Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002PC0657

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies

    /* COM/2002/0657 def. - ACC 2002/0271 */

    PB C 45E van 25.2.2003, p. 342–360 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52002PC0657

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies /* COM/2002/0657 def. - ACC 2002/0271 */

    Publicatieblad Nr. 045 E van 25/02/2003 blz. 0342 - 0360


    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    Op 30 maart 1999 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te beginnen met het oog op verdere wederzijdse landbouwconcessies in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa.

    De onderhandelingen met Tsjechië, die passen in het algemene kader van de toetredingsbesprekingen, waren gebaseerd op artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst. In dit artikel is bepaald dat de Gemeenschap en Tsjechië in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen, waarbij zij rekening houden met de omvang van hun onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten, de specifieke gevoeligheid van hun markten, de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap en de rol van de landbouw in de economie van Tsjechië.

    Overeenkomstig het richtsnoer van de Raad moeten de onderhandelingen leiden tot een eerlijk evenwicht tussen de belangen van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en die van de geassocieerde landen, zowel wat de uitvoer als wat de invoer betreft. Op deze basis zijn de partijen in twee onderhandelingsronden, op 4 mei 2000 en 6 juni 2002, tot overeenstemming gekomen.

    De resultaten van de onderhandelingen tussen de Commissie en Tsjechië over verdere landbouwconcessies hebben betrekking op volledige en wederkerige liberalisering van de handel voor bepaalde landbouwproducten. Tevens werd overeenstemming bereikt over het openen van nieuwe tariefcontingenten in bepaalde sectoren en over het verhogen van bepaalde bestaande quota.

    Dit protocol inzake nieuwe wederzijdse concessies dient om een nieuw aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst te sluiten waarin alle (de oude en de nieuwe) tussen de Gemeenschap en Tsjechië overeengekomen concessies voor de handel in landbouwproducten zijn opgenomen.

    Beide partijen hebben met ingang van 1 juli 2000 de resultaten van de eerste onderhandelingsronde ten uitvoer gelegd middels een autonome overgangsregeling. Aan Gemeenschapszijde zijn de nieuwe concessies in werking getreden bij Verordening (EG) nr. 2433/2000 [1] van de Raad van 17 oktober 2000. Dit protocol vervangt deze autonome overgangsmaatregelen op de dag van zijn inwerkingtreding.

    [1] PB L 280 van 4.11.2000, blz. 2.

    2002/0271(ACC)

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 133 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste volzin,

    Gezien het voorstel van de Commissie [2],

    [2] PB C ..., ..., blz. ...

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds [3], voorziet in wederzijdse handelsconcessies voor bepaalde landbouwproducten.

    [3] PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

    (2) In artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst is bepaald dat de Gemeenschap en Tsjechië per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen.

    (3) In de eerste verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met Tsjechië was voorzien bij het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguayronde, met inbegrip van de verbeteringen van de huidige preferentiële regeling, goedgekeurd bij Besluit 98/707/EG [4].

    [4] PB L 341 van 16.12.1998, blz. 2.

    (4) De preferentiële regelingen zijn ook verbeterd nadat bij onderhandelingen in 2000 overeenstemming was bereikt over de liberalisering van de handel in landbouwproducten. Aan Gemeenschapszijde zijn de verbeteringen met ingang van 1 juli 2000 ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 2433/2000 [5] van de Raad tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek. Deze tweede aanpassing van de preferentiële regelingen is nog niet in de Europaovereenkomst verwerkt in de vorm van een aanvullend protocol.

    [5] PB L 280 van 4.11.2000, blz. 2.

    (5) Op 3 mei 2000 en 6 juni 2002 zijn de onderhandelingen over verdere verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met de Tsjechische Republiek afgerond.

    (6) Het nieuwe aanvullende protocol bij de Europaovereenkomst tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, (hierna "het protocol" genoemd) dient te worden goedgekeurd, teneinde alle concessies op het gebied van de handel in landbouwproducten tussen de twee partijen, met inbegrip van de resultaten van de in 2000 en 2002 gevoerde onderhandelingen, te consolideren.

    (7) Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek [6] zijn de voorschriften inzake het beheer van de tariefcontingenten vastgelegd die bepalen dat de chronologische volgorde van de data van de douaneaangiften moet worden gevolgd. Bepaalde bij dit besluit vastgestelde tariefcontingenten moeten derhalve volgens deze voorschriften worden beheerd.

    [6] PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002 (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).

    (8) De verder voor de tenuitvoerlegging van dit besluit vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7].

    [7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (9) Als gevolg van bovengenoemde onderhandelingen is Verordening (EG) nr. 2433/2000 overbodig geworden en deze moet derhalve worden ingetrokken,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Het aangehechte protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

    Artikel 2

    De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om het protocol namens de Gemeenschap te ondertekenen en de in artikel 3 van het protocol bedoelde kennisgeving te verrichten.

