Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996PC0431

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de organisatie van samenwerking rond overeengekomen communautaire energiedoelstellingen

    /* COM/96/0431 def. - CNS 96/0218 */

    PB C 27 van 28.1.1997, p. 9–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51996PC0431

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de organisatie van samenwerking rond overeengekomen communautaire energiedoelstellingen /* COM/96/0431 DEF - CNS 96/0218 */

    Publicatieblad Nr. C 027 van 28/01/1997 blz. 0009


    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de organisatie van samenwerking rond overeengekomen communautaire energiedoelstellingen (97/C 27/11) COM(96) 431 def. - 96/0218(CNS)

    (Door de Commissie ingediend op 4 oktober 1996)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op de Verdragen, inzonderheid op artikel 130, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

    Overwegende dat de Raad (Energie) op 7 mei 1996 in zijn resolutie over het Witboek "Een energiebeleid voor de Europese Unie" de Commissie heeft verzocht een proces van samenwerking tussen de Gemeenschap en de Lid-Staten op gang te brengen om ervoor te zorgen dat het communautaire en nationale energiebeleid verenigbaar zijn met overeengekomen gemeenschappelijke energiedoelstellingen;

    Overwegende dat dit proces in de context dient te worden geplaatst van een gezamenlijke analyse van de energiesituatie en de toekomstige trends, en zulks via samenwerking tussen de Lid-Staten op communautair niveau wat energiestudies betreft;

    Overwegende dat de bevordering van de interne energiemarkt een prioritaire taak is voor de Gemeenschap en de Lid-Staten en dat het voor de interne energiemarkt belangrijk is dat energietrends en -vraagstukken op communautair niveau worden geanalyseerd in samenwerking met de energiesector en door het mobiliseren van alle relevante lokale, regionale, nationale en communautaire elementen;

    Overwegende dat dit samenwerkingsproces, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, een maximale coherentie en convergentie met betrekking tot overeengekomen energiedoelstellingen moet verzekeren, willen de economische en milieubeleidsdoelstellingen van de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt;

    Overwegende dat de Gemeenschap krachtens de Verdragen over een ruime scala van bevoegdheden op energiegebied beschikt, maar dat er nog steeds geen allesomvattend energiebeleidskader bestaat;

    Overwegende dat de OTO-kaderprogramma's die op het EG-Verdrag en het Euratom-Verdrag zijn gebaseerd, garanderen dat nieuwe, met niet-nucleaire energie en kernenergie samenhangende energietechnologieën worden ontwikkeld;

    Overwegende dat, onverminderd de bestaande verantwoordelijkheden van de Lid-Staten wat hun eigen energiesector betreft, het Witboek een nieuwe benadering van de samenwerking op het gebied van het energiebeleid rond overeengekomen energiebeleidsdoelstellingen voorstelt, alsmede een nieuwe aanpak van de monitoring van energietrends, in samenwerking met de Lid-Staten, die een meerwaarde moet opleveren door het aanreiken en stimuleren van goede praktijken, het bevorderen van een op onderlinge samenwerking gebaseerde aanpak van energiestudies en -analyses en het uitwisselen van desbetreffende ervaring;

    Overwegende dat de Lid-Staten zich slechts resoluut voor de verwezenlijking van communautaire energiedoelstellingen kunnen inzetten wanneer er op Gemeenschapsniveau effectief wordt samengewerkt om ervoor te zorgen dat zowel het nationale als het communautaire energiebeleid tot de verwezenlijking van deze doelstellingen bijdragen;

    Overwegende dat de Commissie, in het kader van deze samenwerking, regelmatig adequate informatie van de Lid-Staten dient te ontvangen, zodat zij periodieke rapporten kan opstellen over de mate waarin het energiebeleid van de Lid-Staten en de communautaire maatregelen bijdragen tot het verwezenlijken van de communautaire energiedoelstellingen;

    Overwegende dat deze periodieke rapporten die de energie-ontwikkelingen op algemene wijze evalueren, de basis zullen vormen voor een onderzoek van de energie-ontwikkelingen in de Raad en de Commissie in staat zullen stellen passende nieuwe wetgeving voor te stellen;

    Overwegende dat de Gemeenschap, teneinde rekening te houden met de veranderende energiesituatie, op basis van een voorstel van de Commissie regelmatig de overeengekomen gemeenschappelijke doelstellingen dient te toetsen en indien nodig te actualiseren;

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Hierbij wordt een kader ingesteld voor samenwerking op energiegebied tussen de Gemeenschap en de Lid-Staten rond de overeengekomen communautaire energiedoelstellingen die in de bijlage zijn opgenomen en die, als grondslag van specifieke maatregelen ter ondersteuning van de maatregelen van de Lid-Staten, met name zullen bijdragen tot:

    - het tot stand brengen van een zeer concurrentiegericht klimaat in de Gemeenschap;

    - een zekerder energievoorziening;

    - de bescherming van het milieu;

    - de bevordering van een rationeel en efficiënt gebruik van energiebronnen en nieuwe en duurzame vormen van energie;

    - het stimuleren van internationale samenwerking en liberalisatie op energiegebied;

    - het garanderen van de doorzichtigheid van de nationale en communautaire maatregelen op het stuk van energiebeleid;

    - de ontwikkeling van de analyse en bewaking van de energiemarkt.

