Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42012Y1219(03)

    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 november 2012 , betreffende het stimuleren van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA)

    PB C 393 van 19.12.2012, p. 22–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.12.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 393/22


    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 november 2012, betreffende het stimuleren van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA)

    2012/C 393/07

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    1.   HERINNEREND AAN DE POLITIEKE ACHTERGROND VAN DIT VRAAGSTUK, ALS VERMELD IN DE BIJLAGE, EN MET NAME AAN HET VOLGENDE:

    1.

    het op 20 mei 2011 aangenomen werkplan van de Europese Unie voor sport voor 2011-2014 (1), waarin gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (HEPA) als prioritair thema voor samenwerking op EU-niveau op het gebied van sport wordt aangemerkt en waarbij een Deskundigengroep sport, gezondheid en participatie wordt opgericht, die moet nagaan hoe HEPA en deelname aan breedtesport kunnen worden bevorderd;

    2.

    het Witboek sport van de Commissie van 7 juli 2007 (2), waarin werd gewezen op het belang van lichaamsbeweging en waarin de Commissie voorstelde om uiterlijk eind 2008 richtsnoeren voor lichaamsbeweging op te stellen; en de mededeling van de Commissie over de ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport van 18 januari 2011 (3), waarin werd onderkend dat sport een fundamenteel onderdeel vormt van iedere vorm van overheidsbeleid dat gericht is op de verbetering van de lichaamsbeweging en waarin ertoe werd opgeroepen verder te werken aan de vaststelling van nationale richtsnoeren, waaronder een evaluatie- en coördinatieproces;

    2.   NOTA NEMEND VAN:

    1.

    de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging, die een positief werden onthaald in de conclusies van het voorzitterschap van de informele bijeenkomst van de EU-ministers van Sport van november 2008, waarin de uitvoering van sectordoorsnijdend beleid ter bevordering van lichaamsbeweging voor de hele bevolking, ongeacht sociale klasse, leeftijd, geslacht, ras, etnische afkomst en fysieke capaciteiten, wordt aangemoedigd (4);

    3.   OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

    1.

    De WHO heeft onlangs onvoldoende lichaamsbeweging aangemerkt als de op drie na grootste risicofactor voor vroegtijdige sterfte en ziekte wereldwijd (5).

    2.

    Lichaamsbeweging is een van de meest doeltreffende manieren om niet-overdraagbare ziekten te voorkomen en obesitas te bestrijden (6). Er is ook steeds meer wetenschappelijk bewijs betreffende het positief verband tussen lichaamsoefening en mentale gezondheid en cognitieve processen (7). Gebrek aan lichaamsbeweging heeft niet alleen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de mensen, maar ook voor de gezondheidszorgstelsels en de economie in het algemeen, door de aanzienlijke directe en indirecte economische kosten ervan (8). Lichaamsbeweging is, door de voordelen ervan, op iedere leeftijd, met betrekking tot preventie, behandeling en herstel, van bijzonder belang vanuit het oogpunt van de vergrijzing in Europa en de handhaving van een hoge levenskwaliteit op alle leeftijden.

    3.

    Door het toenemende besef van het belang van HEPA gedurende het hele leven wordt er meer werk gemaakt van de bevordering van lichaamsbeweging op verschillende niveaus en met verschillende strategieën, beleidsmaatregelen en programma's. In een aantal lidstaten van de EU zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de burgers in staat te stellen en aan te moedigen meer aan lichaamsbeweging te doen. Bewustmaking ter bevordering van lichaamsbeweging waaraan de sportsector meewerkt, kan nuttig zijn om de burgers te bereiken.

    4.

    Globaal gezien is het aandeel van de EU-burgers die de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging behalen, de laatste jaren niet toegenomen; in een aantal landen daalt de hoeveelheid lichaamsbeweging (9). De huidige hoge percentages inzake onvoldoende lichaamsbeweging zijn een bron van grote zorg voor de EU en haar lidstaten, zowel vanuit gezondheids-, sociaal als economisch oogpunt.

    5.

    Voor een doeltreffende bevordering van lichaamsbeweging die ook zorgt voor meer lichaamsbeweging, moet de medewerking worden verkregen van verschillende sectoren, zoals hierna vermeld in punt 6, waaronder de sportsector, aangezien sportactiviteiten en sport voor iedereen tot de belangrijke vormen van lichaamsbeweging behoren.

