Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003SC0111

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen

    /* SEC/2003/0111 def. - COD 2001/0185 */

    52003SC0111

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen /* SEC/2003/0111 def. - COD 2001/0185 */


    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen

    2001/0185 (COD)

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen

    1. CHRONOLOGISCH OVERZICHT

    Indiening voorstel bij het EP en de Raad (document COM(2001) 466 def. - 2001/0185 COD)): // 19 november 2001

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: // 29 mei 2002

    Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: // 24 september 2002

    Indiening gewijzigd voorstel: // 20 december 2002

    Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt met gekwalificeerde meerderheid: // 21 januari 2003

    2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Het voorstel van de Commissie voor een beschikking van het Europees Parlement en van de Raad is bedoeld om een geïntegreerd computersysteem op te zetten waarmee het verkeer binnen de Gemeenschap van accijnsgoederen (alcohol, tabak, minerale oliën) kan worden gevolgd en gecontroleerd. Dit geïntegreerde systeem maakt het mogelijk het administratief geleidedocument op papier, dat momenteel accijnsgoederen vergezelt die zich in het kader van de schorsingsregeling in het verkeer tussen de lidstaten bevinden, te vervangen door een elektronisch bericht tussen bedrijven via de betrokken nationale diensten.

    Het voorstel van de Commissie bepaalt welke verplichtingen de lidstaten en de Commissie ten aanzien van de invoering van het systeem hebben, en voorziet in een specifiek budget voor de ontwikkeling van de communautaire componenten van het systeem.

    3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

    3.1 Algemene opmerkingen

    De Commissie merkt met voldoening op dat de Raad de algemene aanpak van haar oorspronkelijke voorstel heeft goedgekeurd. Zij constateert dat de Raad de invoering van het computersysteem, zoals in haar voorstel vervat, gunstig beoordeelt.

    3.2 Onderzoek van de amendementen van het Europees Parlement in eerste lezing

    In zijn gemeenschappelijk standpunt heeft de Raad geen rekening gehouden met alle amendementen die door het Europees Parlement zijn ingediend.

    Amendement 6 is een van de amendementen die geheel of gedeeltelijk zijn overgenomen. Het doel ervan kan als bereikt worden beschouwd door de wijziging die de Raad heeft aangebracht in de eerste alinea van artikel 2 van het voorstel. Over het idee achter de amendementen 1 en 7 is een verklaring voor de notulen van de Raad ingediend, waar de Commissie het mee eens is. Amendement 11 is door de Raad gedeeltelijk overgenomen (het eerste deel van het amendement). Amendement 5 ten slotte, dat slechts betrekking heeft op de Engelstalige versie van de tekst, is ook door de Raad in aanmerking genomen.

    De Commissie is verheugd dat amendement 10, dat zijzelf heeft verworpen, door de Raad niet is overgenomen. Dit amendement zou namelijk inhouden dat de fiscale regelgeving voor accijnsgoederen, die onder Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 valt, zou moeten worden gewijzigd.

    De Commissie betreurt het echter dat de overige amendementen van het Europees Parlement die door haar zijn aanvaard (amendementen 2, 3, 4 en 9 en het laatste gedeelte van amendement 11 zonder wijziging, en amendement 8 mits anders geformuleerd) niet in aanmerking zijn genomen. Volgens de Commissie zijn die amendementen een verbetering voor inhoud en reikwijdte van haar oorspronkelijke voorstel.

    3.3 Nieuwe bepalingen die door de Raad zijn aangebracht

    De Raad heeft een aantal bepalingen inhoudelijk gewijzigd.

