Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0389

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Bescherming van voetgangers: verbintenis van de Europese automobielindustrie

/* COM/2001/0389 def. */

52001DC0389

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Bescherming van voetgangers: verbintenis van de Europese automobielindustrie /* COM/2001/0389 def. */


Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Bescherming van voetgangers: verbintenis van de Europese automobielindustrie

1. Inleiding

Op 21 december 2000 heeft de Commissie de mogelijkheid besproken om op basis van een vrijwillige verbintenis van de automobielindustrie voetgangers en andere weggebruikers beter te beschermen tegen verwondingen ten gevolge van een aanrijding door een motorvoertuig.

In haar mededeling van 21 december 2000 heeft de Commissie besloten onderhandelingen aan te knopen met de Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA) om haar ervan te overtuigen een vrijwillige verbintenis aan te gaan die beantwoordt aan de doelstellingen van de Commissie op dit gebied. De Commissie heeft ook besloten om onderhandelingen te voeren met de Japanse en de Koreaanse federaties van autoproducenten (respectievelijk JAMA en KAMA). Bovendien zal de Commissie tegelijkertijd een voorstel voor een richtlijn opstellen, mocht de industrie niet bereid zijn dergelijke verbintenissen aan te gaan. Tegen midden 2001 moest worden besloten of de verbintenis van de industrie wordt aanvaard, dan wel een richtlijn wordt voorgesteld.

Tijdens de openbare hoorzitting van 6 februari 2001 kregen alle belanghebbenden, inclusief de lidstaten en vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de gelegenheid te kennen te geven of zij, wat de verbetering van de bescherming van voetgangers betreft, de voorkeur geven aan een vrijwillige verbintenis van de industrie of aan wetgeving. De bescherming van voetgangers werd ook besproken in de Werkgroep motorvoertuigen van de Commissie, waarin de belanghebbenden zijn vertegenwoordigd.

De Commissie heeft de onderhandelingen met de Europese Federatie van Autoproducenten succesvol afgerond en is voornemens om, na de onderhandelingen met de Japanse en Koreaanse federaties, in de eerste plaats het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis te stellen en vervolgens een aanbeveling aan deze federaties goed te keuren.

In deze mededeling geeft de Commissie haar mening over de bepalingen van de verbintenis.

2. Verbintenis van de industrie

Naar aanleiding van de uitnodiging in de mededeling van de Commissie van 21 december 2000 heeft de Commissie besprekingen gevoerd met ACEA en is zij momenteel in onderhandeling met JAMA en KAMA.

De verbintenis van ACEA (zie de bijlage bij deze mededeling) is opgesteld naar het model van de bestaande verbintenissen van ACEA, JAMA en KAMA inzake de beperking van de CO2-uitstoot door personenauto's, en bevat de volgende elementen:

1) Als een eerste stap op weg naar de toepassing van de maatregelen inzake passieve veiligheid, verbindt de industrie zich ertoe de aanbevelingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie na te leven, waarbij vanaf 1 juli 2005 alle nieuwe voertuigtypen, vanaf 1 juli 2010 80% van alle nieuwe voertuigen, in 2011 90% van alle nieuwe voertuigen en in 2012 de resterende 10% aan de vereisten moeten voldoen.

2) De industrie verbindt zich ertoe om tegen 2003 alle nieuwe voertuigen met antiblokkeerremsystemen (ABS) en tegen 2002 met dagrijlichten (DRL) uit te rusten.

3) Vaste koeienvangers mogen vanaf 2002 niet meer op nieuwe voertuigen worden gemonteerd.

4) De industrie steunt de doelstellingen van het e-Europe-actieplan, erkent het belang van aanvullende ICT-elementen voor de verbetering van de actieve veiligheid (een indicatieve lijst is bij de verbintenis gevoegd) en verbindt zich ertoe om geleidelijk aanvullende actieve-veiligheidsvoorzieningen op alle nieuwe motorvoertuigen te installeren.

