Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51999PC0744

    Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders

    /* COM/99/0744 def. - COD 2000/0015 */

    51999PC0744

    Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders /* COM/99/0744 def. - COD 2000/0015 */


    Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    ACHTERGROND:

    1. Wettelijk kader

    Ten aanzien van de etikettering van mengvoeders is Richtlijn 79/373/EEG van de Raad betreffende de handel in mengvoeders, gewijzigd bij Richtlijn 90/44/EEG van de Raad, erop gericht veehouders objectief en zo nauwkeurig mogelijk over de samenstelling en het gebruik van het mengvoeder worden ingelicht. In Richtlijn 90/44/EEG wordt erop gewezen dat er zeker voor dient te worden gezorgd dat de juistheid van de aangebrachte vermeldingen officieel kan worden gecontroleerd.

    De vermelding van de ingrediënten die in het mengvoeder zijn verwerkt, werd en wordt nog steeds als belangrijke informatie voor de veehouder beschouwd. In 1990, toen Richtlijn 90/44/EEG werd vastgesteld, leverde de vaststelling van de hoeveelheden van de ingrediënten in diervoeder op het vlak van de controle problemen op, met name als gevolg van de aard van de gebruikte producten, de complexiteit van het mengsel of de bij de vervaardiging van voeder toegepaste procédés. Toen heeft men er daarom dan ook de voorkeur aan gegeven voor voeder voor gebruiksdieren een soepele regeling vast te stellen waarbij alleen de bestanddelen van het voeder, maar niet de hoeveelheden ervan worden vermeld.

    Om de opgave van de ingrediënten in het diervoeder te vergemakkelijken, is bovendien aanvaard dat deze gegevens per categorie worden meegedeeld, waarbij verschillende ingrediënten onder een enkele gemeenschappelijke naam worden gegroepeerd. De categorieën van ingrediënten die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren zijn momenteel vastgesteld in Richtlijn 91/357/EEG van de Commissie. (De categorieën ingrediënten voor mengvoeders voor huisdieren waren reeds vastgesteld bij Richtlijn 82/475/EEG van de Commissie).

    2. BSE-crisis

    De "Tijdelijke enquêtecommissie BSE" van het Europees Parlement heeft in februari 1997 de volgende aanbeveling gedaan: "op het etiket van diervoedermiddelen moet een waarheidsgetrouwe vermelding van de fabrikant staan, die duidelijk uitsluitsel geeft over de samenstelling en de herkomst van de ingrediënten en aanwijzingen voor het gebruik geeft".

    Later, namelijk in november 1997, heeft de "Tijdelijke enquêtecommissie" opgemerkt dat de Commissie, hoewel zij ermee had ingestemd tegen half 1998 een onderzoek uit te voeren, zich er nog niet ondubbelzinnig had toe verbonden een kwantitatieve en kwalitatieve vermelding voor voedermiddelen te laten verstrekken in de vorm van een duidelijke vermelding van de bestanddelen en de oorsprong van de voedermiddelen, en heeft zij de Commissie verzocht de daartoe vereiste technische voorwaarden en controles vast te stellen en een voorstel in die zin in te dienen.

    De Commissie heeft zowel in het eerste als in het tweede halfjaarlijkse verslag over de BSE follow-up verklaard dat bij voorstellen betreffende de kwantitatieve en kwalitatieve etikettering van diervoeding een betrouwbare controle van de gegevens mogelijk dienen te zijn die op erkende analysemethoden gebaseerd is. In het tweede halfjaarlijks verslag is ook aangegeven dat een collectieve studie was uitgevoerd om na te gaan wat de huidige mogelijkheden zijn om, met behulp van microscopische analyse, de ingrediënten van mengvoeder, en met name de eventuele aanwezigheid, de oorsprong en de hoeveelheid van vleesbeendermeel vast te stellen (kwalitatief en semi-kwantitatief).

    De conclusies van deze collectieve studie zijn door het Permanent comité voor diervoeding in de vergadering van 29-30 maart 1999 goedgekeurd. Duidelijk was dat het nog altijd niet in alle gevallen mogelijk is om via microscopische analyse alleen alle in de mengvoeders verwerkte ingrediënten kwalitatief en kwantitatief te identificeren.

    Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van april 1999 over het tweede halfjaarlijkse BSE-verslag van de Commissie zijn oproep herhaald de vermelding van de ingrediënten in de voeders verplicht te stellen en het verzoekt de Commissie nogmaals een voorstel in die zin in te dienen; het Europees Parlement meent dat de problemen wat de mededeling van de hoeveelheid betreft niet langer als excuus mogen dienen om niet te vermelden welke producten zijn gebruikt.

    Voorts hebben verschillende lidstaten herhaalde malen hun ongenoegen laten blijken over de huidige etiketteringsvoorschriften voor mengvoeders, en eisten ze dat alle ingrediënten in de mengvoeders mogen worden opgeven, alsmede hun respectieve gewicht. Nagenoeg alle lidstaten zijn van oordeel dat de vermelding van de ingrediënten per categorie voor de producenten geen nuttige informatie oplevert, en dat die mogelijkheid dus niet moet bestaan.