    6.

    De EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging vormen een goede basis voor het aanmoedigen van sectordoorsnijdend beleid ter bevordering van lichaamsbeweging, met name op het gebied van sport, gezondheid, onderwijs, milieu, stedenbouw en vervoer, doordat zij de lidstaten sturing bieden bij de ontwikkeling van hun nationale HEPA-strategieën.

    7.

    Een aantal lidstaten voeren de richtsnoeren of bepaalde basisbeginselen daarvan reeds uit in hun nationale beleid en strategieën. In het algemeen zijn er echter grote verschillen in benadering tussen de lidstaten, en kan de uitvoering van de in de richtsnoeren beoogde HEPA-beleidsmaatregelen verder worden verbeterd.

    8.

    De Deskundigengroep sport, gezondheid en participatie heeft overeenkomstig haar mandaat een reeks aanbevolen maatregelen met betrekking tot specifieke aspecten van een doeltreffender bevordering van HEPA vastgesteld. Deze omvatten (10):

    uitgangspunten voor een EU-initiatief ter bevordering van de uitvoering van de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging in de lidstaten door middel van een lichte toezichtregeling,

    sturing voor nauwere samenwerking tussen de sport- en de gezondheidszorgsector in de lidstaten,

    een reeks beginselen in verband met de bijdrage van lichaamsbeweging aan actief ouder worden in de EU en haar lidstaten.

    4.   VERZOEKEN DE LIDSTATEN VAN DE EU:

    1.

    voortgang te blijven maken met de ontwikkeling en uitvoering van strategieën en sectordoorsnijdende beleidsmaatregelen ter bevordering van lichaamsbeweging die rekening houden met de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging of de basisbeginselen daarvan;

    2.

    op het passende niveau initiatieven aan te moedigen en te steunen die gericht zijn op bevordering van lichaamsbeweging binnen de sportsector, zoals, bijvoorbeeld, specifieke richtsnoeren ter verbetering van het aanbod aan lichaamsbeweging in plaatselijke sportclubs, specifieke programma's die door sportorganisaties in een bepaalde sporttak worden ingevoerd en door sport voor allen of specifieke acties in fitnessclubs, die door de sportwereld en de fitnesssector kunnen worden toegepast en die de samenwerking met andere sectoren, vooral het onderwijs en de gezondheidszorg, kunnen vergemakkelijken;

    3.

    ertoe aan te zetten lichaamsbeweging ter ondersteuning van actief ouder worden op te nemen in nationale beleidsmaatregelen en financieringsregelingen voor sport en bijgevolg projecten ter bevordering van HEPA onder ouderen te overwegen, met inachtneming van de verschillen in functionele capaciteit;

    4.

    in voorkomend geval en overeenkomstig het nationale gezondheidszorgstelsel, te ijveren voor nauwere samenwerking tussen de sportsector, de gezondheidszorgsector en andere sectoren, rekening houdend met de in bepaalde lidstaten ontwikkelde beste praktijken;

    5.

    het gebruik van bewustmaking en informatieverstrekking, zowel op nationaal als op lokaal niveau te overwegen om de belangstelling van de burgers voor het aannemen van een actievere levensstijl te stimuleren.

    5.   VERZOEKEN HET VOORZITTERSCHAP VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    1.

    de samenwerking te intensiveren tussen de beleidssectoren die, overeenkomstig de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging, belast zijn met het bevorderen van lichaamsbeweging, met name de sectoren sport, gezondheidszorg, onderwijs, milieu, stedenbouw en vervoer;

    2.

    in verband met het Europees Jaar 2012 voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties, ervoor te zorgen dat de door de Deskundigengroep sport, gezondheid en participatie ontwikkelde beginselen voor lichaamsbeweging ter ondersteuning van actief ouder worden, waar dienstig, worden meegenomen in de politieke follow-up van het Jaar en in de nationale sport voor alle strategieën;

    3.

    de feitenbasis voor beleid ter bevordering van HEPA en deelname aan sport in de EU en haar lidstaten te verbeteren, bijvoorbeeld door lichaamsbeweging op te nemen in het Europees statistisch programma 2013-2017.