    Artikel 3

    1. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit worden de in bijlagen XI en XII vermelde regelingen, als bedoeld in artikel 21, lid 2, en artikel 21, lid 4, als gewijzigd, van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, vervangen door de regelingen waarin is voorzien in de bijlagen bij het aan dit besluit gehechte protocol.

    2. De Commissie stelt volgens de in artikel 6 bedoelde procedure de uitvoeringsbepalingen voor het protocol vast.

    Artikel 4

    1. De Commissie kan de aan de tariefcontingenten toegekende volgnummers in de bijlage bij dit besluit wijzigen overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure. De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden beheerd door de Commissie overeenkomstig de artikelen 308bis, 308ter en 308quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

    2. Onder tariefcontingenten vallende hoeveelheden goederen die vanaf 1 juli 2002 in het vrije verkeer worden gebracht in het kader van de concessies die zijn vastgesteld in bijlage A(b) van Verordening (EG) nr. 2433/2000 worden volledig afgeboekt op de hoeveelheden die zijn vastgesteld in de vierde kolom van bijlage A(b) bij het aangehechte protocol, behalve voor hoeveelheden waarvoor vóór 1 juli 2002 een invoercertificaat is afgegeven.

    Artikel 5

    Van het communautaire tariefcontingent voor wijn, als bedoeld in de bijlage bij dit besluit en in bijlage C bij het protocol, mag alleen gebruik worden gemaakt als een document V I 1 of een uittreksel V I 2 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2001 wordt overgelegd.

    Artikel 6

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité van beheer voor granen dat is ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 [8] of, in voorkomend geval, door het Comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen betreffende gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.

    [8] PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

    Artikel 7

    Verordening (EG) nr. 2433/2000 wordt ingetrokken vanaf de inwerkingtreding van het protocol.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE Volgnummers voor de EU-tariefcontingenten voor producten van oorsprong uit Tsjechië (zie artikel 4)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    PROTOCOL

    tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de Gemeenschap" te noemen,

    enerzijds, en

    DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

    anderzijds,

    OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

    (1) De Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, hierna "de Europaovereenkomst" te noemen, is op 4 oktober 1993 te Luxemburg ondertekend en is op 1 februari 1995 in werking getreden [9].

    [9] PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

    (2) In artikel 21, lid 5, van de Europaovereenkomst is bepaald dat de Gemeenschap en Tsjechië in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen. Op deze basis zijn de partijen onderhandelingen aangegaan en hebben ze overeenstemming bereikt.

    (3) Voor het eerst is in het protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst de preferentiële landbouwregeling van de Europaovereenkomst [10] verbeterd in verband met de laatste uitbreiding van de Gemeenschap en de resultaten van de Uruguayronde in het kader van de GATT.

    [10] PB L 341 van 16.12.1998, blz. 3.

    (4) Op 4 mei 2000 en 6 juni 2002 zijn nog twee onderhandelingsrondes inzake de verbetering van concessies voor de handel in landbouwproducten afgerond.

    (5) Enerzijds heeft de Raad, op grond van Verordening (EG) nr. 2433/2000 [11], besloten de uit de onderhandelingsronde van 2000 voortvloeiende concessies van de Europese Gemeenschap met ingang van 1 juli 2000 op voorlopige basis toe te passen, anderzijds heeft de Tsjechische regering wetgeving opgesteld op grond waarvan eveneens met ingang van 1 juli de overeenkomstige Tsjechische concessies worden toegepast.

    [11] PB L 280 van 4.11.2000, blz. 1.

    (6) De bovenstaande concessies worden bij de inwerkingtreding van dit protocol aangevuld en vervangen door de hierin vastgestelde concessies,

    ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

    Artikel 1

    De regelingen voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Tsjechië als aangegeven in de bijlagen A(a) en A(b) en de regelingen voor de invoer in Tsjechië van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap als aangegeven in de bijlagen B(a) en B(b) bij dit protocol komen in de plaats voor de regelingen die zijn vastgesteld in de in artikel 21, lid 2 en lid 4, als gewijzigd, bedoelde bijlagen XI en XII van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds en de Tsjechische Republiek, anderzijds. De in bijlage C opgenomen overeenkomst tussen de Gemeenschap en Tsjechië betreffende wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen vormt een integrerend deel van dit protocol.

    Artikel 2

    De bijlagen bij dit protocol zijn een onderdeel van dit protocol. Dit protocol vormt een integrerend deel van de Europaovereenkomst.

    Artikel 3

    Dit Protocol wordt door de Gemeenschap en Tsjechië goedgekeurd overeenkomstig hun eigen procedures. De overeenkomstsluitende partijen nemen de nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van dit protocol.

