This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 51999PC0420
Proposal for a Council Decision on a Community position on an amendment to Protocol 4 on the definition of the concept of "originating products" and methods of administrative cooperation set out in the Europe Agreement between the European Communities and the Slovak Republic
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een wijziging van Protocol 4 bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenië betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een wijziging van Protocol 4 bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenië betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking
/* COM/99/0420 def. - ACC 99/0175 */
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Adopted by | 22000D0203(02) |
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een wijziging van Protocol 4 bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenië betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking /* COM/99/0420 def. - ACC 99/0175 */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een wijziging van Protocol 4 bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenië betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking (door de Commissie ingediend) TOELICHTING 1. ALGEMEEN De oorsprongsregels zijn van fundamenteel belang voor de goede werking van de vrijhandelsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en haar handelspartners. Op de vergadering van de Europese Raad te Essen in december 1994 werd de aandacht gevestigd op het feit dat de regels van oorsprong die in de verschillende overeenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen waren opgenomen niet altijd gelijkluidend waren en dat deze verschillen een handelsbelemmering vormden. Er werd daarom een programma opgesteld dat ten doel had tot gelijkluidende oorsprongsregels en gelijke voorwaarden te komen voor de handel tussen de Gemeenschap, de landen van Midden- en Oost-Europa, de Baltische staten, de EVA-landen en de EER-landen. Tevens werd besloten dat andere landen die in dezelfde situatie verkeerden als de genoemde te zijner tijd ook in het systeem konden worden opgenomen. Zo werden industrieproducten uit Turkije vanaf 1 januari 1999 in dit systeem opgenomen. De oorsprongsregels zijn niet onveranderlijk. Zij moeten kunnen worden aangepast aan de politieke en economische eisen van de vrijhandelszone waarin zij van toepassing zijn. Daarom werden in de regels die in 1997 in werking traden reeds enige wijzigingen aangebracht die voor alle overeenkomsten op 1 januari 1999 in werking zijn getreden. 2. WIJZIGINGEN VAN DE OORSPRONGSREGELS IN DE OVEREENKOMSTEN MET DE MIDDEL- EN OOST-EUROPESE LANDEN, DE EVA-LANDEN EN DE EER-LANDEN Sinds de inwerkingtreding van het standaardprotocol inzake de oorsprongsregels en de wijziging van 1999, zijn een klein aantal technische wijzigingen op Bijlage II bij de protocollen noodzakelijk geworden. Deze wijzigingen hebben betrekking op producten waarvan het aanbod in de vrijhandelszone te klein is. 3. CONCLUSIE Het voorstel in bijlage behoort tot een reeks van 14 voorstellen die de verbetering van de werking van het gemeenschappelijk systeem van oorsprongsregels op het oog hebben. Deze 14 voorstellen moeten als één geheel beschouwd worden. Om ervoor te zorgen dat de thans geldende regels voor de cumulatie van be- en verwerkingen van kracht blijven, moeten zij tezelfdertijd in werking treden, en wel op 1 januari 2000. De Commissie verzoekt de Raad derhalve een gemeenschappelijk standpunt op te stellen om voor te leggen aan de comités die in het kader van elke overeenkomst zijn opgericht. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Gemeenschap over een wijziging van Protocol 4 bij de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenië betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking (Voor de EER relevante tekst) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133, Gelet op artikel 2, lid 1, van het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat in artikel 38 van Protocol 4 bij genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van het Protocol kan wijzigen, BESLUIT: Het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in de Associatieraad die is opgericht bij artikel 104 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, over een wijziging op Protocol 4 bij de overeenkomst betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking wordt gebaseerd op het hierbij gevoegde ontwerp-besluit van de Associatieraad. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter BIJLAGE EUROPA-OVEREENKOMST waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds BESLUIT nr. / VAN DE ASSOCIATIERAAD tot wijziging van Protocol 4 betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking DE ASSOCIATIERAAD, Gelet op de op 4 oktober 1993 te Brussel ondertekende Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, inzonderheid op artikel 38 van Protocol 4, Overwegende dat de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" gewijzigd moet worden in verband met de goede werking van het uitgebreide cumulatiesysteem waardoor het mogelijk is materialen te gebruiken van oorsprong uit de Europese Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Roemenië, Letland, Litouwen, Estland, Slovenië, Turkije, de Europese Economische Ruimte (hierna "EER" genoemd), IJsland, Noorwegen en Zwitserland; Overwegende dat het aanbeveling verdient de artikelen waarin bedragen zijn genoemd aan de invoering van de euro aan te passen; Overwegende dat, gezien de wijzigingen in fabricageprocédés en de tekorten aan bepaalde grondstoffen, enige wijzigingen moeten worden aangebracht in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen; BESLUIT: Artikel 1 Protocol 4 betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd: 1. In de artikelen 21 en 26 wordt het woord "ecu" vervangen door het woord "euro". 2. Artikel 30 komt als volgt te luiden: "Artikel 30 Bedragen in euro 1. De tegenwaarde van de in euro uitgedrukte bedragen in de nationale valuta van het land van uitvoer wordt door het land van uitvoer vastgesteld en via de Europese Commissie aan de landen van invoer medegedeeld. 2. Wanneer deze tegenwaarde hoger is dan de door het land van invoer vastgestelde tegenwaarde, dan aanvaardt het land van invoer het door het land van uitvoer vastgestelde bedrag indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer. Wanneer de producten gefactureerd zijn in de valuta van een lidstaat van de Gemeenschap of van een ander in de artikelen 3 en 4 genoemd land, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag. 3. De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn gelijk aan de tegenwaarde in die nationale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober 1999. 4. De in euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de lidstaten en van Slovenië worden op verzoek van de Gemeenschap of van Slovenië door het Associatiecomité herzien. Bij deze herziening ziet het Associatiecomité erop toe dat de in nationale valuta uitgedrukte bedragen niet lager worden. Voorts zal het Comité onderzoeken of het wenselijk is de gevolgen van de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen." 3. Bijlage II wordt als volgt gewijzigd: (a) de bewoording van GS-post 1904 komt als volgt te luiden: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (b) de bewoording van GS-post 2207 komt als volgt te luiden: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (c) de bewoording van Hoofdstuk 57 van de GS komt als volgt te luiden: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (d) de bewoording van GS-post 8401 komt als volgt te luiden: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (e) de volgende tekst wordt ingevoegd tussen GS-posten 9606 en 9612: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag dat het wordt goedgekeurd. Het is vanaf 1 januari 2000 van toepassing. Gedaan te Brussel, Voor de Associatieraad De Voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. BEGROTINGSPOST Hoofdstuk 12, Artikel 120(nulrecht) 2. RECHTSGROND Artikel 133 van het Verdrag. 3. TITEL VAN DE MAATREGELEN Voorstel voor een wijziging van Protocol 3 of 4 inzake de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking bij de verschillende Europa-Overeenkomsten tussen de EG en de landen van Midden- en Oost-Europa, de Baltische staten en Slovenië, bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte en bij de vrijhandelsovereenkomsten tussen de EEG en de EVA-landen. 4. DOEL Herziening van enkele regels betreffende oorsprongverlenende be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen en om rekening te houden met de invoering van de euro. 5. KOSTEN De voorgestelde herziening heeft geen invloed op de concessies die bij de overeenkomsten zijn verleend en heeft daarom geen financiële gevolgen.