecht |

Consumentenbescherming | Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten - Verklaring van de Raad en van het Parlement ad artikel 6, lid 1 - Verklaring van de Commissie ad artikel 3, lid 1, eerste streepje Richtlijn 97/47/EG van de Commissie van 28 juli 1997 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 77/101/EEG, 79/373/EEG en 91/357/EEG van de Raad Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen. Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen | Rationalisatie en vereenvoudiging van het acquis om eventuele tegenstrijdigheden, overlappingen, barrières voor de interne markt en concurrentieverstoringen weg te nemen. Indien uit de diagnosefase blijkt dat het acquis moet worden gewijzigd of aangevuld, heeft de Commissie theoretisch gezien twee keuzemogelijkheden: a) een verticale aanpak, waarbij bestaande richtlijnen afzonderlijk worden gewijzigd (bv. wijziging van de timesharingrichtlijn) of bepaalde sectoren worden gereglementeerd (bv. een toerismerichtlijn met bepalingen uit de pakketreizen- en de timesharingrichtlijn); b) een meer horizontale aanpak, waarbij een of meer kaderinstrumenten worden goedgekeurd om gemeenschappelijke onderdelen van het acquis te regelen. Deze kaderinstrumenten zouden gemeenschappelijke definities geven en de voornaamste rechten en verhaalmiddelen met betrekking tot consumentenovereenkomsten regelen. Door alle desbetreffende bepalingen van de bestaande richtlijnen in een nieuwe richtlijn samen te voegen, zou het regelgevingskader aanzienlijk worden gestroomlijnd, overeenkomstig de beginselen van betere regelgeving. Met deze operatie zijn 8 richtlijnen en 6 wijzigingsrichtlijnen gemoeid. |

Milieu-auditing | Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) | Herschikking / wijziging van de aanpak, inclusief maatregelen om deelneming van het MKB te bevorderen. |

Milieu Emissies van industriële installaties | Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging Richtlijn 88/609/EEG van de Raad van 24 november 1988 inzake beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties Richtlijn 1999/13/EG van de Raad van 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties | Herziening van de IPPC-richtlijn en andere verwante wetgeving betreffende industriële emissies met het oog op een mogelijke herschikking voor meer duidelijkheid, samenhang en stroomlijning, met name wat de rapportage betreft. |

Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval | * |

Milieu - ozonlaag | Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen | Herschikking om de bestaande regelgeving zo nodig te verduidelijken en te verbeteren |

Arbeidsrecht | Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap. | Codificatie in één richtlijn |

Statistiek - Intrastat | Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad | * | Vereenvoudiging om de statistische rapportage van bedrijven te verlichten en eventueel het MKB hiervan vrij te stellen, rekening houdende met het resultaat van het lopende proefproject betreffende administratieve kosten en een toekomstige haalbaarheidstudie om de bruikbaarheid van een verzamelingssysteem dat zich tot één stroom beperkt, te analyseren. |

Landbouw en levensmiddelenindustrie | Randvoorwaarden | Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 | Herziening van de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen (artikel 8), met passende voorstellen. |

Diervoeder /diervoeding | Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders Richtlijn 96/25/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verkeer van voedermiddelen, tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 82/471/EEG en 93/74/EEG, en tot intrekking van Richtlijn 77/101/EEG Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten Richtlijn 93/74/EEG van de Raad van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel | Herschikking, modernisering en vervanging van de 4 richtlijnen door 1 verordening om de voederetiketteringsvoorschriften te wijzigen, de niet-exclusieve lijst van voedermiddelen uit te breiden en om de vergunningsprocedures in overeenstemming te brengen met de beginselen en bepalingen van de algemene levensmiddelenwetgeving. De belangrijkste doelstellingen van het toekomstige voorstel zijn: levensmiddelen- en voederveiligheid garanderen, een vlotte werking van de interne markt bevorderen en de economische belangen van de voedergebruikers beschermen. De herschikking zal: de verschillen tussen wetten, verordeningen en administratieve bepalingen van de lidstaten die de vlotte werking van de interne markt in de weg staan, wegnemen; duidelijkheid en redelijkheid verbeteren: bedrijven wijzen erop dat wettelijke vereisten over verschillende wetsinstrumenten zijn verspreid met verschillende voorschriften voor soortgelijke producten; levensmiddelen- en voederveiligheid verbeteren: geharmoniseerde aanpak voor het verlenen van vergunningen voor bepaalde voedermiddelen en de herziening van sommige etiketteringsbepalingen die de voedselveiligheid in gevaar kunnen brengen. Naast de 4 richtlijnen heeft deze operatie ook betrekking op zo'n 30 wijzigingsrichtlijnen. |