    De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar ervan in kennis wanneer zij de desbetreffende procedures volgens de eerste alinea van dit artikel hebben afgerond.

    Artikel 4

    Behoudens de voltooiing van de in artikel 3 bedoelde procedures treedt dit protocol in werking op 1 januari 2003. Wanneer de procedures niet op tijd voltooid zijn, treedt het in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de kennisgeving door de overeenkomstsluitende partijen dat de procedures zijn afgerond.

    Artikel 5

    Dit protocol wordt in tweevoud opgesteld in de Deense, de Nederlandse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Tsjechische taal, alle taalversies zijnde gelijkelijk authentiek.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Europese Gemeenschap Voor de Tsjechische Republiek

    BIJLAGE A(a)

    In de Gemeenschap geldende douanerechten op onderstaande producten van oorsprong uit Tsjechië worden afgeschaft

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, PB L 279 van 23 oktober 2001.

    BIJLAGE A(a) In de Gemeenschap geldende douanerechten op onderstaane producten van oorsprong uit Tsjechië worden afgeschaft

    GN-code(1)

    2009 90 59

    2009 90 73

    2009 90 79

    2009 90 95

    2009 90 96

    2009 90 97

    2009 90 98

    2302 50 00

    2306 90 19

    2308 00 90

    (1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, PB L 279 van 23 oktober 2001.

    BIJLAGE A(b) Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit Tsjechië in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies

    (MFN = recht voor meest begunstigde natie)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, PB L 279 van 23 oktober 2001.

    (2) Ongeacht de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen. Voor ex GN-codes geschiedt dit op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.

    (3) Indien een MFN-minimumrecht bestaat, is het geldende minimumrecht gelijk aan het MFN-minimumrecht vermenigvuldigd met het in deze kolom vermelde percentage.

    (4) Slechts van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van dit protocol.

    (5) Het contingent voor dit product is geopend voor Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije. Ingeval de totale invoer van levende runderen in de Gemeenschap voor een gegeven verkoopseizoen naar alle waarschijnlijkheid meer bedraagt dan 500 000 stuks mag de Gemeenschap de nodige beheersmaatregelen nemen om haar markt te beschermen, niettegenstaande andere volgens de overeenkomst gegeven rechten.

    (6) Het contingent voor dit product is geopend voor Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije.

    (7) De Gemeenschap kan, in het kader van haar wetgeving en in voorkomend geval, rekening houden met de voorzieningsbehoeften van haar markt en met de noodzaak om het marktevenwicht te handhaven.

    (8) Onderworpen aan regelingen inzake minimuminvoerprijzen, die zijn vermeld in het aanhangsel bij deze bijlage.

    (9) Alleen van toepassing op het ad valorem-gedeelte van het recht.

    (10) Deze concessie is uitsluitend van toepassing op producten die niet in aanmerking komen voor enige vorm van exportsubsidie.

    (11) Onder dit bestaande tariefcontingent vallende hoeveelheden goederen die vanaf 1 juli 2002 vóór de inwerkingtreding van dit protocol in het vrije verkeer worden gebracht, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheid die is vastgesteld in de vierde kolom en zijn onderworpen aan het op het tijdstip van invoer geldende recht.

    (12) In vloeibaar eigeel-equivalent: 1 kg gedroogd eigeel = 2,12 kg vloeibaar eigeel.

    (13) In vloeibaar equivalent: 1 kg gedroogd ei = 3,9 kg vloeibaar ei.

    (14) Met uitzondering van varkenshaas, apart aangeboden.

    AANHANGSEL BIJ BIJLAGE A(b) Regelingen inzake minimuminvoerprijzen voor bepaalde soorten voor verwerking bestemd kleinfruit

    1. Voor de volgende voor verwerking bestemde producten van oorsprong uit Tsjechië zijn minimuminvoerprijzen vastgesteld:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. De minimuminvoerprijzen bedoeld in artikel 1 worden per zending toegepast. Wanneer de in de douane-aangifte vermelde waarde lager is dan de minimuminvoerprijs, wordt een compenserend recht geheven dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs en de in de douane-aangifte vermelde waarde.

    3. Wanneer de invoerprijzen van een onder deze bijlage vallend product een tendens vertonen die erop wijst dat deze prijzen op korte termijn onder het niveau van de minimuminvoerprijs kunnen dalen, stelt de Europese Commissie de Tsjechische autoriteiten daarvan in kennis teneinde hen in staat te stellen corrigerende maatregelen te nemen.

    4. Op verzoek van de Gemeenschap of van Tsjechië stelt het Associatiecomité een onderzoek in naar de werking van het systeem of de herziening van de minimuminvoerprijzen. Het Associatiecomité neemt, indien nodig, passende besluiten.

