Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51996AC1260

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over: - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris", en - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten"

    PB C 56 van 24.2.1997, p. 28–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51996AC1260

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over: - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris", en - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten"

    Publicatieblad Nr. C 056 van 24/02/1997 blz. 0028


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over:

    - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris", en - het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten" () (97/C 56/07)

    De Raad heeft op 9 juli 1996 besloten om het Economisch en Sociaal Comité, overeenkomstig de artikelen 43 en 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, te raadplegen over het voornoemde voorstel.

    De Afdeling voor landbouw en visserij, die was belast met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden, heeft haar advies goedgekeurd op 3 oktober 1996. Rapporteur was de heer Kallio.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 339e Zitting d.d. 30 en 31 oktober 1996 (vergadering van 31 oktober 1996) met 55 stemmen, bij één onthouding het volgende advies goedgekeurd.

    1. Het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris

    1.0.1. De Commissie wil met haar voorstel de handel in zalmachtigen regelen ter voorkoming dat de parasiet Gyrodactylus salaris zich verspreidt, een certificeringssysteem invoeren om te voorkomen dat de virusziekten IHN en VHS zich verspreiden, en de termijn waarbinnen gezondheidscontroles moeten worden verricht om te bepalen of een gebied als ziektevrij erkend wordt, van vier jaar terugbrengen tot twee.

    1.0.2. In bijlage A van Richtlijn 91/67/EEG worden de visziekten opgesomd waartegen opgetreden moet worden. Deze zijn naar de ernst van het gevaar dat zij inhouden, en de bestrijdingsmaatregelen die zij vergen, onderverdeeld in drie verschillende lijsten.

    1.1. Algemene opmerkingen

    1.1.1. De parasiet Gyrodactylus salaris, die gyrodactylose veroorzaakt en een gevaar inhoudt voor natuurlijke zalmbestanden, komt op het grondgebied van de EU met zekerheid voor in Finland, Zweden en Denemarken. De aanwezigheid van de parasiet is ook vastgesteld voor Spanje, Portugal, Frankrijk en Duitsland. Het is echter niet bekend hoe de situatie in andere lid-staten is, maar gelet op het feit dat in het verleden zalmachtigen elders zijn uitgezet, is het waarschijnlijk dat de parasiet zich over een groot gebied in Europa heeft verspreid.

    1.1.2. Vaststaat dat Gyrodactylus salaris in noordelijke gebieden zeer veel schade aanricht onder de natuurlijke bestanden van de Atlantische zalm (Salmo salar). Door de jonge zalmpjes in de rivieren te doden, vernietigt de parasiet het hele geïnfecteerde bestand. De vernietiging van hele zalmbestanden vermindert de biodiversiteit van de soort en heeft ernstige economische consequenties voor visserij en toerisme en voor de plaatselijke bevolking. Gyrodactylus salaris plant zich op zeer efficiënte wijze voort, zodat zelfs een klein aantal parasieten het begin kan betekenen van een vernietiging op grote schaal. De parasiet kan zich van gebied naar gebied verspreiden via uitzetting van levende zalm of via natuurlijke migraties van in het wild voorkomende vissen.

    1.1.3. Voorlopig zijn er nog geen meldingen geweest van schade aan zalmbestanden door toedoen van Gyrodactylus salaris binnen de grenzen van de EU. Onderzoeken hebben uitgewezen dat de zalmbestanden in de Oostzee beter bestand zijn tegen de parasiet dan de Atlantische zalm. In Noorwegen heeft Gyrodactylus salaris in 38 rivieren grote schade aangericht onder de zalmbestanden. Binnen de grenzen van de EU zijn het de bestanden in de Noordfinse, in de Noordelijke IJszee uitmondende zalmrivieren, en misschien ook die in Groot-Brittannië en Ierland, die vatbaar zijn voor de parasiet.

    1.1.4. Bestrijding van Gyrodactylus salaris, wanneer een zalmbestand eenmaal geïnfecteerd is, is uitermate moeilijk en duur. Vooral in watergebieden van grote omvang, die behalve uitgestrekte rivierstelsels ook meren omvatten, levert uitroeiing van de parasiet ernstige problemen op, als het al mogelijk is het zalmbestand daar überhaupt nog te redden.