Levensmiddelen | Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame en 4 verwante richtlijnen | * | Algemene herschikking van de etiketteringswetgeving om de verschillende teksten aan te passen, te moderniseren en in één verordening samen te voegen. De herschikking moet de structuur en het toepassingsgebied van de etiketteringswetgeving, zowel horizontaal als verticaal, vereenvoudigen en verduidelijken door alle gemeenschappelijke aspecten in één enkel instrument samen te brengen. Voorschriften voor de etikettering zullen beter moeten worden opgesteld, teneinde: consumenten in staat te stellen beter geïnformeerd over veiligheid, gezondheid en duurzaamheid, keuzes te maken bij te dragen aan een meer concurrerende markt waarin bedrijven efficiënt gebruik kunnen maken van etikettering om hun producten te verkopen. De herziening kan ook betrekking hebben op de samenhang met andere etiketteringsvoorschriften in verband met gezondheid (vermelding van voedingswaarde, etikettering van alcoholhoudende dranken), ethische vraagstukken (dierenwelzijn, eerlijke handel), herkomstetikettering, enz. … . |

Verordening (EG) nr. 298/97 van de Commissie van 19 februari 1997 tot vaststelling van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 | Herschikking en modernisering van de verordening, tenuitvoerlegging van een gecentraliseerde vergunningsprocedure |

Groenten en fruit – regionale uitvoering | Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 | Herziening van de bepalingen van artikel 60, met passende voorstellen |

Industrie | Bouw | Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten | * | Vereenvoudiging, verduidelijking en beperking van administratieve kosten en lasten, met name voor MKB-bedrijven, door meer flexibiliteit bij de formulering en het gebruik van technische specificaties, eenvoudiger certificeringsvoorschriften, en verwijdering van de obstakels die tot dusverre de totstandbrenging van een volledig interne markt voor bouwproducten belemmeren. |

Cosmetica | Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten; en de wijziginsteksten ervan (7 latere wijzigingsrichtlijnen, 2 richtlijnen die de dag waarna dierproeven zijn verboden, opschorten en 37 richtlijnen voor aanpasing aan de technische vooruitgang) | Vereenvoudiging / codificatie |

Medische hulpmiddelen | Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen | Herschikking in een verordening. Aanpassing van de vergunningsprocedures. |

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juli 1992 betreffende medische hulpmiddelen | * |

Richtlijn 2000/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 tot wijziging, voor wat medische hulpmiddelen betreft die stabiele derivaten van menselijk bloed of menselijk plasma bevatten, van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad Richtlijn 2001/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 07.12.01 tot wijziging van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad voor wat medische hulpmiddelen betreft | Herschikking in een verordening om de samenhang te verbeteren en het gebruik van IT voor het doorsturen van informatie mogelijk te maken, |

Motorvoertuigen | Zo'n 28 specifieke richtlijnen over motorvoertuigen gebaseerd op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan. | Zodra de herschikking van Richtlijn 70/156//EEG is goedgekeurd, kan de Commissie, waarschijnlijk in 2007, ruim 28 van de 56 richtlijnen intrekken (door de VN/ECE-reglementen verplicht te maken). De vereenvoudiging zal het bedrijfsleven de mogelijkheid geven zich sneller aan technische ontwikkelingen op internationaal niveau aan te passen. |