5) Als uit een haalbaarheidsstudie blijkt dat dit mogelijk is, zal de industrie tegen 2010 de doelstellingen van het European Enhanced Safety Vehicle Committee (EEVC) met betrekking tot de veiligheid van voetgangers naleven voor alle nieuwe voertuigtypen, en vanaf 2012 en uiterlijk tegen eind 2014 voor alle nieuwe voertuigen. Zij zal dit doen door de technische voorschriften van de EEVC toe te passen of andere maatregelen van gelijke werking (die minstens een gelijkwaardige bescherming bieden) te treffen. Deze haalbaarheidsstudie moet voor 1 juli 2004 worden uitgevoerd door een toezichthoudend comité dat door de Commissie is opgericht en waarin de industrie is vertegenwoordigd. In de studie, die op de bevindingen van onafhankelijke organen zal worden gebaseerd, zal eveneens worden aangegeven tegen welke datum de voertuigen die in uitzonderlijke gevallen niet tegen de vastgestelde datum aan de EEVC-vereisten kunnen voldoen, aan deze vereisten moeten beantwoorden.

Verslagen over de naleving van deze maatregelen en over de technische vooruitgang en planning moeten bij het toezichthoudend comité worden ingediend. Het toezicht op de technische naleving zal door onafhankelijke technische diensten worden uitgevoerd.

De verbintenis bevat ook een aantal algemene bepalingen, met name inzake:

- Internationale harmonisering: in het kader van de VN/ECE-overeenkomst van 1998 betreffende de opstelling van mondiale technische reglementen verleent de automobielindustrie haar steun aan toekomstige inspanningen met het oog op de internationale harmonisering op het gebied van de bescherming van voetgangers.

- Naleving van de EG-mededingingsregels: de verbintenis wordt toegepast overeenkomstig de EG-mededingingsregels. Als de verbintenis concurrentiebeperkende maatregelen bevat, zal de Commissie hier formeel van op de hoogte worden gebracht, voorzover de toepasselijke EG-mededingingsregels in deze mogelijkheid voorzien.

3. Aanbeveling van de Commissie

Bij wijze van aanvullende garantie zal de Commissie in haar aanbeveling duidelijk vermelden dat zij overweegt regelgeving uit te vaardigen als de ACEA haar verbintenis niet nakomt.

4. Evaluatie van de verbintenis

In december 2000 is de Commissie overeengekomen dat een verbintenis van de industrie met betrekking tot de veiligheid van voetgangers aan de volgende voorwaarden moet voldoen:

- ze moet het mogelijk maken de nodige vooruitgang inzake verkeersveiligheid te boeken, en moet met name voldoen aan vereisten die dicht aanleunen bij de door het EEVC voorgestelde vereisten;

- ze moet uiterlijk in juni 2001 zijn voltooid;

- ze moet passende controlemaatregelen bevatten om toezicht te houden op de naleving ervan door de industrie;

- ze moet rekening houden met de mededeling over milieuconvenanten uit 1996;

- ze moet betrekking hebben op een voldoende groot gedeelte van de automobielindustrie.

Op basis van deze criteria beoordeelt de Commissie de ACEA-verbintenis als volgt:

1) Geboekte vooruitgang inzake verkeersveiligheid

ACEA heeft ermee ingestemd een hoog niveau van voetgangersbescherming te bieden door te voldoen aan de EEVC-vereisten of maatregelen te treffen die in 2010 minstens een gelijkwaardig beschermingsniveau garanderen. Als een eerste stap in deze richting heeft de industrie ermee ingestemd om enerzijds vanaf 1 juli 2005 te voldoen aan de vereisten die door het GCO in zijn verslag van 19 december 2000 worden voorgesteld, en anderzijds deze maatregel aan te vullen met drie bijkomende initiatieven ter verbetering van de voetgangersveiligheid en de verkeersveiligheid, namelijk het uitrusten van alle nieuwe motorvoertuigen met antiblokkeerremsystemen (ABS) in 2003 en dagrijlichten (DRL) in 2002, en het verbieden van de verkoop van vaste koeienvangers door autoproducenten vanaf 2002.

2) Inwerkingtreding

Volgens de verbintenis moet de industrie tegen 1 juli 2005 aan een eerste belangrijk pakket maatregelen ter bevordering van de voetgangersveiligheid voldoen, maar een groot aantal aanvullende veiligheidsmaatregelen zal al in de periode 2002-2004 worden ingevoerd (zie vorig punt).

3) Toezicht

De industrie heeft ermee ingestemd jaarlijks na te gaan in hoeverre de doelstellingen van de verbintenis, inclusief onderzoek en ontwikkeling, werden verwezenlijkt en of de vereisten werden nageleefd. Het toezicht zal worden uitgeoefend door een toezichthoudend comité dat door de Commissie zal worden opgericht en waarin de industrie is vertegenwoordigd. Het toezicht gebeurt op basis van de resultaten van tests die door onafhankelijke technische diensten worden uitgevoerd.