    1.1.5. De verspreiding van Gyrodactylus salaris zou nader onderzocht dienen te worden, opdat men zich een beter beeld kan vormen van de schadelijke invloed van de parasiet en van de risico's die aan uitzetting van vis verbonden zijn. Ook de pathogene eigenschappen van de in verschillende gebieden aangetroffen parasieten en het weerstandsvermogen van de verschillende zalmbestanden tegen Gyrodactylus salaris dienen onderzocht te worden.

    1.1.6. Gyrodactylus salaris kan zich zowel via uitzetting als via natuurlijke migratie van vissen - niet alleen die van zalmen maar ook van andere niet-gekweekte vissen - over een heel groot gebied verspreiden. Om verdere verspreiding tegen te gaan, zouden de lid-staten van de EU nauw met elkaar en met de aangrenzende derde landen moeten samenwerken bij het in kaart brengen van het verspreidingsgebied, het verzamelen van nieuwe gegevens en het verschaffen van informatie.

    1.1.7. De Europese Commissie heeft samengewerkt met Noorwegen om de verspreiding van visziekten tegen te gaan. Noorwegen tracht zich met ongeveer dezelfde middelen als de EU te weren tegen visziekten en -parasieten. Met Rusland heeft de Commissie geen directe contacten op dit gebied gehad.

    1.1.8. De viskweek en natuurlijke visbestanden worden niet alleen bedreigd door op dit moment bekende visziekten en parasieten, maar ook door nieuwe parasieten en ziekten die op andere terreinen ongevaarlijk zijn, of door nog geheel onbekende ziekteverwekkers die onopzettelijk, ook via geoorloofde uitzetting, worden verspreid. De Commissie zou er in haar strijd tegen visziekten naar moeten streven om structuren op te zetten met behulp waarvan niet alleen de schade van reeds bekende, in bestrijdingsprogramma's opgenomen visparasieten en -ziekten kan worden beperkt, maar ook die van nieuwe gevaarlijke ziekten, waarvan het bestaan pas later geconstateerd wordt.

    1.1.9. De verspreiding van de virusziekten IHN en VHS naar viskwekerijen in niet-erkende gebieden (d.w.z. de gebieden die niet officieel vrij van deze ziekten verklaard zijn) heeft grote economische schade aangericht. Het voorstel is nu om voor de handel in vissen, eieren en gameten in de niet-erkende gebieden een certificeringssysteem in te voeren. Dit zou meer mogelijkheden bieden om te verspreiding van IHN en VHS van het ene niet-erkende gebied naar het andere en van viskwekerij naar viskwekerij tegen te gaan.

    1.1.10. De EU tracht haar veterinairrechtelijke voorschriften op het gebied van visziekten af te stemmen op de aanbevelingen van het OIE (Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten). Het OIE beveelt aan, de termijn waarbinnen intensief tests en controle verricht dienen te worden ter bepaling of een gebied erkend wordt, van vier jaar terug te brengen tot twee.

    1.2. Bijzondere opmerkingen

    1.2.1. Artikel 1

    1.2.1.1. In het Commissie-voorstel zijn de wijzigingen aangebracht die het mogelijk maken om Gyrodactylus salaris in bijlage A van lijst III over te hevelen naar lijst II. Tegelijkertijd worden de voorschriften m.b.t. de in lijst II opgesomde ziekten afzonderlijk gepreciseerd op het punt van virusziekten en de parasiet Gyrodactylus salaris.

    1.2.1.2. De Afdeling merkt op dat overbrenging van levende vissen naar watergebieden waar natuurlijke, voor Gyrodactylus salaris vatbare zalmbestanden voorkomen, altijd het risico in zich dragen dat de onderzoeken naar de parasiet, op grond waarvan het recht wordt verkregen om vissen naar een kwekerij of een natuurlijk water over te brengen, te beperkt van omvang zijn geweest.

    1.2.2. Artikel 1, lid 3

    1.2.2.1. Om misverstanden te voorkomen, zou in bijlage A duidelijker aangegeven moeten worden welke vissoorten er bedoeld worden: elke soort of groep van verwante soorten dient met de wetenschappelijke naam te worden aangeduid.

    1.3. Conclusies

    1.3.1. Het Comité steunt het Commissie-voorstel om Richtlijn 91/67/EEG zodanig te wijzigen dat Gyrodactylus salaris in bijlage A van lijst III wordt overgeheveld naar lijst II. Aldus kan deze voor de natuurlijke bestanden van de Atlantische zalm uiterst gevaarlijke parasiet doeltreffender worden bestreden.

