Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996IR0307

    Advies van het Comité van de Regio's over de "Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake een parkeerkaart voor gehandicapten"

    CdR 307/96 fin

    PB C 42 van 10.2.1997, p. 27–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51996IR0307

    Advies van het Comité van de Regio's over de "Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake een parkeerkaart voor gehandicapten" CdR 307/96 fin

    Publicatieblad Nr. C 042 van 10/02/1997 blz. 0027


    Advies van het Comité van de Regio's over de "Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake een parkeerkaart voor gehandicapten"

    (97/C 42/05)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    gezien zijn besluit van 18 september 1996 conform artikel 198 C, vierde alinea van het EG-Verdrag, om een advies uit te brengen over de "Ontwerp-aanbeveling van de Raad inzake een parkeerkaart voor gehandicapten" [COM(95) 696 def. - 95/0353 (SYN)],

    gezien het ontwerp-advies (CDR 307/96 rev.) dat op 27 september 1996 door commissie 4 is goedgekeurd (rapporteur: mevrouw Freehill),

    gelet op het verslag van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT) getiteld "Towards a common European parking badge for motorists with disabilities" (invoering van een gemeenschappelijke Europese parkeerkaart voor gehandicapten),

    heeft tijdens zijn 15e zitting d.d. 13 en 14 november 1996 (vergadering van 14 november) het volgende advies goedgekeurd.

    1. Inleiding

    1.1. Steeds meer maken gehandicapten gebruik van de mogelijkheden om naar het buitenland te reizen. Zij kunnen echter niet, zoals andere EU-burgers, ten volle profiteren van het vrije verkeer van personen. Het gebruik van de personenauto, het meest populaire en enige praktisch bruikbare vervoermiddel, wordt namelijk bemoeilijkt door de beperkingen van speciale parkeerfaciliteiten voor buitenlanders en het gebrek aan informatie over dergelijke faciliteiten in de lid-staten.

    1.2. Op dit moment bestaat er geen EU-parkeerkaart voor gehandicapten, terwijl de toegenomen mobiliteit belemmerd wordt doordat er tal van verschillende nationale en regionale parkeerkaarten bestaan. Er rijzen problemen als kaarthouders proberen hun parkeerkaarten in andere lid-staten te gebruiken, terwijl er zich in sommige lid-staten problemen voordoen doordat er van regio tot regio in verschillende regio's verschillende kaarten verstrekt worden. Dit alles leidt tot verwarring en onzekerheid, omdat de gehandicapte automobilist beboet kan worden als zijn parkeerkaart in andere lid-staten of regio's niet volledig erkend wordt.

    1.3. De voorgestelde parkeerkaart is ontworpen naar aanleiding van een aanbeveling van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT) in 1977, waarbij 31 ministers van verkeer besloten dat aan alle parkeerkaarten die in de aangesloten landen verstrekt zijn, dezelfde parkeerfaciliteiten verbonden worden als de faciliteiten die de eigen burgers van het betrokken land genieten. Bovendien zullen alle kaarten wederzijds erkend worden.

    1.4. Het voorstel is een aanvulling op de EU-bepalingen inzake een gemeenschappelijk verkeers- en vervoerbeleid. De belangrijkste aanbevelingen daarin zijn:

    - Invoeren van een overeenkomstig de nationale bepalingen te verstrekken nationale parkeerkaart voor gehandicapten, volgens het uniforme EU- model.

    - Wederzijdse erkenning van deze parkeerkaarten voor gehandicapten, zodat de kaarthouder gebruik kan maken van de daaraan verbonden speciale parkeerfaciliteiten in het land waarin hij zich bevindt.

    - Deze parkeerkaart wordt uitsluitend aan gehandicapten met beperkte mobiliteit verstrekt.

    - Deze voorzieningen uiterlijk op 1 januari 1998 invoeren.

    2. Algemene opmerkingen

    Het Comité van de Regio's:

    2.1. wil gaarne in dit verband advies uitbrengen over het verstrekken van parkeerkaarten voor gehandicapten, omdat de afgifte van deze kaarten vaak onder de bevoegdheid van lokale en regionale autoriteiten valt;

    2.2. staat achter het invoeren van een parkeerkaart waardoor gehandicapten, net als andere EU-burgers, gebruik kunnen maken van het vrije verkeer, door hun de kans te geven zich vrij door de EU te verplaatsen, zonder straffen of boetes te moeten duchten;

    2.3. is het eens met de aanbeveling de parkeerkaart voor gehandicapten te verstrekken overeenkomstig de respectieve lokale, regionale en nationale voorwaarden en op basis van het gestandardiseerde EU-model;