Meer dan 10 richtlijnen waarin geometrische eisen voor motorvoertuigen worden vastgesteld (bv. Richtlijn 92/21/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende massa's en afmetingen van motorvoertuigen van categorie M1) | Invoering van virtueel-/zelftesten om de kosten en administratieve lasten van de huidige procedures te beperken. Virtueel testen en zelftesten zullen productontwikkeling versnellen en kosten voor industrie en consumenten verlagen. |

Technische harmonisatie van producten | 25 richtlijnen waarin de essentiële eisen voor het vrije verkeer van sommige productcategorieën op de interne markt worden vastgesteld (de zogenaamde "nieuwe-aanpakrichtlijnen") | Vereenvoudiging van de certificeringsregels. |

Financiële diensten | Supervisie | Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad | Herziening |

Vervoerdiensten | Zeevervoer | Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen | Herschikking |

2008 |

Alle sectoren | Belastingen | Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten, als gewijzigd | Herschikking om de Gemeenschapswetgeving te vereenvoudigen door de wetteksten te consolideren en de procedures voor vrijstelling van bronbelasting te vereenvoudigen. |

Landbouw en levensmiddelenindustrie | Zuivelsector | Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten | Herziening van de bepalingen, met passende voorstellen |

Gedroogde voedergewassen | Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen | Herziening van de bepalingen, met passende voorstellen |

Industrie | Toestellen onder druk/drukvaten en drukapparatuur | Richtlijn 76/767/EEG van de Raad van 27 juli 1976 over de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake gemeenschappelijke bepalingen betreffende toestellen onder druk en keuringsmethoden voor deze toestellen Richtlijn 87/404/EEG van de Raad van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake drukvaten van eenvoudige vorm Richtlijn 97/23/EG van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur | * | Herschikking in één wetsinstrument door de tenuitvoerlegging van de herziene regelgevingsaanpak voor technische harmonisatie. |

Milieu Afval | Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) | Herziening gebaseerd op de ervaring met de toepassing van de richtlijnen, op de ontwikkeling van de technologie, de opgedane ervaring, milieuvoorschriften en de werking van de interne markt. De herziening gaat zo nodig vergezeld van voorstellen om de toepasselijke bepalingen van deze richtlijnen te wijzigen. |

Vervoerdiensten | Luchtvervoer | Richtlijn 91/670/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge erkenning van bewijzen van bevoegdheid voor burgerluchtvaartpersoneel Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart | Zodra de bevoegdheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart zijn verruimd, met name wat vliegbewegingen en pilootvergunningen betreft, worden beide bovengenoemde besluiten alsmede de technische aanpassingen en wijzigingen ervan ingetrokken. |

Infrastructuur | Met Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad zijn de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken vastgesteld. | Herschikking |

Wegvervoer | Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer | Herschikking |

Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten Verordening (EEG) nr. 684/92 van de Raad van 16 maart 1992 houdende gemeenschappelijke regels voor het internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen Eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg tussen de lidstaten. Verordening (EEG) nr. 3118/93 van de Raad van 25 oktober 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn Richtlijn 98/12/EG van de Commissie van 27 januari 1998 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan Verordening (EG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 1 maart 2002 tot wijziging, met het oog op de invoering van een bestuurdersattest, van Verordeningen (EEG) nr. 881/92 en (EEG) nr. 3118/93 van de Raad | Herschikking: één enkele verordening zal zorgen voor consequentheid in de behandeling van verschillende delen van de sector en voor samenhang in de regelgevingsaanpak van de sector. |

Zeevervoer | Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten. | Herschikking |