    5. Ter bevordering van het handelsverkeer en in het belang van alle betrokken partijen wordt drie maanden voor de aanvang van elk verkoopseizoen in de Europese Gemeenschap een overlegvergadering georganiseerd. Dit overleg vindt plaats tussen de Europese Commissie en de belanghebbende verenigingen van Europese producenten van de betrokken producten, enerzijds, en de autoriteiten en verenigingen van producenten en exporteurs van al de geassocieerde exportlanden, anderzijds.

    Tijdens deze overlegbijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over de marktsituatie voor kleinfruit, met inbegrip van, in het bijzonder, de ramingen van de productie, de voorraadsituatie, de prijsontwikkeling en de marktbeweging, alsmede over de maatregelen die moeten worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen.

    BIJLAGE B(a) In Tsjechië geldende douanerechten op onderstaande producten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Als vastgesteld bij Decreet nr. 480/2001 van de Regering van de Tsjechische Republiek betreffende het douanetarief van de Tsjechische Republiek.

    BIJLAGE B(a) In Tsjechië geldende douanerechten op onderstaande producten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft

    Tsjechische douanecode (1)

    2009 90 95

    2009 90 96

    2009 90 97

    2009 90 98

    (1) Als vastgesteld bij Decreet nr. 480/2001 van de Regering van de Tsjechische Republiek betreffende het douanetarief van de Tsjechische Republiek.

    BIJLAGE B(b) Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit de Gemeenschap in Tsjechië gelden onderstaande concessies

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    (1) Als vastgesteld bij Decreet nr. 480/2001 van de Regering van de Tsjechische Republiek betreffende het douanetarief van de Tsjechische Republiek.

    (2) De omschrijving van de goederen wordt geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de codes het preferentiestelsel bepalen. Voor ex GN-codes geschiedt dit op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.

    (3) Slechts van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van dit protocol.

    (4) Deze concessie is uitsluitend van toepassing op producten die niet in aanmerking komen voor enige vorm van exportsubsidie en die vergezeld gaan van een certificaat waarin wordt verklaard dat er geen uitvoerrestituties zijn betaald.

    (5) Onder dit bestaande tariefcontingent vallende hoeveelheden goederen die vanaf 1 juli 2002 vóór de inwerkingtreding van dit protocol in het vrije verkeer worden gebracht, worden volledig afgeboekt op de hoeveelheid die is vastgesteld in de vierde kolom en zijn onderworpen aan het op het tijdstip van invoer geldende recht

    BIJLAGE C OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK BETREFFENDE WEDERZIJDSE PREFERENTIËLE HANDELSCONCESSIES VOOR BEPAALDE WIJNEN

    1. Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit Tsjechië in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. De Gemeenschap past een preferentieel nulrecht toe binnen de in punt 1 genoemde tariefcontingenten, op voorwaarde dat Tsjechië geen exportsubsidie verleent voor de uitvoer van deze hoeveelheden.

    3. Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit de Gemeenschap in Tsjechië gelden onderstaande concessies:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    4. Tsjechië past een preferentieel nulrecht toe binnen de in punt 3 genoemde tariefcontingenten, op voorwaarde dat de Gemeenschap geen exportsubsidie verleent voor de uitvoer van deze hoeveelheden.

    5. Deze overeenkomst heeft betrekking op wijn

    (a) die is gemaakt uit verse druiven die volledig zijn geproduceerd en geoogst op het grondgebied van de betrokken overeenkomstsluitende partij, en

    (b) (I) van oorsprong uit de Europese Unie en geproduceerd volgens de voorschriften inzake oenologische procédés en behandelingen als bedoeld in Titel V van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt [12]

    [12] PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

    (II) van oorsprong uit Tsjechië en geproduceerd volgens de voorschriften inzake de oenologische procédés en behandelingen overeenkomstig de Tsjechische wetgeving. De bedoelde oenologische voorschriften dienen in overeenstemming te zijn met de communautaire regelgeving.

    6. Voor de invoer van wijn in het kader van de bij deze overeenkomst vastgelegde concessies moet een certificaat worden overgelegd dat is afgegeven door een door beide partijen erkende officiële instantie die voorkomt op een gezamenlijk op te stellen lijst, waarin wordt verklaard dat de betrokken wijn voldoet aan het bepaalde in punt 5, onder b).

    7. De overeenkomstsluitende partijen onderzoeken de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen, waarbij zij rekening houden met de ontwikkeling van de handel in wijn tussen de overeenkomstsluitende partijen.

    8. De overeenkomstsluitende partijen zorgen ervoor dat de toepassing van de wederzijds verleende voordelen niet door andere maatregelen wordt doorkruist.

    9. Op verzoek van een van beide overeenkomstsluitende partijen wordt over eventuele problemen in verband met de wijze van toepassing van deze overeenkomst overlegd.

    10. Deze overeenkomst is van toepassing in de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, enerzijds, en op het grondgebied van de Tsjechische Republiek, anderzijds.

    Top