    OPEN VERMELDING

    De Commissie is zich bewust van de voordelen van een "open vermelding" in de etikettering van mengvoeders voor gebruiksdieren, waardoor de oorsprong van de ingrediënten gemakkelijker zou kunnen worden opgespoord.

    Door de recente gebeurtenissen in verband met de met dioxine besmette olie en additieven van oorsprong uit respectievelijk België en Duitsland blijkt nog sterker het belang van gedetailleerde informatie in de etikettering van mengvoeders. De mate waarin mengvoeders besmet zijn, hangt uiteindelijk af van de hoeveelheid besmette bestanddelen die in dat voeder zijn vermengd, en bijgevolg is volledige informatie over alle ingrediënten in de mengvoeders, en de hoeveelheid ervan, zeer belangrijk.

    De bepaling van de hoeveelheid en de kwaliteit van de ingrediënten van voeder voor gebruiksdieren levert momenteel op het vlak van de controleanalyse nog altijd moeilijkheden op, vooral vanwege de aard van de gebruikte producten, de complexe samenstelling van de mengvoeders of de gehanteerde productiemethoden. Ondanks de technische problemen accepteert de Commissie dat de officiële controle van de vermeldingen op het etiket niet uitsluitend op basis van analyse maar ook op basis van door de voederproducent verstrekte documenten zou kunnen worden verricht.

    In dit verband zullen de lidstaten waarvoor deze goederen bestemd zijn, moeten vertrouwen op de controles die door de officiële instanties van de landen van oorsprong zijn verricht.

    De Commissie heeft, in overeenstemming met het bij het Europees Parlement en de Landbouwraad van ministers naar aanleiding van de dioxinecrisis in België ingediende wetgevingsprogramma, een voorstel opgesteld tot wijziging van de etiketteringsvoorschriften voor mengvoeders. Het Permanent Comité voor diervoeders heeft in zijn vergadering van 26 juli 1999 het ontwerpvoorstel onderzocht. Bij die gelegenheid gaven de meeste lidstaten de voorkeur aan een facultatieve open vermelding, die overigens beperkt zou blijven tot mengvoeders voor gebruiksdieren. Ook de voederindustrie is gekant tegen een verplichte open vermelding, waarbij zij wijst op de moeilijkheden om de vermelding op het etiket te controleren, de noodzaak de intellectuele eigendom van de diervoederformules te beschermen en de moeilijkheden om de steeds veranderende voederformules op de etiketten te vermelden.

    De Commissie meent daarentegen dat een facultatieve open vermelding in strijd is met het recht op informatie van de landbouwers en met de nagestreefde openheid. Bovendien is de Commissie van oordeel dat een facultatieve open vermelding onvermijdelijk tot een vervalsing van de concurrentie tussen de voederfabrikanten zal leiden.

    De Commissie is van mening dat de controle op de vermelding op het etiket zal moeten worden uitgevoerd ongeacht of er een facultatieve of verplichte open vermelding komt. Het argument inzake de bescherming van de intellectuele eigendom van de voederformules kan de Commissie, die een zo groot mogelijk openheid nastreeft, niet aanvaarden. Het commerciële geheim wordt eigenlijk niet verbroken omdat er geen voederformules met patent bestaan. En zelfs als ze bestonden, zou een formule nooit lang geheim kunnen worden gehouden. De bekendmaking van de ingrediënten is feitelijk geen schending van het intellectuele eigendomsrecht.

    De Commissie heeft daarentegen wel begrip voor het probleem van de vervanging van de etiketten wanneer de samenstelling van het voeder wordt gewijzigd. Als oplossing voor dit ongemak stelt de Commissie voor dat de open vermelding op een apart etiket wordt vermeld of op een specifiek document bij het product.

    Tenslotte is de Commissie het ermee eens dat voor voeder voor huisdieren dergelijke gedetailleerde informatie niet strikt noodzakelijk is en stemt zij ermee in voor deze producten de huidige situatie te handhaven, d.w.z. ofwel een verplichte semi-open vermelding (waarbij het ook mogelijk blijft categorieën ingrediënten te vermelden in plaats van de ingrediënten zelf) of een facultatieve open vermelding.

    2000/0015 (COD)

    Voorstel voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD

    tot wijziging van Richtlijn 79/373/EEG betreffende de handel in mengvoeders

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 154, lid 4,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB L

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

    [2] PB L

    Gezien het advies van het Comité van de regio's [3]

    [3] PB L

    Handelend in overeenstemming met de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

    [4] PB L

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders [5], laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/87/EG [6], zijn regels vastgesteld voor de handel in mengvoeders in de Gemeenschap.

    [5] PB L 86 van 6.4.1979, blz. 30.

    [6] PB L 318 van 27.11.1998, blz. 43.

    (2) Wat de etikettering betreft, is de bedoeling van Richtlijn 79/373/EEG veehouders objectief en zo nauwkeurig mogelijk over de samenstelling en het gebruik van het mengvoeder in te lichten. Er dient voor te worden gezorgd dat de juistheid van de aangebrachte vermeldingen in elk stadium van de handel in mengvoeders officieel kan worden gecontroleerd.