Energie | Stralingsbescherming | Richtlijn 89/618/Euratom van de Raad van 27 november 1989 betreffende de informatie van de bevolking over de bij stralingsgevaar toepasselijke maatregelen ter bescherming van de gezondheid en over de alsdan te volgen gedragslijn Richtlijn 90/641/Euratom van de Raad van 4 december 1990 inzake de praktische bescherming van externe werkers die gevaar lopen aan ioniserende straling te worden blootgesteld tijdens hun werk in een gecontroleerde zone Richtlijn 92/3/Euratom van de Raad van 3 februari 1992 betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen tussen lidstaten en naar en vanuit de Gemeenschap Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren Richtlijn 97/43/Euratom van de Raad van 30 juni 1997 betreffende de bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling in verband met medische blootstelling en tot intrekking van Richtlijn 84/466/Euratom Richtlijn 2003/122/Euratom van de Raad van 22 december 2003 inzake de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen en weesbronnen Verordening (Euratom) nr. 1493/93 van de Raad van 8 juni 1993 betreffende de overbrenging van radioactieve stoffen tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap 93/552/Euratom: Beschikking van de Commissie van 1 oktober 1993 tot vaststelling van het in Richtlijn 92/3/Euratom van de Raad bedoelde uniform document voor toezicht en controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen 90/143/Euratom: Aanbeveling van de commissie van 21 februari 1990 inzake de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon binnenshuis Aanbeveling van de Commissie van 20 december 2001 betreffende de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon in drinkwater (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 4580). | Herschikking in één richtlijn van de Raad tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid tegen de gevaren van blootstelling aan ioniserende straling |

[pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] COM(2005) 97 van 16.3.2005.

[2] Mededeling van de Commissie over een gemeenschappelijke methode voor de beoordeling van door wetgeving opgelegde administratieve kosten - COM(2005) 518 van 21.10.2005 en SEC(2005) 1329.

[3] Mededeling van de Commissie over het resultaat van de doorlichting van hangende wetsvoorstellen - COM(2005) 462.

[4] Het eerste vereenvoudigingsinitiatief is in 1997 genomen; het tweede alomvattende vereenvoudigingsprogramma – COM(2003) 71 – is in februari 2003 op de rails gezet. Als resultaat van het doorlichten van 42 beleidssectoren heeft de Commissie 200 wetgevingsbesluiten aangestipt die voor vereenvoudiging in aanmerking komen en 35 initiatieven genomen die tot vereenvoudiging leiden. Momenteel zijn nog 15 vereenvoudigingsvoorstellen in behandeling. Voorts is heel wat werk verricht om geconsolideerde en gecodificeerde teksten te maken teneinde het communautaire acquis toegankelijker, leesbaarder en meer samenhangend te maken. Daarnaast hebben honderden intrekkingen en verklaringen van achterhaaldheid aanzienlijk bijgedragen tot een verdere vermindering van het volume van het acquis.

[5] De Commissie is op 1 juni 2005 met een enquête begonnen om "het ondernemingsklimaat te verbeteren" (http://europa.eu.int/yourvoice/forms/dispatch?form=418&lang=EN). De enquête loopt tot het einde van dit jaar.

[6] http://europa.eu.int/solvit/

[7] In november 2004 heeft de Raad Concurrentievermogen 15 prioritaire gebieden vastgesteld die voor vereenvoudiging van EU-wetgeving in aanmerking komen. Met de goedkeuring van drie wetgevingsvoorstellen en het indienen van zeven niet-legislatieve initiatieven - die in een later stadium alsnog in wetgevingisinitiatieven kunnen uitmonden - zal de Commissie tegen het einde van dit jaar 13 van de 15 prioriteiten van de Raad hebben behandeld.

[8] Mededeling "Vereenvoudiging en betere regelgeving voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid" - COM(2005) 509.

[9] De Commissie heeft een werkdocument van haar diensten goedgekeurd over[10]9\]^|}~| } z|™š¬

²

v|~'(@Aö÷øù\]iŠijçè |äåAB³´ÖóìèÝÖèÖÝÖÝÒÝèÖìÎÇÀì®ì¤ì¤ì ì•ì•ìˆì•ì•ì ìˆì•ì•ìˆì•ì•ì•ìjhË9Wh3'¢0J%U[pic]hË9Wh3'¢B*[pic]phh_{¹hË9Wh3'¢6?]?"jhË9Wh3'¢0J%B*[pic]U[pic]ph

hË«h3'¢

h˫h˫h˫h /Q

hÀ0hÀ0jhÀ0hÀ0U[pic]hÀ0

hË9Wh3'¢ "Betere regelgeving en thematische strategieën voor het milieu" - COM(2005) 466.