    6.   VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE:

    1.

    in het licht van eerdere werkzaamheden op dit gebied, met name de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging, een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over HEPA te doen, en te overwegen een licht toezichtskader op te nemen om de vooruitgang te evalueren aan de hand van een beperkte reeks indicatoren die zoveel mogelijk steunt op beschikbare gegevensbronnen, zoals vastgesteld door de Deskundigengroep sport, gezondheid en participatie;

    2.

    regelmatig onderzoeken over sport en lichaamsbeweging te publiceren, en in een toekomstig EU-onderzoeksprogramma rekening te houden met onderzoek in verband met HEPA;

    3.

    de uitwisseling van beste praktijken in de EU met betrekking tot HEPA en deelname aan sport te bevorderen en te ondersteunen, onder andere door steun aan projecten en verspreiding van hun resultaten in het kader van desbetreffende financieringsregelingen en programma's van de EU. Het uitwisselen van beste praktijken kan betrekking hebben op:

    onderwijs, informatie en bewustmaking op alle passende niveaus,

    samenwerking tussen relevante beleidssectoren en betrokkenheid van de belanghebbenden bij de uitvoering van de bestaande richtsnoeren,

    de rol van de sportwereld, met name de clubs, en organisaties voor sport voor iedereen,

    succesvolle strategieën, beleidsmaatregelen en programma's, met inbegrip van evaluatieresultaten,

    eventuele beleids- en wetgevingsmaatregelen die effectief blijken te zijn bij het aanpakken van onvoldoende lichaamsbeweging in de afzonderlijke lidstaten van de EU;

    4.

    te overwegen om (met inachtneming van de financiële en organisatorische aspecten ervan) een jaarlijkse Europese week van de sport in te stellen ter bevordering van lichaamsbeweging en deelname aan sport op alle niveaus, rekening houdend met soortgelijke nationale initiatieven en in samenwerking met de betrokken sportorganisaties. Een dergelijke week moet voortbouwen op bestaande bewustmakingscampagnes, door rekening te houden met de daaruit getrokken lering en er waarde aan toe te voegen, en moet gebruik maken van hetgeen is bereikt met verwante projecten die via de voorbereidende actie 2009 op het gebied van sport zijn gefinancierd, en van de resultaten van projecten die via de desbetreffende oproep tot het doen van voorstellen in het kader van de voorbereidende actie 2012 betreffende bewustmaking voor sport zijn gefinancierd.


    (1)  PB C 162 van 1.6.2011, blz. 1.

    (2)  Doc. 11811/07 — COM(2007) 391 final.

    (3)  Doc. 5597/11 — COM(2011) 12 final.

    (4)  EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging: http://ec.europa.eu/sport/library/documents/c1/eu-physical-activity-guidelines-2008_en.pdf. Conclusies van het Franse voorzitterschap over sport en gezondheid: http://ec.europa.eu/sport/library/documents/b21/ue08pfue_conclusions_presidence_definitives_en.pdf

    (5)  Mondiale aanbevelingen voor gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging, WHO, 2010.

    (6)  http://www.who.int/healthinfo/global_burden_disease/global_health_risks/en/index.html

    (7)  http://www.health.gov/paguidelines/Report/pdf/CommitteeReport.pdf

    (8)  WHO Europe (2007): A European framework to promote physical activity for health.

    (9)  Europese Commissie: Special Eurobarometer 183-6 (december 2003), 246 (november 2006), 213 (november 2004) en 334 (maart 2010).

    (10)  http://ec.europa.eu/sport/news/20120803-eu-xg-shp-fin-rpt_en.htm


    BIJLAGE

    De conclusies van de Raad van 1 en 2 december 2011 over het wegnemen van de verschillen in gezondheid binnen de EU middels onderling afgestemde maatregelen ter bevordering van een gezonde levensstijl (1);

    het witboek van de Europese Commissie over „Een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties” (2);

    Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (3), met inbegrip van de rol van lichaamsbeweging in deze context.


    (1)  Doc. 16708/11.

    (2)  Doc. 9838/07 — COM(2007) 279 final.

    (3)  PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5.


    Top