De praktische organisatie van het toezicht wordt door de Commissie vastgesteld op basis van de volgende beginselen:

- het toezichthoudend comité wordt beheerd door de Commissie;

- de Commissie verzoekt deskundigen om, voorzover nodig, deel te nemen aan het toezichthoudend comité en bijstand te verlenen met betrekking tot de technische beoordeling van de door de industrie ingediende rapporten;

- als geen consensus wordt bereikt, staat het de Commissie vrij de door haar diensten opgestelde beoordeling als basis voor haar verslag aan het Europees Parlement en de Raad te gebruiken.

4) Overeenstemming met de mededeling over milieuconvenanten uit 1996

In de verbintenis wordt rekening gehouden met de criteria van de mededeling uit 1996, met name:

- raadpleging: de raadpleging van de belanghebbende partijen heeft plaatsgevonden tijdens de hoorzitting van 6 februari 2001 en via informatievergaderingen met de desbetreffende ministeries van de lidstaten, met een aantal leden van het Europees Parlement en met de belangrijkste niet-gouvernementele organisaties (Europese Raad voor Transportveiligheid - ETSC). De formele raadpleging van het Europees Parlement en de Raad gebeurt via deze mededeling;

- gekwantificeerde doelstellingen: in de mededeling zijn in getallen uitgedrukte doelstellingen opgenomen met betrekking tot de technische vereisten en de tests;

- toezicht op de resultaten: jaarlijks wordt nagegaan of de verbintenis werd nageleefd (zie vorig punt);

- onafhankelijke controle van de resultaten: de naleving van de verbintenis wordt door onafhankelijke technische diensten gecontroleerd (zie vorig punt);

- informatie voor het publiek en transparantie: de verbintenis wordt door middel van de bijlage bij deze mededeling openbaar gemaakt.

Deze mededeling doet geen afbreuk aan het algemene kader voor vrijwillige overeenkomsten dat in de toekomst door de Commissie kan worden goedgekeurd.

5) Toepassingsgebied

De verbintenis van de ACEA heeft betrekking op meer dan 80% van de Gemeenschapsmarkt voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen. Als ook JAMA en KAMA in de toekomst soortgelijke verbintenissen aangaan, zullen bijna alle personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen van minder dan 2,5 ton die in de EG worden verkocht, onder het toepassingsgebied van deze verbintenissen vallen.

5. Aanvullende maatregelen

Als de Commissie de ACEA-verbintenis aanvaardt, moeten in de komende 18 maanden twee belangrijke initiatieven worden genomen om deze verbintenis te kunnen toepassen:

- de Commissie moet een toezichthoudend comité oprichten en vertegenwoordigers van de automobielindustrie uitnodigen hieraan deel te nemen, en ze moet de samenstelling en het reglement van orde van dit comité vaststellen;

- de Commissie moet, samen met de industrie, bepalen welke onafhankelijke technische diensten bekwaam zijn om de in de verbintenis vermelde tests uit te voeren.

Het is de bedoeling dat de Commissie regelmatig bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengt over de toepassing van de verbintenis.

6. Conclusies

De Commissie is van mening dat de ACEA-verbintenis tegemoetkomt aan het in de mededeling van 21 december 2000 door de Commissie verleende mandaat. De verbintenis zou een beslissende en progressieve bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de communautaire prioriteiten inzake verkeersveiligheid.

Alvorens te beslissen of zij de verbintenis al dan niet aanvaardt, wil de Commissie het Europees Parlement en de Raad echter raadplegen over de inhoud van de ACEA-verbintenis en het standpunt dat zij daarover inneemt in deze mededeling, en hen de gelegenheid bieden een standpunt in te nemen. De Commissie zal dan ook uiterlijk in december 2001 beslissen of zij de verbintenis aanvaardt, door middel van een aanbeveling aan de desbetreffende sector, dan wel op basis van de inhoud van de verbintenis een richtlijn - een kaderrichtlijn of een gewone richtlijn - zal voorstellen. Ondertussen worden de werkzaamheden ter voorbereiding van ontwerp-wetgeving voortgezet.

BIJLAGE ACEA-verbintenis inzake de bescherming van voetgangers en fietsers

De bijlage is alleen in het Engels beschikbaar.

Top