    Deze inhoudelijke wijzigingen betreffen in de eerste plaats de juridische reikwijdte van de beschikking. De Raad was met gekwalificeerde meerderheid van mening dat het voorstel van de Commissie voor een beschikking niet is gericht op wijziging van de belastingwetgeving, maar slechts is bedoeld om de Commissie en de lidstaten de financiële en personele middelen te geven voor de ontwikkeling en ingebruikneming van het geautomatiseerde systeem voor het verkeer van en de controle op accijnsgoederen, en hun respectieve verplichtingen met het oog op het verwezenlijken van die doelstelling vast te stellen. De Raad heeft daarom de doelstellingen die oorspronkelijk in artikel 1, lid 2, onder b) en c) waren vervat gewijzigd. In dit verband heeft de Raad voorts een overweging 10 toegevoegd en overweging 3 gewijzigd. De Commissie kan de aanpak van de Raad aanvaarden.

    De Raad heeft ook wijzigingen aangebracht in het tijdschema. De artikelen 2 en 12 zijn in dit verband gewijzigd. De bepalingen luiden nu dat de invoering van het systeem zes jaar mag duren (was vijf), en dat daarmee uiterlijk twaalf (was negen) maanden na de goedkeuring van de beschikking wordt begonnen. De datum van goedkeuring is gepland voor 1 januari 2003 (was twintig dagen na publicatie in het Publicatieblad). De Commissie steunt de aanpak van de Raad.

    Ten slotte heeft de Raad artikel 7, over het beheer van het systeem, gewijzigd: alleen het Accijnscomité wordt bevoegd voor de follow-up van de invoering van het systeem.

    3.4 Juridische grondslag van het voorstel

    De Commissie merkt met voldoening op dat de Raad na zijn besprekingen het gemeenschappelijk standpunt uiteindelijk met gekwalificeerde meerderheid heeft vastgesteld op basis van artikel 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, overeenkomstig het oorspronkelijke voorstel van de Commissie.

    4. CONCLUSIE

    Naar het oordeel van de Commissie is het gemeenschappelijk standpunt een aanvaardbaar compromis. Zij betreurt het echter dat de door haar aanvaarde amendementen van het Parlement niet in ruimere mate in overweging zijn genomen.

    De Commissie is er niettemin van overtuigd dat de Raad en het Parlement tot een gemeenschappelijke aanpak zullen komen. Zij heeft met dat doel voor ogen in haar gewijzigde voorstel een compromistekst opgenomen, die de benaderingen van de twee instellingen met elkaar moet verzoenen.

    5. VERKLARINGEN VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE VOOR DE NOTULEN

    De Commissie en de Raad hebben drie verklaringen voor de notulen opgesteld, die aan deze mededeling zijn gehecht.

    De eerste verklaring benadrukt dat het voorstel voor een beschikking niet van fiscale aard is, en daarom ook artikel 95 als juridische grondslag heeft. De verklaring stelt voorts dat bepalingen van fiscale aard die verband houden met het gebruik van het systeem, moeten worden doorgevoerd door wijziging van Richtlijn 92/12/EEG van de Raad.

    De tweede verklaring onderstreept dat bij de uitwerking van de communautaire componenten van het systeem de mogelijkheid moet worden overwogen om zo veel mogelijk gebruik te maken van het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer.

    De derde verklaring stelt dat instrumenten voor het gebruik van gegevens in verband met de bestrijding van fraude in overeenstemming moeten zijn met de nationale wetgeving op dat gebied.

    Statements for the minutes

    Re Article 1

    The Council and the Commission state that, this Decision is a purely non-fiscal measure aiming at the improvement of the functioning of the internal market. Any fiscal aspects related to the use of the computerised system for the movement and surveillance of excisable products (EMCS) will require the adoption of the appropriate amendments of the Council Directive 92/12/EEC, in accordance with the provisions of the Treaty. This decision does not prejudice the legal basis of any future amendments of Directive 92/12/EEC.

    Re Article 1 and 4

    ["The Council and the Commission note that, in the work on the Community components of the computerised system for the movement and surveillance of excisable products (EMCS), consideration is given to reusing as much of the New Computerized Transit System (NCTS) as possible, in order that the EMCS-system is compatible with and, if technically possible, integrated with the NCTS."]

    Re Article 4(1)(b)

    "The Council and the Commission state that, the instruments for the exploitation of data to combat fraud will respect national legislation in this area."

    Top