    1.3.2. Naar de mening van het Comité verdient de technische uitvoering van de bestaande richtlijnen bijzondere aandacht, opdat de leesbaarheid bevorderd wordt. Vooral als gevolg van aangebrachte wijzigingen zouden zij van tijd tot tijd geheel herschreven dienen te worden.

    1.3.3. Het Comité beklemtoont het belang van samenwerking binnen de EU en de noodzaak om de samenwerking met naburige derde landen uit te breiden, opdat gevaarlijke visziekten en -parasieten effectiever kunnen worden bestreden.

    1.3.4. Het Comité stelt voor, het aantal onderzoeken naar visziekten en -parasieten uit te breiden om aldus een voldoende brede basis te verkrijgen voor de bestrijding van gevaarlijke ziekten. Onderzoek is mede uit een oogpunt van volksgezondheid en om economische redenen van belang, want de consument moet erop kunnen vertrouwen dat er niets mis is met de kwaliteit van voor de consumptie bestemde visprodukten.

    1.3.5. Het Comité legt er de nadruk op dat visziekten en -parasieten niet klakkeloos gebruikt mogen worden om de handel in vis aan banden te leggen. De overheveling van Gyrodactylus salaris van lijst III naar lijst II kan onvoorziene gevolgen hebben voor de vishandel in de gehele EU, als dit ertoe zou leiden dat gyrodactylose gelijkgesteld wordt met de allerernstigste, op dit moment bekende virusziekten van vissen.

    1.3.6. Het Comité staat achter het Commissie-voorstel om een certificeringssysteem in te voeren, waardoor ook binnen niet-erkende gebieden wordt voorkomen dat IHN en VHS zich via uitzetting verspreiden.

    1.3.7. Het Comité kan zich vinden in het Commissie-voorstel over het naleven van de aanbevelingen van het OIE, die inhouden dat de termijn waarbinnen onderzoeken moeten plaatsvinden om te bepalen of een gebied als ziektevrij erkend kan worden, wordt teruggebracht van vier jaar tot twee. Het is echter wel zaak dat bemonstering en onderzoek op voldoende ruime schaal plaatsvinden, opdat de betrouwbaarheid van de onderzoeken op grond waarvan over erkenning wordt beslist, door deze wijziging niet wordt aangetast.

    2. Het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 93/53/EEG tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten

    2.0.1. Het voorstel van de Commissie heeft ten doel Richtlijn 93/53/EEG in zoverre te wijzigen dat deze alleen betrekking heeft op virusziekten, omdat de in de richtlijn voorgeschreven maatregelen niet van toepassing kunnen zijn op de naar lijst II over te hevelen parasiet Gyrodactylus salaris.

    2.1. Algemene opmerkingen

    2.1.1. Het Commissie-voorstel is technisch van karakter en vloeit voort uit het andere voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris.

    2.1.2. Naar de mening van het Comité zouden de namen van de virusziekten gevolgd moeten worden door de gebruikelijke afkortingen ervan, hetgeen de leesbaarheid van de wijzigingen ten goede zou komen, en ervoor zou zorgen dat meteen duidelijk is om welke ziekten het hier gaat. De afkortingen staan vermeld in bijlage A.

    2.2. Bijzondere opmerkingen

    2.2.1. Artikel 1, lid 3

    2.2.1.1. Het Comité stelt het volgende voor: omdat Richtlijn 91/67/EEG bij Richtlijn 93/54/EEG op dit punt is gewijzigd, zou hier ook in de tekst voor de duidelijkheid naar verwezen moeten worden.

    2.3. Conclusies

    2.3.1. Het Comité steunt het voorstel van de Commissie om Richtlijn 93/53/EEG in zoverre te wijzigen dat deze alleen betrekking heeft op virusziekten, omdat de krachtens de richtlijn te treffen maatregelen niet van toepassing kunnen zijn op de naar lijst II over te hevelen parasiet Gyrodactylus salaris.

    2.3.2. Naar de mening van het Comité verdient de technische uitvoering van de bestaande richtlijnen uit het oogpunt van een betere leesbaarheid bijzondere aandacht. Vooral als gevolg van de aangebrachte wijzigingen zouden zij van tijd tot tijd geheel herschreven dienen te worden.

    2.3.3. Het Comité legt tevens nadruk op het belang van voorlichting teneinde consument en bedrijfsleven op de hoogte te brengen van de in de richtlijnen aangebrachte wijzigingen.

    Brussel, 31 oktober 1996.

    De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité

    T. JENKINS

    () PB nr. C 242 van 21. 8. 1996, blz. 13.

    Top