    Artikel 2

    1. Om de in artikel 1 beschreven overeengekomen energiedoelstellingen te realiseren, zorgt de Commissie voor:

    1. monitoring van de effecten van de overeengekomen gemeenschappelijke energiedoelstellingen op de ontwikkeling van het energiebeleid in de Lid-Staten en de evolutie van de wereldwijde energiesituatie, met het oog op de eventuele aanpassing van de in de bijlage omschreven gemeenschappelijke energiedoelstellingen;

    2. nauwkeurig onderzoek van de communautaire en nationale maatregelen op het gebied van energie en uitwisseling van goede praktijken;

    3. monitoring, evaluaties en uitwisseling van gegevens in verband met energie en alle aspecten van alle activiteiten die samenhangen met energie;

    4. ontwikkeling van samenwerking en interrelaties op energiegebied;

    5. bevordering van de ruime verspreiding van de resultaten van de in de punten 3 en 4 bedoelde maatregelen.

    2. De Commissie onderzoekt de noodzaak van specifieke communautaire acties ter ondersteuning van de in de Lid-Staten genomen maatregelen.

    Artikel 3

    1. De Commissie wordt regelmatig in kennis gesteld van de maatregelen die de Lid-Staten treffen om de gemeenschappelijke energiedoelstellingen als bedoeld in artikel 1 te bereiken en van andere maatregelen die op deze doelstellingen betrekking hebben.

    2. Op basis van de verkregen informatie stelt de Commissie als nodig is een rapport op in de vorm van een mededeling over de verenigbaarheid van het energiebeleid in de Lid-Staten en de communautaire maatregelen op energiegebied met de overeengekomen gemeenschappelijke energiedoelstellingen. Dit rapport wordt aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's toegestuurd.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op . . .

    Artikel 5

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    BIJLAGE

    OVEREENGEKOMEN GEMEENSCHAPPELIJKE ENERGIEDOELSTELLINGEN

    1. Het communautaire energiebeleid moet bijdragen tot het bereiken van de diverse energiedoelstellingen die in de Verdragen zijn vastgesteld, en met name tot marktintegratie, duurzame ontwikkeling, milieubescherming en zekerheid van voorziening.

    2. De integratie van de communautaire energiemarkt, op basis van het principe van open en concurrerende markten, is van essentieel belang voor het bereiken van flexibiliteit, efficiëntie en lange-termijnzekerheid in de energiesector. Bij de integratie dient rekening te worden gehouden met de samenstelling van het energiepakket in de Lid-Staten, zowel wat fossiele als wat niet-fossiele energiebronnen betreft; daarnaast dient de economische en sociale cohesie te worden versterkt, met name door de ontwikkeling van transeuropese netwerken.

    3. Transparante en juiste energieprijzen moeten verzekeren dat de markten voor alle brandstoffen in de Gemeenschap efficiënt functioneren en volledig concurrerend zijn.

    4. Om de Verdragsdoelstelling van duurzame ontwikkeling te realiseren moeten energie- en milieudoelstellingen worden geïntegreerd. De prijzen dienen zoveel mogelijk de totale kosten van energieproductie en -consumptie te weerspiegelen. In economisch opzicht interessante niet-fossiele brandstoffen, zoals duurzame energie en kernenergie, waaraan de hoogste eisen inzake veiligheid worden gesteld, kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot het bereiken van dit doel.

    5. Een meer betrouwbare energievoorziening moet worden gerealiseerd door een meer gediversifieerd en flexibeler binnenlands en buitenlands energie-aanbod, door het ontwikkelen van milieuvriendelijke inheemse energiebronnen en via energiemaatregelen waardoor snel en flexibel op noodsituaties kan worden gereageerd, met name op het gebied van de olie- en gasvoorziening.

    6. Een gecoördineerde benadering van de externe energiebetrekkingen om een vrije en open handel en een veilig kader voor energie-investeringen te verzekeren. De samenwerking met niet-Lid-Staten moet worden ontwikkeld om de energiezekerheid op te voeren, milieudoelstellingen te bereiken en de ontwikkeling en verspreiding van adequate energietechnologieën in derde landen te stimuleren.

    7. Duurzame energiebronnen moeten worden bevorderd door ondersteunende maatregelen op zowel communautair als nationaal niveau, met als doel deze energiedragers tegen 2010 in de Gemeenschap een aanzienlijk aandeel in de primaire energieproductie te garanderen.

    8. Tegen het jaar 2010 moet een aanzienlijke verbetering van de energie-efficiëntie in de Gemeenschap tot stand worden gebracht door een verbeterde coördinatie van zowel nationale als communautaire maatregelen.

    Om bij te dragen tot de verwezenlijking van de bovenstaande doelstellingen maakt de Gemeenschap gebruik van de ruime scala aan energie-instrumenten die haar ter beschikking staat, met name

    - onderzoek en ontwikkeling en de verspreiding van nieuwe en verbeterde energietechnologieën,

    - harmonisering van de fiscale structuur van energieprodukten om distorsies te voorkomen,

    - toepassing van de concurrentieregels van de Verdragen met een maximale transparantie en consistentie,

    - standaardisatie in de energiesector,

    - monitoring van de interne markt,

    - instrumenten voor samenwerking en bijstand aan derde landen,

    - ontwikkeling van kosteneffectieve instrumenten ter beperking van de negatieve neveneffecten op het milieu van de productie, het transport en het gebruik van energie.

    Top