[11] De Commissie zal in 2006 een nieuwe strategie voor gezondheid en veiligheid voor de periode 2007-2012 presenteren.

[12] De Commissie heeft in december 2004 een mededeling goedgekeurd over "Vooruitzichten voor de vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)" - COM(2004) 820 - en een werkdocument van haar diensten met als titel "Analyse van de mogelijkheden tot vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid en de uitvoering ervan" - SEC(2004) 1596. Voor het einde van het jaar zal de Commissie, na overleg met de autoriteiten en de industrie, een meerjarenplan voor de vereenvoudiging van het GVB goekeuren.

[13] Het verwachte voorstel van de Commissie over het statistisch meerjarenprogramma voor 2008-2012 en, als proef, het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie voor 2007 zullen een aantal initiatieven bevatten om de statistische eisen op minder prioritaire gebieden te beperken.

[14] De Commissie zal in 2006 een groenboek over de ontwikkeling van het arbeidsrecht presenteren.

[15] Het initiatief “ Competitive Automotive Regulatory System for the 21 st century ” (CARS 21) houdt in dat een groep deskundigen van hoog niveau de bestaande wetgeving herziet om de regelgeving die gevolgen heeft voor het concurrentievermogen van de automobielindustrie, te verbeteren. De groep zal aanbevelingen doen inzake de te volgen routekaart voor regelgeving voor de komende tien jaar . Zie ook http://europa.eu.int/comm/enterprise/automotive/pagesbackground/competitiveness/cars21.htm

[16] COM(2005) 474.

[17] In februari 2004 hebben het Secretariaat-generaal en de Juridische dienst van de Commissie aan de diensten van de Commissie gedetailleerde regels verstrekt over de tenuitvoerlegging van dit aspect van het vereenvoudigingsbeleid voor de autonome besluiten van de Commissie.

[18] COM(2004) 708. Het voorstel bevat een mechanisme dat de lidstaten verbiedt op nationaal niveau te regelen wat op Europees niveau is ingetrokken.

[19] Codificatie is de procedure waarmee de bepalingen van een wetsbesluit en van alle wijzigingen daarop in een nieuw wettelijk bindend besluit worden samengebracht dat de besluiten die het vervangt, intrekt, zonder dat de inhoud van die bepalingen wordt gewijzigd.

[20] In november 2001 begon de Commissie met een omvangrijk codificatieprogramma - COM(2001) 645 - van alle afgeleide communautaire wetgeving.

[21] Consolidatie de procedure waarbij de bepalingen van een besluit en van alle wijzigingen daarop mechanisch worden samengebracht zonder dat er ook maar een interventie plaatsvindt. De consolidatie van het gehele acquis van de EU is, zoals gepland, in de zomer van 2003 afgerond en de resultaten ervan zijn vrij toegankelijk voor het publiek via Eur-Lex.

[22] Herschikking is de procedure waarbij een wettelijk bindend besluit dat de besluiten die het vervangt, intrekt, zowel de wijziging van de inhoud van de wetgeving als de codificatie van de rest die ongewijzigd moet blijven, combineert.

[23] Interinstitutioneel akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten - PB C 77 van 28.3.2002, blz.1.

[24] Mededeling van de Commissie over de rol van de Europese normalisatie in het kader van beleid en wetgeving van de Gemeenschap - COM(2004) 674 - en voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiering van de Europese normalisatie - COM(2005) 377.

[25] COM(2004) 324, wijziging van COM(2002) 719.

[26] i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid - COM(2005) 229.

[27] 15 wetgevingsvoorstellen die volgens het vereenvoudigingsprogramma van 2003 zijn ingediend, zijn nog steeds in behandeling.

[28] Administratieve kosten zijn kosten die bedrijven, vrijwilligersorganisaties, overheid en burgers maken om aan hun wettelijke verplichtingen inzake informatieverstrekking over hun activiteiten of productie aan de overheid of particuliere partners te voldoen. Informatie moet hier in ruime zin worden opgevat; zij omvat kosten voor etikettering, rapportage, toezicht en evaluatie, nodig om de informatie te verstrekken en registratie.

Top