    2.4. beseft dat de meeste lid-staten positief staan tegenover het idee van een parkeerkaart die in de gehele EU erkend wordt, en dringt erop aan dat een dergelijk systeem zonder onnodige vertraging wordt ingevoerd, en geen buitensporige extra kosten ontstaan voor uitvoerende en controlerende instanties;

    2.5. onderkent dat goede planning en dito voorlichting van essentieel belang zijn om gehandicapte automobilisten zonder al te veel problemen te kunnen laten reizen. Het steunt dan ook de voorstellen om de gehandicapte te informeren over de lokale parkeerfaciliteiten in het land waar hij zich bevindt;

    2.6. benadrukt dat problemen bij de interpretatie van de rechten waarop kaarthouders aanspraak kunnen houden, vermeden dienen te worden. Het zou dan ook graag zien dat er een gids opgesteld werd, met een overzicht van de beschikbare faciliteiten, de parkeerregels en de rechten van kaarthouders in elke lid-staat. Deze gids zou door verschillende media verspreid moeten worden, waaronder Internet;

    2.7. zou de invoering van een mechanisme voor verdere samenwerking om de uitwisseling van dergelijke informatie te vergemakkelijken, toejuichen;

    2.8. erkent de voordelen van een goed herkenbare, uniforme parkeerkaart, waardoor verwarring vermeden wordt, zowel voor de houder die probeert zijn kaart in een andere lid-staat te gebruiken, als voor de uitvoerende instanties in de lid-staten. Het stelt echter voor, de EU-kaart naast de nationale en regionale kaarten te gebruiken. Deze nationale kaarten hebben namelijk jaren lang goed gefunctioneerd, en zijn vaak direct gerelateerd aan de faciliteiten door middel van tekens/symbolen/kleurencodes en zijn gemakkelijk te herkennen. Hierdoor zouden de kosten die het invoeren van de nieuwe kaarten met zich mee zou brengen kunnen worden verminderd en de procedures voor het uit te oefenen toezicht worden vergemakkelijkt;

    2.9. is van mening dat gehandicapte automobilisten van buiten de EU die gebruik willen maken van parkeerfaciliteiten voor gehandicapten tolerant behandeld moeten worden. Het moedigt het invoeren van overeenkomstige bepalingen in de bij de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT) aangesloten landen aan.

    3. Bijzondere opmerkingen met betrekking tot de parkeerkaart

    Het Comité van de Regio's:

    3.1. onderstreept dat misbruik van de parkeerkaart door niet-gehandicapte automobilisten dient te worden vermeden. Het stelt daarom voor dat de kaarten verstrekt worden door de betrokken overheden in de lid-staten, dat de bestaande toekenningscriteria toegepast worden, en dat er voor controledoeleinden een foto van de kaarthouder op de kaart bevestigd wordt;

    3.2. stelt ook voor dat er op de kaart een waarschuwing voor de gevolgen van misbruik ervan komt te staan;

    3.3. is van mening dat een paar zaken in het ontwerp van de kaart onnodig zijn en een bedreiging voor de veiligheid van de houder vormen. Vooral de vermelding van adres en de geboortedatum van de houder kunnen problemen opleveren voor diens veiligheid. Misdadigers zouden zo namelijk te weten kunnen komen waar potentiële slachtoffers die zichzelf minder goed kunnen verdedigen, wonen;

    3.4. is van mening dat de parkeerkaart geldig moet zijn voor de kaarthouder en niet voor het voertuig. Daarom zouden op de kaart de gegevens van de houder moeten staan, en niet die van het voertuig. Dit zou enige flexibiliteit mogelijk maken: gehandicapte automobilisten zouden namelijk een auto kunnen huren of lenen en toch gebruik kunnen maken van dezelfde faciliteiten als degenen die permanent beschikking over een auto hebben;

    3.5. is van mening dat het ontwerp van de kaart verder verbeterd moet worden, en dat er meer overleg nodig is om verwarring en misbruik te vermijden.

    4. Conclusie

    Het CvdR is zeer ingenomen met het plan een overal erkende EU-parkeerkaart voor gehandicapten in te voeren. Het is echter van belang dat er geen verwarring ontstaat tussen nationale of regionale kaarten en de voorgestelde EU-kaart. De kaarten zouden naast elkaar moeten kunnen worden gebruikt. Het systeem zou zo snel mogelijk ingevoerd moeten worden, en vergezeld moeten gaan van relevante en recente informatie over beschikbare faciliteiten in de verschillende lid-staten.

    Brussel, 14 november 1996.

    De voorzitter van het Comité van de Regio's

    Pasqual MARAGALL i MIRA

    Top