    (3) De vermelding van de ingrediënten van het diervoeder is in bepaalde gevallen voor veehouders belangrijke informatie.

    (4) Tot nog toe voorzag Richtlijn 79/373/EG in een soepele regeling waarbij alleen de bestanddelen van het voeder voor gebruiksdieren, maar niet de hoeveelheden ervan worden vermeld, en de mogelijkheid werd gelaten om categorieën ingrediënten, en niet de ingrediënten zelf op te geven.

    (5) Toch is uit de BSE-crisis en de recente dioxine-crisis gebleken dat de geldende voorschriften niet adequaat zijn en dat gedetailleerde zowel kwalitatieve als kwantitatieve informatie betreffende de samenstelling van mengvoeders voor gebruiksdieren nodig is.

    (6) Gedetailleerde kwantitatieve informatie betreffende de samenstelling kan ervoor helpen zorgen dat bij het traceren van mogelijk besmette voeders de aandacht zal worden toegespitst op specifieke partijen worden betrokken, wat de volksgezondheid ten goede zal komen en verspilling van producten die geen bedreiging voor de volksgezondheid vormen, zal helpen voorkomen.

    (7) Daarom is het dienstig nu de vermelding van alle ingrediënten en de hoeveelheid ervan in de mengvoeders voor gebruiksdieren verplicht te stellen.

    (8) Het zal bijgevolg voortaan niet meer mogelijk zijn om voor mengvoeders voor gebruiksdieren categorieën ingrediënten op te geven in plaats van de ingrediënten zelf. Om praktische redenen moet Richtlijn 91/357/EEG van de Commissie van 13 juni 1991 tot vaststelling van de categorieën van ingrediënten die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren [7] worden ingetrokken.

    [7] PB L 193 van 17.07.1991, blz. 34

    (9) Om praktische redenen wordt toegestaan dat de ingrediënten in mengvoeders voor gebruiksdieren worden vermeld op een ad hoc-etiket of een geleidedocument.

    (10) Voor de etikettering van het voeder voor huisdieren moeten aparte voorschriften worden opgesteld, gelet op de speciale aard van dit soort voeder.

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 79/373/EEG van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

    1. De tekst van artikel 5, lid 1, j), wordt vervangen door:

    "het referentienummer van de partij".

    2. Artikel 5, lid 3, c), wordt geschrapt.

    3. Aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:

    "7. Voor mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren mogen de gewichtspercentages van de ingrediënten, mits naleving van artikel 5quater, worden vermeld op een ander dan het in lid 1 bedoelde etiket of op een ander dan het in lid 4 bedoelde geleidedocument."

    4. Artikel 5quater wordt vervangen door:

    "Artikel 5quater

    1. Als de ingrediënten worden opgegeven, moeten ze allemaal worden genoemd.

    2. Bij de vermelding van de ingrediënten moeten de volgende voorschriften in acht worden genomen:

    a) mengvoeders voor andere dieren dan huisdieren: vermelding van de ingrediënten in gewichtspercentages.

    b) mengvoeders voor huisdieren: vermelding van de ingrediënten hetzij met opgave van hun gewichtspercentages, hetzij in afnemende volgorde van het gewicht ervan."

    5. De ingrediënten moeten worden aangeduid met hun specifieke naam; wat mengvoeders voor huisdieren betreft, mag de specifieke naam van het ingrediënt worden vervangen door de vermelding van de categorie waartoe het ingrediënt behoort, wanneer overeenkomstig artikel 10, onder a), categorieën zijn vastgesteld waarin verschillende ingrediënten zijn gegroepeerd.

    Voor mengvoeders voor huisdieren, mag slechts één van deze twee vormen van vermelding worden gebruikt, behalve wanneer één van de ingrediënten tot geen enkele van de vastgestelde categorieën behoort; in dat geval wordt het ingrediënt met zijn specifieke naam vermeld op zijn plaats in de volgorde, die wordt bepaald op basis van het gewichtspercentage van het ingrediënt ten opzichte van de categorieën.

    6. Bij mengvoeders voor huisdieren mag de etikettering tevens de aandacht vestigen op de aanwezigheid of het lage gehalte van een of meer ingrediënten die voor de eigenschappen van het betrokken voeder van wezenlijk belang zijn. In dat geval moet het minimum- of het maximumgehalte, uitgedrukt in gewichtspercenten, van het gebruikte ingrediënt of van de gebruikte ingrediënten duidelijk worden aangegeven, hetzij naast de vermelding waarmee de aandacht op het bedoelde ingrediënt of de bedoelde ingrediënten wordt gevestigd, hetzij in de lijst van ingrediënten, hetzij door het bedoelde ingrediënt of de bedoelde ingrediënten en het betrokken gewichtspercentage of de betrokken gewichtspercentages naast de aanduiding van de overeenkomstige categorie van ingrediënten te vermelden.

    Artikel 2

    Richtlijn 91/357/EEG van de Commissie wordt ingetrokken per [1 juli 2000].

    Artikel 3

    1. De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen en publiceren deze uiterlijk op [30 juni 2000]. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van [1 juli 2000].

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Brussel,

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    Top